"Wij merken op dat de Schepper over 't hoofd is gezien" Personeelsgebrek bij brandweer in Leiden rt Gewest- raad van Leiden vergadert CONTROLES KOMEN IN GEDRANG Drempelvrees kleiner dan gezagsdragers in Leiden zelf denken DE WEG NAAR DE BRUG J LEIDEN De gewestraad van het Gewest Leiden houdt zijn eerst volgende openbare vergadering op donderdag 15 augustus as. De verga dering, die 's avonds om acht uur be gint, zal worden gehouden in het ge meentehuis van Rijnsburg. LEIDEN —Aan de Rijksuniversi- I telt van Utrecht zijn geslaagd voor het doctoraal examen diergenees kunde C. Bakker (Zoeterwoude). en W. Sobels (Oegstgeest).. MAANDAG 29 JULI 1974 Een middagje Jehovah's Getuigen LEIDEN Het "Goddelijke voornemen" prijkt hoog aan de t gevel van de Groenoordhal als wij op zondagmiddag aanstalten r maken de afsluiting van het vier daags congres der Jehova's Ge- J tuigen mee te beleven. De tekst aan de gevel zou eigenlijk door 9 een aureool van zonlicht moeten Ij worden omlijst, bedenken wij. j Maar als getuige van Jehova kun je natuurlijk niet alles hebben op I deze verderfelijke aardkloot. I Bij de ingang van het terrein aan de Willem de Zwijgerlaan wordt ons - bescheiden voertuig deskundig afge- 51 6topt door een in burgerkleding ge- p drapeerde suppoost. Een vriendelijke rman, deze suppoost. Vol begrip ver- J wijst hij ons naar één van de ingan- - gen aan de zijkant waar wij door B druk gebarende vrijwilligers enthou- I siast worden binnengehaald. Een aardige geste. 'Vanneer wij ons voertuig op aan- wijzigingen van een man met een t kaartje op de borst hebben neerge- 3 j zet en zijn uitgestapt, merken we eigenlijk pas goed hoeveel automo- i, bielen het terrein van de Groenoord- hal vullen. Waarachtig geen kleinig heid. Ve lopen in de richting van de hal I, eri ontwaren links van ons een aan tal caravans en tenten, waarin Je hovah's Getuigen zonder twijfel de nacht hebben doorgebracht. Voor- waar een sportief volkje. Maar hóór. Blijde klanken vfcn j stichtelijke kopermuziek schallen ons I reeds van verre tegemoet. We zet- ten stevig de pas erin en opgewekt j komen we aan bij de ingang van het gébouw. Nieuwsgierig begeven we ons in de gezellige drukte en zien i norr juist hoe een aantal getuigen in j Aan de achterzijde en aan de zijkanten van de massa stoelen: tl van verschillende typen kinder- vjagens waar somtijds een ontr.oe- rend gekrijs uit stijgt. LEIDEN Voor het eerst in de ge schiedenis rukte de Leidse brandweer in 1973 meer dan duizend maal uit, ter bestrijding van brand of voor het verlenen van hulp in de meest uitge breide zin. Ter vergelijking: in 1963 was het voor het eerst, dat de brandweer meer dan vijfhonderd maal uitrukte. Sindsdien, zo consta teert commandant ing. A. C. Broes- hart, in het jaarverslag, is het aan tal personeelsleden vrijwel hetzelfde gebleven. De personeelsbezetting van de pre ventie-afdeling is beneden de ge wenste sterkte. Alleen het hoofd van de afdeling en een burger-ambtenaar zijn de heel dag voor de preventie werkzaamheden beschikbaar. Door het toenemend aantal bouwaanvra gen, hinderwetaanvragen, adviezen, klachten, enz. komen controles in de gemeentegebouwen, studentenhui zen. tehuizen voor werkende Jongeren en pensions "ernstig in het gedrang" aldus het Jaarverslag. De werkgroep Brandweer, die bestond uit twee raadslelon, drie ambtenaren, de dis- trictsinsoecteur voor het Brandweer weten in Zuid-Holland en de com mandant van de brandweer, kwam vorig jaar overigens al tot de vol gende conclusie: „Als gevolg van ar beidstijdverkorting en de krappe per soneelsbezetting moet te veel 'n aan- bezetting moet te veel een aanslag het personeel, hetgeen op den duur ten koste gaat van het betrokken per soneel, hun gezinnen en de korps geest. Een personeelsuitbreiding met ten minste vijf man is nodig. Indien wordt gegaan naar een 68-urige werkweeK zal negen man meer perso neel moeten worden aangetrokken". Het newakingsgebied van de Leidse brandweer (Leiden en Zoeterwoude) beslaat 4563 hectare. In 1973 be streed de brandweer twee grote, één middelbrand en elf uitslaande bran den. Meer dan in 1972, maar de brandschade nam