Wtêè. Speelgoed mag blind kind niet isoleren shEwI -4H Hoger inkomen-vaker baden Speelotheek Leentje Beer open centrum PALET PALET PALET ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1974 „Het uitgangspunt bij al dit speelgoed moet zijn dat blinde kinderen en ziende mensen er samen mee moeten kunnen spe len, anders isoleer je het blinde kind weer van zijn ouders en speelgenootjes", zegt Willem Verschoor. Hij is als activiteiten leider verbonden aan het Koninklijk Instituut tot onderwijs van Blinden in Bussum en houdt zich in het bijzonder bezig met 't aanpassen van speelgoed en spelmateriaal voor blinden. k.Het overkoepelend orgaan Neder lands Blindenwezen heeft een bepaald pakket spelmateriaal voor blinde mensen. Ik vond dat ontoereikend en ben op zeker ogenblik eens gaan inventariseren: wat wordt er speciaal in Nederland en daarbuiten gemaakt, welk speelgoed kan zonder meer worden gebruikt en wat kan en moet er worden aangepast. Je merkt dan dat er een groot hiaat is in het aangaven van nieuwe ideeën. Maar als je intensief op zoek gaat, ontdek Je toch wel veel materiaal dat ook voor blinden geschikt is". Duur In zijn werkkamer in het instituut w aar Jongens en meisjes tussen 5 en 21 Jaar ir- en extern onderricht en vorming krijgen, laat hij een paar voorbeelden zien: een in relief uitgevoerd dambord, waarin de stenen Iets verzonken liggen zodat ze niet door een verkeerde beweging door elkaar kunnen schuiven, een voor blinden aangepast memorv- spel. „Vaak is aanpassen van het spel niet voldoende en moet Je een heel nieuwe interpretatie van een be staand spel maken", zegt hij. „Andere spelletjes, zoals het klassie ke hengelspel en het pim-pam-pet- alfabetspel kun Je via het braille wel weer heel gemakkelijk toeganke lijk maken. Lego is zonder jneer heel geschikt. Maar blokken bijvoor beeld moeten in elkaar haken, zodat door ongecontroleerde bewegingen de zaak niet siteeds omvalt. Zelfs een kleine trampoline is geschikt voor blinde kinderen, als er maar een rek aan zit, bij wijze van hand vat. Speciaal speelgoed en spelmateriaal voor blinden blijkt over het algemeen een dure aangelegenheid te zijn. Willem Verschoor noemt een paar prijzen: 40 gulden voor een speciaal scrabblebord, 25 gulden voor een aangepast dambord, enkele honderden guldens zelfs voor een plastic bingospel van Amerikaanse origine. Daarom is hj bijzonder blij nu hij een in Nederland gevestigde Engelse firma heeft gevonden die een open oog voor de problemen heeft en bereid is om kleine series tegen een acceptabele prijs te maken. Uitleensysteem „Want dat is altijd het grote probleem: wie moet het maken", zegt hij. „Het is arbeidsintensief werk en voor het maken van kleine series hebben de fabrikanten weinig of geen belangstelling". Er is tot nu toe weinig onderzoek verricht op het gebied van aangepast speelgoed. Willem Verschoor speurt veelvuldig in speelgoedzaken, bezoekt elk Jaar de Neurenbergse speelgoedbeurs en Is lid van de Engelse Toy-Libera- Training tion. Dat is een stichting met wetenschappelijke achtergrond, een soort speel-o-theek, met een uitleen systeem dus. In heel bescheiden opzet werken wij intern daar ook Telkens weer komt Willem Ver schoor tijdens een gesprek terug op de belangrijke rol die de ouders in de zelfstandigheidstraining van blin de kinderen kunnen hebben. Onder het motto „het initiatief ligt bij u, ouders" heeft hij een kleine handleiding samengesteld met sug gesties voor speelgoed en spelmate riaal voor het blinde kind. Ideeën voor spelstlmulansen, voor gehoor oefeningen en oriëntatieoefeningen binnens- en buitenshuis. voor speelse activiteiten die met de seizoenen verbonden zijn. Ook