"Naedien dat die waert is,
verleent hem God gaste"
EEN NIEUWE VRIJHEID
BINNEN HET OOSTBLOK
Sowjet-Unie laat teugels iets vieren
DONDERDAG 18 JULI 1974
PAGINA 11
„Conducteur, gaat deze tram naar
Marlóó?", vroeg een zeer deftige
Haagse dame Jaren geleden aan de
bestuurder van lijn 6 in de „residen
tie". Waarop deze heel gevat ant
woordde: „Ja seker dame, als-t-ie
tenminste onderweg niet kapóó
gaat". Langs zijn neus weg gaf de
HTM-man op humoristische wijze te
kennen, dat je, zelfs in een stad als
Den Haag met nog altijd een vleugje
Franse invloed, niet „Marlóó" dient
te zeggen, maar gewoon „Marlot".
Als ik mij goed herinner had name
lijk de toenmalige eigenaar van het
zandgebied van Den Haag, dat nu
de wijk Marlot vormt, twee dochters,
van wie de een Margreet en de ander
Eo iets als Lotte heette. Die namen
samen leverden „Marlot" op.
Je kunt het dus te mooi maken
met de uitspraak. Maar wait je zo nu
en dan aan uitspraakverminking
hoort, ook via radio en televisie,
geeft geen al te hoge indruk van de
zorg, die de gemiddelde Nederlander
aan zijn taal besteedt. Er worden
heel wat „klemtónen" verkeerd ge
legd: niet linoléum, maar linóleum;
iridt „pagina" maar pagma"; niet
„ahnéa", maar „alinea". Dit laatste
is ad heel gemakkelijk te onthouden.
Wamit in een artikel begint een nieu
we .alinea" met 'n ingesprongen re
gel 't Eerste woord staait dus a-linea,
letterlijk: van de lijn ai. En wiie zo
nodig het woord „normaliter" wil ge
bruiken, inplaats van „normaal", „als
gewoonlijk" of „als gebruikelijk" en
dus de voorkeur geeft aan Latijn
boven Nederlands, mag dan toch wel
weten, dat de klemtoon op de tweede
lettergreep valt, dus normaliter en
en vooral niet nórmaliter of norma
liter. Want met een „liter" heeft dit
Latijnse achtervoegsel totaal niets te
maken.
Taal is een onuitputtelijk onder
werp. Zo van tijd tot tijd zijn te
dezer plaatse bepaalde fouten gesig
naleerd. waaraan ik er nog maar een
paar toevoeg, zoals: Leiden telt meer
dan tien musea's. Maar dat is een
dubbel meervoud. Het enkelvoud is
museum en het (Latijnse) meervoud
ls musea. Tegenwoordig mag mu
seums óók. Maar dus niet: musea's.
Ook dubbelop is „railsen" en „biel
sen". Juist is: de trein rijdt» over
twee rails, die gelegen zijn op een
groot aantal biels. Eén rail, twee
rails: één biel. twee biels. Net als
musea's zijn railsen en bielsen een
dubbel meervoud.
Nu we het toch over railvervoer
hebben: mij ergert het wegvallen van
het verschil tussen „rijtuig" en „wa
gon". De passagiers zitten in 'n rij
tuig. het vee reist per wagon. Vroe
ger hielden de Spoorwegen strak de
hand aan dit zinrijke en nuttige ver
schil, maar ik betwilfel of dat nog
no gzo is. Mij ontgaat, hoe je een
verhaal over het wegvoeren van de
Nederlandse Joden kunt schrijven
zonder dit verschil tussen rijtuigen
en wagons te hanteren. Het was im
mers essenitJieel voor die wegvoering,
dat de slachtoffers niet in rijtuigen
maar in wagons werden getranspor
teerd.