niet toe. Eén of meerdere malen werd aan de navol gende gemeenten assistentie verleend Sassenheim, Warmond, Oegstgeest, Leiderdorp, Alkemade. Hazers- woude, Woubrugge en Voorschoten. Het aantal alarmeringen in 1973 be droeg 2857, waaronder 1824 maal voor ambulancehulp. Voor niets ruk te de brandweer 140 maal uit (brand- gerucht of vals alarm). De totale directe brandschade in 1973 bedroeg in Leiden f 3.312.390. Er deden zich geen ongevallen van betekenis voor. "Historische" data van het af gelopen Jaar: 2 en 3 april, toen de brandweer 326 maal uitrukte om hulp te verlenen wegens stormscha de, 5 april, toen er brand uitbrak in de veilinghallen aan de Zoeter- woudseweg 5 juli, toen een houten opslagloods met ingeblikte conser ven van de firma Nieuwenhuysen aan de Morsweg vlam vatte (schade één miljoen) en 20 oktober toen er brand uitbrak in een laboratorium van de universiteit aan de Wasse- weg. ADVERTENTIE Voor je liefste Annie, omdat je dit niet Niemand .woont te ver om 'n bloemetje te sturen. Uw Fleur op- bloemist zorgt ervoor! Fleur op Interflora Nederland. Gegarandeerd goed. LEIDEN De Leidse Postduiven Club (LPC) hield een wedvlucht voor oude duiven uit Compiegne. In totaal werden 74 duiven gelost met noord-westen wind. De utslag was: 2. W. v. d. Hoogt; 3. W. van As; Hoogt; 4, 7. W. Teske; 8. 10. J. van Alphen; 9. Fr. Gijsman. De LPC hield eveneens een wed vlucht voor Jonge duiven uit Strom- beek. In totaal werden 268 duiven gelost met noord-westen wind. De uit slag was daar 1, 5. J. van Alphen; 2. W. Hoogt; 3. W. van As) 4, 8. P. Groenendijk; 6. N. de Groott Door Wim Wirtz Foto's Jan Holvast de e tens tent de laatste hap van de maaltijd naar binnen tilt. De sfeer op het terrein doet ons denken aan de markt op zaterdag. Hetzelfde geroezemoes stijgt boven ons uit en wordt door de straffe wind rap weggevoerd. Enkele ne ringdoenden brengen wat fruit en saté aan de man of trekken met grote vaardigheid een flesje frisdrank open. Helaas zoeken wij tevergeefs naar een handelaar in bieren. Maar misschien ligt dat wel buiten het kader waarbinnen Jehovah's Getui gen zich aan stoffelijke geneugten mogen overgeven. Perskaart In de hal blijken inmiddels enkele duizenden mensen reeds een houten klapstoel van de firma Suetens uit Eindhoven te hebben bemachtigd. Ze zijn keurig gegroepeerd. Achterin de hal, tussen een oplopende tribune en de rest van het publiek, is een fijne wandelgang opengehouden en aan de zijkanten is er alle ruimte om zich de benen te strekken. Voor uit, de trap op, denken wij slim, dan kunnen we het goed overzien. Aan de voet van de trap dreigt ons blijde voornemen echter tot misluk ken gedoemd. Een man met hetzelf de kaartje als dat van de man op het parkeerterrein houdt ons staan de. „Van de pers", delen wij hem trots mede. De man is niet over tuigd. „Kunt u dat aantonen?", vraagt hij. Zuchtend en met enige rfioeite diepen wij de perskaart op uit de binnenzak. We mogen door. Boven, op de balustrade, ontmoe ten wij een andere, man. die ons dezelfde handeling kat verrichten. Een tweede zucht ontsnapt ons. „Lastig?" vraagt de man glim lachend. We murmelen wat. Als we de kaart weer in de binnenzak hebben laten glijden zegt hij: „U kunt hier wel even blijven staan, maar dan moet u een plaatsje zoeken. Deze ruimte moet vrijblijven". Achter ons bemerken we een aantal getuigen die achter een tafel de hal inkij ken. De schrift voor zich. Na een kwartier duwt de man met de kaart ons zachtjes tegen de elle boog. „Ik heb het u net al gevraagd. Kunt u zo weggaan? Deze ruimte moet vrijblijven". We begeven ons naar de hoek, alwaar wij een prach tig uitzicht hebben op het grote ge beuren. Edoch, ten tweeden male worden wij op de elleboog getikt. Een vriendelijk ogende man knikt ons be moedigend toe. HU wUst op *n stoel naast ons. „Gaat u toch zitten", zegt hij. Ten langen leste geven wij gehoor aan zijn suggestie. In de verte, tegen de achterzijde van de hal, aanschouwen wij een uitzonderlijk groot podium waar achter zich prachtige blanke pilaren bevinden. Een drietal heren schrUdt plechtig de houten vlonder op. Twee van hen zetten zich neer op