hier weer het belang van de sociale ontwikkeling: het scheppen van gelegenheid voor het blinde kind om met andere kinderen te spelen, het leggen van contacten met buurkin deren als er geen broertjes of zusjes zijn. «gSssSgT-fV .fjMHI r* xaji tt «Itlrr uM^KËËÈUÊmÉÊmitök t nma rSV $f -"'4' Thea Hoogenboom in de eerste Nederlandse speelotheekvoor geestelijk gehandicapte kinderen: ouders kunnen er tegen een kleine vergoeding goed en veilig speelgoed lenen. „Je moet de ouders voortdurend erbij betrekken, hen bijstaan in wat ze thuis met hun kinderen kunnen doen", aidus Willem Verschoor. „Dat de kinderen thuis het geleerde in de praktijk brengen, zoveel mogelijk dingen zelf doen, is even belangrijk als een goede schoolopleiding en beroepstraining.Vroeger was men er in het algemeen veel te laat bij met het gaan trainen van blinde kinderen. Je moet er in de wieg al mee beginnen, zodat het kind zo min mogelijk achter raakt. De begeleiding van de geboorte af wordt gelukkig steeds belangrijker en steeds beter". Een algemeen .speelgoedprobleem' speelt ook in het materiaal voor binde ónderen mee: het speelgoed wordt vaak verkeerd aangeboden, op de verkeerde leeftijd, de functie wordt niet uitgelegd. Over het materiaal zegt hij: „ik heb niets tegen plastic en Je ontkomt er ook niet aan in deze tijd, maar primair staat voor mij houten speelgoed voor blinde kinderen. Dat is fijn materiaal en het is goed afwasbaar". Willem Verschoor zet zich scherp af tegen de nog vaak gehanteerde benadering van de blinde als een arme zielige figuur. Hij zegt: „vroeger pompte men blinden vol met kennis, maar men leerde hen niet te leven. Tegenwoordig probe ren we er mensen van te maken, die in staat zijn zelfstandig te wonen en te leven, en niet hun hele leven afhankelijk moeten zijn van institu-' ten en hulp van anderen. Maar de problematiek onder de ouders is nog altijd veel groter dan Je denkt. Je merkt dat steeds weer als ons werk weer eens in de publiciteit is geweest, of als er bijvoorbeeld een •tentoonstelling van het speelgoed is geweest". „Zaterdagavond, zaterdagavond, sprak de bange bloed: zijn hele vel was kippevel omdat hij baden moet". Eline Canter Cremers-van der Does haalt dit rijmpje aan in haar beken de boekje „Het bad", dat ze zelf noemt „een beknopte historie van een merkwaardig aspect van het men selijk leven: de behoefte aan licha melijke zindelijkheid en de afkeer hiervan". Ze citeert het liedje van de bange bloed in een beschrijving van een Hollandse zaterdagavond aan het begin van de twintigste eeuw: de avond van de zaterdagse tobbe waar niemand aan ontsnapte. Ook 't hondje des huizes niet, dat tegen wil en dank in de laatste teil sop ging. Die zaterdagse tobbe, omgeven door een enorm ritueel van gesjouw met een grote teil, met emmers water en met ketels kokend water, is op de zolder der Jeugdherinneringen bijge zet. En toch is een van elke tien Nederlanders voor een algehele poe delbeurt nog aangewezen op „de teil". Want 10 procent van de Nederlandse gezinnen heeft nog steeds geen dou che of badkamer in de woning. Deze wetenschap hebben we te danken aan een onderzoek dat in op dracht van de Nederlandse waterlei dingbedrijven die in de VEWIN sa mengaan, verricht is door het NIPO, het Nederlands instituut voor de pu blieke opinie. Voor het overige zijn de badgeneugten als volgt over de natie verdeeld: bijna 80 procent van de Nederlandse gezinnen heeft een douche in huis en ongeveer 15 pro cent beschikt over een badkamer (met ligbad) in de woning. Met het vorderen van de woning bouw op dit terrein zijn er heel wat boze grapjes ontstaan over de door snee-Nederlander en zijn aversie te gen spontaan