EERBETOON AAN MORRISON
Campra:
van het
de grootmeester
opera-ballet
Onbekende Berry
Max Greger in het
spoor van Miller
Ashford en Simpson
MUZIKALE FAMILIE RICH
Lefevre en Faith
voor een heerlijk
achtergrondmuziekje
Bill Haley
The King
ZATERDAG 13 JULI 1974
Jim Morrison is allang dood
en begraven (tussen de Franse
dichters)de herinnering aan hem
blijft toch maar ste-vJ.s springle
vend. Je kunt alleen aan hem te-
rugdenken als aan een geweldig
musicus in de ruimste zin des
woords; de dichter tussen de roek-
klanten, die met ziln vaak gela
den poëtische teksten de nop-mu
ziek een heel eind verder heeft
gebracht op de weg van de ont
wikkeling. De groep The Doers
dreef volledig op de bekwame lei
der. Morrison was The Doors, The
Doors konden worden gepersoni
fieerd in Morrison. Tijdens vjjn
leven werd dat mlss'ihien nog
niet al te zeer beseft, na t-'Jn
dood realiseerden de groepsleden
zich dat wel snel. John Densmore,
Ray Maozarek en Roboie Kr'e-
ger, van wie de laatste twee in
middels de Butts Band hebben
gevormd, probeerden net nog *<°n
poosje met z'n driïin. Een ex
periment dat gedoemd was te
mislukken. Met Jim Morrison
ging namelijk veel meer heen dan
alleen maar een groepslid. Met
hem moesten The Doors de grote
inspirator begraven, de formi
dabele vocalist die zHn eigen ob
scure teksten (vaak over het on
vermijdelijke dat aan het eind van
ieder leven wacht) zo diep be
leefde. Met Morrison verdween
de kracht die The Doors oozwcep-
te naar zulke prestaties als wer
den geleverd in weergaloos knap
pe werkjes als Riders on the
Storm en The Soft Parade. Twee
lange nummers van resp. 7.14 en
8.40 minuten, als absolute hoog
tepunten op een LP (Doors Vol
II), uitgebracht in de Star Col
lection van Midi. Aangevuld met
o.a. Morrison-lyrics als Horse La
titudes en Wild Child, met rfcht
toe recht aan werk zoals gede
monstreerd in Runmin Blue en
Touch me van Robbie Krieger en
de groepscompositie Hello, I love
you een LP om onmiddellilk mee
naar huis te nemen. Al was het
alleen maar om de herinnering
levend te houden aan Jim Mor
rison, een figuurlijke mijlpaal in
de geschiedenis van de populaire
muziek.
P.d.T.
STEEDS DE NIEUWSTE GRAMMOFOONPLATEN
vaii Zijp
HAARLEMMERSTRAAT 279
LEIDEN-TEL. 01710—24010
„In the mood for hits" i
kest van Max Greger t'olydor
2371465.
In december zal het dertig Jaar
geleden zijn dat Glenn Miller de
dood vond bij een vliegongeluk
boven het Kanaal. Hij was toen
pas 40 jaar en het in de bloei
van zijn muzikale leven. Zijn tijd
was kort, maar hij bleek er meer
dan genoeg in te hebben verricht
om tot een legende te worden.
Loop, dertig Jaar na zijn dood,
een willekeurige platenzaak in en
je vindt nog opnames van zijn
werk. Hét teken van pure groot
heid.
Het aantal orkesten dat hem
Campra Les fètes vénitien-
nes (suite). Collegium Aureum.
BASF 20 29102-2.
Nadat Lully lange tijd in
Frankrijk muzikaal alleenheer
ser was geweest, heeft zijn in
vloed nog lang op de Franse mu
ziek doorgewerkt. Fen van on
middellijke opvolgers, André
Campra <1660-1744) bouwde met
succes voort op de formules, die
Lully zo listiglijk nad uitgewerkt.
Met name op het gebied van die
typisch Franse uitvinding, de ope
ra-ballet, warenLully en Cam
pra grootmeesters.
De voor mij liggende plaat be
vat voornamelijk de balletmuziek
uit de opera Les fêtes vénitiennes
(1710). Deze opera was bij het
publiek zozeer geliefd, dat hij rog
ruim vijftig jaar na het ontstaan
op het programma van de Aca
demie royale de musique stond.
