"NIEUW BLOED VOOR RODE KRUIS"
"Trek de
bergen
in maar
doe
het
verantwoord"
ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1974
PAGINA If
Alfred van Emden, de scheidende directeur-generaal van het Rode Kruis: „Ik heb het
idee, dat een deel van de nieuwe generatie uit cynisme niet meer gelooft in onze idealen".
Het Nederlandse Rode Kruis zal vanaf 14 september een twee
hoofdige directie kennen. Binnenland staat al enige tijd onder
leiding van baron Van Asbeck, terwijl schout-bij-nacht b.d.
Cramwinckel tot directeur algemene zaken is benoemd. Het
tweemanschap neemt de erfenis over van directeur-generaal
Alfred van Emden, die wegens het bereiken van de pensioen
gerechtigde leeftijd na ruim 29 jaar het Rode Kruis zal ver
laten, al zal hij wel als adviseur beschikbaar blijven. "Maar
alleen als men mij daarom vraagt", stelt Van Emden desge
vraagd nadrukkelijk, "het is niet mijn bedoeling om in het be
leid van mijn opvolgers te treden."
Het gesprek, dat wij in zijn stijl-
volle hoofdkwartier aan de Prinses-
segrachfc voeren, heeft weinig van de
terugblik die Je bij een afscheid van
een levenswerk zou verwachten. De
actuele problematiek van Cyprus,
brengt de snel en exact formuleren
de Van Emden op een van zyn stok
paardje:
"Het 'nternationale Rode Kruis,
is als organisatie zowat de enige in
de wereld die zich uitsluitend om de
slachtoffers bekommert, zonder
daarbij an enige politieke voorkeur
uit te gaan. En zo moet het ook: po
litieke stellingname zou het einde
van net Rode Kruis betekenen. Ik
heb daar in mijn loopbaan altijd op
gehame d en er als consequentie ook
talloze o-oblemen mee gehad".
"Direat na de oorlog, toen ik deze
functie aanvaardde, was er bijvoor
beeld een ernstige aardbeving in Ja
pan. Ou tanks de protesten, want er
waren vee. Nederlanders die in Jap
penkampen hadden gezeten, heb ik
toen onmiddellijk hulp gezonden.
Hetze'fde deed zich voor bij onze
actie "Heei Vietnam", waarbij we
ook Zin; J-Vietnam, dat toen in Ne
derland een slechte naam had in on
ze hulp oetrokken. Ovei dat besluit
werd tk voen dagelijks geattaqueerd
in een groot deel van de pers. Maar
toen ik t ijdens een openbare verga
dering van het Rode Kruis ons stand
punt oiieen had gezet, kreeg ik een
ovatie. Hon latere enquête onder de
Nederlandse bevolking wees uit, dat
Door
Alexaindler Miininiinghoff
er meer dan ooit tevoren positief over
het Rode Kruis geoordeeld werd.
Het tegenargument, dat wij door
niet aau politiek te doen Juist wel
polities bedrijven, acht ik een so
fisme. De gewonde soldaat, die wij
proberen te redden, kan inderdaad
de eigen rijen weer gaan Versterken,
maar on* gaat het alleen maar om
die soldaat. Met de achtergronden
van een oorlog willen wij ons niet
bemoeien'
Op eeu internationale Rode Kruis-
conferenüe in Istanbul 1969 werd
niettemin besloten, dat de organisa
tie bij een dreigend militair conflict
ook zou moeten proberen tussenbei
de te komen.
Van Emden: "Dat zou Je met eni
ge overdrijving een politieke daad
kunnen noemen, Ja. Al is het niet zo
dat wij interveniëren: als niet-poli-
tiek licnaam bieden wij onze dien
sten aa i, dat is iets anders. Bij de
oplossiug van de Cuba-krisis bijvoor
beeld neeft het Rode Kruis een be
langrijke rol gespeeld, al weet (bij
na) nienand dat. Ook bij een vroe
gere oorlog tussen India en Pakistan
is er met succes bemiddeld. Momen
teel gaat het op Cyprus minder goed,
al is daar toch ook een neutrale zo
ne bereikt bijvoorbeeld".
Sprookje
De grootste taak van het interna
tionale Rode Kruis, waar Neder
land samen met Zweden, Canada en
West-Duitsland een van de best ge
organiseerde leden van is, vormt
het. verlenen van hulp in vredestijd.
Natuurrampen, zoals de overstro
mingen in Bangla Desj, vallen hier
onder. Enorme bedragen gaan weg
aan desens, medicamenten en voed
sel. Bedragen die, omdat het Rode
Kruis geen cent overheidssubsidie
krijgt, uit eigen pot moeten komen.