Nivellering
Maar Ja, waarom zou Je genuan
ceerde tóél gebruiken als zelfs ge
nuanceerd dénken in deze tijd van
cliché- en confectie-opvattingen uit
de mode is. En waarom zou Je dus
zeggen: de man, met wie ik kennis
had gemaakt, vond het mes, waar
mee de moordenaar zijn slachtoffer
had neergestoken. Het is tegenwoor
dig één pot nat: de man, waarmee ik
kennis had gemaakt, vond het mes,
waarmee enz. Geen onderscheid tus
sen personen en zaken: „met wie"
voor personen, „waarmee" voor za
ken, zoals voorheen algemeen op
school werd geleerd. Nogal gemakke
lijk te onthouden, maar wat onder
wijzers een eeuw lang de kinderen
wél konden bijbrengen, schijnt nu
moeilijkheden op te leveren. Wie er
in dit geval te dom voor is: het kind
of de leerkracht, laat ik buiten be
schouwing. In elk geval kunnen we
dus genieten van tweemaal „waar
mee" achter elkaar: de man, waar
mee ik kennis had gemaakt, vond
het mes, waarmee enz. Mooi is an
ders.
En dan „hen" en „hun". Een zeer
duidelijk verschil, dat helaas velen
niet meer opvalt, maar dat een ieder,
die er (nog) oor voor heeft, by fout
gebruik als een onvergeeflijke slor
digheid treft. Uit twee verschillende
avondbladen (waaronder NRC/Han-
deslblad) van maandag J.I.: „Zij ho
pen, dat het hen niet kwalijk geno
men zal worden, enz.". Nee, hun,
namelijk „aan hen", waarbij het
voorzetsel „aan" is weggelaten.
Met voorzetsel dus „hen": aan
hen, over hen, voor hen, achter hen,
enz. enzmaar zónder voorzetsel
hun. Fout is dus ook: ,de drielanden-
wedstrijd heeft onze roeiers meer en
onze roeisters minder gegeven dan
hen was toegedacht". Daar staat
eigenlijk: .dan aan hen was toege
dacht". „Aan" is weggelaten, dus
„hun". Kinderlijk eenvoudig, maar
de nivellering raast niet alleen door
salaris-land, maar ook door de taal
gewesten.
Slordig denken
Natuurlijk is er verband tussen
slordig taalgebruik en slordig den
ken. Het is dan ook nuttig, dat dit
zoveel mogelijk aan de kaak wordt
gesteld. Een voorbeeld daarvan levert
het hoofdartikeltje „Regering" in
NRC/Handelsblad van zaterdag JJ.,
dat als volgt luidt.
„De radioverslaggever die maandag
Jl. voorlichting gaf over de eerst op
het Huis ten Bosch, vervolgens op
het Oatshuis gebrachte hulde aan
het Nederlands elftal, vertelde de
luisteraars in een en dezelfde zin
tweemaal in de verkeerde vorm wat
zich had afgespeeld. Hij zei namelijk
dat op Huis ten Bosch de Koningin
en de regering de voetballers hadden
ontvangen en gelukgewenst en dat
vervolgens op het Catshuis minister
president Den Uyl Johan Cruijff tot
ridder in de orde van Oranje-Nassau
had benoemd.
De uitdrukking Koningin en rege
ring was ernaast, want de regering
wordt gevormd door het staatshoofd
èn de ministers. En wat betreft de
benoeming van Cruijff bad de radio
verslaggever over het hoofd gezien
dat een dergelijke benoeming gebeurt
door de Kroon, dat wil zeggen, door
het constitutionele staatshoofd,
onder verantwoordelijkheid, dus met
echter gebleken, dat mr. Luns heeft
gezegd, dat de Engelsen bewe
ren, dat het Nederlands verwant
schap met diergeluiden vertoont. Het
blijft een nogal grove vorm van hu
mor, maar het maakt niettemin een
aanzienlijk verschil of iemand een
dergelijke uitspraak voor zijn eigen
rekening neemt dan wel anderen ci
teert. Luns deed dit laatste. En van
de Engelsen is bekend, dat sommi
gen van hen onvriendelijkheden over
de „damned Dutch", de vervloekte
Hollanders, bepaald niet schuwen.
