Lenny Kuhr met sterke teksten Leonard Cohen's nieuwe I Dalida blijkt van alle markten thuis Niet genoeg variatie bij Linsey de Paul L' van Zijp Chris Hinze weer op de experimentele toer Syd Lawrence en het Glenn Millereffect The Whispers Rogers overtuigend GROTE HITS VAN FRIDA BOCCARA menu van Muzikaal The Isley Brothers SEPTEMBER 1974 EXTRA Robert Lamm: Skinny Boy Skinny Boy Robert Lamm CBS 80359. De solo-plaat van Robert Lamm toont andermaal diens waarde voor de groep Chicago. In die formatie speelt Lamm en is hij bovendien één van de belang rijkste liedjesschrijvers. Het is dan ook helemaal niet vreemd dat zijn solo-LP geheel is gevuld met eigen werk. waarin Lamm niet alleen jazz-invloeden heeft ver werkt. maar waarmee hij ook is gekomen tot een uitgebalanceer de mixture van rock en balladen. Met medewerking van de Chica- eo-speler Terry Kath en van The Pointer Sisters o.m., heeft Lamm van „Skinny Boy" (een titelsong eeplukt van de LP Chicago VII) een „goed gevulde" langduurder gemaakt. P.d.T. New skin for the old ceremony Leonard Cohen CBS 69087. Er zijn zangers die over een stem beschikken die klinkt als een klok. Ze beschikken over stem banden met een zeer groot bereik. Ondanks die gaven brengen ze er maar bitter weinig van terecht. Ze maken van het „beschikbare materiaal" geen optimaal ge bruik. Met Leonard Cohen is Juist het tegenovergestelde het geval. Wat hij aan „materiaal" ter be schikking heeft is wat aan de be scheiden kant. Slechts in de u- gere registers heeft hij iets da: erop begint te lijken. Dat hij met zijn zang toch ver boven de mid delmaat uitsteekt is te danken aan zijn grote inzet om er met beperkte middelen toch iets moois van te maken. De nieuwe elpee ..New skin for the old ceremonv" is daar weer een frappant voor beeld van. Hij tekende zelf voor de elf liedjes en geeft ze zoals gebruikelijk weer de juiste ver tolking. Dankzij een bescheiden maar met muzikaal gevoel geko zen begeleiding is het een accep tabele schijf geworden. Vooral het liedje „Lover lover lover" kunnen we tot het betere werk rekenen, terwijl we „There is a war" en „Who by fire" met een eervolle vermelding zouden willen tooien. Als geheel krijgt de plaat een ruime voldoende. Tot slot nog een aparte vermelding van de origi nele hoes: het is weer eens heel wat anders dan al die „glamour foto's". B.'/JL. Cl Als er één zangeres is die in ons land wordt ondergewaardeerd dan is dat volgens mij Lenny Kuhr. Gelukkig wordt dat ver zuim in het buitenland ruim schoots goedgemaakt want met name in Frankrijk behoort ze terecht tot de gevierde vvia- listes. Niet voor niets kreeg ze van George Brassens de vereren de uitnodiging om met hem een tournee van een maand door het land van Giscard d'Estaing te maken. Niet voor niets werd ze in 1972 door Frankrijk afgevaar digd naar het grote muziekfesti val In het Chileense Vina del Mar. Niet voor niets ging ze daar met de eerste plaats strijken. Met zo weinig waardering door de Neder landse muziekliefhebber zou Je verwachten dat Lenny ons kik kerlandje de rug zou toekeren om ons voortaan alleen via het inter nationale podium toe te zingen, natuurlijk dan in het Frans of in het Engels. Kennelijk was haar liefde voor ons land te groot en was het haar eer te na en deed ze een nieuwe poging ook in Ne derland die waardering te krij gen die ze in het buitenland al geruime tijd geniet en verdient. Na haar langspeler „De zomer achterna" en „De wereld waarvan ik droom" die in resoectievelijk 1971 en 1972 verschenen is er nu een nieuwe elpee met uitsluitend Nederlandse liedjes door Lenny zelf op papier gezet