Sociëteit
GRIJZE GEESTELIJKE SAUNA
m
Prins kwam in coltrui
Den 2?, M ay ïaoV
ts eb ÉfUb S teen va u liet Voorhuis dcsGenootsch
DOCTRINA d AMICITIA
O elëod doo r Sein J&ndrik <ïAa uvwi
ltd steil zoon van ^/rodiaj 1 f
I***Bcltuurder
fMTERDAG 20 JULI 1974
Mr. R. N. Crommelin van de Nieuwe of Litteraire Sociëteit De Witte (foto
links) geen statussymbool.
Foto rechts: De sociëteit van De Maas in Rotterdam. Rustpunt in een wat
woelige stad.
Foto bovenGedenksteen in de Groote Club in Amsterdam-
„Er wordt hier een zeker decorum
verondersteld en gehandhaafd. Niet
iedereen wordt geacht een streepjes
pak, met een dasspeld te dragen.
Men mag gerust ook een sport lasje
aanhebben. Maar om nu In een *rui
te komen, of zonder das, dat zou
niet worden gewaardeerd. Het zijn
eigenlijk ongeschreven wetten. Er
komt hier ook wel eens iemand in
een coltrui. Een enkeling. Maar
sinds Prins Bernhard een coltrui in
een smoking heeft gedragen, kunnen
we niet meer zeggen, dat mag niet.
Want daar kan zo iemand zich aan
optrekken".
Door
Jan Kees Kokke
We praten met mr. R. N.
Crommelin (66), de voorzitter van
het college van commissarissen van
de Nieuwe of Litteraire Sociëteit
De Witte in Den Haag.
De Witte is één van de oudste
sociëteiten in ons land. Eén van de
meest bekende ook. Het lidmaat
schap van De Witte gaf een bepaaid
maatschappelijk aanzien. Is dat nu
nog zo?
Mr. Crommelin: „Ja en nee. Vroeger
wa. het zeker zo. Tegenwoordig ?i]n
de normen veel democratischer. En
men moet zich echt niet op de borst
slaan, als men lid van De Witte is.
Dai geloof Ik niet. Het s wel
plezierig, als men lid is. Maar als
statussymbool, nee. dat zou ik met
wtllep zeggen"
In principe zou iedereen lid kunnen
worden van De Witte, maar in de
praktijk ligt dat iets anders
Mr Crommelin: ttDe mensen moeten
eei. zekere posjtie in het naatschap-
pelijk leven hebben. Het ls
natuurlijk zo. dat men soekt op een
intellectueel niveau. Dat is met iets
snobistisch. De Witte heeft wei eens
de naam gehad van een verschrik
kelijk deftige sociëteit van oude
heren. Maar dat is allang met meer
»o".
„Kijk dat men per sé een
universitaire of adellijke titel moet
hebben, is niet waar. Slaat u maar
een willekeurige bladzij op van de
ledenlijst. De normen veranderen
steeds. De ballotage-commissie gaat
om zo te zeggen met zijn tijd mee".
Is De Witte een conservatief
bolwerk?
Bolwerk
Mr. Crommelin: „Nee, bepaald niet.
Dat was het vorige eeuw misschien.
Nee. Een bezoeker van een Londense
club sloeg bijvoorbeeld stijl achter
over, toen hij In onze sociëteit
kwam. En onze voorouders zouden
zich in hun graf omdraaien als ze
wisten, wat wij nu doen".
Maar toch. Wie nu als argeloze
bezoeker een van de betere
sociëteiten binnenstapt, waant zich
in een andere wereld. Een wereld
van totale rust. Een geestelijke
sauna. Hier heeft de plastic-genera
tie geen toegang. En krilgt de
televisie-verslaving geen kans.
Mr Crommelin, oud-marine-officier,
leidt ons vriendelijk en uiterst
voorkomend rond in het maentige
sociëteitsgebouw van De Witte aan
het Plein in Den Haag.
Vanuit de monumentale trappenhal,
betreden we de enorme conversatie
zalen. Met meters boven ons hoold
de schitterend beschilderde Diafonds.
Lederen clubfauteuils, die op het
vroege middaguur nog spaarzaam
zijx. bezet. Later op ie middag zal
het ongetwijfeld voller worden.
Want hier wordt het bitter-uur nog
in ere gehouden.
Borreluur
In de loop der Jaren ls het de
gewoonte geworden, dat 'eden zich
rond het borreluur verzamelen rord
een bepaalde tafel „Ik neb zo vjer,
van die vaste borrelclubjes". vertelt
de heer Crommelin. 1ie zelf al
dertig Jaar lid ls van De Witte.
„Oudere heren, die geen genever
meer mogen gebruiken, hebben hier
hun koffie-clubje".
tets verderop betreden we de
zogenaamde „minister-kamer". Die
benaming dateert uit de tijd van
ver voor de oorlog. Toen was
iedereen, die In aanmerking kwam
voor een ministerpost nog lid van
De Witte. Colijn bijvoorbeeld wist
dan dat hij op De Witte mogelijke
minister-kandidaten in ieder geval
kon aantreffen. In het minister-ka
mertje zou dan ook volgens de
verhalen menig kabinet in elkaar
zijn gespijkerd.
