"Naedien dat die waert is, verleent hem God gaste" EEN NIEUWE VRIJHEID BINNEN HET OOSTBLOK Sowjet-Unie laat teugels iets vieren DONDERDAG 18 JULI 1974 PAGINA 11 „Conducteur, gaat deze tram naar Marlóó?", vroeg een zeer deftige Haagse dame Jaren geleden aan de bestuurder van lijn 6 in de „residen tie". Waarop deze heel gevat ant woordde: „Ja seker dame, als-t-ie tenminste onderweg niet kapóó gaat". Langs zijn neus weg gaf de HTM-man op humoristische wijze te kennen, dat je, zelfs in een stad als Den Haag met nog altijd een vleugje Franse invloed, niet „Marlóó" dient te zeggen, maar gewoon „Marlot". Als ik mij goed herinner had name lijk de toenmalige eigenaar van het zandgebied van Den Haag, dat nu de wijk Marlot vormt, twee dochters, van wie de een Margreet en de ander Eo iets als Lotte heette. Die namen samen leverden „Marlot" op. Je kunt het dus te mooi maken met de uitspraak. Maar wait je zo nu en dan aan uitspraakverminking hoort, ook via radio en televisie, geeft geen al te hoge indruk van de zorg, die de gemiddelde Nederlander aan zijn taal besteedt. Er worden heel wat „klemtónen" verkeerd ge legd: niet linoléum, maar linóleum; iridt „pagina" maar pagma"; niet „ahnéa", maar „alinea". Dit laatste is ad heel gemakkelijk te onthouden. Wamit in een artikel begint een nieu we .alinea" met 'n ingesprongen re gel 't Eerste woord staait dus a-linea, letterlijk: van de lijn ai. En wiie zo nodig het woord „normaliter" wil ge bruiken, inplaats van „normaal", „als gewoonlijk" of „als gebruikelijk" en dus de voorkeur geeft aan Latijn boven Nederlands, mag dan toch wel weten, dat de klemtoon op de tweede lettergreep valt, dus normaliter en en vooral niet nórmaliter of norma liter. Want met een „liter" heeft dit Latijnse achtervoegsel totaal niets te maken. Taal is een onuitputtelijk onder werp. Zo van tijd tot tijd zijn te dezer plaatse bepaalde fouten gesig naleerd. waaraan ik er nog maar een paar toevoeg, zoals: Leiden telt meer dan tien musea's. Maar dat is een dubbel meervoud. Het enkelvoud is museum en het (Latijnse) meervoud ls musea. Tegenwoordig mag mu seums óók. Maar dus niet: musea's. Ook dubbelop is „railsen" en „biel sen". Juist is: de trein rijdt» over twee rails, die gelegen zijn op een groot aantal biels. Eén rail, twee rails: één biel. twee biels. Net als musea's zijn railsen en bielsen een dubbel meervoud. Nu we het toch over railvervoer hebben: mij ergert het wegvallen van het verschil tussen „rijtuig" en „wa gon". De passagiers zitten in 'n rij tuig. het vee reist per wagon. Vroe ger hielden de Spoorwegen strak de hand aan dit zinrijke en nuttige ver schil, maar ik betwilfel of dat nog no gzo is. Mij ontgaat, hoe je een verhaal over het wegvoeren van de Nederlandse Joden kunt schrijven zonder dit verschil tussen rijtuigen en wagons te hanteren. Het was im mers essenitJieel voor die wegvoering, dat de slachtoffers niet in rijtuigen maar in wagons werden getranspor teerd. Nivellering Maar Ja, waarom zou Je genuan ceerde tóél gebruiken als zelfs ge nuanceerd dénken in deze tijd van cliché- en confectie-opvattingen uit de mode is. En waarom zou Je dus zeggen: de man, met wie ik kennis had gemaakt, vond het mes, waar mee de moordenaar zijn slachtoffer had neergestoken. Het is tegenwoor dig één pot nat: de man, waarmee ik kennis had gemaakt, vond het mes, waarmee enz. Geen onderscheid tus sen personen en zaken: „met wie" voor personen, „waarmee" voor za ken, zoals voorheen algemeen op school werd geleerd. Nogal gemakke lijk te onthouden, maar wat onder wijzers een eeuw lang de kinderen wél konden bijbrengen, schijnt nu moeilijkheden op te leveren. Wie er in dit geval te dom voor is: het kind of de leerkracht, laat ik buiten be schouwing. In elk geval kunnen we dus genieten van tweemaal „waar mee" achter