Ik ben de O van de VPRO Ineens wordt het in mijn kop geschoteld SJEF VAN OEKEL: ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1974 Door Paul Wolfswinkel Foto's Wim Dijkman DEN HAAG "Dit Is ecnt oud Den Haag, wist je dat? Ja hoor, Ja. En vroeger was dit huis een dolhuis, een gekkenhuis dus. Ik geloof dat er nog sommige bewoners zijn, waar aan je dat kan merken". ■loet je al die troep van melk én zo ln je koffie? Ja? Ga maar zitten, maak het je maar makkelijk. Zie maar. Ik kom zo". Als ik zit en de bandrecorder heb klaargezet, komt- ie binnen. "Zo, zit je lekker? Hé, maar aaar zit ik altijd. Nou ja voor uit". De eerste vijf minuten in huize Brouwers verlopen nogal chaotisch. Sjef van Oekel (dat is hij dus), pop- programmapresentator van de VPRO bewoont samen met zijn echt genote Greta een etagewoning in de residentie. Een woning, die de spo ren van het succes laat weerklinken in de inrichting: gloednieuw. Behang met veel diepe kleuren, moderne lampen, fraaie zitelementen en een forse kleurentelevisie. In. het krantenrekje steekt de AVRO-bode. Een veel beschreven man (we zijn de 23ste krant), die deels ontstellend serieus is en aan diep nadenkt, maar evengoed realiseert dat Je voor Van Oekel komt. Dan is hij de man van "reeds", "heel fijn", "pótver- domme", "wat een herrie is het hier!" en verdere gevleugelde kre ten. die dagelijks worden geïmiteerd. "U komt binnenkort naar Leiden toe om prijzen uit te reiken bij de Katexpo. Houdt u van katten? Mijn mensen "Ik? Ja, Ja, ik geloof het wel, Ja. Ja. Meer van poezen dus. Maar goed, dit was even een grapje. Reeds. En in die stijl zal de tekst natuurlijk ook wel een beetje zijn geschreven, natuurlijk. Wim Schip pers maakt de tekst. En ik mag wel zeggen dat dit een van de weinige ke ren is geweest dat ik hem heb geïn spireerd en heb gezegd: "Wim, er mag best wel wat in over poezen en zo". Heel voorzichtig, dat begrijp Je. Niet te gek. Zo van: "En daar is ze dan! De vrouw met de mooiste poes!" Zo in die geest. Maar niet zo letterlijk, want anders wordt het te gek, natuurlijk. Ja, mijn mensen zouden dat begrijpen. Dat, op die expositie, zijn mijn mensen niet, en daar moet je rekening mee houden. Wim Schippers maakt al mijn tek sten. Van a tot z. Ik heb er geen in breng in, maar dat zou ik ook niet willen. Dan ga ik van de Van Oekel- stijl af. Hij schrijft teksten die zo diep in me pakken. Ja. Hij laat me dingen zeggen, die, als ik de gave had. ook zelf had kunnen zeggen. Die gave heb ik niet; ik heb de manier van het zeggen. Als hij schrijft: "Dan wordt het toch nog gezellig", dan staat dat er. Gewoon dus. Maar Je moet het uit spreken: "Dan wordt het tóch nog gezellig! Héél fijn! Zie maar! Prach tig gewoon! Reeds. Ja!" Het zogenaamde verwarrende dat het toch eigenlijk niet is. Het lijkt verwarrend, maar er zit toch ergens een verband in. Ik kan niks onthouden, hè. Ik speel dat niet. Ja, een klein beetje natuur lijk. Ik ben niet stom. Dat weet ik, dat heb ik altijd gehad. Het is nervo siteit. Niet voor dit werk. Nee, ge woon je persoon. Die teksten kan ik wel aardig leren, hoor, maar dan komt het moment dat ik het moet zeggen en dan denk ik: 'Nou, dat wordt niks hoor, dat zal ik wel weer direct vergeten. En dan kom ik in een soort paniek. En dan weet ik het niet meer en dan ben ik ook mezelf niet meer. En dan word ik angstig. Dan komt er niks van terecht. En toen ik dat in het begin heb gezegd, hebben ze dat geaccep teerd. Bij de tv en later ook bij het publiek. Je mag het best weten, bij de op names staan ze zich rot te lachen. De camera jongens zijn mijn publiek. Ja nou! "Enorm, geweldig, heel fijn". Vlaams Dolf Brouwers is door Harry Touw het Gooise wereldje ingevoerd. Bij een van de Fred Haché-shows was een mannetje nodig, die Vlaams kon praten. Brouwers, die Jarenlang ln België met operettegezelschappen was opgetreden, werd de zielige zui derbuur, die moest reageren op de mededeling dat zijn patat-friet kraam was uitgebrand. Via de tele foon vond de auditie plaats en hij was aangenomen. We spreken van twee jaar geleden. Sinds die tijd is Van Oekel niet meer uit het VPRO-assortiment weg geweest. Een