en tot stand gekomen dankzij een intensieve samenwerking met Gerrit den Braber en arrangeur-orkestleider Piet Souer- Zonder overdrijving kan ik zeg gen dat de langspeler behoort tot de vijf beste die ik dit Jaar ge recenseerd heb. Prachtige chan sons zonder een enkele uitzonde ring, met een zeer passende, vaak sobere begeleiding. De kracht die uit de nieuwe elpee spreekt wordt voor een belangrijk deel veroor zaakt door de sterke teksten en de zeer expressieve voordracht van Lenny. Het geheel krijgt nog een extra accent door de aparte klank van haar stem. De plaat bevat twee nummers die al eerder op single werden uitgebracht: „Kom liefste geef me Je hand" en „Het is niet voor het eerst". Zonder de andere nummers tekort te willen doen wil ik verder nog noemen „Lang geleden" en „Je bent weer vrij". Concluderend: „Alle dertien goed". B.V.L. „Gigi l'Amoroso" Dalida Dureoo OM 555.009. Da ida is een zangeres die al heel wat jaartjes meeloopt in het (slo-j°r,de) vak. Om het geheugen even op te frissen: in 1956, op 20-jarige leeftijd werd ze in één klap wereldberoemd met "Bambi no" en in de daaropvolgende ja ren verde successen af als „Gon delier" „Les Gitans", „Le Jour le plus ;ong", „Amore scusami", „Vi va la pappa". „II selenzio". De laats e jaren was het wat stil rond >m haar geworden, maar dit Jaar brak ze ineens weer door met "Gigi l'Amoroso", tevens de ti.el van de nu voor ons lig gende elpee. Van Italiaanse zangeressen die zich aan een langspeler wagen, slaat de schrik me altijd terstond om het hart. Want het zijn in •acht van de tien gevallen zulke gigantische schreeuwlelijkerds. Ik •heb *ens een uur naar het song festival van Sam Remo geluis terd en het heeft toen een dag gedaurd voor mijn trommelvlie zen weer op hun plaats waren beland. Deze meiden donderen oök zo pijmilijk dioor de mand, wan neer er iets anders van hen ge vraagd wordt dan hard blèren. Welnu, Dalida, die ongetwijfeld ook haar mondje duchtig kan roe ren, toont zich op deze elpee van alle markten thuis. Ze blijkt ook zeer 'ngetogen en gevoelig te kun nen zingen, met die iets ver- sluie-de stem. Het repertoire voor deze langspeler is duidelijk met grote zorg gekozen. Behalve de onvermijdelijke topper Gigi l'Am jroso, die maar liefst zeven minuien duurt en als hit ver bo ven *e grauwe middelmaat uit steekt, staan er liedjes op die wel bekeno zijn, maar (althans in ver uit de meeste gevallen) niet té beksnd. Zoals: II venait d'avoir 1 ans, Vado Via, Anima Mia, Pa roles Paroles, Ta femme, Julien, Avec ie temps. Een bijzonder genoeglijke plaat. R.P. Greatest hits Linsey de Paul M.A M. 6376 550. Een breedgerande vilten hoed, lange blonde haren, een paar in dringende ogen, een schoonheids- pukkeltje boven een der mond hoeken, modieuze kleding, speelt goed piano. Aan bovenstaand sig nalement voldoet slechts één zan geres: dat is Linsey de Paul. Een meisje, dat eigenlijk Linsey Ru bin heet. 24 lentes telt, in Londen werd geboren en uit het niets plotseling hoog op de hitlijsten verscheen met het nummer „Su gar me". Een toevalscarrière van iemand die eerst muziek studeer de aan de Royal Academy of Music, plotseling overstapte naar ..Horensy college of Art" en met haar grote voorliefde voor het te kenen van cartoons in aanraking kwam met de rechterhand van een Londense platenbons. Dat contact werd het begin van de car-'\c van Linsey de Pau. Een carrière die anno 1974 al zover is dat een „greatest hits"-elpee wordt uitgebracht. Nu is dat laat ste een beetje overdreven want wie de nieuwe langspeler wat na der bestudeerd zal ontdekken dat daarop nummers staan die nooit