Navolgingen ervan bleven niet
uit: de eerste heette Les fêtes
parisiennes.Toch mag men
de composities van Campra niet
zonder meer afdoen met de kwa
lificatie epigonenwerkhoewel
de opbouw van de opéra ballet
zorgvuldig naar Lully werd ge-
copieerd zien we bij Campra
reeds in L'Europe galante, dat
hij openstond voor de Italiaanse
invloeden, die door Lully vzelf
een Italiaan!) zo zorgvuldig wa
ren geweerd.
Les fêtes vénitiennes bevat
drie cantates in een gematigd
Italiaanse stijl. De handeling
wordt waar mogelijk onderoro-
ken voor een dansje: een onont
beerlijk element in de Franse ope
ra, daar Lodewijk XIV en zijn
gevolg tijdens gala-uitvoeringen
zelf meedansten. Uit deze dansen
heeft men voor deze plaat een
keuze gemaakt. De selectie wordt
gespeeld door het Collegium Au
reum „auf Original-Instrumenten"
welke kreet voor sommigen een
kwaliteitsgarantie schtint te zijn.
Gelukkig werkt men nu eens niet
met overdreven rubatie, zodat
het danskarakter behouden blijft
Aan de andere kant zijn het wel
bijzonder houterige dansen gewor
den, aangezien de overwegend
Duitse zware aanpak niet veel
overlaat van de Fr a use élégante
en de Italiaanse gratie. De klank
van de plaat is tamelijk schril.
RGH
Status Quo
constant op
hoog peil
Status Quo Quo. Vertigo 9102
Met slechts één "wissel" in bijna
tien jaar behoort Status Quo tot
de meest constante formaties in
popiand. Gestart als schoolband-
je forceerde het Engelse kwartet
in 1967 de doorbraak naar succes
met Pictures of Matchstick «zo
wel in Engeland als in Amerika
goed voor een top 5-plaats) en
vanaf dat moment is er aan fans
geen gebrek geweest. 8ongs als
Ice of the sun en Down the dust-
pipe vonden al even soepel de
weg naar de koper, zodat het on
getwijfeld wel de nodige hoofd
brekens zal hebben gekost, voor
dat Status Quo in 1969 van stijl
veranderde. Met het omgooien
van het roer kozen de vier musici
voor muziek waar zij achter ston
den en waarvan zij hielden. Te
gelijkertijd werd besloten om in
het vervolg zelf de teksten te
schrijven. Van die zelfwerkzaam
heid leggen zanger/gitarist Mike
Rossi, Alan Lancaster, John
Gcghlan en Rick Parfitt volop ge
tuigenis af op de nieuwste lang-
speler "Quo", waarvoor alleen de
hulp is ingegroepen van Robert
Young. Voor het overige hebben
Rossi c.s. hun rauwe, agressieve
sound, die associaties oproept met
de muziek van Slade, zelf voor
zien van teksten, die van een be
hoorlijk niveau zijn. De vergelij
king met Slade impliceert overi
gens niet dat de LP Quo' uitslui
tend is gevuld met de hardere
rock. Het slotnummer, Slow train,
kent bijvoorbeeld een vrij lang
intro, waarbij met wat fantasie
"The Irish Washerwomen" van
de Jumping Jewels te herkennen
is. JP-
Manitas de
Plata: virtuoos
Hommages - Manitas de Plats -
Embassy 31003.
Voor diegenen, die deze zomer
hun vakantie hebben doorge
bracht of nog door gaan brengen
in Spanje en iets willen vasthou
den van dat zonnige land en de
flamenco-klanken is op het Em
bassy-label een herpersing uitge
bracht. van Manitas de Plata's
Hommages. De plaat bevat zeven
maal een eerbetoon aan bekende
personen, onder meer Pablo Pi
casso. Salvador Dali, Jean Coc-
teau en Brigitte Baidot. De
achtste maal bewijst hij die eer
aan zijn gitaar. Alles tezamen ge
nomen een kleine veertig minuten
vituoos gitaarspel Sprankelend
getokkel dat getuigt van een on
navolgbare beheersing van het
instrument en een imponerend
muzikaal gevoel.