Van Emden, zelf stammend uit een
300 Jaar oud Haags bankiersgeslacht
en in zijn Jeugd voorbestemd als
opvolger in de familiebank, tot de
oorlog er tussen kwam en hij in het
kamp Theresienstadt belandde,
heeft de afgelopen 29 Jaar het da
gelijks oeheer van de Rode Kruis-fi-
nanciën mede gevoerd.
'/Per Jaar geven wij zo'n 16 20
miljoen gulden uit. Dat is erg veel,
misschton dat daardoor het sprook
je is ontstaan dat wij rijk zouden
zijn. NiesS is minder waar: met pijn
en moeite slagen wij erin, dankzij
de vrijgevigheid van het Nederlandse
volk, om de door ons gedane beloften
na te komen. Nederland is, wat in
ternationale hulpverlening betreft,
altijd bij de eersten".
Een groot deel van de gelden komt
van de contributies der leden. Het
zijn er momenteel 1.013.000, een res
pectabel getal dat Van Emden on
der zijn leiding heeft zien groeien:
"Direct na de oorlog verkeerde het
Rode Kruis in een zeer, zeer moei
lijke positie. Ik heb er, gesteund
door mijn medewerkers principiëel
naar gestreefd de image van het Ro
de Kruis in Nederland te verbeteren.
Een »jpunt in die ontwikkeling,
hoogtepunt zou hier een ongelukki
ge term zdjn, was de watersnood van
1953".
"Door een toeval waren wij direct
paraat en inzetbaar. Vlak voordat
de dijken het begaven had ik de
commandant van het Nederlandse
Rode Kruis Korps de opdracht gege
ven een oefenalarm te houden, dit
naar aanleiding van een stormmel-
ding die ik in de nacht van 1 fe
bruari van het ANP binnenkreeg".
„Injectie"
"Wij hebben toen met duizenden
vrijwilligers geholpen; een pro
bleem binnen het probleem was de
enorme steun aan geld en materieel,
die we van overal op de wereld kre
gen. Zo zaten al onze pakhuizen, de
Koninklijke Stallen en de Houtrust-
hallen tot de nok toe vol met kleren,
heel Nederland hadden we kunnen
aankleden. Bij de latere opbouwfase,
heeft deze "injectie" ons zeer gehol
pen. Als U me naar een toppunt van
mijn carrière vraagt was dat het
wed, ja. Ik heb toen maandenlang
continu gewerkt en georganiseerd, 'n
taak waarbij ik me altijd het pret
tigst heb gevoeld".
Het veie reizen van Van Emden,
waarbij hij er vaak in slaagde langs
informele weg nuttige contacten te
leggen, zal na 14 september ook wel
ophouden
"Veel mensen denken dat al die
officiële diners een pretje is", glim
lacht hij, "maar ik beschouw het als
werk. De ervaring is nu eenmaal, dat
Je in de sfeer van een diner veel
meer gedaan kimt krijgen dan via
strikt oificiële kanalen. Je moet
voor dat soort werk overigens wel
over een ijzeren maag beschikken".
Van Emden blijft actief in 'n aan
tal commissies en organisaties, waar
van hij ie International Social Servi
ce, die internationaal de belangen
van vreemdelingen behartigt, met
nadruk noemt. Verder blijft hij se
cretaris van de Algemene Loterij Ne
derland en lid van de filmkeurings
commissie
"Daar zal ik nu eindelijk meer tijd
voor krijgen", zegt Van Emden, die
een van de oprichters blijkt te zijn
van de studenten filmliga, een van
zijn vele geesteskinderen, zoals bij-
voorbee'd ook de stichting Socutera.
Eroti iche films heeft hij nooit af
gekeurd: "Ik ben overtuigd liberaal,
ik vind dat Je op dit gebied geen wet
mag voorschrijven. Wel ben ik fel
gekant togen de toenemende stroom
van geweldfilms, die elkaar in bete
kenisloze wreedheid proberen te
overtrexlen".
Establishment
Hoe ziet Van Emden bij het schei
den van de markt de toekomst van
het Rode Kruis?
"Het zal moeilijk worden voor mijn
opvolger?, al zullen ze het ongetwij
feld voortreffelijk doen. Maar ik heb
het idee, dat er een deel van de
nieuwe generaties is, dat uit cynis
me niet meer gelooft in onze idea
len. We moeten ervoor vechten dat
"ons" Rode Kruis, zoals dat is ge
worden tot de nationaal en interna
tionaal gerespecteerde organisatie
van nu, blijft voortbestaan met de
sympathie van de bevolking als ba
sis."
"Ik hïor nu vaak de kreet, dat het
Rode Kruis establishment is gewor
den. Onjuist! We zijn natuurlijk geen
revolutionaire klub en we zijn in de
loop der Jaren met delen van de
maatschappij verwezen, maar dit
oordeel doet onrecht aan het wezen
van de organisatie".