of te nimmer een hit zijn ge weest. Berer ware derhalve geweest te spreken van „beste nummers van haar elpees". De plaat bevat een aantal zeer sterke nummers zoals het al eerder genoemde „Sugar me", „Won't somebody dance with me", „Getting a drag" en „Ivory tower". Gek genoeg zijn het steeds de eerste twee nummers van een plaatkant. Wat daarna volgt is aanmerkelijk min der, terwijl voor mij een num mer als „Mama do" waarin Linsey niet veel verder komt dan het uit roepen van „lalala, „oh" en „ah" een absoluut dieptepunt is. Het wat ïeste stemgeluid en de sterk op nel ritme gebaseerde muziek van Linsey heeft niet voldoende var arie in zich om een hele lang speelplaat te blijven boeien. Om uit te stijgen boven het niveau van een single-artiest zal het der halve nodig zijn dat Linsey in de komende Jaren wat meer muzi kale bronnen aanboort dan ze tot dusver heeft gedaan. Anders vrees ik dat ze over een paar Jaar vol ledig vergeten zal zijn. STEEDS DE NIEUWSTE GRAMMOFOONPLATEN HAARLEMMERSTRAAT 279 LEIDEN - TEL. 01710—24010 The Chris Hinze Combination „Sister Slick" CBS 80271. Het experimentalisme in de Jazz en rock en ook in de combina tie van die twee kenmerkt zich door een ogenschijnlijk on begrensde vrijheid. Primair voor de musicus, maar in niet onbe langrijke mate ook voor de luis teraar, van wie immers (door de musicus) gehoopt wordt dat hij zich in de muzikale roerselen zal kunnen vinden. Experimentalis me zou Je kunnen zien als een kern met daar omheen een ein deloos aantal cirkels, waarbinnen het spel van de musici en het waarde-oordeel van de toehoorder zich ophouden. Een waarde-oor deel is tegen die achtergrond dan ook niet meer dan een uiting van gevo*vens. Zonder kennis, kunde of logica. Bij de beoordeling van „Sister Slick", de nieuwste lang speelplaat van The Chris Hinze Combination, moet dit eigenlijk wel voorop staan, omdat de schijf een schoolvoorbeeld is van onge bondenheid. Je kunt er alle kan ten mee uit. Er zijn geen herken ningspunten en geen normen. En soms kan dat best plezierig zijn. In het onderhavige geval bevat de muziek van The Chris Hinze Combination soms erg knappe elementen. Met name in de wat minder chaotische stukken wordt het vakmanschap van de combi natie zeer duidelijk geïllustreerd door uiterst vloeiende harmo nieën, die soms ineens aan stuk ken worden gereten wanneer er een lawine van klanken op volgt. Van fluitist Chris Hinze zijn er in de experimentele sfeer al meer platen uitgebracht. En zou Je enige vergelijking mogen ma ken, dan zou ik zeggen: „Sister Slick" is niet schokkend, maar veeleer onrustverwekkend. Voor zover ik dat kan overzien, lijkt me dat niet zo gezond. W.W. "O a the sunny side the street" The Sud Lawrence Orchestra dubbel elpee Phi lips 6S25 009. Het orkest van Syd Lawrence dankt zijn bekendheid in Neder land vermoedelijk voor een niet gering deel aan een tv-optreden, If illie Nelson: de Cole Porter van de country „De Cole Porter van de coun try music" zo wordt Willie Nelson in de States genoemd. Hij heeft die titel te danken aan het feit dat artiesten die de meest uiteen lopende stijlen muziek ten geho re brengen allemaal wel eens een nummer, dat Willie Nelson heeft gecomponeerd, op hun repertoire heoben. Om er een paar te noe men: Perry Como, Aretha Frank lin, Eddie Gorme, Frank Sinatra, Al Ctreen en de inmiddels over leden Patsy Cline. En nu we toch paar titels van de hand van Wil lie die Internationale bekendheid hebben gekregen: „Hello Walls", „Nizht life" en „Funny how time slips away". Willie Nelson, een zangar die af en toe wel eens aan de grote Buck Owens doet