B.vJL.
Asnford en simpson. I wanna
be selfish. Warner Bros. BS 2789.
De titel van de plaat mag dan
niet al te uitnodigend zijn (het
egoïsme is als uitgangsthema ge
kozen), de nummers op de lang-
speler zijn dat beslist wel. Want
al zijn Valerie Simpson en Nick
Ashford dan niet de bekendste
vertegenwoordigers van de soul
muziek, toch weten zij op *n fijne
manier te profiteren van de re
vival van de soul.
De opvolger van de LP "Gim
me something real' roept een groot
aantal vergelijkingen op met an
dere artiesten, zonder dat nu di
rect van plagiaat kan worden ge
sproken. Niet alleen tekende het
donkere duo zelf voor alle tek-
stn en voor de produktie, maar
bovendien heeft het in het ver
leden Juist een zekere faam ver
worven door het leveren van songs
aan anderen. Zo werd onder meer
Ray Charles door Ashford en
Simpson voorzien van het beken
de "Let's go get stoned" Valerie
Simpson had, voor zij een muzik-
kaal "één tweetje" aanging met
Ashford ook al 'n poging gedaan
om ie top te bereiken via twee so
lo-elpees: Exposed en Valerie
Simpson. Wanneer zij op "I wan
na be selfish" op de solotoer gaat
lijkt zij in te haken op de ver
maarde Philly-sound. Vooral in
een werkje als Don't fight it krijg
je de indruk alsof een van de
Three Degrees even als gast in t
langspeelprogramma is opgeno
men. Het is een zowel nummer
met een dosis melancholie,
waarop Ashford halverwege invalt
zonder de "betovering" te verbre
ken. Het sentiment dat dan wordt
verkregen keert in meerdere bal
lades terug. Zo gauw net ritmi
scher werk wordt aangepakt gaan
Ashford en Simpson de kant op
van Ike en Tina Turner of Sam
en Dave. Maar al lijkt het nog
al eens een imitatie, vervelend of
storend is het niet.
JP.
poogt te imiteren is nog al
tijd aanzienlijk. En dat is dan
iets dat in schrille tegenstelling
staat tot Millers eigen opvattin
gen. Hij heeft nooit willen imite
ren, nooit dingen van anderen
willen overnemen, hij zocht en
zocht naar een eigen klankkleur
en vond die na veel geploeter in
1938 met die combinatie van kla
rinet, twee alt- ne twee tenor
saxofoons. Je zou wensen dat he-
dentendage orkestleiders met even
grote heftigheid op zoek waren
naar een eigen geluid.
Dit moet ik even kwijt ter in
leiding von de nieuwe LP van
Max Greger, ook al zo'n orkest
leider met een nimmer verble
kend respect voor Glenn Miller.
Hij heeft zich afgevraagd hoe
Miller de hedendaagse muziek
zou spelen en een aantal bekende
melodieën (Tie a yellow ribbon,
Goodbye my love. Pour un flirt.
Der kleine Prinz, Rote Rosen,
Eviva Espana enz.) met grote
nauwgezetheid op de Miller-ma-
nier verklankt. Het resultaat is
lang niet onaardig, al speelt het
orkest van Max Greger sommige
stukken wel wat erg gladjes. Ik
heb er het RCA album (Glenn
Miller. A memorial 1944-1969) op
na gedraaid om het verschil te
horen. Miller is eenvoudig sub
tieler. En dat kan ook bijna niet
anders. Glenn Miller speelde zoals
hij zelf was, Max Greger doet
hem na. Het origineel overtref
je nooit. Daarmee wil overigens
zeker niet gezegd zijn dat Greger
dit werk maar had moeten laten.
Integendeel, het blijft een genoe
gen hedendaagse muziek via een
Miller-orkestratie te beluisteren.
Sergio Mendes
handhaaft sfeer
op Vintage 74
Vintage 74 Sergio Mendes
and Brasll 77 Bell records
2308 090.
De Braziliaan Sergio Mendes is
geen nieuwe verschijning in de
internationale muziekwereld. In
tegendeel. Zijn „typische sound"
is alom bekend en heeft hem
de loop der Jaren een vaste ketn
van platenkopers bezorgd. Vorig
Jaar doopte hij zijn groep Brnsi!