De bridge- en ook de biljartzaal zijn
op dit moment van de dag betpr
bezet. Veelal broze, wat oudere
mannen. f.Het heeft toch tets van
een bejaarden-sociëteit", fluistert
fotograaf Kurt Bökenkamp.
Dames worden in het oude gedeelte
yan De Witte hiet toegelaten. .Wel
in de nieuw ingerichte barzaal en
het restaurant van de sociëteit,
vanaf vijf uur", vertelt mr.
Crommelin. „Ook in het Paviljoen
van de Witte in Scheveningen zijn
dames welkom". „Daar zit Je heer.ijk
bovenop het duin, los van net
gewoel van auto's en dagjesmensen"
Activiteiten
„We organiseren voor onze bijna
3.000 leden een groot aantal
activiteiten". Dansavonden, filmavon
den-lezingen, bingo-avonden, bridge-
biljart- en kegelwedstrijden", telt oir.
Crommelin op zijn vingers af.
Toch is het bestuur van de «n JP02
opgerichte Sociëteit De Witte niet
vrij van zorgen. Mr. Crommelin:
„Wij moeten wel oppassen dat we
niet in de rode cijfers komen. Er
wordt duidelijk minder verteerd,
minder dure wijn gedronken aan
vroeger, minder gedineerd. Een
sociëteit als deze is een buitenge
woon arbeidsintensief bedrijf. Er
loopt zo*n 75 man personeel rond".
Is er geen sprake van een sterke
veroudering van het ledenbestand?
Mr. Crommelin: „Nee, de gemiddel
de leeftijd blijft constant. Die ligt
iets boven de zestig. Gezien het
grote aantal gepensioneerden, is dat
niet eens zo gek. Juist de laatste
tijd krijgen we er ook veel Jongeren
bij, ambtenaren, advocaten, notaris-
De Witte floreert dus wel? „Ja",
geeft mr. Crommelin toe, „maar ach
floreren is zo'n groot woord. Het
sociale leven speelt nu eenmaal niet
meer dezelfde rol als vroeger. In de
oude tijd was de sociëteit een vsst
ontmoetingspunt, waar men elkaar
trof. We zouden nog best een paar
honderd leden kunnen gebruiken.
Maar de actieve werving moet van
de leden zelf uitgaan".
Zorgen
Het bestaan van de Nieuwe of
Litteraire Sociëteit De Witte aan
het Haagse Plein wankelt in elk
geval nog niet. Totaal anders is de
situatie bij een vergelijkbare socië
teit in Amsterdam, De Groote Club
„Doctrina et Amicitia". Daar zit men
diep in de zorgen.
Problemen als vergrijzing, geringe
opkomst van de leden en de boven
het hoofd gegroeide exploitatiekos
ten. hebben een ingreep noodzake
lijk gemaakt. De helft van het
personeel (totaal 30 man) zal
worden ontslagen. Het hotelgedeelte
(„de logeerafdeling") gaat dicht en
benedenzalen van de sociëteit aan
de Paleisstraat op de hoek van de
Dam en de Kalverstraat worden
gesloten.
De conversatiezaal, het restaurant
en de biljartzaal worden geconcen
treerd op de eerste etage.
De heer H. M. Hansen
vice-voorzitter van het bestuur van
De Groote Club arriveert bijna
een uur na het tijdstip van onze
afspra Het wachten bezorgt ons
echter allerminst enige ergernis.
Want de tijd kent geen grenzen
meer, als we ons in de
hebben geïnstalleerd. Het
van de Dam dringt nauwelijks door.
Er gaat een intense rust uit ven
deze omgeving. Er zijn op de vroege
maandagmorgen nog nauwelijks
leden aanwezig. Bedienden in roze
gestreepte Jasjes lopen rond. In de
prachtige biljartzaal, met verhoogd
leren toeschouwersbanken, vermeldt
een bordje: „Biljartgelden, 60
minuten twee gulden. Alleen of met
de „prof" spelend half geld".
Ook hier is de ontvangst vriendelijk.
De heer Hansen van beroep
expediteur bestelt koffie, die
geluidloos binnengebracht wordt
door een bediende, die ondanks de
grootte van het pand wondersnel
arriveert.
Jaar. Nee, het is geen club
Jongeren. Voor Jongeren zijn er
ongetwijfeld niet voldoende motie
ven om lid te worden. Daarom
hebben we enige tijd geleden een
squash-baan aangelegd, om wat te
doen tegen de veroudering. En dat
is wel een succes".
„Nee, normaal mogen de dames niet
meekomen. Dat is het idee van een
typische Engelse club. Er is hier wel
een dameszaaltje. Maar hier, in de
conversatiezaal dus, worden dames
niet toegelaten".