denken, heeft in zijn nieuwe schijf een thema gestopt. Alle liedjes op de elpee hebben betrekking op een echnaar, van wie de man zo druk met zaken bezig is dat hij zijn vrouw vergeet. Op de A-kant wordt de vrouwelijke kant van "net verhaal bezongen. Hoe zij borden moet wassen, moet zorgen voor een man die niet meer van haar houdt. Zij neemt de benen maar komt blijkens de titel van het laatste nummer: „I'm falling in love again" weer bij haar echtge noot terug. Op de B-kant komt de man na hard werken thuis en ontdekt dat zijn vrouw is ver dwenen. Ook daar sluit de cirkel zich voordat de diamant de laat ste oneindige groef betreedt. B.vL. Bin<o The Whispers Ja nus Records 7006. De LP-titel Bingo zou kunnen doen vermoeden dat alle elf num mers op de langduurder van de Whispers goed zouden zijn. Dat is bepaald niet waar. Er zijn wel enige uitschieters, maar over het algemeen blijft het produkt toch net boven de middelmaat steken. Dat het geluid typerend zou zijn voor ,The Sound of Philadelphia", zoals de hoes ook wil doen gelo ven, is al evenmin Juist. De enige overeenkomst die er is, is dat Bingo in die stad is opgenomen. Verder maken de Whispers het soort muziek dat een groep als de Dells al jaren voortbrengt Wel harmonisch en lekker in het ge hoor liggend, maar bepaald niet nieuw. P.d.T. De weg naar succes was lang voor David Bongers. maar nu hij er eenmaal „is", lijkt hij zich niet meer zo snel weg te zullen laten „slaan" van de top. Werkend op het terrein van de country-mu- ziek maakte Rogers aardige hitjes als Loving You has changed my live en Hey there Girl. Die twee nummers zijn ook aanwezig op de naar het laatste werkje genoem de LP. Een erg fijne LP, omdat Rogers gelooft in wat hij zingt: hij legt overtuiging in zijn mu ziek. Bovendien kan hij rekenen op de bekwame hulp van arran geur/ producer/steelgitarist Pete Drake met wie Rogers al lan ger eamenwerkt. Maar waar het tenslotte op het bespelen van het publiek aankomt, daar moet Ro gers het toch zelf doen. Door zijn geluid gaat er dan een „country" voor ie open. P.d.T. enkele maanden terug in t pro gramma „Music-All-In" De plaat die uit dat programma vsult€er- de, is in deze kolommen met de nodige waardering en een enkele kritische noot besproken. Die el pee smaakte naar meer en daar wordt dan nu aan voldaan: Law rence en zijn makkers hebben er een dubbel elpee tegen aan ge gooi!. Voor wie het nog niet wist Syd Lawrence is een muzikant die verzot is op de Glenn-Miller - soun.l. Aanvankelijk speelde hij met zijn in 1967 opgerichte orkest voor een groot deel de melodieën die onder de handen van Glenn Miller zelf al tot grote successen waren uitgegroeid (op de Music- All-ïn plaat zijn o.a. opgenomen Moonlight Serenade, American patrol en Chattanooga Choo Choo), wat mij niet zo'n bijster beste ontwikkeling leek. Ten eerst blijf Je zo een afgietsel van de grote meester en ten tweede heb ben a' vele orkesten (Ray McKin- ley o.a.) iets dergelijks gedaan. Syd Lawrence heeft dat ook wel aangevoeld en is daarom tal van eige itijdse melodieën gaan verta len in ht Miller-idioom. Op de nu aigeleverde dubbel elpee treft men een mengeling van oude en nieuwe werken aan, maar op een enkele uitzondering na geen tvpische Miller creaties meer Om een paar voorbeelden te noe men- What is this thing called love? I've got my love to keep me warm, Hot Toddy, Skyliner, Can't buy me love, Raindrops keep fallin' on my head, Don't sit under the apple tree, When Johnny comes marching home, Colonel Bogey. Lavrence doet dat allemaal erg goed, met veel sfeer en zuiver heid, kortom een vakman van