66 om in Brasil 77, zodat hij
enkele jaren vooruit kan. In zijn
muziek veranderde niet bijster
veel. Vandaar dat zijn nieuwe
langspeler Vintage 74 weinig v
schilt van de in 1973 uitgebrachte
Love Songs. Wel is er inmiddels
een wijziging in de bezetting ge
komen. Bassist Sebastian Neto is
om onbekende reden verdwenen
en heeft plaats gemaakt voor
Joe Osborn en Ootavio Bail'.y Jr.
die afwisselend op de nieuwe elpee
de basklanken voor hun rekening
nemen. Gebleven zijn de twee
zangeresjes Gracinha Leoorace
en Bonnie Bowden, van wie de
laatste verrast met een haarzui-
ver gezongen Waiting for love t
Bandy McNeill. Als er ergens
plano gespeeld moet worden
neemt baas Mendes zelf p'aats
op de kruk. Op de plaat Vintage
wordt vaak een beroep gedaan
op de compositorische talenten
van de blinde Stevie Wonder. Niet
minder dan drie van de tien nu
mers zijn van zijn hand. Zoals
gezegd, veel nieuws is er op de
plaat niet te ontdekken. Het
sfeertje is gebleven, zodat zijn
fans wel weer tevreden zullen
zijn. Maar of hij met de plaat
in staat is nieuwe liefhebbers
winnen wagen we vooralsnog te
betwijfelen.
8.V.L.
Very special love songs
Charlie Rich Epic 80031.
De populariteit van de Ameri
kaanse zanger Charlie Rich be
gint ook in Nederland merkbaar
te worden. Reden voor CBS om
Raymond Lefevre et son grand
orchestre nr. 18 Riviera 421
091 Percy Faith and his orchestra
New Thing Columbia KC
32803.
Goede wijn behoeft geen krans
is een oude zegswijze die zeker op
gaat voor orkestleiders als Ray
mond Lefevre en Percy Faith.
Belden hebben gedurende een lan
ge reeks van Jaren gezorgd dat
de liefhebbers van verantwoorde
achtergrondmuziek op hun wen
ken bediend werden. De nu 45-
jarige Fransman Raymond Lefe
vre kreeg alom waardering voor
zijn muziek die WJ voor 'n groot
aantal films en voor tv-program-
ma's van de ORTF maakte en
zijn platen worden op 't ogenblik
ln meer dan veertig landen ver
kocht.
Die wereldwijde vermaardheid be
zit ook Percy Faith, een man die
onder meer beroemd werd door
„The song from Moulin Rouge", A
summer place" en „Swedish rapso-
dy\ Van Raymond Lefevre ver
scheen dezer dagen de achttien
de langspeler ln een regelmatig te
rugkerende reeks, waarin hij
steeds wat recent hit- en film
werk bij de kop neemt en om
werkt tot 'n ragfijn arrangement.
Uit de filmsector pikte hij dit
maal Papillon, Thema uit de film
„Tol qui regarde la mer" en
Avanti, uit de film „Tendre Ca
thy", Van het hitfront is op de
Levreve-elpee onder meer het
Carpenters-succes Yesterday
once more, de topper van Patrick
Juvet „Toujours du cinema",
Mick Jaggers Angle en Let me
try again van het duo Jourdan-
Caravelli te vinden.
Bij Percy Faith is het van het
zelfde laken een pak. Ook hier
twee filmthema's, te weten "The
way we were", een voortreffelijke
compositie van de hand van Mar
vin Hamllsch voor de rolprent
met ln de hoofdrollen Barbara
Streisand en Robert Redfort. En
het thema uit de film „Serpico".
Uit de hitparade plukte Faith het
Eurovisie-songfestivalsucces "Eres
tu" en van wait oudere datum
zijn „Strangers an the Share" en
„Land of a thousand dances"..
