Haarlemmer straat Winkeliers verdeeld over Binnenstad onder de loep Nieuwbouw in Leidse binnenstad nu op 'hoogte' BINNENSTAD BLOEMRIJKE omstreden Wandelgebied gedeelte Pelikaanstraat-Haven LEIDEN Op zaterdag 1 april van dit jaar opende wethouder Kret van stadsontwikkeling en verkeer de promenade op het gedeelte van de Haarlemmerstraat tussen de Pelikaanstraat en de Haven, waarmee een langgerekt wandelgebied ontstond, een uitgestrekt lint dwars door de binnenstad van Leiden, slechts onderbroken door het éénrichtingverkeer op de Lange Mare en het snelle verkeer op de cityring, de Pelikaanstraat in dit geval. Diezelfde dag werden daar ook de voetgangerslichten met handbediening in gebruik gesteld. Niet alle winkeliers waren destijds onverdeeld enthousiast over het feit dat de auto voor hun deur werd velbannen naar elders. Anderen daaren tegen zagen een maandenlang streven beloond. De Haarlemmerstraattussen Pelikaanstraat en Haven. Nu, na drie maanden ervaring, zijn de meningen nog altijd verdeeld. Hartstochtelijke voorstanders huizen naast uiterst felle tegenstanders. Feit is, dat met name het achterste stuk, grenzend aan de Haven, een doodse indruk maakt, omdat er nauwelijks winkels zijn en er drie panden op sombere wijze leeg staan. Bovendien ziet ook zwembad De Overdekte er aan de buitenkant niet zo florissant uit. In de richting van de Pelikaan straat wordt het gezelliger. Daar hebben winkeliers ook spullen op straat gezet, daar krijg Je pas het ge voel op een promenade te lopen. Toch lijkt de consument de gang naar het laatste gedeelte van de Haarlemmer straat nog niet gevonden te hebben. Misschien vormt de cityring toch een te groot obstakel, al mag vastgesteld worden, dat de verkeeirsinstallaities op de Pelikaanstraat na de druk op de knop snel groen licht geven aan de voeganger. Dezelfde consument trou wens. die in wandelgebieden zich he- lass nog weinig gedisciplineerd ge draagt. Het "verboden in te rijden" wordt zowel door automobilisten als (brom) fietsers te vaak genegeerd. Overigens is bedienend verkeer tot twaalf uur 's middags wel toegestaan. Activiteiten Eén van de warmste voorstanders van het wandelgebied is de heer De- vilee, filiaalhouder van de meubel zaak Van der Klugt. Hij vooral heeft zich destijds sterk gemaakt voor de afsluiting en heeft daar nu geen spijt van, al erkent hij, dat de zaken de laatste maanden slechter gaan. "Maar daarvoor moet Je niet naar de promenade kijken, maar naar de aard van de tijd. Ga het maar vra gen in de Breestraat: ze zullen alle maal zeggen dat het veel slechter gaat. De hele handel is achteruit ge gaan. Ik zie in deze promenade be slist toekomst. Zeker nu er stoplich ten op de Pelikaanstraat zijn, heb ben we er geen problemen meer. Dat er nu kankerpitten zijn-die zullen er wel altijd blijven. Er is hier vlakbij volop parkeergelegenheid, t Is toch niet nodig dat de mensen voor de deur komen met hun auto? Na tuurlijk, we zitten hier ook met een hofje, met de Overdekte en met een school. Maar het gaat er om, dat we meedoen aan de activiteiten, die de winkeliers organiseren. We moeten ons aansluiten bij de rest van de Haarlemmerstraat". Het ls een visie, die in lijn rechte tegenspraak is met die van bv. slager Kruijer, wiens winkel in het achterste gedeelte staat: "Wij zijn er puur op achteruit gegaan. Je kan wel zeggen, dat we éénderde van de om zet kwijt zijn geraakt. De mensen die vroeger met de auto hun vlees kwa men