elkaar: de man, waar mee ik kennis had gemaakt, vond het mes, waarmee enz. Mooi is an ders. En dan „hen" en „hun". Een zeer duidelijk verschil, dat helaas velen niet meer opvalt, maar dat een ieder, die er (nog) oor voor heeft, by fout gebruik als een onvergeeflijke slor digheid treft. Uit twee verschillende avondbladen (waaronder NRC/Han- deslblad) van maandag J.I.: „Zij ho pen, dat het hen niet kwalijk geno men zal worden, enz.". Nee, hun, namelijk „aan hen", waarbij het voorzetsel „aan" is weggelaten. Met voorzetsel dus „hen": aan hen, over hen, voor hen, achter hen, enz. enzmaar zónder voorzetsel hun. Fout is dus ook: ,de drielanden- wedstrijd heeft onze roeiers meer en onze roeisters minder gegeven dan hen was toegedacht". Daar staat eigenlijk: .dan aan hen was toege dacht". „Aan" is weggelaten, dus „hun". Kinderlijk eenvoudig, maar de nivellering raast niet alleen door salaris-land, maar ook door de taal gewesten. Slordig denken Natuurlijk is er verband tussen slordig taalgebruik en slordig den ken. Het is dan ook nuttig, dat dit zoveel mogelijk aan de kaak wordt gesteld. Een voorbeeld daarvan levert het hoofdartikeltje „Regering" in NRC/Handelsblad van zaterdag JJ., dat als volgt luidt. „De radioverslaggever die maandag Jl. voorlichting gaf over de eerst op het Huis ten Bosch, vervolgens op het Oatshuis gebrachte hulde aan het Nederlands elftal, vertelde de luisteraars in een en dezelfde zin tweemaal in de verkeerde vorm wat zich had afgespeeld. Hij zei namelijk dat op Huis ten Bosch de Koningin en de regering de voetballers hadden ontvangen en gelukgewenst en dat vervolgens op het Catshuis minister president Den Uyl Johan Cruijff tot ridder in de orde van Oranje-Nassau had benoemd. De uitdrukking Koningin en rege ring was ernaast, want de regering wordt gevormd door het staatshoofd èn de ministers. En wat betreft de benoeming van Cruijff bad de radio verslaggever over het hoofd gezien dat een dergelijke benoeming gebeurt door de Kroon, dat wil zeggen, door het constitutionele staatshoofd, onder verantwoordelijkheid, dus met echter gebleken, dat mr. Luns heeft gezegd, dat de Engelsen bewe ren, dat het Nederlands verwant schap met diergeluiden vertoont. Het blijft een nogal grove vorm van hu mor, maar het maakt niettemin een aanzienlijk verschil of iemand een dergelijke uitspraak voor zijn eigen rekening neemt dan wel anderen ci teert. Luns deed dit laatste. En van de Engelsen is bekend, dat sommi gen van hen onvriendelijkheden over de „damned Dutch", de vervloekte Hollanders, bepaald niet schuwen. Voetballertje Het bovenstaande samenvattend, zou ik willen zeggen, dat taal lang niet altijd gemakkelijk is, maar dat met geringe moerite hinderlijke fou ten vermeden kunnen worden. Let wed: met enige moeite. Daarvan is Door C. J. Rotteveel medewerking, van de ministers. Grif toegegeven: de bedoelde verslaggever zal uiteraard meer thuis zijn op het gebied van Koning Voetbal dan op dat van het Nederlands staatsrecht. Erger is dat het kabinet zelf de terminologie niet best blijkt te be heersen Nog slechts vrij k°rt gele den werd in een stuk, afkomstig van het kabinet-Den Uyl. voortdurend de term .regering" gebruikt terwijl er had moeten staan „kabinet". De Raad van State was dit niet ontgaan. In zijn op 3 april uitgebrachte en op 4 juni gepubliceerde advies over d'e nota inzake het grondwetherzie- ningsbeleid wees de Raad erop „dat het aanbeveling verdient de Nota nog eens in haar geheel door te ne men ter zake van het gebruik van de termen „regering" en „kabinet". Daarbij ware te bedenken, dat het i.e. een Nota van het kabinet be treft". Engels citaat Merkwaardig is ook. dat sommigen die zich opwinden over een onvrien delijkheid Jegens onze Nederlandse taal, op hetzelfde ogenblik bijzonder slordig met de