De Groote Club is in 1020 ontstaan
door het samengaan van de in 1733
opgerichte vereniging De Groote
Club en het genootschap Doctrina
et Amicitia.
Opheffing?
Vergrijzing
„Nee, De Groote Club, floreert zeker
niet", geeft de heer Hansen (60)
ronduit toe. „Vroeger kwam iedereen
hier na kantoortijd wel een borrel
drinken. Maar veel van onze .eden
wonen niet meer in de stad. En men
gaat niet meer met een borrel
achter het stuur zitten om naar zijn
huis ver buiten Amsterdam te
rijden. Er is zoveel veranderd".
Zal de Groote Club in de toekomst
tot opheffing moeten overgaan?
Hansen: „Ik zou het niet kunnen
zeggen. De situatie is over het
algemeen zorgelijk. Om allerlei
redenen. Van de 1100 leden komen
er 200 geregeld. De rest kan Je
vergeten. Dat is weer een motief om
in te krimpen. Mensen, die aan de
omzet bijdragen zijn er beperkt. En
je zit met hoge personeelskosten
Dat moet er allemaal uitkomen".
„Het moet iets voor Je betekenen om
hier lid te zijn. Persoonlijk vind ik
het vooral gezellig. Je ontmoet
vrienden. Het is een soort trefpunt.
Je zit hier, Ja, hoe moet ik het
zeggen, Je zit hier toch min of meer
met gelijk gestemde zielen. Je hebt
Je contacten. Het is een pied a
terre".
„De gemiddelde leeftijd van óe
leden ligt tussen de 45 en de 55
De vergrijzing van het ledenbestand
is ongetwijfeld het grootste pro
bleem waar de sociëteiten in ons
land mee worstelen. Ook de oudste
sociëteit van Nederland, de broe
derschap Trou Moet Blyken, kamot
daarmee. Toch heeft Trou Moet
Blyken zich sinds de oprichting in
1503 tot op de dag van vandaag
goed kunnen handhaven. Deze
typische Haarlemse sociëteit heeft
slechts een 16-tal leden. Maar
eeuwenoude tradities worden hier
nog met groot enthousiasme toego-
past.
„De Broederschap van de aloude
rhetoryke kamer te Haarlem, bekend
onder de zinspreuk Trou Moet
Blyken", zo heet deze sociëteit
oorspronkelijk. Men legde zich «oe
op zinnespelen, wedstrijden in net
beoefenen van de poëzie. Elk jaar
met St. Catrijn, rond 24 november
worden nu nog altijd de Catrinzan-
gen voorgelezen. En met nieuwjaar
wordt door de „factor" een jaarzang
op rijm voorgelezen, met achtereen
volgens, wat er in de we-eld is
gebeurd, in Europa, in Nederland, in
Haarlem en tenslotte in de
sociëteit. Een heel ritueel, waaraan
nog vast de hand wordt gehouden.
Al die 470 Jaarzangen moeten zich
Haarlemse raadhuis bevinden,
nog in de kluizen van het Haarlemse
raadhuis bevinden.
De Maas
Weer van een geheel ander karak
ter is de Koninklijke Roei- en Zeil
vereniging De Maas hi Rotterdam.
Een vereniging, waarbij het accept
op het beoefenen van de roei- en
zeilsport ligt, maar waar het socië
teitsleven ook een heel belangrijke
rol speelt.
"De Maas" bestaat over twee Jaar
125 Jaar. "Ik geloof dat "De Maas"
de Rotterdammers aan het hart ge
bakken is", vertelt Barth A. «an
Doorn (46), commissaris van de so
ciëteit. "Het is fcen rustpunt in een
wat woelige stad".
"Als De Maas alleen maar een so
ciëteit was met borreltafels, dan
was d^ze vereniging ook al lang ver
grijsd. Maar Juist door de sportieve
activiteiten hebben we veel Jeugdle
den. En wat belangrijker is, Ue ge
middelde leeftijd van de leden daalt
eerder dan dat die stijgt. Ik schat,
dat die nu rond de 40 Jaar ligt".
De Maas heeft zo'n 2400 leden, zo
wel dames, heren als Jeugd.
De Maas heeft een exclusief eti
ket?
Van Doorn: "Ik weet niet wat ex
clusief is. Dat ls een etiket van voor
de vorige wereldoorlog. Nee, dat is
niet Juist. Maar net als andere clubs
wordt niet iedereen hier zomaar toe
gelaten. Er is wel degelijk een oal-
lotage. Men is hier over het alge
meen vreselijk liberaal. En er zul
len zeker mensen zijn, die zich hier
niet bepaald gelukkig voelen,
's Mensens inkomen heeft met dit
verenigingsleven echter niets te na
ken. Maar er wordt wel gekeken of
je er in past. Toch kan ik mij van
de laatste Jaren geen geval herinne
ren van de-ballotage'.
Ook scheepsbouwer Cornells Verol-
me blijkt toch lid te zijn' van De
Maas. Hij is nimmer afgewezen, zo
als enige Jaren geleden de geruchten
wilden.