Vindt hij 't jammer om te vertrek
ken? Zijn er nog dingen die hij
graag had verwezenlijkt?
"Er is nog wel iets, ja: het is me
nog ni3t gelukt de donorbescher
ming bii orgaantransplantaties er
door te Krijgen. Daai til ik erg
zwaar aan, want op dit gebied zijn
er stuitende dingen gebeurd Natuur
lijk vind ik het jammej om te ver
trekken, maar ik beschouw het als
een normale zaak. Als J^ er zolang in
zit als k bestaat het gevaar dat men
het Rode Kruis met mij gaat ver
eenzelvigen Ook daarom is het
goed dat het Rode Kruis nieutv bloed
krijgt"*
H. J. Otten: „De gevaren ontstaan door onwetendheid".
„Je leest dan 's-avonds weer iai de krain't „Alpinist verongelukt"Nou, denken de
mensen dan; 't is toch maar een link gedoe, datt sporten daarboven in de bergen, heel ge
vaarlijk! Maar wa't is het wérkelijke verhaal achter zo'n bericht?"
De heer H. J. Otten (54), hoofdbestuurslid van de Nederlandse Bergsporttverenigiing,
haalt die schouders op. Hij zegt: „Meestal is die zogenaamde „verongelukte alpilnist" ge
woon iemand, die de bergen niet ként. Die er voor het eerst aan het wandelen ils gegaan
en bij voorbeeld een Edelweissje zag staan op de grashelling langs het pad'.
Zo iemand weet niet dat nat gras nog gladder is dan sneeuw. Hij laat zich een stukje
zakken en hup! daar gaat-ife. „Alpinist verongelukt?" Nee, het was iemand, dliie de prach
tige sport van het bergwandelen onverantwoord, wanit zonder goede voorbereiding, aan
het bedrijven was".
Natuurlijk, voegt de heer Otten er
aan toe, zijn er ook échte alpinisten,
die verongelukken: dit jaar zelfs meer
dan ooit (in de Franse alpen dit sei
zoen al 85). Dat zijn de zogenaamde*
Tcletteraars', de mensen die tegen
steile rotswanden'zich een weg naar
boven zoeken, met touwen en stalen
pinnen. Vandaar dat de Franse re
gering deze maand besloot dat iedere
bergbeklimmer zich moet verzekeren,
vooral voor de kosten van een red
dingsexpeditie.
'Dat soort bergsporter wordt altijd
weer naar voren gehaald in verhalen
en films op de televisie,' zegt de heer
Otten, 'en als men dan verneemt
van ongelukken in de bergen, asso
neert men die dan ook direct met die
vermeende waaghalzerij. Onjuist: in
de eerste plaats zijn de kletteraars
geen waaghalzen - integendeel, het
zijn heel zekere, verantwoordelijke
sportbeoefenaars - en in de tweede
plaats vormen ze maar een klein deel
van de vele tienduizenden, die aan
bergsport doen.'
Niet gevaarlijk
En dan stelt de heer Otten het dui-
Door
Aad Wagenaar
delijk: 'De bergsport is niét gevaar
lijk. Maar zoals iédere sport draagt
ze gevaren in zich. Die ontstaan door
onwetendheid. Bij de zwemsport
spreekt men toch oak nieit van 'n ge
vaarlijke sport? Toch verdrinken er
ieder Jaar mensen. Wij Nederlanders,
gewend aan het water, weten dat Je
niet te ver in zee moet gaan of in de
buurt van pieren of kribben moet
gaan zwemmen. De Duitsers, die naar
onze kust komen, doen dat toch, uit
onwetendheid. En dan krijg Je ver-
drinkingsgevallen.'
Zo is het probleem van de Neder
lander, dat hij de bergen niet kent
en dat hij onderhand vergeten is
T)it seizoen zijn er in Zwitserland
twee Nederlanders omgekomen,'zegt
de heer Otten, 'en weer werd geroe
pen: bergsport is gevaarlijk! Maar
wat was er gebeurd? Die twee men
sen kenden de bergen niet en zagen
buiten het pad opeens sneeuw. Hé
sneeuw! moeten ze hebben gedacht,
dat komt in Holland door die zach
te winters van ons niet meer voor. En
zehebben zich toen even in die
sneeuw begeven, niet wetend dat zich
daaronder een spekgladde ijslaag be
vond, wat een getrainde bergsporter
wél weet. Nou, de een is 600 meter
naar beneden gegeleden en de ander
800 meter.'
Dieptragisch, maar niet: 'Alpinisten
verongelukt'.
Veraint woord
De Nederlandse Bergsportvereni
ging (13.000 leden) vierde dit Jaar
zijn zilveren jubileum en vatte die
gelegenheid aan om de propaganda
voor de bergsport te verhevigen. 'Trek
de bergen in', zo roept de vereniging
nu, 'maar doe het verantwoord.'