feiten omspringen. Ik doel hierbij op de kritiek, die de se cretaris-generaal van de NAVO, mr. Luns, heeft moeten incasseren naar aanleiding van een „grapje" tegen president Nixon. Dat was onlangs by de ondertekening van de Atlantische verklaring in Brussel. De Ameri kaanse president vroeg hem waarom hy. Luns. de aanwezigen had toege sproken in het Engels en niet in het Nederlands. Waarop Luns geant woord zou hebben, datt „van alle dlier- lyke geluiden het Nederdands neg 't meest op een taal ïykt. En dan vind ik dat niet aardig tegenover de dieren". Uit een televisie-uitzending is my trouwens alle resultaat afhan kelijk. In de gehele wereld en he laas ook hier te lande is er eoh- ter een stroming, die de mensen voorhoudt, dat inspanning iets min derwaardigs is en dat wedyver een kwaiyk gevolg is van de verfoeide „prestatie- en consumptie-maat schappij". Men late zich niets wys- maken. In dit verband citeer ik hier iets uit een artikel van Will Korte- kaas, redacteur van het maandblad „Het Cartonnagebedrijf", orgaan van de Vereniging van Kartonnagefabri kanten in Nederland. De heer Kortekaas vertelt over Johnny Dusbaba, een voetballertje- met-talenten uit Den Haag. Op zeker ogenblik kreeg Johnny een royaal aanbod van „het typisch ka pitalistische bedryf" Ajax, „en tegen zoveel miljoenengeweld waren ook zy.n Haagse „werkgevers" (voetbal club FC Den Haag) niet opgewassen". Die hadden hem nog wel een bod gedaan, dat iets boven het gemid delde Jeugdloon lag, „maar dat was gewoon een lachertje", zei Johnny. .Jk kon tussen de dertig en veertig mille per Jaar gaan verdienen. Nou, daar praat Je toch niet eens over„Vreemde, dwaze wereld, was onze eerste reactie", schrijft Kortekaas. Maar.... Dusbaba voeg de er nog niets aan toe: dat hy ter dege begreep, dat hy zich nu by Ajax zou moeten .waarmaken". „Eenmaal zover gevorderd", aldus gaat Kortekaas verder, „bladenden wy eens in 't stapeltje folders en bro chures waarin de beroepsvoorlichters van het ministerie van Sociale Zaken de laatste maanden alle rechten op loon, vakantie, vakantiebijslag en partiële leerplicht populair hebben geformuleerd ten gerieve van al die brave meisjes en Jongens die niet als Johnny Dusbaba aan het begin staan van hun loopbaan. Alle rechten en mogelijkheden zyn daarin nauwkeu rig omschreven. Je werkgever is ver plichten verplichten verplicht. Alleen die ene gedachte van Johnny Dusbaba die nu toe vallig niet een meneer Philips is, of 'n maneer Verolme komt in al die stukken niet voor: maar Je moet er wel wat voor doen. Je moet Je wéér- maken". Zyn topsalaris „krygt de Jongeheer Dusbaba van geen mens cadeau. Hy moet er wel goed voor knokken. Met elke week opnieuw het risico dat hy vakkundig in elkaar wordt getrapt door andere, concurrerende groepe ringen. In dat opzicht mag hy zich trouwens lotgenoot voelen van de president-directeuren van andere za- keiyk opgezette ondernemingen als AKZO, Unilever, Shell en noem ze maar op. Ook by hen laten de oppo nenten geen enkele kans voorby gaan om ze deskundig-gevoelig tegen de schenen te schoppen. Vandaag vanwege de olie, morgen om de mul tinationals, overmorgen om hun in vesteringsbeleid. En toch zyn al die figuren, even als de overgrote meerderheid van de kleinere ondernemrs, net als Johnny Dusbaba de mannen die heilig ge zworen hebben om zich waér te ma ken. De gemeenschap weet tegenover al hun kennis, kunde, inspanning, zorgen en risico's niet veel anders te plaatsen dan een initiatiefdodend ni- velleringsbeleid. Met de zegen nota bene van een aan tall Kamerleden die zichzelf zonder blikken of blozen een .schadeloosstelling" toekennen van ruim zestig mille. Exclusief een belastingvrije kostenvergoeding variërend tussen f 11.500 en f 18.000. Van Johnny en de werkgevers weten wy tenminste met