halen, komen niet meer". Me vrouw Rood van de bakkerswinkel op de hoek Pelikaanstraat—Haarlem merstraat is het met hem eens: "Kijk wij hier op de hoek hebben er niet veel hinder van. Maar verderop zijn ze erop achteruit gegaan. Deze straat leent zich er niet voor". En ook haar buurman, slager Van Schaik klaagt: (Foto Jan Holvast). "Wij zijn tegen de promenade. De zaak ds er niet op vooruitgegaan. Wat mij betreft rijden morgen de auto's weer hier. Zoals nu is het niks". Daar vlakbij is ook Swaak, een zaak in electriciteitsartikelen ge vestigd. Filiaalhouder Palm toont zich ingenomen over de promenade: "Het is voor ons zeer zeker een verbe tering gebleken. De mensen lopen makkelijker uit en in en de zaak heef in feite uitbreiding gekregen, doordat we spullen op straat kunnen uitstal len. Vroeger was het toch geen lo pen hier? Een moeder met kinderwa gen kon hier nauwelijks komen, want die liep elk moment het gevaar door een auto te worden aangere den". Ook Van Brussel van de speel goedwinkel gebruikt de straat als etalage. Hij heeft geen merkbare vooruitgang geconstateerd, maar blijft voorstander van t wandelgebied „al kan ik me voorstellen dat 't voor de mensen in het midden moeilijker is". De heer Voskuil van de Hakken bar zegt echter, dat het hem "hard is meegevallen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik aanvankelijk een tegenstander was. Mijn omzet is echter steeds ge stegen. Van mij mag 't wu zo blijven". Van Dorp van de galanterie zegt dat het niet veel uitmaakt, "maar 't bevalt mij wel". De "Sleutelkoning" maakt een voorbehoud: "Het is geen vooruitgang en het is geen achteruit gang. Eigenlijk is dit niet geschikt voor een promenade, vanwege de Pelikaanstraat". De heer Van Valderen van de mo dezaak Ledropa is voorstander, maar heeft nog geen definitief oordeel: "De voordelen moeten nog blijken, dat is een kwestie van tijd. De mensen we ten het vaak nog niet dat hier een promenade is". De eigenaar van de Houthoek heeft ook geen verschil geconstateerd: "Dit is een dood stuk en dat zal het altijd wel blijven. Of je moet helemaal geen verkeer meer toelaten, dan zie ik het wel zitten". En mevrouw Van der Lely van de vishandel zegt: "Soms denk je wel eens, het is niet goed zo. Maar ik kan niet merken dat het stiller wordt. Maar dat komt natuurlijk doordat er haast geen viswinkels meer zijn". De heer De Zwart, filiaalhouder van Si mon de Wit, beweert dat zijn omzet gestegen is, "maar wij zijn in princi pe tegen afsluiting van de straat, om dat het de straat altijd dood maakt". Sigaren- en tijdschriftenhandelaar Slats ten slotte meent: "Zoals nu is het aan de ene kant goed en aan de andere kant slecht Je moet kiezen: of verkeer of niks. Nu rijden ze maar aan. Alles moet eruit. Maar dan ook alles". Pieter, Els, Koos en mevrouw Boon hebben hun b.b.h. Ze waren het thuis-zitten moe. Daarom zochten ze een baantje. Een uitzendbaantje. Vanwege de vrijheid. LUBA heeft ook voor u diverse b.b.h. Als u slim bent komt u morgen even. LEIDEN: Nieuwe Rijn 35. Telefoon 01710—40341. ALPHEN A. D. RIJN: Donizettihof 10. Telefoon 01720—94698. ZATERDAG 13 JULI 1974 LEIDEN Twee gebouwen in de steigers, die "de hoogte" hebben, een reden voor Jan Holvast om dit werk-in-uitvoering vast te leggen. Links het nieuwe Oudeliedenhuis aan de Nieuwe Rijn. Waar nu punt daken op een gebouw met veel ra men naar de hemel wijzen, lag vroe ger de Waardgracht, het Slootje Gods, waarover zoveel te doen is ge