een stoel, de derde stelt zich op achter een microfoon. Boven hem is in zeer mooie grote letters wederom het motto van het congres aangegeven: „Goddelijk voornemen". We werpen een blik in het oranje programma boekje en zien dat de man achter de microfoon de heer R. J. Engel kamp is. Hij gaat een openbare toe spraak houden over het onderwerp „Menselijke plannen falen terwijl Gods voornemen succes heeft". We zUn benieuwd. Eerst wordt er gezongen en gebe den. Maar helaas kunnen wij het ach ter in de hal niet zo goed verstaan, de reikwijdte van de vele luidspre kers is beperkt. We berusten er maar in en kijken intussen de hal eens rond. Een kleurrijk gezicht. De massa stoelen in de hal is aan de zijkanten en aan de achterzijde keu rig afgekleed met tal van verschillen de typen kinderwagens, waar som tijds een ontroerend gekrijs uit stijgt. Tot onze grote schrik zien we één van de wagens door nogal wild ge drag van de inzittende plotseling kan telen. Het kind staat nu ongeveer op het hoofdje. Maar gelukkig schie ten enkele mensen te hulp en voor dat de moeder ter plekke is. staat het voertuig alweer op de wielen. Op één van de rijen houdt een ongeveer twaalfjarig jongetje met een vastberaden trek op het sproe tige gezicht een microfoon omhoog. Vermoedelijk wenst hij het gezon gene en gesprokene voor later te bewaren. Naast hem verdiepen en kele getuigen zich in de Schrift. Recht onder ons bevindt zich de EHBO-post. Een Jongen, wiens rech tervoet met gips is omkleed, ligt op een stretcher te lezen. We buigen ons iets dieper voorover om te con troleren of het gelezene niet in te genspraak is met wat de Schrift ver kondigt. Gelukkig blijkt de jongen zich slechts te verdiepen in de naar onze smaak dolkomische en onschul dige avonturen van Asterix. Intussen wordt er van de fijne wandelgang druk gebruik gemaakt. Tussen de luisterende, lezende of heerlijke draakjes drinkende men sen door lopen moeders met kinde ren op de arm af en aan. Veelvuldig bestUgen ze de trap vlak naast ons, en dan zien we hen veelal een melk- warmmaker dragen met daarin een flesje dat van een speen is voorzien. Een warm menselijk aspect op dit congres. De heer R. J. Engelkamp, die naar wij ons hebban laten vertellen reeds lange tijd geheel overeenkomstig de Schrift leeft,is met zijn openbare toespraak begonnen. Allereerst geeft hij een zeer duidelijke uiteenzetting van het falen der menselijke plan nen. HU noemt de Volkenbond, de Verenigde Naties en geeft ook een zeer illustratieve opsomming van al wat deez wereld zo verderfelUk maakt. „In al de tevoren genoemde gevallen van nationale en internationale plan ning", vertrouwt hij vervolgens de broeders en zusters in de hal teoe, „merken wij op dat de Schepper van de hemel en aarde en de zee over het hoofd is gezien en dat Zijn raad is genegeerd". De broeders en zusters mompelen instemmend. De heer Engelkamp wijdt vervol gens een hoofdstuk aan de wat hij noemt „diverse religieuze sekten van de christenheid" en andere stro mingen. Naar onze indruk komen ze er niet best af. Het voornaamste knelpunt schijnt te zijn dat ze zich niet houden aan hetgeen ,4e Maker van de mens" de Schepper der halve heeft laten neerschrijven in „zijn geïnspireerde Boek". De heer Engelkamp zegt er het zijne van: „De allereerste zin van het Boek luidt: In het begin schiep God de hemel en de aarde. In het eerste hoofdstuk van de -bijbel wordt ook de schepping van de mens van zowel de man als de vrouw, beschreven. Het staat in Genesis 1: 26 tot 31. Dit is het Boek dat door de wereldlingen die plannen voor de menselijke maatschappij ontwerpen, niet ge raadpleegd of gevolgd wordt". De heer Engelkamp, die ons, voor zover wij hem kunnen onderscheiden, een keurig heer lijkt, haalt nogal drif tig uit als hij de christenheid ter sprake brengt. Eerst zegt hij: „Ze is niet één religieus lichaam, niet één kerk. Haar afzonderlijke reli gieuze sekten zijn niet de afzonder lijke ranken in de wijnstok Chris tus". en even later verheft hij toch heus zijn stem en roep hij: „De re ligie van de christenheid is één van de meest verdeeldheid brengende krachten in de menselijke