goede gok. Hij heeft een eigen show die volgend seizoen terugkomt. Een show, die als mot to heeft meegekregen, en nu citeren we even de VPRO-gids: "Je weet niet wat Je hoort gewoon Sjef van Oekel die geeft aan de toon Het is een programma van heb ik Jou daar Hij weet te raken de gevoelige Pop met Van Oekel dat is andere koek Fijne muziek in Van Oekel's Disco- hoek" De assistent van Van Oekel is ir. Evert van der Pik, een nogal zure man, die boekhouder speelt en dien overeenkomstige gezichten trekt, 'n Harde werker, die telkenmale wordt gestoord door omvallende kas ten, blote Juffen, en een met over slaande stem blèrende Sjef. Een man met een gezicht van: "Voor mij hoeft het niet". En, hoe kan het an ders. Jaap Bar (want zo heet-ie na tuurlijk echt) is in het werkelijke le ven ook zo'n figuur, weet Brouwers te vertellen. "Hij is afgekeurd, hij is ziek eigen lijk. Hij loopt ook echt zo. Maar die deed al mee in de Barend Servet shows. Ja, Ja. Toen liep hij ook al door de scènes heen met zo'n gezicht. Jazeker. Ja Joh, hadden we feest, leuk met blo te meiden en zo en dan zei hij: "Nou, moet dat?" 't Is een schitterende figuur. En ik heb de mazzel dat ik hem kan be spelen. Hij is geen acteur. Hij heeft het niet. Hij heeft niet de intentie om artiest te zijn. Nee. Hij vindt al les best, maar het kan hem niets schelen. Nee. Hij inspireert me ook wel. Dat heb ik in de laatste show ge merkt met Donna Summer. Hij zou wel een bepaalde aanhang kunnen hebben en er zijn best wel mensen die zouden zeggen dat ze hem leuker vinden dan mij. Maar dat maakt me niet veel uit; die men sen zijn toch geen Sjef van Oekel- fans. Dat zijn mijn mensen niet. Mijn mensen zijn Jong". Ik scheer mezelf nog met het grote mes. Wat dacht jc? Ik was een goeie kapper; ik kon ont zettend goed met de mensen om gaan; dat was het belangrijkste: be ter met de mensen om te kunnen gaan dan kapper te zijn. De men sen kwamen ook speciaal voor mij, voor Dolf. Ik heb de vader van Wim Kan nog geknipt, Jazeker". Laatst hoorde ik iemand, die zei dat u een verlengstukje bent van Schippers en Van der Linden. Hoe reageert u daarop? "Ja dat kan ik me voorstellen. Maar het is niet zo. Vast niet. Ik ben er altijd van binnen mee bezig om te ontdekken of heft zo zou zijn. En daar ben ik goed in, om dat te ontdekken. Vroeger heb ik van al les moeten doen. Toen die operette- geschiedenis zo'n beetje op de kont lag, ben ik reisleider geweest en heb ik gevaren. Dan heb Je gauw alles door. Ik loer er goed op hoor. Ik kan me Indenken dat de buitenwereld .er zo over denkt. Maar als het wèl zo zou zijn, vind ik het nog niet erg. Omdat ik er vreugde van beleef. Als Je al die hon derden mensen ziet in een zaal, waar we dan komen, in Boxtel of zo, dan ben ik vaak ontroerd. Ja, heus. Die komen voor mij. Die mensen zijn dan zo dankbaar; ze willen Je aanra ken. Aanraken!! Jongen, dan kan ik de ontroering niet kwijt op dat moment. Ik voel me geestelijk ook Jonger geworden, in die twee-en-een-halve jaren. Eerst voelde ik me een oude lui. Ja. Haha, nu een eenvoudige boerelul; maakt weinig uit eigen lijk. Het wü heus nog niet zeggen dat het mijn laatste rol is, helemaal niet. Als ik zou denken aan een pen sioen. thuis een beetje meehelpen en zo, man dan ben Je oud. Dat kan ik niet. Wandelen met de vrouw. Gek hè, ineens wordt dit nu in mijn kop geschoteld. Ze hebben gevraagd, nu al. of ik van de winter met het or kest van Dolf van der Linden operet te wilde zingen. Voor de VPRO. Ik vond het geweldig. Nu niet meer zo erg. Da's het gekke. een eenvoudige boerelul. Ja. Maar ik ben dolgelukkig. Van de week heb ik toch mooi een nieuwe auto kun nen kopen. Dat kun Je nou doen. Ook een paar keer naar Spanje. Dank u wel, reeds. Na al die interviews die geweest zijn, leer Je enorm veel. Ik ben dank baar en blij dat ik veel heb ge leerd. Maar ik sta met de beide be nen verschrikkelijk op de grond. En iedere keer besef ik dat ik iemand ben. Die manier van doen en lopen was voor mij niet nieuw. Dat was ik. Ik struikel in het normale le ven ook veel. Ja, rampen. Dan zie ik een drempeltje niet en aan lig ik met iets in mijn handen. Bij