weest betreffende het al dan niet verdwijnen. Het bejaardentehuis gaat „Huis op de Waard" heten. Na jaren van afbraak is er nieuwbouw in het gebied Herengracht-ZijlsingeL Niet ver hier vandaan, aan het Utrechtse Jaagpad, verrijst een an der gebouw, een flat voor werkende jongeren, die op de plaats is geko men van het fabrieksgebouw van Backer en een herenhuis aan de Ho ge Rijndijk (foto rechts) De bouw van het nieuwe onderkomen van de studentenmensa aan de Kaiserstraat vordert gestaag. En wel zo zelfs, dat het gebouw geheel volgens verwachting in september geopend kan worden. Het ziet er overigens naar uit dat het principe van alleen-voor-studenten niet zo streng gehanteerd zal worden. Dat gebeurde trouwens ook niet bij de huidige mensa in het Prytaneum, waar werkende jonge ren en andere categorieën van eetlustigen eveneens (oogluikend) werden toegelaten. De nieuwe men sa, die zal ivorden uitgerust met de tamelijk plompe naam "De Bak", biedt plaats aan 600 bezoekers en heeft een "produktie" van 1000 maaltijden per dag. En als het dan nog smakelijk is ook. (Foto Jan Holvast). LEIDEN Een foto zoals hiernaast is geen uitzonderlijk beeld in de Leidse binnenstad. Gelukkig niet. Het fleurige, met bloemen beklede geveltje viel fotograaf Jan Holvast op in de Camp, een verder vrij grauw stukje binnenstad tussen Haarlemmerstraat en Oude Vest. Op papier ziet dit wijkje er in de toekomst beter uit. In werkelijkheid is het door afbraak van pakhuizen nu al een stuk beter dan enkele jaren geleden. Gelukkig zei ik. Wie door de binnenstad gaat, ziet op allerlei plaatsen, in tal van straten en straatjes, bloemen aan de gevels en tussen de stenen. De bewoners maken hiermee iets goed van het tekort aan groen in het stenen stadshart, dat een redacteur van de KRO-radio-rubriek „Echo" deze week in deze krant terecht signaleerde. Ik ben het overigens niet met hem eens, dat die bin nenstad alleen maar troosteloos is. Er zijn tal van aantrekkelijke hoekjes en plekjes. Ik weet, dat ik nu weer het verwijt krijg, dat ik zoiets zeg zonder te weten wat het is om in de binnenstad te wonen. Gesprekken met bewoners hebben me geleerd, dat het inderdaad niet alles is om hier te wonen ente slapen. De late avond en de vroege nacht brengen vooral in de wijken, waar de horecabedrijven welig tieren, veel stampij. Mensen, die al lang in de binnenstad wonen, vinden ook, dat de zaak verpaupert. De studenten hebben altijd al hun stempel op de binnenstad gedrukt, maar de laatste jaren wordt dat vooral ge demonstreerd door veel vernielingen, zo vinden de mensen, van wie sommigen met bloedend hart hun in het algemeen fijne huis in het hart van de stad verlaten. Zo'n stemming is jammer en juist in een periode, dat Leiden probeert de binnenstad meer bewoonbaar te maken door o.a. het verkeer binnen de perken te houden. Ook dat gebeurt niet tot ieders tevredenheid. Het afsluiten van stukken binnenstad brengt extra drukte elders. Voor bewoners is dat vervelend, zeker als er geregeld auto's zó voor hun deur worden geparkeerd, dat ze hun huis niet in of uit kunnen. Een voorbeeld hiervan is het stuk Ra penburg tussen de Academie en de Kaiserstraat. Om terug te komen op de bloemetjes, ook daarover kunnen bin nenstadbewoners een boekje open doen. De in ingezonden stukken gesignaleerde vernielingen van bloembakken e.d. vormen helaas geen uitzondering. HANS MELKERT BKgae üttiisl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 3