Van het kamp Westerbork
is nog maar weinig over
De
horeca
is
het
zat
GEWELD IN
CAFE'S
EN BARS
NEEMT TOE
WESTERBORK Midden op de Drentse hei benoorden de gemeente Westerbork, dichtbij
Hooghalen, moet het gelegen hebben: het kamp Westerbork. Er is niets meer van over. En er is
ook bijna niets meer wat herinnert aan het feit, dat hier ruim 100.000 Joden hun laatste "woon-
of verblijfplaats" in ons land vonden. Van hieruit immers werden zij naar de vernietigings
kampen Bergen-Belsen of Auschwitz gestuurd. Slechts enkele duizenden van hen keerden terug.
Alleen een herinneringsteken getuigt nog van het feit, dat hier het kamp was. Een stootblok,
een stuk rails, een uit Drentse keien opgetrokken muurtje en op twee stenen in het Neder
lands en het Hebreeuws een tekst (uit vers vier van het vierde klaaglied): Zij belaagden ons bij
elke schrede, zodat wij over onze pleinen niet gaan konden; ons einde was nabij, onze dagen
waren Vervuld, ja, ons einde was gekomen.
Door
Flip Frenkel
dan die enkele tientallen me- Bellen naar Assen de weg inslaan
ters, waaruit het hertnneringsteken
Amen. Daar moet het zijn.
Het herinneringsteken staat vlak seres, de mensen. Niets is er n
is opgebouwd. De barakken zijn weg Aanvankelijk nog geen kamp, wel
het ziekenhuis, het prikkeldraad, de campings. En dan ineens mag Je
uitkijktorens, de Boulevard des Mi- niet verder. Een slagboom verspert
de autoweg. Borden ontsieren de
naast een'schi0uKlder,"die is dicht- Toch' iets: de appelplaats is nog een prachtige omgeving. Een groot bord
gemetseld. Op 5 mei van dit Jaar grote open ruimte. Door bomen om- wijst
seffen, waar zij zich bevinden. Want
de mens is vergeetachtig.
Westerbork is nu bekend
hypermoderne Radio Sterrenwacht, bewoond,
de Synthese Radiotelescoop Wester- In Drenthe hebben
bork. Twaalf
een middellijn
de Radio Sterrenwacht,
vitri- geven is de ruimte gemarkeerd. Hier begint ook de storingvrije zone.
.Verboden voor voertuigen met in
het kamp enigszins werking zijnde motoren". Daar staat
ook een bordje naar het herinne
ringsteken, met daarop de tekst 3
een fraaie villa, km.
n de kampcom- Drie kilometer. Drie heen en drie
hebben Joodse Jongeren -
ne bijgeplaatst, met daarin enkele Loofbomen in njen geplant moeten
foto's uit het kampleven gedurende de structuur van het kamp enigszins
de oorlogsjaren en een korte verkla- aangeven. Maar Je moet dan wel
rende tekst. Opdat bezoekers en toe- weten, dat dat de bedoeling is.
vallige voorbijgangers weten en be- Nog tets staat
de woning
mandant: Obersturmführer Gemme- terug moet de bezoeker te voet
rijn ker. De vüla is in tact gebleven en afleggen. Elders vernemen we, dat
- invaliden en bejaarden ontheffing
HH kennelijk wel kunnen krijgen, als ze de Sterren
schalen met veel moeite met het bewaren van de wacht opbellen (05939-421). Maar
25 meter staan herinnering aan het kamp. Daar is dat moet je dan wel weten. Bij het
BH' de hemel gericht op de plaats bijvoorbeeld al de bewegwijzering, bord, dat Je met de. auto niet verder
van het voormalige kamp, midden We zagen op verschillende plaatsen kan staat
in de Staatsbossen, de boswachterij in de buurt
Hooghalen.
verschillende borden: Herinnering-
Westerbork drie verwijzing naar de mogelijkheid
ontheffing.
Een toevalligheid? Waar eens met steken, Herdenkingsteken en Joods Zo goed gedocumenteerd als de rou-
door de monument. Alleen het eerste bord is te naar de Sterrenwacht staat aan-
wachtten in feite Juist. Het Joodse geloof im- gegeven men loopt op het Melk
wegpad, een educatieve wandelroute
- zo magertjes doet de bewegwijze-
Het doet wat onwerkelijk
het hele kamp weg? Heeft alles
plaats moeten maken voor dit
Is Vriendelijke mensen van het VW ring
het herinneringsteken
het gemeentehuis van Wester-
Ibork wijzen Je de weg naar het
getwijfeld boeiende sterrenobject? voormalige kamp. Zij weten het het teken zelf.