Zowel de schijf van Faith als
die van Lefevre verdienen onge
twijfeld een plaatsje in dt disco
theek van de fans van orkeststra-
Ie klanken. Bv.L.
een nieuwe langspeler uit te bren
gen vol met „very special love
songs". De stem van Charlie ligt
prettig in het gehoor, is wat ge
polijst maar niet zodanig dat alle
expressie verloren gaat. Zijn
liedjes hebben meestal een dui
delijke country en folk inslag hoe
wel zo nu en dan ook de rythm
and blues om de hoek komt kij
ken. Charlie Rich begeleidt zich
zelf bij vrijwel alle nummers op
de piano.
De basis voor de muzikale car
rière van Charlie Rich werd ge
legd in het Amerikaanse leger
waar hij met een paar vrienden
een groep oprichtte met de naam
„The Velvetones". Hun rythm
and blues muziek was goed ge
noeg voor een eigen wekelijkse
televisieshow. In de States be
haalde hij veel succes met een
country-getint solonummer „Sit
ting and thinkin". Ook als com
ponist leverde hij goed werk:
zijn „Lonely weekends" werd een
grote hit.
Op de nieuwe langspeler staat
ook eigen werk van Charlie Rich
zoals Why, oh why. Stay. There
won't be anymore. De hele fa
milie Rich is trouwens erg mu
zikaal want ook zijn vrouw Mar
garet Ann en aijn 17 Jaar oude
zoon Alan schreven muziek voor
Charlie. Margaret componeerde
het bijzonder fraaie A field of
yellow daisies, terwijl zoon Alan
verantwoordelijk was voor Pretty
People. Al met al werd het een
bijzondere schijf, die mede dank
zij nummers als A very special
love song en Why don't we go
somewhere and love, een aanbe
veling waard is.
B.V.L.
"Chuck Berry's Golden Decade"
vol. Ill dubbelelpee Chess 2
CH 60028.
Van de drie koningen van de
rock 'n roll (Bill Haley, Elvis
Presley, Chuck Berry) was laatst
genoemde stellig de meest muzi
kale en creatieve, maar in Neder
land toch de minst bekende.
In Vol. IH van Chuck Berry's
Golden Decade (opnamen uit de
periode 1955 - 1966) zijn niet de
allerbekendste werkjes van hem
opgenomen, want dde zitten uiter
aard al in de vorige volumes.
Maar dat verhindert toch niet dat
er veel te genieten valt. Ik noem
maar even wat
Our little rendez-vous. Go Bobby
Soxer, St. Louis Blues, My little
love light, The man and the don
key, I got to find my baby, A
broken arrow. Bovendien staan er
nog vijf opnames op. die nog nooit
zijn uitgebracht. Chuck Berry,
zijn gitaar en zijn mannen, spe
len er weer onstuimig op los. Het
best vind ik hem in het instru
mentale gedeelte, met nummers
als Rolli Polli, Ingo, Blues for Ha-
waiins en Blue on blue.
Voor de echte Chuck Berry -fans
(als die er in Nederland nog zijn)
is dit een plaat om nog heel lang
bij stil te staan.
R.P.
Dr. John valt door gat van plaat
The Night Tripper Gris Gris
Dr. John Atl 30045 C.
Van datgene wat mensen als
dr. John menen te moeten voort
brengen, zullen massa's argelozen
wel nooit iets begrijpen. Het
wordt muziek genoemd wat aan
kommer en kwel de boxen ver
laat en zoals de een of andere
malloot nog niet zo lang geleden
de nichtenrock heeft uitgevonden,
zo heeft ver daarvoor al een an
dere vreemdeling op deze wereld
de psychedelische rock het da
gelijks (of beter, het nachtelijk)
leven ingezonden.
Met brekende stemmen, Janken
de gitaren en flitsende lichten (bij
live-optreden) moet opwin
ding worden veroorzaakt. Vooral
die lichten lijken hulpmiddelen
om de aandacht van de .muziek"
af te leiden. Zodra het soort kna
pen als dr. John je vanaf de
plaat toekrijsen, vallen ze Jam
merend door het gat dat in het
midden zit. Leg de rerelease van
dr. John, waarsohijnlijk gepromo
veerd op het thema „Hoe pijnig ik
de gehoororganen, een studie van
jammerklachten", maar eens op
de draaitafel. Het heeft nauwe
lijks zin om verder op de waarde
en kwaliteit van dat soort werk
in te gaan. De liefhebbers kennen
die, de tegenstanders evenzeer.