de bovenste plank. En wat hij bo venal bewijst is dit: Glenn Miller is anno 1974 nog springlevend. R.P. Bijdragen va.n: Ruud Paauw Jan Preeinen Paul die Tombe Wim Wiirtz Eindredactie Bram van Leeuwen Greatest hits Frida Boccara Philips 9107 001. Voor het begin van de grote in ternationale roem van de in Ca sablanca geboren Frida Boccara (overigens een van oorsprong Af ghaanse naam) moeten we terug gaan naar het Eurovisie Songfes tival van 1969 Toen vijf jaar ge leden. behaalde zij de eerste plaats zij het gedeeld met het liedje ..Un jour. un enfant". Daaraan voor afgaand was ze al een opvallende ster geweest op de muziekfesti vals van Barcelona, Mallorca. Stockholm en Sopot. Toch had Frida voor ze zich helemaal op het zingen toelegde andere plannen. Aan de Parijse Sorbonne studeer de ze Grieks en Latijn, maar kwam door enige vrienden op het conservatorium terecht. Het bleef niet bij die klassieke liederen, ook wat lichter werk kwam op haar repertoire. Zo zong ze enige ne gro-spirituals samen met haar broer en haar zus. Het Eurovisiesongfestival bete kende tenslotte de doorbraak. Ze zingt nu Engels, Duits. Spaans. Russisch. Portugees, Arabisch en Grieks, maar de grote voorliefde voor het Frans is blijven bestaan. Uit 'laar vijfjarige carrière zijn nu de grote toppers gelicht voor \ny 'n ..greatest hits"-elpee. Een im ponerende schijf die bewijst dat Frida over een schitterende stem met een grote zeggingskracht be schikt. Neem bijvoorbeeld eens een nummer als Cent mille chan sons: een werkelijk indrukwek kend gezongen chanson. Datzelf de geldt voor Venise va mourir uit de film Animo Veneziano. Er staat op deze langspeler trouwens nog meer filmmuziek: Un pays pour nous, de franse vertaling van „Somewhere" uit West Side Story. De klassieke ondergrond van haar zangkunst verloochent ze niet helemaal. Op de voortref felijke plaat staat een stukje mu ziek van Rossini terwijl het num mer Les quatre chemins de l'a- mour is gebaseerd op een thema uit het tweede concerto in s mi neur, andante voor twee mando lines, van Vivaldi. B.v.L. The Isley Brothers Live it up Epic EPC 80317. Ondanks het feit dat The Is ley Brothers al zo'n vijftien jaar meedraaien en meespelen zijn ze in ons land niet of nauwelijks bekend. Dat die anonimiteit niet behoeft te impliceren dat de mu ziek van inferieure kwaliteit is. bewijst de langspeler „Live it up" wel. Kelly, Ronald, Rudolph, Er nie en Marvin Isley hebben met hun zwager Chris Jasper een ge varieerd muzikaal menu opge diend. waarvan de gangen door het zestal zelf zijn samengesteld: met uitzondering van Hello it's me tekenden de gebroeders Isley op de door hen geproduceerde LP voor alle nummers. Het ene moment wordt de wat hardere rock uit de beginjaren gepresen teerd, vervolgens wordt de luis teraar wat rust gegund met sfeer volle ballades. Die afwisseling van ritmiek en rustige luistermuziek maakt de elpee erg aardig. Voor al ook omdat het zestal weet wat soul is. Niet zo verwonderlijk, om dat de Isleys volgens de negertra ditie al vroeg met muziek ver trouwd werden gemaakt. In dit ge val heeft moeder Isley als inspi ratiebron gediend. De gospelsongs behoorden als het ware tot het onontbeerlijke dagelijkse eten en drinken en vormden de basis voor de familieband, die later zou wor den gevormd. Gestart als trio (K^tlv, Ronald en Rudolph), en thans als sextet). Een dyna misch gezelschap dat met num mers als Midnight Sky. Hello it's me, B:cwn eyed girl en Need a little taste of love een serieuze poging onderneemt ook hier aan popu'.ariteit te winnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 23