zekerheid, dat zy zich hun beloning ook willen waar maken". Tot zover Kortekaas. „Va nzelfsprekend' Je moet er wel wat voor doen, geen resultaat zonder inspanning Dat geldt byv. ook voor het dienst verlenend bedryf als het hotel- en restaurantwezen. „Dit seizoen minder toeristen in Nederland dan vorig Jaar" schrijft „Elsevier". ..De oorza ken liggen op economisch en politiek terrein. Daar heeft heel Europa on der te ïyden. Wil Nederland zyn marktaandeel opvyzelen, dan helpt die constatering niet. Eén oorzaak over de malaise wordt niet graag onderkend: de Nederlandse zelfvol daanheid. „Ze komen tóch wel". Het is deze houding (de afnemende be reidheid om „service" te verlenen) die resulteerde in Het Grote Weg blijven. De derde industrie van Ne derland bevindt zich in de gevaren- „Vorig Jaar was er al een duide- lyke teruggang. Voor dit Jaar ziet het er nog triester uit", gaat „Else Mr. J. LUNS: geen fijn grapje, vier" verder. „Voor de buitenlandse toeristen hoeft Nederland niet meer. Vooral niet voor de Amerikanen". Er zyn tal van oorzaken: de devaluatie van de dollar, de valuta-onrust in Europa, de wereldwyde energiecrisis, het Europese prijspeil, de neergang in de effectenwereld en de onzekere wereld-economie. De Amerikanen worden in hun vakantiegedrag veel sterker door die economische onrust beïnvloed dan de Nederlanders, aldus citeert hot blad John Bertram, van het Nationaal Bureau voor Toerisme in New York. „In tyden van econo mische onrust hebben zy behoefte om dicht by huis te blyven. Dan kunnen ze zien wat er met hun aan deeltjes gebeurt. Die hebben ze byna allemaal wel. Ik ontmoet ook veel mensen die bang zyn een tydje uit het bedryf afwezig te zyn. Wie weet zit er een ander op Je plaats als Je terug komt". Gevolg: na een mager jaar 1973 nog eens een terugval van twintig procent in de Amsterdamse hotels en dus een groeiend aantal lege bedden. Maar zo zal men vragen, waar gaat de Amerikaanse toerist dén naar toe? Hy geeft de voorkeur aan het Verre Oosten, het Caraïbische ge bied, Noord-Afrika en Portugal. Kortom „toeristische ontwikkelings landen, waar de service groter is en de pryzen lager zyn dan in Europa, waar men het toerisme als een vol komen vanzelfsprekende bron van inkomsten is gaan beschouwen'. En met de Engelsen staat het er net zo voor. Natuurlyk speelt geld by dit alles een belangrijke rol. „Amerika nen echter zyn niet meer allemaal bolleboffen met dikke geldbuidels. Zy maken aanspraak op het predikaat: het meest prijsbewuste volk van de wereld". Daarnaast zyn er andere factoren. .Touroperator Willem Ruys van Hol- wel citaat van de Engelsen. land Touring Program te Den Haag: „Een vakantie wordt gemaakt door de taxi-chauffeur, de ober, het ka mermeisje en de receptioniste. Als die allemaal lachen, is de vakantie gemaakt". Maar ja, zegt Bertram, „wy zyn van huisuit niet zo*n dienst verlenend volk. Wy denken al gauw dat we minderwaardig zyn als we eens vriendeiyk tegen iemand doen". Ruys: „De nonchalance in de service heeft Italië de kop gekost. Nu lykt Spanje aan de beurt en als er niets verandert: Nederland". Klant: „Ober, myn kopje is vuil". Ober: „Vindt u?". Veel toeristen krijgen de indruk, dat Hollanders alleen maar een hand uitsteken ails ze weten da*, er veel geld in het laatje komt. De gewone toerist kan barsten. Vooral het Am sterdamse horeca - personeel komt er slecht af en wordt soms ronduit on beschoft genoemd Veel Nederlanders maken zich schuldig aan een soort vreemdelingenhaat. Maar de hoofd zaak om het ty te doen keren is: een beetje hoffelykheid. Tot zover Elsevier over de toeris tische wereld. Ten onrechte heeft Nederland gedacht, dat het allemaal .vanzelfsprekend" was, dat er maar raak kon worden gerekend en dat dienstbetoon beneden het niveau van een Nederlander is. Maar: „naed'.en dat die waert is, verleent hem God gaste", zoals de spreuk luidde, die ik my herinner uit het nu afgebroken restaurant Kuys Witsenburg in Rys- wyk. Die spreuk geldt natuurlyk niet alleen voor het horeca-bedrijf, maar voor het gehele leven. „De cost gaet voor de baet uyt" betekent hetzelfde. Niets wordt blyvend verkregen zon der dat daar iets tegenover heeft gestaan. Prachtig, dat er „rechten" zyn. Maar loop dan wél het vuur uit je sloffen om je pdidhiten na te ko men. BOEDAPEST (UPI) Welhaast onopgemerkt door het Westen is het Russische "rijk" in Oost- Europa een nieuw tijdperk binnengegaan. Voor de eerste keer sinds de tweede wereldoorlog heb ben de landen van dit rijk een nieuwe vrijheid gekregen (die ze op uiteenlopende wijzen ge bruiken) om hun eigen zaken te regelen. Moskou, afgeleid door China en de zaak van ont spanning, vraagt enkel dat de communistische partij in elk land de teugels in handen houdt en de vrede waarborgt. Berichten uit Oost-Duitsland en Bulgarije vormen een aanwijzing dat deze twee landen hun reputatie verdienen als de laatste van Moskous onderdanige satellieten. maar met hetzelfde resultaat. Een loyaliteit heeft hun door de jaren krachtige partij-controle aan de top heen meer dan 6 miljard gulden aan Sowjethulp opgeleverd. Todor ZJiw- kow, al 20 jaar lang de heerser over i alledag. Toch houden de Po- Bulgarije, versiert graag zijn hoofd- len, die een beter leven leiden dan stad Sofia met foto's waarop hij ge- Rusland voert een wat verfijnder be- ooit, hun leiders behoedzaam in het armd staat met zijn Russische col lega-partijleider Leonid Brezjnew. Milde economische hervormingen hebben geen zichtbaar effekt gehad Een reis van 3200 km van deze verslaggever door de vier andere lan den die het hart van het rijk vormen loopt parallel met Hongarije, Polen, Tsjechoslowa- gels gestoorde liberalisering in het le- kow," al 20 Jaar lang de heerser kye en Roemenië bevestigt de me ning van een Hongaarse journalist Rusland voert een wat verfijnder be leid tegenover Oost-Europa. De Rus sen zyn bereid 'n grote verscheiden heid toe te staan. Wellicht begrij- Roemenië pen ze niet wat zich hier afspeelt, in tegenstelling tot de anderen voert op een strenge politieke orthodoxie. Derde tijdperk Het nieuwe tijdperk is Oost-Euro pa's derde sinds de oorlog. Het eerste was het Stalin-tijdperk waarin Rus- i- lijkheid terwijl hij geen greintje af- land zijn satellieten plunderde in nomische en politieke liberalisering, wijking duldt. Het land moet zoveel Hongarije Roemenië een onafhankeiyk buiten lands beleid maar het binnenlands beleid is neo-stalinistisch. President Nicolae Ceausescu bevordert con stante aanbidding van zijn persoon- heeft de gok gewonnen. De ingevoer de hervormingen worden momenteel geconsolideerd. Er wordt hier en daar weer wat gesnoeid maar zowel diplo maten als Hongaren zelf zeggen dat de bedoeling hiervan eerder is het ten delen met drie of vier gezinnen. poging hen naar zijn eigen beeld consumptie-artikelen uit- te hervormen. Dit tijdperk eindigde Ceausescu's economische met de Hongaarse opstand van 1956. beleid te kunnen bekostigen dat de Vervolgens kwam het Chroesjtsjow- tijdperk van grillige veranderingen met in Moskou geoefende leiders aan het stuur. Elke stap was of gedicteerd De Roemenen zijn de enige Oost- 0f goedgekeurd door het Kremlin. Europeanen met een levensstan- Dit tijdperk liep af met de Praagse pest veel dichter by Mtinchen dan daard die lager ligt dan die van de lente en invasie van 1968 toen een te bij Moskou hebben gebracht, in stem- Russen zelf. De, tot mu toe niet ge- snelle liberalisatie althans in de organiseerde, ontevredenheid groeit. Maar, zo zeggen diplomaten, de Roe menen zijn volgzaam. ming en in levensstandaard. T sjecho-Slowakije De politieke