en regelmatig baden. Douchecellen waren bergplaats voor kolen en fietsen, zijn dat vaak nog voor wasapparatuur en droogrekken. Schoonmaakartikelen hebben lange tijd een aanmerkelijk grotere oplage gehad dan toiletzepen. Een Engels man heeft een (alweer: volgens het bad van Eline Canter Cremers) dit gezegde bedacht: „Het huis van een Hollander is schoner dan zijn li chaam, maar zijn lichaam is scho ner dan zijn ziel". De praktijk anno 1974 blijkt er als volgt uit te zien: in het Nederlandse gezin wordt het bad of de douche ge middeld vijfmaal per week gebruikt. Bij een doorsnee-gezinsgrootte van ruim drie personen (de cijfers van het onderzoek vermelden hier drieën eenhalve persoon) zou dit dan be tekenen, dat men gemiddeld ander half maal per week in bad of on der de douche gaat. Interessant trek je: meer verdienen betekent vaker baden. Gezinnen met een inkomen tot 12.000 gulden gebruiken gemid- HAARLEM Informatrice Thea Hoogenboom ligt geknield op de linoleum vloer van de speelotheek „Leentje Beer". Tegen over haar zit Sonja, tussen hen in ligt kleurig houten speel goed. Sonja is een geestelijk gehandicapt meisje van tien jaar dat met haar moeder nieuw speelgoed komt lenen in "Leentje Beer": de (in Haarlem gevestigde) eerste speelotheek van Ne derland waar speelgoed wordt uitgeleend aan geestelijk ge handicapte kinderen. Even later is het meisje geconcentreerd bezig met het passen van gekleurde ronde en rechthoekige schijfjes op de pennetjes van een houten bord. Thea Hoogenboom, die samen met collega-informatrice mevrouw J. van Dijk in wisseldiensten de enkele maanden geleden geopende speel otheek beheert, vertelt dat „Leentje Beer" een dubbele functie heeft. Er wordt speelgoed uitgeleend, daarnaast is de speelotheek ook informatiecen trum en klankbord voor de ouders die hier met him kinderen komen en eens even hun problemen van zich af willen praten. „Open" deld drie tot viermaal per week bad of douche, in gezinnen met een Jaar inkomen boven de 24.000 gulden duikt men zes tot zeven maal per week de badruimte in. Nu was het eigenlijk niet de be doeling van dit onderzoek om aan de weet te komen, met welke frequentie de Nederlander de kleren afgooit om onder de douche te gaan. Het gaat de waterleidingbedrijven in eerste instantie om een inzicht in het huis houdelijk verbruik van water en ook ie consumptie van drinkwater is daarbij aan de orde gekomen: ruim 70 procent van de volwassenen in dit land drinkt, ondanks de gewel dige opmars der frisdranken, nog al tijd „wel eens of regelmatig" water uit de kraan. Mannen zijn hier iets grotere gebruikers dan Daarbij blijken de drie grote ste den is West-Nederland een naar ver houding hoog percentage niet-wa terdrinkers" te hebben, want 35 pro cent van de ondervraagde gezinnen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zegt nooit water te drinken (tegen iets meer dan 20 procent in het oosten van het land). In Rotter dam, de stad die jarenlang berucht was vanwege haar drinkwater-met- een-bijsmaak, wijzen vier van de tien ondervraagde gezinnen het glaasje water uit de kraan nog altijd af. Van bulten ziet het uitleencen trum eruit als een gezellig speel goedwinkeltje blank betimmer de muren, een vrolijke oranje-getinte wand, hier en daar wat goedverzorgd plantengroen. In de etalage staan houten brandweerauto'6, een houten aankleedpop naast een rek met hes jes, allemaal voorzien van ver schillende sluitingen: een koord, een ritssluiting, strikjes, gespjes. Pas santen kijken af en toe door het raam en de glazen deur naar binnen: het uitleencentrum heeft een „open" ka rakter, overeenkomstig de ontwik keling in de maatschappij die de geestelijk