Voetballertje
Het bovenstaande samenvattend,
zou ik willen zeggen, dat taal lang
niet altijd gemakkelijk is, maar dat
met geringe moerite hinderlijke fou
ten vermeden kunnen worden. Let
wed: met enige moeite. Daarvan is
Door C. J. Rotteveel
medewerking, van de ministers. Grif
toegegeven: de bedoelde verslaggever
zal uiteraard meer thuis zijn op het
gebied van Koning Voetbal dan op
dat van het Nederlands staatsrecht.
Erger is dat het kabinet zelf de
terminologie niet best blijkt te be
heersen Nog slechts vrij k°rt gele
den werd in een stuk, afkomstig van
het kabinet-Den Uyl. voortdurend de
term .regering" gebruikt terwijl er
had moeten staan „kabinet". De
Raad van State was dit niet ontgaan.
In zijn op 3 april uitgebrachte en op
4 juni gepubliceerde advies over d'e
nota inzake het grondwetherzie-
ningsbeleid wees de Raad erop „dat
het aanbeveling verdient de Nota
nog eens in haar geheel door te ne
men ter zake van het gebruik van
de termen „regering" en „kabinet".
Daarbij ware te bedenken, dat het
i.e. een Nota van het kabinet be
treft".
Engels citaat
Merkwaardig is ook. dat sommigen
die zich opwinden over een onvrien
delijkheid Jegens onze Nederlandse
taal, op hetzelfde ogenblik bijzonder
slordig met de feiten omspringen. Ik
doel hierbij op de kritiek, die de se
cretaris-generaal van de NAVO, mr.
Luns, heeft moeten incasseren naar
aanleiding van een „grapje" tegen
president Nixon. Dat was onlangs by
de ondertekening van de Atlantische
verklaring in Brussel. De Ameri
kaanse president vroeg hem waarom
hy. Luns. de aanwezigen had toege
sproken in het Engels en niet in het
Nederlands. Waarop Luns geant
woord zou hebben, datt „van alle dlier-
lyke geluiden het Nederdands neg 't
meest op een taal ïykt. En dan vind
ik dat niet aardig tegenover de
dieren".
Uit een televisie-uitzending is my
trouwens alle resultaat afhan
kelijk. In de gehele wereld en he
laas ook hier te lande is er eoh-
ter een stroming, die de mensen
voorhoudt, dat inspanning iets min
derwaardigs is en dat wedyver een
kwaiyk gevolg is van de verfoeide
„prestatie- en consumptie-maat
schappij". Men late zich niets wys-
maken. In dit verband citeer ik hier
iets uit een artikel van Will Korte-
kaas, redacteur van het maandblad
„Het Cartonnagebedrijf", orgaan van
de Vereniging van Kartonnagefabri
kanten in Nederland.
De heer Kortekaas vertelt over
Johnny Dusbaba, een voetballertje-
met-talenten uit Den Haag. Op
zeker ogenblik kreeg Johnny een
royaal aanbod van „het typisch ka
pitalistische bedryf" Ajax, „en tegen
zoveel miljoenengeweld waren ook
zy.n Haagse „werkgevers" (voetbal
club FC Den Haag) niet opgewassen".
Die hadden hem nog wel een bod
gedaan, dat iets boven het gemid
delde Jeugdloon lag, „maar dat was
gewoon een lachertje", zei Johnny.
.Jk kon tussen de dertig en veertig
mille per Jaar gaan verdienen. Nou,
daar praat Je toch niet eens
over„Vreemde, dwaze wereld,
was onze eerste reactie", schrijft
Kortekaas. Maar.... Dusbaba voeg
de er nog niets aan toe: dat hy ter
dege begreep, dat hy zich nu by
Ajax zou moeten .waarmaken".