mij is dat echt, geen komedie. Vreselijke din gen: ik val echt. Vorige week nog. De melkboer was geweest en h»d de hele troep in de gang gezet. Ik kom thuis, zie het niet. Daar geef ik me toch een Joekel Jongen, het leek wel een voetbalveld. De flessen seven-uo vlogen tegen de muur. En lk word wild. Geef me een rotschop tegen zo'n fles koffiemelk, zo'n grote, 't was 'n ramp. En die dikke melk. En in miln zenuwen loop ik er gewoon overheen. Vanmorgen heb ik met een emmer en water nog tussen de randen zitten soppen. Ik heb behoorlijk gesukkeld in m'n leven, ik twijfelde er in het begin aan of het zo zou blijven, zoals het nu is. Nu niet meer. Ik heb trouwens een primeur voor Je. Er komt binnenkort een nieuwe single uit van me. Ja. De titel is "Ge haakte Beadesprei". Erg fijn. Ik had graag acteur willen zijn. Als ze me hadden geholpen met die, handicap van me dat ik niets kan onthouden, dan was het wel gelukt, geloof ik. Ja. Visitekaartje Dankbaar U bent ontiegelijk bekend. "Ja nou. Ik zou het vervelend vin den als ze me niet herkennen. Maar als ze me wel herkennen, dan vind lk het ook te druk. Want, weet Je, je moet wat doen. Die Jongelui bij V en D, die daar staan te verkopen, vergeten dan him klanten^Oh, dat is een ramp! Ik durf er gewoon niet meer naar binnen, echt waar. Maar ik vind dat Je met ze moet praten; ze zijn zo dankbaar. Ja dan doe ik een klein beetje, heel even, Sjef van Oekel. Heel even, niet te gek. Ik geloof dat ik dat vroeger ook graag gehad zou willen hebben. Ja. Mijn beroep? Ik ben vroeger kap per gewest, herenkapper. En ik was een hele goeie geloof ik, jaja. Jaja. Figuur Die figuur Sjef van Oekel heeft het gemaakt. Nou en laat die knul nou z'n lol. Hij heeft het gemaakt en niet Dolf Brouwers. Dat is een zanger geweest en die heeft het gewoon niet gemaakt. "Ga jij nou maar eens even zitten. Dolf en laat die tweede ik van Jou nou maar eens laten zien wat-le kan. Ga hem aan niet pesten door het om te draaien. Sjef van Oekel laat jij Dolf Brouwers hel pen?" Ja, want dat zeg ik dan, hè? Zo kan ik van binnen wel eens pra ten, dat hoor Je nou. Dan zeg ik: Leuke jongen ben Jij; handige kerel. Maar ik heb het wel mooi even door". Ik ben nog zo Jong. Geestelijk ben ik nog helemaal niet zo volwassen. Ik wil nog zoveel. De Jaren achter me, zou ik niet willen overdoen. Ze zijn niet best bevallen. Ik zou over nieuw willen beginnen en die kans heb ik nu. Vroeger was ik meer ge makzuchtig. Ik blijf maar te hard lopen nu, terwijl ik eigenlijk een beetje kalmer aan zou moeten doen. Iedere week gaan IJf (Barend Ser vet) en ik drie keer de provincie in met de drive-in discotheek. Erg fijn. Ik ben Sjef van Oekel, ik ben maar Boos worden? Ruzie? Ik blijf lang goed, ik ben iemand die lang de vre de wil bewaren. Ik kan niet hard zijn. Zo komt het vandaag ook bij Ie over? Ja? Heel fijn. Gek hè. maar ik heb het ergens toch gevoeld dat lk deze show zou doen. Ik kan niet eeuwig blijven zeggen dat ik het fijn vind dat ze het voor me doen. Dat is voorbij. Ze mogen blij zijn dat ik het voor de Jongens doen. Ik ben het visitekaartje van de VPRO. Ik ben de O van de VPRO en daar ben ik me bewust van. In België heeft ik Sjefke. Hier Sjef. Omdat ik volwassener ben gewor den. Mooi hè? Hij is er nu en nu *j moet-ie maar Sjef heten. De show wordt nu ook wat har- der; de laatste was teveel Dolf Brou- wers. Ik herkende mezelf te vaak. Je moet uitgaan van een overspannen redenaar. Dat moet blijven. Een boodschap voor de mensen? f Wie ben ik dat ik nog een boodschap moet geven? Wat? Een goeie raad? t Ja, dat is een goede vraag van Je. Ik heb een raad. Ook voor Jullie Je j hebt gezien aan mij, dat het mogelllk is dat Je het toch nog lelemaal gaat maken. Om het makkelijker te zeg- gen, opdat iedereen het begrijpt: de wonderen zijn de wereld nog niet uit J en sprookjes bestaan nog. Ze bestaan nog Jongens, echt! Ik bewijs het. Een Jongen die aan het eind was en het niet meer zag zitten. Het bestaat" Het kan niet anders. Bij het if- scheid zeggen we beleefd en zeer ge- meend meneer Brouwers tegen me- neer Brouwers.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 17