onderdrukking die Oost-Duitsland ogen van Moskou het communis tisch bewind in Tsjecho-Slowakije bedreigde. Het kwam voorgoed ten einde met de Baltische opstanden in Polen in 1970. Arbeidsonrust en armoede culml- De DDR, het enige land van is niet verlicht. De weinige dissiden- oostblok dat niet aan de Sowjet-Unie neerden toen in gevechten die ten die niet zijn gevlucht zijn tot stil- grenst, is in Russische ogen nog 600 mensen het leven kostten. De in- steeds een beetje verdacht. Volgens vloed van het nieuwe tijdperk begint apathie. Maar een bewuste campag- Russen daar nooit ketterijen toe- ne de ontevredenheid af te kopen staan". Het eigen „economische een westerse diplomaat .zullen de nu pas goed duidelijk te worden. Nieuwe, meer nationalistisch gerich te leiders kwamen aan de macht: met consumptie-artikelen heeft zo der" heeft Oost-Duitsland de hoogste Gustav Husak in Tsjechoslowakije, goed gewerkt dat het land is terecht- levensstandaard binnen het Oost- Edward Gierek in Polen. De Russen hausse waarbij het blok gebracht. Maar niemand wee't gaven beide leiders te verstaan dat hoe politiek stabiel de DDR is le berichten blijkt dat de Tsjecho- al voordat de Berlijnse neergehaald militairen die vertrekken. slowaken berusten - en tevreden zijn. Polen Na de Poolse opstand van decem ber 1970 begonnen de nieuwe com munistische leiders in Warschau met hun eigen politieke en economische Bulgaren de Russen het meest hernieuwingen minder formeel staan bepaald niet te hunkeren om dan de Hongaarse hervormingen hun vleugels uit te spreiden. Deze gene te doen wat noodzakelijk wordt om recht en orde te herstellen. Gie- de 197.000 Russische rek verzachtte de politieke controle, gestationeerd zijn- Husak versterkte haar. Maar naar het voorbeeld van Janos Kadar in Hongarije gaven beiden hun volk het zogenaamde „goelasj-communisme" een proefje van de goede dingen. Bulgarije Van alle Oosteuropeanen mogen de Handel Oost-Europa heeft zyn handel opnieuw naar het westen gericht om westers materiaal en kennis te ver garen, Roemenië, Polen en Hongarye drijven 50 procent van hun handel voor Zweedse auto's en kleren voor buiten het communistische blok. Oosteuropeanen maken onderdelen voor Zweedse auto's en kleren voor Amerikaanse postorderbedrijven. Vaste prijzen, hoge subsidies en goed kope Russische olie hebben hen in staat gesteld tot nu toe het hoofd te bieden aan de inflatie en de ener giecrisis, maar weinig economen me nen dat Oost-Europa, nu het in de wereldeconomie is terechtgekomen, zijn problemen nog lang voor kan blijven. Zowel Oost-Duisland als Polen la ten er zich op voorstaan tot de tien hoogst geïndustrialiseerde landen van de wereld te behoren. Huisves ting blijft in het gehele oostblok een immens probleem en het is niet on gebruikelijk dat men 10 Jaar op een nieuw huis moet wachten. Maar elke stad is uitgerust met wouden van nieuwe flatgebouwen. Polen ver koopt schepen en fietsen aan het westen, Hongarije maakt bekleding voor zittingen van Westduise auto's. Roemenië en Engeland hebben een overeenkomst gesloten om vliegtui gen te bouwen met Britse ervaring en Roemeense arbeid. Westerse ban ken concureren om leningen aan communistische regeringen en met Amerikaans geld zijn Balkan-hotels gefinancierd. Twee van de drukste plaatsen in Oost-Europa zijn de Amerikaanse bibliotheek in Boeka rest en het Amerikaanse handels centrum in Warschau. Kremlin Waarom staat Rusland, met een levensstandaard die nog betrekkelijk laag ligt, dit allemaal toe? En hoe verwacht het de zaken in de hand te kunnen houden? Diplomaten menen dat het Kremlin eenvoudig belangrij ker zaken aan het hoofd heeft het Midden-Oosten, de dreiging van China, de vrijerij met de regering Nixon. Nog belangrijker, zo zeggen zij, is dat de Russen hebben geleerd