„Eenmaal zover gevorderd", aldus
gaat Kortekaas verder, „bladenden
wy eens in 't stapeltje folders en bro
chures waarin de beroepsvoorlichters
van het ministerie van Sociale Zaken
de laatste maanden alle rechten op
loon, vakantie, vakantiebijslag en
partiële leerplicht populair hebben
geformuleerd ten gerieve van al die
brave meisjes en Jongens die niet als
Johnny Dusbaba aan het begin staan
van hun loopbaan. Alle rechten en
mogelijkheden zyn daarin nauwkeu
rig omschreven. Je werkgever is ver
plichten verplichten
verplicht. Alleen die ene gedachte
van Johnny Dusbaba die nu toe
vallig niet een meneer Philips is, of
'n maneer Verolme komt in al die
stukken niet voor: maar Je moet er
wel wat voor doen. Je moet Je wéér-
maken".
Zyn topsalaris „krygt de Jongeheer
Dusbaba van geen mens cadeau. Hy
moet er wel goed voor knokken. Met
elke week opnieuw het risico dat hy
vakkundig in elkaar wordt getrapt
door andere, concurrerende groepe
ringen. In dat opzicht mag hy zich
trouwens lotgenoot voelen van de
president-directeuren van andere za-
keiyk opgezette ondernemingen als
AKZO, Unilever, Shell en noem ze
maar op. Ook by hen laten de oppo
nenten geen enkele kans voorby
gaan om ze deskundig-gevoelig tegen
de schenen te schoppen. Vandaag
vanwege de olie, morgen om de mul
tinationals, overmorgen om hun in
vesteringsbeleid.
En toch zyn al die figuren, even
als de overgrote meerderheid van de
kleinere ondernemrs, net als Johnny
Dusbaba de mannen die heilig ge
zworen hebben om zich waér te ma
ken. De gemeenschap weet tegenover
al hun kennis, kunde, inspanning,
zorgen en risico's niet veel anders te
plaatsen dan een initiatiefdodend ni-
velleringsbeleid. Met de zegen nota
bene van een aan tall Kamerleden die
zichzelf zonder blikken of blozen een
.schadeloosstelling" toekennen van
ruim zestig mille. Exclusief een
belastingvrije kostenvergoeding
variërend tussen f 11.500 en f 18.000.
Van Johnny en de werkgevers weten
wy tenminste met zekerheid, dat zy
zich hun beloning ook willen waar
maken". Tot zover Kortekaas.
„Va nzelfsprekend'
Je moet er wel wat voor doen, geen
resultaat zonder inspanning
Dat geldt byv. ook voor het dienst
verlenend bedryf als het hotel- en
restaurantwezen. „Dit seizoen minder
toeristen in Nederland dan vorig
Jaar" schrijft „Elsevier". ..De oorza
ken liggen op economisch en politiek
terrein. Daar heeft heel Europa on
der te ïyden. Wil Nederland zyn
marktaandeel opvyzelen, dan helpt
die constatering niet. Eén oorzaak
over de malaise wordt niet graag
onderkend: de Nederlandse zelfvol
daanheid. „Ze komen tóch wel". Het
is deze houding (de afnemende be
reidheid om „service" te verlenen)
die resulteerde in Het Grote Weg
blijven. De derde industrie van Ne
derland bevindt zich in de gevaren-
„Vorig Jaar was er al een duide-
lyke teruggang. Voor dit Jaar ziet
het er nog triester uit", gaat „Else
Mr. J. LUNS: geen fijn grapje,
vier" verder. „Voor de buitenlandse
toeristen hoeft Nederland niet meer.
Vooral niet voor de Amerikanen". Er
zyn tal van oorzaken: de devaluatie
van de dollar, de valuta-onrust in
Europa, de wereldwyde energiecrisis,
het Europese prijspeil, de neergang
in de effectenwereld en de onzekere
wereld-economie. De Amerikanen
worden in hun vakantiegedrag veel
sterker door die economische onrust
beïnvloed dan de Nederlanders, aldus
citeert hot blad John Bertram, van
het Nationaal Bureau voor Toerisme
in New York. „In tyden van econo
mische onrust hebben zy behoefte
om dicht by huis te blyven. Dan
kunnen ze zien wat er met hun aan
deeltjes gebeurt. Die hebben ze byna
allemaal wel. Ik ontmoet ook veel
mensen die bang zyn een tydje uit
het bedryf afwezig te zyn. Wie weet
zit er een ander op Je plaats als Je
terug komt".