Als lid van de vereniging dus, na
Candïtóle
cursussen te hebben gevolgd over on
derwerpen als kaartlezen, gevaarken
nis, weerbeoordeling etc.
'Als Je weet wat Je wel en wat Je
niet kunt doen in de bergen, is het
een fascinerende sport,' zegt de heer
Otten, 'ik zelf heb geen woorden om
te beschrijven hóe fascinerend. Als
je er een keer aan begonnen bent,
kom Je-er niet meer vanaf.'
De heer Otten begon er zelf acht
Jaar geleden aan. 'Mijn vrouw en ik
hielden altijd al niet van een luie
vakantie', ergens op een strand lig
gen of zo. We wilden altijd wat dóen.
Toen kwam het idee om de bergen
eens in te gaan, in Oostenrijk. Na
die eerste tocht waren we gelijk verlo
ren en wHden we niets anders.'
Iemand, die een jaar lang op een
stoel zit, dan dat zitten een paar we
ken onderbreekt door in zijn auto te
stappen en een lang eind te rijden
om vervolgens op zijn rug in de zon
te gaan liggen, kan volgens de heer
Otten niet geestelijk doorgespoeld
naar die stoel terugkeren. Laat staan
lichamelijk.
Dat is anders, propageert hij en
thousiast, met de bergsport. 'In de
eerste plaats is er de noodzaak om
het hele Jaar door aan Je conditie te
werken. Ik zelf loop met mijn vrouw
ieder weekeinde een kilometer of
twintig. Trimmen is dat - sowieso een
eis van deze tijd. Dan in de vakantie
zelf doe je een stuk pittige sport,
Want met bergwandelen moet Je om-
hóóg. Bi] een stijging van 200 meter de leeftijd van 30, al hebben we ook
leg je per uur vier kilometer af, heel genoeg leden veel ouder zljn.
bedaard, stap voor stap. Iedere 100
meter stijging meer, kost Je nog eens
een uur. Je tochten, van berghut naar Het is geen sport van patsers, zoals
berghut, kunnen dus nooit lang zijn. m«h vaak aanneemt. Er is geen wed-
Maar juist op die korte afstanden en strijdelement. Het gaat er niet om wie
door dat langzame tempo, zie je zo- éérst boven is, het gaat om je per-
veel prachtigs, dat je aan het eind soonlijke prestatie om die top te be-
van de dag een gelukzalige vermoeid- reiken. De kletteraars zijn heel se-
heid hebt bereikt." rieuze mensen, aie zich alles moeten
ontzeggen om de conditie te berei-
Het bergwandelen ('iets anders dan ken, die voor hun sport nodig is. Je
wandelen in de bergen', zegt de heer kunt ze vergelijken met topsporters.
Otten) wint het de laatste decennia En het gevaar? Ach er Start ook wel
in populariteit van het 'kletteren'. De eens een vliegtuig neer door een ma-
Nederlandse Bergsportvereniging telt teriaaldefect of een kleine menselijke
ongeveer 3000 kletteraars onder zijn fout. Is daarom vliegen in een vlieg-
13000 leden. 'Dat naar boven klaute- tuig gevaarlijk? Als je de honderd-
ren is ook prachtige sport, maar Je duizenden toeristen ziet, die zonder
kunt er alleen op Je best in zijn rond schroom ieder Jaar weer instappen...
kletteraars) zijn gebeurd dan voor-i
heen. 'Het is ook in de bergen aan
houdend slecht weer geweest, net als
hier beneden,' zegt hij, 'en daar kwam
dan af en toe een föhn tussendoor
waaien, een warme wind, waardoor
sneeuw en ijs even smolten en direct
weer opvroren of lawines ontstonden!
Zo'n föhn heeft ook invloed op gestel
en geest van mensen in de bergen,
De bergbewoners zeggen dat Je er
onevenwichtig van wordt; er schij
nen ook zelfmoorden gepleegd tq
worden.'
Maar gevaarlijker dan slecht weeri
zegt de heer Otten nogmaals, is on
geoefendheid. 'Daarom: trek de ber
gen in, maar doe het verantwoord!'
Het weer
Terug naar het bergwandelen, Ot-
tens persoonlijke liefde. 'Je moet de
bergen eerst leren kennen,' zegt hi,J
'wij zijn vlakkelanders en weten
niets van de omstandigheden daar
boven. Je moet leren hoe het weer
zich gedraagt; het kan in de bergen
razend snel omslaan en dan opeens
is wat even tevoren nog een vriende
lijke pas was, 'ii gevaarlijke glijbaan
geworden.'
Die weersomstandigheden zijn, zo
vermoedt de heer Otten, ook de oor
zaak geweest, dat er dit jaar meer
ongelukken (ook en vooral bij de