P.d.T.
Op deze muziekpagina
bijdragen van:
Ron Harms
Ruud Paauw
Jan Preenen
Paul de Tombe
Eindredactie:
Bram van Leeuwen
TWAALFMAAL ZESTIEN HITS
Bingo 16 piano hits Bobby
Crush Stereo 9295 002 Philips.
De gloeilampenfabriek uit het
zuiden heeft de zomermaanden
ingeluid met een dozijn langspe-
lers in de goedkopere prijsklas
se. Op de elpees zijn onder meer
te vinden Glenn Miller-hlts, Ac
cordeonhits, Dixielandhits, Duitse
hits, Tango hits, Zuidamerikaan-
se hits, hits voor zomaar een zo
meravond, Vertigo hits, Gouden
hits, Piano hits, Draaiorgelhits.
en Kinderhits. Steeds 16 stuks.
U ziet het, het hitwerk kan niet
op. We pikten voor u uit deze
reeks de Piano hits waarop de
voor mij totaal onbekende Bobby
Crush figureert. Hij doet het al
lemaal niet onverdienstelijk en
gezegd moet worden dat hij de
vele piano evergreens redelijk ten
gehore brengt. Variërend van Mis
ty, Honeysuckle rose, Bewitched,
Lullaby of birdland tot Canadian
sunset, Chopsticks en Ain't mis-
behavin'. Een uitzondering zou
ik willen maken voor „The Sting"
het thema uit de gelijknamige
film, waarbij Bobby Crush r
zich met een Jantje van Leiden
van afmaakt.
B.v.L.
Live in Londen '74 Bill Ha
ley and the Comets, Atl 40555
U (K 51501).
De tijd lijkt twintig Jaar te
worden teruggeschroefd als Bill
Haley's Live in Londen '74 over
de pick up cirkelt. Je waant je
weer aan het begin van het roek-
tijdperk dat startte met het
daarna zo'n twintig! miljoen
maal verkochte nummer Rock
around the Clock als titel
song van de film Blackboard
Jungle. Een golf van massaal
enthousiasme sloeg over jonge
muziekliefhebbers bij het horen
van dat destijds zo opwindende
geluid. Vormen van hysterie v
den veroorzaakt bij een ldve-op-
treden van Bill met het vettig
gepommadeerde lokje en zijn
makkers die hun nieuwe muziek
(die pop-, country en R
B elementen in zich verenigde)
razendsnel in allerlei lichaams-
standetn naar een climax vc
den. Vetgekuifde baasjes waren
na een avondje ronkende rock
opgewonden dat vaak een ma
sale knokpartij volgde. Als de zaal
of een aanverwant perceel niet
kon worden leeggeramd, dan
was de gebeurtenis niet voltooid,
was dat wel gebeurd dan kon pas
innig tevreden op een echte hap
pening worden teruggezien.
Verleden tijd?
Vergeet het maar. Toen Bill
en z'n onafscheidelijke Cornets,
wat omvangrijker allemaal met
keurig geklede jasjes om de boel
althans nog een beetje bij elkaar
te houden, ln maart van dit ja
in Londen (waar de LP live is
opgenomen) optraden, kreeg de
show weer zo'n slot. En werd
opnieuw een knap partijtje ge
knokt door de verzamelde fans
die die goeie ouwe tijd zodoende
helemaal lieten herleven. Ook het
motief was waarschijnlijk het
zelfde: de fans wilden meer
ren van Bill, die al weg was. („We
want Bill" staat als yell aan
begin en het eind van de lang-
draaier). Terecht hoor, want wat
de man ook na twintig Jaar nog
presteert, mag er heel best zijn.
De scherpe kantjes zijn er een
beetje af, het is een tikkie minder
fanatiek, maar het is nog steeds
snorkend opwindend met als
fraaiste instrumentale uitschieter
het nummer Spanish Eyes. De
heer Haley mag dan ouder zijn
geworden, zijn muziek blijft nog
Jong en Bill zelf ls nog steeds
The King, de grootmeester, het
fenomeen. Live in Londen '74 be
vestigt het. de yell: „we want
Bill" evemeeir. P.d.T.