Gevolg: na een mager jaar 1973
nog eens een terugval van twintig
procent in de Amsterdamse hotels en
dus een groeiend aantal lege bedden.
Maar zo zal men vragen, waar gaat
de Amerikaanse toerist dén naar
toe? Hy geeft de voorkeur aan het
Verre Oosten, het Caraïbische ge
bied, Noord-Afrika en Portugal.
Kortom „toeristische ontwikkelings
landen, waar de service groter is en
de pryzen lager zyn dan in Europa,
waar men het toerisme als een vol
komen vanzelfsprekende bron van
inkomsten is gaan beschouwen'. En
met de Engelsen staat het er net zo
voor. Natuurlyk speelt geld by dit
alles een belangrijke rol. „Amerika
nen echter zyn niet meer allemaal
bolleboffen met dikke geldbuidels. Zy
maken aanspraak op het predikaat:
het meest prijsbewuste volk van de
wereld".
Daarnaast zyn er andere factoren.
.Touroperator Willem Ruys van Hol-
wel citaat van de Engelsen.
land Touring Program te Den Haag:
„Een vakantie wordt gemaakt door
de taxi-chauffeur, de ober, het ka
mermeisje en de receptioniste. Als
die allemaal lachen, is de vakantie
gemaakt". Maar ja, zegt Bertram,
„wy zyn van huisuit niet zo*n dienst
verlenend volk. Wy denken al gauw
dat we minderwaardig zyn als we
eens vriendeiyk tegen iemand doen".
Ruys: „De nonchalance in de service
heeft Italië de kop gekost. Nu lykt
Spanje aan de beurt en als er niets
verandert: Nederland". Klant:
„Ober, myn kopje is vuil". Ober:
„Vindt u?".
Veel toeristen krijgen de indruk,
dat Hollanders alleen maar een hand
uitsteken ails ze weten da*, er veel
geld in het laatje komt. De gewone
toerist kan barsten. Vooral het Am
sterdamse horeca - personeel komt er
slecht af en wordt soms ronduit on
beschoft genoemd Veel Nederlanders
maken zich schuldig aan een soort
vreemdelingenhaat. Maar de hoofd
zaak om het ty te doen keren is: een
beetje hoffelykheid.
Tot zover Elsevier over de toeris
tische wereld. Ten onrechte heeft
Nederland gedacht, dat het allemaal
.vanzelfsprekend" was, dat er maar
raak kon worden gerekend en dat
dienstbetoon beneden het niveau van
een Nederlander is. Maar: „naed'.en
dat die waert is, verleent hem God
gaste", zoals de spreuk luidde, die ik
my herinner uit het nu afgebroken
restaurant Kuys Witsenburg in Rys-
wyk. Die spreuk geldt natuurlyk niet
alleen voor het horeca-bedrijf, maar
voor het gehele leven. „De cost gaet
voor de baet uyt" betekent hetzelfde.
Niets wordt blyvend verkregen zon
der dat daar iets tegenover heeft
gestaan. Prachtig, dat er „rechten"
zyn. Maar loop dan wél het vuur uit
je sloffen om je pdidhiten na te ko
men.
BOEDAPEST (UPI) Welhaast onopgemerkt door het Westen is het Russische "rijk" in Oost-
Europa een nieuw tijdperk binnengegaan. Voor de eerste keer sinds de tweede wereldoorlog heb
ben de landen van dit rijk een nieuwe vrijheid gekregen (die ze op uiteenlopende wijzen ge
bruiken) om hun eigen zaken te regelen. Moskou, afgeleid door China en de zaak van ont
spanning, vraagt enkel dat de communistische partij in elk land de teugels in handen houdt en
de vrede waarborgt. Berichten uit Oost-Duitsland en Bulgarije vormen een aanwijzing dat deze
twee landen hun reputatie verdienen als de laatste van Moskous onderdanige satellieten.
maar met hetzelfde resultaat. Een loyaliteit heeft hun door de jaren
krachtige partij-controle aan de top heen meer dan 6 miljard gulden aan
Sowjethulp opgeleverd. Todor ZJiw-
kow, al 20 jaar lang de heerser over
i alledag. Toch houden de Po- Bulgarije, versiert graag zijn hoofd-
len, die een beter leven leiden dan stad Sofia met foto's waarop hij ge-
Rusland voert een wat verfijnder be- ooit, hun leiders behoedzaam in het armd staat met zijn Russische col
lega-partijleider Leonid Brezjnew.