dat de oude methoden van een strakke politieke controle en een starre plan-economie die de consu ment tekort doet eenvoudig niet lan ger werkt of minstens beter werkt in Rusland dan in de op het westen gerichte landen van het Oostblok. De diplomaten zijn ook van me ning dat er op korte termijn weinig kans bestaat op een nieuwe opstand In Oost-Europa. Ongeveer 350.000 Russische militairen zijn gelegerd in de DDR, Polen, Tsjechoslowakije en Hongarije. Eventuele verminderin gen, voortvloeiend uit de oost-west besprekingen in Wenen, zullen wei nig effekt hebben op de politieke macht van deze troepen. De Tsjecho- slowaakse invasie van 1968 heeft de Oosteuropeanen geleerd dat zij een onafhankelijk buitenlands beleid kunnen hebben (zoals Roemenië) of een onafhankelijk binnenlands be leid (zoals Hongarije), maar niet alle twee. Tevens zijn de Oosteuropeanen zelf het op grote schaal erover eens dat een bepaalde liberalisering onder controle moet worden gehouden. „We kennen de grenzen" zei een Poolse criticus toen hij op de vraag inging waarom de uitgevers van zijn land terugschrikken voor boeken waarin kritiek op Rusland vervat is. „We moeten rekening houden met de teerheid van het Russische volk. Het is beter nog een Jaar of twee te wachten werkelijk toch niet zo'n lange tijd in het literaire leven". Ideologische campagne naar Moskou om de Russen tevreden en op de hoogte te houden. Enkelen, zoals TsJechoSlowakiJe's Husak en Bulgarije's ZJiwkow, krijgen de goed keuring van het Kremlin door de Russische politieke lijnen te volgen. Anderen, zoals Kadar, krijgen arm slag door het Jarenlang nauwkeurig zoeken van vriendschap in Moskou. Allen hebben zich het afgelopen Jaar aangesloten bij een campagne ter versterking van de communistische ideologie. De campagne heeft veel publiciteit gekregen en byna geen praktisch effekt. „De communistische ideologie heeft nog nooit eerder succes gekend in een tdjd van welvaart" zei een Wes ters diplomaat in Warschau. „Nu moeten ze pogen uit te kienen hoe ze de welvaart kunnen behouden zon der het gezag van de partij te verlie zen". Men heeft een reeks ideologi sche conferenties gehouden om de ideologie te coördineren. Hoofdredac teuren van Hongaarse kranten die 60 procent van hun kolommen met westers nieuws vulden kregen te ho ren de Russen een fifty-fifty-verde- üng toe te kennen een geringe druk. maar „nauwelijks ingrijpend" zei een hoofdredacteur. Het grote percentage van Poolse televisiefilms uit het Westen is ietwat terugge bracht. „Ja, er zijn ideologische richtlijnen gegeven, zei een Poolse Journalist. Maar dit heeft praktisch gezien weinig effekt gesorteerd". Stabiliteit Alles wijst erop dat Ruslands bond genoten de voorkeur geven aan de status quo en een stabiel leven, vrij van de politieke aardbevingen van de laatste 40 Jr. en de onzekerheden van verandering zelfs verandering ten goede. De bereidheid van het volk het halve ei van welvaart en gedeel- teiykev ryheid te accepteren komt tot uitdrukking in de groeiende aan vaarding van de aanwezigheid van Russische troepen als een waarborg tegen opstanden. „De mensen zyn al lang biy met rust te worden gelaten" zei een in woner van Praag. Meer mensen reizen naar het westen vooral Polen en i Hongaren en er zijn er minder die wegblijven uit hun land. De groeien- de welvaart in eigen land heeft het aas van het westen minder aanlok- kelijk gemaakt. Een bijdrage daar toe leverden ook de met veel publici teit omgeven economische en poli tieke problemen in West-Eurooa. Een Westeuropese diplomaat in Boe dapest: „Voor het eerst gaan de men sen hier hun situatie vergelijken met <Jie in West-Duitsland en Frank rijk, en ze komen dan tot de slotsom dat de zaken hier nog niet zo slecht zijn".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 11