ervaring gebleken. Ze heeft daarom een be smeurd bericht, dat stinkt van men senbloed". Nou nou, denken wij bij onszelf, had dat nu niet wat minder gekund? Waarom nu toch schelden? Jammer hoor. Voetbal We luisteren noz even verder, maar onze opgewekte stemming is wel een beetje gezakt. Aan het slot van zUn openbare toespraak haakt de heer Engelkamp nog even in op de actualiteit: het voetbal. Ha den ken wij, dat kan leuk worden. Maar niks hoor, helemaal niets over het succes van onze oranje-jongens. De heer Engelkamp gebruikt deze oer- vaderlandse spoilt om wederom de wereldlingen een hak te zetten. „Voetbal is daar God", zegt hij. „Willen jullie bewijzen? In de Ne derlandse encyclopedie staat: voet bal is de nieuwe Nederlandse religie. Nou denken Jullie misschien wel: is Een massa Jehova's Getui gen. 13.697 in getal: stoelen van de firma Suetens uit Eindhoven. die 'man tegen voetbal? Maar ik kan jullie zeggen, broeders en zusters: ik ben voor voetbal. Ik wil straks best even een partijtje met jullie voetballen". De broeders en zusters in de hal gniffelen instemmend om deze, natuurlijk niet serieus bedoel de opmerking. En de heer Engelkamp vervolgt: „Broeders, let op: weest geen aanhanger van de nieuwe re ligie. Het demonisme is daar wer kelijk. Het wordt door demonen be heerd. Weest niet nieuwsgierig. Laat u behoeden". We kijken nog even naar beneden in de hoek van de EHBO. De jon gen op de stretcher ligt nog steeds te lezen. Sjonge, denken wij, wat heeft die een stapel Asterix-en. Naast ons lopen moeders met kin deren op. de arm of aan de hand nog steeds de trap op en af. Toch een leuk gezicht. Een man geeft ons een folder. Hij vertelt dat ook hij in een krantenbedrijf werkzaam is. „Er zijn hier nog meer broeders die daar werken", zegt hij. Zijn ogen stralen. „Ik kom straks wel even verder praten", belooft hij en hij verwijdert zich. We besluiten er maar niet op te wachten. We banen pms een weg langs de moedertjes. Buiten, op de plaats waar de autobussen gereed staan, ontwaren we een chauffeur achter het stuur van zijn bus. Hij slaapt. Met zijn benen op het dash- bord. Achtste van twaalf artikelen van LEIDEN Hoe zit het met de drempelvrees van de Leidenaar? Het onderzoek onder 600 burgers leer de, dat er weinig mensen zijn, die een schroom zullen moeten overwin nen om naar een loketambtenaar te stappen, een voorlichtingsambtenaar iemand van een wijkoentrum, buurt- of clubhuis of iemand van een wets- winkel. Ook andere zg. intermediaire kaders zal men vrij gemakkelijk dur ven benaderen. Het zal nog het minst gemakkelijk vallen om een woord voerder van een politieke partij te benaderen. Ongeveer een kwart moet daarvoor een aarzeling over winnen. Wat de gezagsdragers betreft heeft men relatief veel drempelvrees bij de benadering van hogere ambtena ren en wethouders éénderde geeft op daarmee enige moeite te hebben en met name van de burgemeester zich sociaal geïsoleerd voelt. Bij hoge ambtenaren en raadsleden iu gemeentelijke politieke zaken; spelen tevens een rol: het vrouw zijn. lager welstandsniveau; ve^ee^f: anlWenareI1 SpeIen minder kennis van en interesse minder prettig contact met een gemeentelijke instantie: en de sociaal raadsman komen het stemmen op een linkse party; gunstigst naar voren. Voor hen be- langer inwoner van Leiden zyn. staat een geringe drempelvrees. De leden van de raad, de voor- Volgende keor (vrijdag) iets over lichtingsambtenaar, de wetswinkel machteloosheid en vertrouwen ten aanzien van wie 40 pet. enige schroom moet overwinnen om naar toe te gaan. Die schroom is toch minder groot dan mocht worden verwacht en dan de gezagsdragers zelf verwachtten. Zij geven een te pessimistische prog nose, vooral ten aanzien van burge meester, wethouders en hoge amb tenaren. Men heeft meer drempelvrees ten aanzien van raadsleden, hoge en la ge ambtenaren naarmate men meer .autoriteitenvrees heeft: een negatievere houding ten aan zien van ambtenaren heeft; een lagere opleiding heeft: Hans Melkert, gebaseerd op het onderzoek naar de relatie tussen Leidse burger en gemeentelijke overheid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 3