Milde economische hervormingen
hebben geen zichtbaar effekt gehad
Een reis van 3200 km van deze
verslaggever door de vier andere lan
den die het hart van het rijk vormen loopt parallel met
Hongarije, Polen, Tsjechoslowa- gels gestoorde liberalisering in het le- kow," al 20 Jaar lang de heerser
kye en Roemenië bevestigt de me
ning van een Hongaarse journalist
Rusland voert een wat verfijnder be
leid tegenover Oost-Europa. De Rus
sen zyn bereid 'n grote verscheiden
heid toe te staan. Wellicht begrij-
Roemenië
pen ze niet wat zich hier afspeelt, in tegenstelling tot de anderen voert op een strenge politieke orthodoxie.
Derde tijdperk
Het nieuwe tijdperk is Oost-Euro
pa's derde sinds de oorlog. Het eerste
was het Stalin-tijdperk waarin Rus-
i- lijkheid terwijl hij geen greintje af- land zijn satellieten plunderde in
nomische en politieke liberalisering, wijking duldt. Het land moet zoveel
Hongarije
Roemenië een onafhankeiyk buiten
lands beleid maar het binnenlands
beleid is neo-stalinistisch. President
Nicolae Ceausescu bevordert con
stante aanbidding van zijn persoon-
heeft de gok gewonnen. De ingevoer
de hervormingen worden momenteel
geconsolideerd. Er wordt hier en daar
weer wat gesnoeid maar zowel diplo
maten als Hongaren zelf zeggen dat
de bedoeling hiervan eerder is het ten delen met drie of vier gezinnen.
poging hen naar zijn eigen beeld
consumptie-artikelen uit- te hervormen. Dit tijdperk eindigde
Ceausescu's economische met de Hongaarse opstand van 1956.
beleid te kunnen bekostigen dat de Vervolgens kwam het Chroesjtsjow-
tijdperk van grillige veranderingen
met in Moskou geoefende leiders aan
het stuur. Elke stap was of gedicteerd
De Roemenen zijn de enige Oost- 0f goedgekeurd door het Kremlin.
Europeanen met een levensstan- Dit tijdperk liep af met de Praagse
pest veel dichter by Mtinchen dan daard die lager ligt dan die van de lente en invasie van 1968 toen een te
bij Moskou hebben gebracht, in stem- Russen zelf. De, tot mu toe niet ge- snelle liberalisatie althans in de
organiseerde, ontevredenheid groeit.
Maar, zo zeggen diplomaten, de Roe
menen zijn volgzaam.
ming en in levensstandaard.
T sjecho-Slowakije
De politieke onderdrukking die
Oost-Duitsland
ogen van Moskou het communis
tisch bewind in Tsjecho-Slowakije
bedreigde. Het kwam voorgoed ten
einde met de Baltische opstanden in
Polen in 1970.
Arbeidsonrust en armoede culml-
De DDR, het enige land van
is niet verlicht. De weinige dissiden- oostblok dat niet aan de Sowjet-Unie neerden toen in gevechten die
ten die niet zijn gevlucht zijn tot stil- grenst, is in Russische ogen nog 600 mensen het leven kostten. De in-
steeds een beetje verdacht. Volgens vloed van het nieuwe tijdperk begint
apathie. Maar een bewuste campag- Russen daar nooit ketterijen toe-
ne de ontevredenheid af te kopen staan". Het eigen „economische
een westerse diplomaat .zullen de nu pas goed duidelijk te worden.