gehandicapte niet langer in donkere hoekjes wegstopt. Initiatiefnemers tot de instelling van deze eerste speelotheek voor kinderen met een geestelijke handi cap rijn de landelijke katholieke ou dervereniging „Voor het Zorgenkind" en het Katholiek Instituut voor Maatschappelijke Dienstverlening aan Geestelijk Gehandicapten ln de regio Kennemeriand. Het is een sy steem dat in Engeland en Zweden al jaren bestaat (in Engeland al leen zijn zeker veertig speedothe- ken te vinden, waaronder in Londen een heel grote die tot een soort ont moetingscentrum is uitgegroeid). jn Nederland wordt momenteel in di verse plaatsen hard gewerkt aan soortgelijke projecten. Geldgebrek Geldgebrek is bij zulke plannen een groot struikelblok. De Haarlem se speelotheek moet het (nog) zonder subsidie doen en het eerste Jaar draaiend zien te blijven op giften uit diverse fondsen. Het speelgoed dat aan hoge eisen moet voldoen is duur. „Elke keer als Je nieuwe dingen moet bijbestellen schrik Je, als Je ziet hoeveel het gaat kosten", zegt Thea Hoogenboom. „Het materiaal moet sterk zijn, heel goed afge werkt, het moet mooi glad zijn en af wasbaar. Momenteel hebben we zo'n negentig verschillende artikelen, overwegend uit hout. We zijn nog aan het aftasten naar welke dingen de meeste vraag is. Maar het is al duidelijk dat vooral voor het zoge naamde speel-leermateriaal de meeste belangstelling is". In de speelotheek wordt niets ver kocht, men leent uitsluitend uit aan particulieren. Er is geen lidmaat schap: voor drie gulden per keer kunnen ouders drie dingen lenen die ze dan vier weken mogen hou den. De opzet is dot ze de kinderen meebrengen als ze speelgoed komen lenen. Anders moet Je afgaan op wat de ouders over hun kinderen ver tellen". zegt Thea Hoogenboom. „De behoeften op speelgoedgebied kunnen bij geestelijk gehandicapte kinderen in dezelfde leeftijdsgroepen enorm gespreid zijn. Je kunt gewoon niet zeggen: voor die-en-die leeftijd is dit materiaal geschikt". Informatie Naast speelgoed heeft de speel otheek een informatiehoek met lite ratuur en tijdschriften op het gebied van de zwakzinnigenzorg, waar ouders zich kunnen oriënteren. Via scholen en dagverblijven tracht men het uitleensysteem bekend te ma ken bij ouders van gehandicapte kin deren. Veel ouders die de speelotheek bezoeken blijken lid te zijn van een der ouderverenigingen waarin ouders van geestelijk of dubbel gehandi capte kinderen elkaar vinden. De in- formatrices van „Leentje Beer" heb ben in deze eerste maanden van hun werkzaamheden wel gemerkt dat er een zekere drempelvrees voor de speelotheek bestaat. „De ouders die hier wel komen zijn vaak zelf al vrij actief op dit gebied. Het zijn mensen die veel be zig zijn met hun gehandicapte kind, dae de grote waarde van goed spel materiaal beseffen", zegt Thea Hoo genboom. „Maar er zijn nog zoveel geestelijk gehandicapte kinderen die zoet worden gehouden, in plaats van dat ze de mogelijkheid tot echt spe len krijgen aangeboden. En Juist dat echte spelen, met speelgoed dat kan activeren, kan de leefwereld van deze kinderen aanzienlijk vergroten". Een Franse verzamelaar heeft de hand weten te leggen op een brief die geschreven is door de legenda rische spionne Mata Hari. Volgens Marie Claire vertelt Mata Hari (van oorsprong Nederlandse) in dit epis tel een en ander over een amoureus avontuur met een Hollandse officier, (niet met naam genoemde) verza melaar zou voor het pikante ge schrift 1000 Franse francs hebben neergeteld. Heit motel en het hotel krijgen ge zelschap van twee nieuwe variaties op het klassieke hotelwezen: het wotel en het matei. Een wotel is, aldus maandblad Hotel Revue, een woonhotel en