Van de spoorrails, dwars door het tenminste; anderen die we het vroe- De betekenis van deze plaats het
kamp naar Hooghalen, waarover de gen antwoordden met een onwetend Durchgangslager Westerbork lijkt
trein met zijn mensenprooi 93 keer schouderophalen. vergeten te zijn.
naar het oosten reed, is niets anders Bij Hooghalen langs de weg van Het voormalige lid van de Provin
ciale Staten van Drenthe
D. A. van Albada-Jensma heeft ge
tracht er iets aan te doen. Na vra
gen aan Gedeputeerde Staten zijn
er enkele toezeggingen gedaan, die
aan de situatie iets zal moeten ver
beteren.
Het provinciaal bestuur van Drenthe
„zal bevorderen", dat bij de voorma
lige ingang van het kamp, waar nu
een slagboom staat, een plattegrond
of een perspectieftekening van het
voormalige kamp komt. De slagboom
zal worden vervangen door een type,
die ook in de oorlogsjaren werd ge
bruikt.
Op de bewegwijzering zullen de
woorden „Kamp Westerbork" worden
toegevoegd. Ook in de gemeente
Westerbork zal op de plattegrond,
die op straat op een bord hangt
enige informatie over het kamp
worden gegeven. En dat is nodig.
Want de mens is vergeetachtig.
Maar degenen, die het herinnerings
teken van het kamp Westerbork
willen bezoeken zullen moeten lopen.
Drie kilometer heen, drie terug. De
Radiosterrenwacht met zijn fijnge
voelige apparatuur duldt geen auto-
motorengeronk. Zo nu en dan centje
kan geen kwaad, maar vele auto's
wel. Daar zal men overigens nooit
bang voor hoeven te zijn. Het Kamp
Westerbork is vergeten en het woord
roept geen nieuwsgierigheid meer
op. Bij weinigen nog wel.
Het herinneringsteken van het voor
malige kamp Westerbork, alleen
voor voetgangers te bereiken.
De horeca ie het zat. Gelijk met het snel groeiende aantal etablissementen in ons land
we kunnen al in zo'n 12.000 cafe's en 1200 bars terecht neemt de agressiviteit van
jongeren in de dranklokalen toe. Het geweld tussen bieipomp en jeneverfles neemt on
rustbarende vormen aan.
,,Knokpaxtijtjes zijn er altijd geweest", zegt mr. M. R. J. Stillebroer, juridisch medewer
ker van het bedrijfschap Horeca, „maar ging men vroeger op de vuist, nu wordt er op z'n
minst een mes getrokken. Zelfs voor het gebruik van vuurwapens schrikt men niet meer
terug".
„Gekheid maken mag, dat deed lk
vroeger ook", zegt de 52-jarige be
drijfsleider van een grote horeca-
onderneming, „maar nu zijn ze er
gewoon op uit om iemand in elkaar
te rammen. Ze willen bloed zien".
De horeca wil dat zeker niet. Daar
om stapten vertegenwoordigers van
de twee grote ondernemingsorgani
saties in deze sector, Horeca Neder
land en Horecaf, kort geleden naar
de secretaris-generaal van het mi
nisterie van justitie. Hij kon zich
hun verontrusting wel voorstellen,
maar vroeg toch om duidelijke cij
fers.
„En die hebben we niet", zegt mr.
Stillebroer, „ik zie ook niet hoe wij
de politiestatistieken kunnen ver
werken. Dat kan Justitie beter zelf
doen. De enige cijfers, waarover wij
■beschikken, zijn een respectabel
aantal kranteknipsels. Je kan toch
regelmatig lezen hoe het in de ho-
recawereld toe gaat".
Mr. Stillebroer wordt bovendien ge
plaagd door de gebrekkige mede
werking van de café-eigenaren. Uit
Door
Daan Overhoff
angst voor represailles wordt maar
al te vaak gezwegen. „Wie een aan-
klacht indient moet op een vergel
dingsactie rekenen", bevestigt de
bedrijfsleider, „ze komen terug. Dan
zijn opeens al Je ruiten ingegooid,
maar bewijs maar eens dat zij het
hebben gedaan".
„Ik ben die Jongens net een beetje
kwijt", zei een cafébaas. „Ze belden
de zaak op toen ik er niet was. Ik
moest 's avonds maar met 500 gul
den klftarzitten, anders zou de tent
in puin worden geslagen. Ze zaten
inderdaad op me te wachten, maar
ik heb ze eruit geramd. Laat me nu
maar met rust".