Nieuwe, meer nationalistisch gerich
te leiders kwamen aan de macht:
met consumptie-artikelen heeft zo der" heeft Oost-Duitsland de hoogste Gustav Husak in Tsjechoslowakije,
goed gewerkt dat het land is terecht- levensstandaard binnen het Oost- Edward Gierek in Polen. De Russen
hausse waarbij het blok gebracht. Maar niemand wee't gaven beide leiders te verstaan dat
hoe politiek stabiel de DDR is
le berichten blijkt dat de Tsjecho- al voordat de Berlijnse
neergehaald
militairen die
vertrekken.
slowaken berusten - en tevreden zijn.
Polen
Na de Poolse opstand van decem
ber 1970 begonnen de nieuwe com
munistische leiders in Warschau met
hun eigen politieke en economische Bulgaren de Russen het meest
hernieuwingen minder formeel staan bepaald niet te hunkeren om
dan de Hongaarse hervormingen hun vleugels uit te spreiden. Deze
gene te doen wat noodzakelijk
wordt om recht en orde te herstellen. Gie-
de 197.000 Russische rek verzachtte de politieke controle,
gestationeerd zijn- Husak versterkte haar. Maar naar
het voorbeeld van Janos Kadar in
Hongarije gaven beiden hun volk het
zogenaamde „goelasj-communisme"
een proefje van de goede dingen.
Bulgarije
Van alle Oosteuropeanen mogen de
Handel
Oost-Europa heeft zyn handel
opnieuw naar het westen gericht om
westers materiaal en kennis te ver
garen, Roemenië, Polen en Hongarye
drijven 50 procent van hun handel
voor Zweedse auto's en kleren voor
buiten het communistische blok.
Oosteuropeanen maken onderdelen
voor Zweedse auto's en kleren voor
Amerikaanse postorderbedrijven.
Vaste prijzen, hoge subsidies en goed
kope Russische olie hebben hen in
staat gesteld tot nu toe het hoofd te
bieden aan de inflatie en de ener
giecrisis, maar weinig economen me
nen dat Oost-Europa, nu het in de
wereldeconomie is terechtgekomen,
zijn problemen nog lang voor kan
blijven.
Zowel Oost-Duisland als Polen la
ten er zich op voorstaan tot de tien
hoogst geïndustrialiseerde landen
van de wereld te behoren. Huisves
ting blijft in het gehele oostblok een
immens probleem en het is niet on
gebruikelijk dat men 10 Jaar op een
nieuw huis moet wachten. Maar elke
stad is uitgerust met wouden van
nieuwe flatgebouwen. Polen ver
koopt schepen en fietsen aan het
westen, Hongarije maakt bekleding
voor zittingen van Westduise auto's.
Roemenië en Engeland hebben een
overeenkomst gesloten om vliegtui
gen te bouwen met Britse ervaring en
Roemeense arbeid. Westerse ban
ken concureren om leningen aan
communistische regeringen en met
Amerikaans geld zijn Balkan-hotels
gefinancierd. Twee van de drukste
plaatsen in Oost-Europa zijn de
Amerikaanse bibliotheek in Boeka
rest en het Amerikaanse handels
centrum in Warschau.
Kremlin
Waarom staat Rusland, met een
levensstandaard die nog betrekkelijk
laag ligt, dit allemaal toe? En hoe
verwacht het de zaken in de hand te
kunnen houden? Diplomaten menen
dat het Kremlin eenvoudig belangrij
ker zaken aan het hoofd heeft
het Midden-Oosten, de dreiging van
China, de vrijerij met de regering
Nixon. Nog belangrijker, zo zeggen
zij, is dat de Russen hebben geleerd
dat de oude methoden van een
strakke politieke controle en een
starre plan-economie die de consu
ment tekort doet eenvoudig niet lan
ger werkt of minstens beter werkt
in Rusland dan in de op het westen
gerichte landen van het Oostblok.