het begrip is in Duits land gelanceerd. Dortmund bijvoor beeld heeft een wotel annex restau rant waar de wotelbewoners a la car te kunnen eten. Op verzoek krijgen ze de maaltijden op hun kamer ge reserveerd. Uit Frankrijk komt het idee voor een „matei". Daarmee wordt dan bedoeld een nieuw type hotel met minimale service. Het woord is een afleiding van motel automatique. Allerle onderdelen van de gebruikelijke hotelservice (met name de receptie) moeten in het matei zoveel mogelijk worden geauto matiseerd. Onder het motto „Frankrijk aan tafel" heeft weekblad Elle een en- quete gehouden naar de eet- en voe dingsgewoonten van de Fransen. Een greep uit de resultaten: bijna dertig procent van de Fransen vindt het prettig om tijdens de maaltijd naar de tv te kijken, maar vijfenzestig procent verafschuwt deze gewoon te. Ruim zeventig procent vindt het „verontrustend" dat er allerlei che mische produfcten worden verwerkt in de hedendaagse voedingsmidde len, iets meer dan twintig procent van de ondervraagden gelooft dat die toevoegingen niet „echt gevaarlijk" zijn. Over ingevroren voedsel, kant- en-klaar maaltijden, soepen uit pak jes en andere gemakkelijke produk- ten wil deze „convenience foods" niet in haar keuken zien, ze sen- veertig procent wil ze we! gebruiken „in geval van nood, maar bij hoge uitzondering", dertig procent vindt dat deze moderne produkten het niet halen bij zelfgekookte maaltijden, en slechts zeven procent beweert dat dit moderne voedsel de tradi tionele keuken heel goed kan vervan gen. En als men de keus krijgt tus sen een zeer gerieflijk hotel met mid delmatige keuken en een hotelletje met weinig comfort maar een uit stekende keuken, kiezen acht van de tien Fransen voor het laatste. Brigitte Bardot heeft een com merciële film gemaakt, een rol- prentje waarin het toerisme in Frankrijk wordt verheerlijkt. BB die, naar verluidt, voor het spelen van deze rol een honorarium van 250.000 francs zou hebben ontvan gen, zegt in weekblad Paris Match: „Het is mijn eerste commerciële film. Ik zou dit nooit voor iemand anders doen dan voor de president en voor Franrijk". In Engeland zijn 25.000 vrouwen en mannen die „specials" (afkorting van special constables) worden ge noemd. Van tijd t»t tijd schieten zij een politie-uniform aan en helpen de „echte" politiemacht wanneer die in een noodsituatie komt. Ze doen hun werk vrijwillig en onbetaald: onder het tijdelijke uniform gaan huisvrouwen, actrices, directeuren van grote bedrijven, employes van postkantoren en secretaressen schuil. Hun assistentie kan variëren van het bedienen van de telefooncen trale en het opvangen van vrouwen en kinderen in politiebureaus tot het helpen regelen van het verkeer bij grote sportevenementen of andere gebeurtenissen die veel mensen op de been brengen. In weekblad NOVA vertellen vrijwillige polltiehulpkrach- ten over hun motleven achter dit onbetaalde werk. Vrijwel allemaal hebben ze het gevoel op deze ma nier „iets" te kunnen doen aan de bestrijding van de steeds groeiende misdaad in hun Samensteflitig Henriëtte v. d. Hoeven DAMESMODE ineichniefjMge stijl... VOOR HET JUISTE LICHT.bij elke stemming zorgt deze nieuwe electronische lichtregelaar. Door een lichte druk-op-de-knop schakelt de Insta tafeldimmer schemerlampen of andere huis kamerverlichting aan en uit en met een simpele draaibeweging kan men een zee van licht geleidelijk terugbrengen tot een stemmingsvol schemerdonker. Maximale belasting: 400 Watt. Het fraai uitgevoerde apparaat is leverbaar in de kleuren oranje, zilver en bruin. Het is een produkt van: INSTA in Lüdenscheid Foto Kontar).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 21