,Het zijn altijd knapen, die zich
vervelen", zegt de bedrijfsleider, „ze
werken niet en leven van de WW
of de sociale dienst. Ze maken snel
hun geld op door zich vol te gieten
met drank. Vaak kunnen ze daar
niet eens tegen en dan gaan ze
meisjes lastig vallen. De verloofde
van zo'n ding wil zijn ridderlijkheid
tonen en dan krijgt hij een vrese
lijk pak op zijn lazerij. Want ze
zijn altijd met een groep, alleen
durven ze niet".
De'groep kijkt wel uit zelf de eer
ste klap te geven. „Ze lokken het
altijd uit", zegt de bedrijfsleider,
„ze wachten tot er iemand een op
merking maakt over him meer dan
provocerende kleding. Ze drinken
het glas van een ander leeg, ze
gaan iemand op zijn tenen staan of
ze gooien de schunnigste taal over
de bar. De grofste intimidatie, waar
anderen niet van gediend zijn".
Zoals het krasse heertje, dat elke
morgen in de zaak zijn kopje koffie
komt drinken. „Die man heeft nog
nooit een vlieg kwaad gedaan", zegt
de bedrijfsleider, „maar ze kwamen
op hem af en zeiden: pas op, ouwe,
dat we je hier nooit meer zien. De
man diende een aanklacht in. Toen
ze daar achter kwamen heeft één
uur slaan ze die Jongens in de
boeien en om acht uur lopen ze
weer vrij over straat", zegt de be
drijfsleider, „geldboetes betalen ze
niet.
„Ik vind niet dat horeca-exploitan-
ten over de strafmaat mogen oorde
len", zegt mr. Stillebroer, „ik geloof
ook niet dat de oplossing in hogere
straffen ligt. Ik hoop, dat de politie
tot de grootst mogelijke „pakkans"
komt. Iemand, die kwaad doet, mag
niet langer de kans krijgen de dans
te ontspringen, moet onmiddellijk
gegrepen worden. Dat helpt.
Daarvoor moet een caféhouder de
politie durven waarschuwen. Daar
naast moet hij zijn publiek door
een portier of door bellen selecte
ren. De drankwet geeft hem dat
recht".
Zo liggen de verhoudingen. De vas
te kamercommissie voor Justitie kan
zich er vast aan warmen voor de
hoorzitting op 19 september, wan
neer de toenemende criminalitelten
in midden- en kleinbedrijf aan de
orde komt. Misschien dat het gemis
aan cijfers uit de horecawereld dan
wat minder zwaar weegt.
van hen het mannetje buiten pro
beren dood te rijden".
De zaak heeft nu minder last sinds
de bedrijfsleider de biljarts weg
heeft laten halen. „Meteen was ik
een hoop van dat geteisem kwijt",
zegt hij, „ze speelden uit verveling
de hele dag om honderd gulden.
Punten stelen bij het leven en dan
weer vechten.
Dat is gelukkig voorbij, maar af en
toe wilde ik er gewoon mee stoppen.
Bedreigingen als: ik snij je aah re
pen, dan hoef je niet meer. Ik kan
me goed voorstellen, dat menige
barkeeper een revolver gaat kopen.
De meest geraffineerden van dat
zootje hebben er ook een op zak. Je
bent Je leven af en toe niet zeker
meer".
Ondanks de hulp van de politie.
„Kamer en regeringen zijn zich be
wust van de toenemende criminali
teit", zegt mr. Stillebroer, „politie
korpsen worden uitgebreid en wij
hebben natuurlijk baat bij een ver
scherpte surveillance.
Maar aan de andere kant zijn de
normen verschoven wat strafbaar is
of niet. Vroeger was alleen dreigen
al strafbaar, maar de politie gaat
nu alleen nog af op het feitelijk
gebeuren. Het moet eerst uit de
hand lopen en dan wordt er pas
ingegrepen".
Toch doet de veelal overwerkte po
litieman zijn uiterste best. „Hij kan
natuurlijk niet overal tegelijk zijn"
,zegt de bedrijfsleider, „maar ze
staan machteloos. Ze slaan die jon
gens het bureau binnen, maar na
een proces-verbaal moeten ze die
knapen weer laten gaan. En de vol
gende dag rollen ze weer met dat
tuig over straat. Dat is toch om
moedeloos van te worden.
Er zijn agenten, die tegen mij heb
ben gezegd: „Sla ze maar dood,
maar zorg wel voor een getuige die
verklaart, dat jij de eerste klap
hebt gekregen. Ik kan me zo'n op
merking voorstellen".
Barkeepers en caféhouders zijn dan
ook stuk voor stuk gebrand op een
veel strengere berechting van de
gewetenloze oproerkraaiers. „Om zes