De diplomaten zijn ook van me
ning dat er op korte termijn weinig
kans bestaat op een nieuwe opstand
In Oost-Europa. Ongeveer 350.000
Russische militairen zijn gelegerd in
de DDR, Polen, Tsjechoslowakije en
Hongarije. Eventuele verminderin
gen, voortvloeiend uit de oost-west
besprekingen in Wenen, zullen wei
nig effekt hebben op de politieke
macht van deze troepen. De Tsjecho-
slowaakse invasie van 1968 heeft de
Oosteuropeanen geleerd dat zij een
onafhankelijk buitenlands beleid
kunnen hebben (zoals Roemenië) of
een onafhankelijk binnenlands be
leid (zoals Hongarije), maar niet alle
twee.
Tevens zijn de Oosteuropeanen
zelf het op grote schaal erover eens
dat een bepaalde liberalisering onder
controle moet worden gehouden. „We
kennen de grenzen" zei een Poolse
criticus toen hij op de vraag inging
waarom de uitgevers van zijn land
terugschrikken voor boeken waarin
kritiek op Rusland vervat is. „We
moeten rekening houden met de
teerheid van het Russische volk. Het
is beter nog een Jaar of twee te
wachten werkelijk toch niet zo'n
lange tijd in het literaire leven".
Ideologische campagne
naar Moskou om de Russen tevreden
en op de hoogte te houden. Enkelen,
zoals TsJechoSlowakiJe's Husak en
Bulgarije's ZJiwkow, krijgen de goed
keuring van het Kremlin door de
Russische politieke lijnen te volgen.
Anderen, zoals Kadar, krijgen arm
slag door het Jarenlang nauwkeurig
zoeken van vriendschap in Moskou.
Allen hebben zich het afgelopen Jaar
aangesloten bij een campagne ter
versterking van de communistische
ideologie. De campagne heeft veel
publiciteit gekregen en byna geen
praktisch effekt.
„De communistische ideologie heeft
nog nooit eerder succes gekend in
een tdjd van welvaart" zei een Wes
ters diplomaat in Warschau. „Nu
moeten ze pogen uit te kienen hoe ze
de welvaart kunnen behouden zon
der het gezag van de partij te verlie
zen". Men heeft een reeks ideologi
sche conferenties gehouden om de
ideologie te coördineren. Hoofdredac
teuren van Hongaarse kranten die
60 procent van hun kolommen met
westers nieuws vulden kregen te ho
ren de Russen een fifty-fifty-verde-
üng toe te kennen een geringe
druk. maar „nauwelijks ingrijpend"
zei een hoofdredacteur. Het grote
percentage van Poolse televisiefilms
uit het Westen is ietwat terugge
bracht. „Ja, er zijn ideologische
richtlijnen gegeven, zei een Poolse
Journalist. Maar dit heeft praktisch
gezien weinig effekt gesorteerd".
Stabiliteit
Alles wijst erop dat Ruslands bond
genoten de voorkeur geven aan de
status quo en een stabiel leven, vrij
van de politieke aardbevingen van
de laatste 40 Jr. en de onzekerheden
van verandering zelfs verandering
ten goede. De bereidheid van het volk
het halve ei van welvaart en gedeel-
teiykev ryheid te accepteren komt
tot uitdrukking in de groeiende aan
vaarding van de aanwezigheid van
Russische troepen als een waarborg
tegen opstanden.
„De mensen zyn al lang biy met
rust te worden gelaten" zei een in
woner van Praag. Meer mensen reizen
naar het westen vooral Polen en i
Hongaren en er zijn er minder die
wegblijven uit hun land. De groeien-
de welvaart in eigen land heeft het
aas van het westen minder aanlok-
kelijk gemaakt. Een bijdrage daar
toe leverden ook de met veel publici
teit omgeven economische en poli
tieke problemen in West-Eurooa.
Een Westeuropese diplomaat in Boe
dapest: „Voor het eerst gaan de men
sen hier hun situatie vergelijken
met <Jie in West-Duitsland en Frank
rijk, en ze komen dan tot de slotsom
dat de zaken hier nog niet zo slecht
zijn".