iSSSSSSi Paleken ÉÉy&.'t 2 em. Bordelen.. k In het Belgische grensplaatsje Meer, niet ver van Breda, is een vreemde bouwerij gaande. Een Nederlandse rijkaard heeft zich ergens een kasteeltje aangeschaft, het doen afbreken en werklieden zijn in Meer al een goed eind gevorderd met het kasteeltje steen-voor-steen daar weer op te trekken. Het is eigenlijk geen gezicht, deze stenen statigheid, want het kader ontbreekt zo'n edel bouwwerk moet in een ruimte staan, op z'n minst met een gracht er omheen of aan het eind van een lange oprijlaan. Niet zoals hier, in een terreinplooi en tussen struiken. Ook denk je: dat zal een paar centen kosten. Maar dat denkt de wandelaar steeds als hij hier, in de Meerse Bergen rond kijkt. De bungalows hier troeven elkaar af in kapitaal opzicht. En aan steeds mooiere en grotere zijn am bachtsmensen bezig te bouwen. De eigenaren en bewoners: allemaal Nederlanders. De Belgische grensstreek, van west naar oost, schijnt een heel aparte ..overloop-functie" te hebben gekre gen. De Nederlandse welgestelden uit de zuidelijke provincies zijn naar plaatsen als Brasschaat, Meer, Achel, Aredonk en Lommei getrok ken en bouwden er hun villa's. Steeds meer doen er dat, al is dé grote attractie van het over de grens wippen, flink afgezwakt. Vroeger namelijk hoefden Nederlan ders, die in Belgié woonden, maar in Nederland werkten, in België geen inkomstenbelasting te betalen. En dat scheelde bij die inkomensgroepen, voornamelijk on dernemers, een flinke Jas. Vanaf 1970 echter mag Nederland met behulp van de Belgische fiscus inkomstenbelasting innen bij hen. Eén voordeel om als kapitaalkrach tige in België te wonen, blijft dan nog: België heft geen vermogensbe lasting Wie dus zijn vermogen mee het land uit neemt en van de vruchten ervan in België leeft, betaalt slechts over dat inkomen belasting (aanmer kelijk lager bovendien dan vol gens het tarief dat Nederland han-' teert). Het kapitaal blijft echter, anders dan in Nederland, onaange tast. Bestaat het vermogen uit onroerend goed je kunt geen panden mee over de grens nemen, of het moest zo'n mal kasteeltje zijn dan zijn er toch ook nog kunstjes. „Je kunt bijvoorbeeld een hypo theek op Je bezitting nemen. Het mes snijdt dan aan twee kanten: in Nederland kun Je die hypotheekren te van Je inkomen aftrekken en het bedrag van de hypotheek kun Je in België weer beleggen, zodat je er rente van trékt". Het is de heer Jo Bayings, die ons dat uitlegt. Hij voegt er onmiddel lijk aan toe: „Niet dat ik dat dóe hoor, maar ik weet dat het moge lijk is dat het gedaan wordt. Door te zeuren bijvoorbeeld over fiscus te pesten, als die weer eens zout op slakken heeft lopen leggen. Door te zeueren bij voorbeeld over een restaurantnota van honderd piek, die tussen je onkostenbeschei- den zit. „Was dat etentje wel nó dig...?" op die manier". De heer Bayings is een van de oud ste bewoners van de Nederlandse enclave in Meer. Hij (66) is Breda's onbetwiste horecakoning. Zijn be drijf levert bier en gedistilleerd aan zo'n 700 oafé's en slijterijen en hij be zit („ik kan het soms niet bijhou den...") zelf ook nog eens ettelijke bars en hotels. Een meervoudig mil jonair. Hij vestigde zich zeven Jaar geleden in het bungalowpark Meerse Ber gen. „Ik was toen de derde Hollan der," zegt hij, „nu hebben er hier al zo'n veertig hun huis gebouwd. Ze zijn gekomen als motten op het licht, vooral het laatste Jaar. Logisch met zo'n regering, die last van d'r stoelgang heeft. Ja hoor, u mag het weteh: ik ben anti-rood en zéér van de V.V.D.". De heer Bayings verklaart niét voor het belastingvoordeel naar België te zijn gegaan. „Het was eenvoudig zo, dat mijn zoon in 1966 trouwen ging en hij mocht mijn huis hebben. Zelf wilde ik toen een nieuw huis laten bouwen, maar als je toen bo ven de, ik geloof 75.000 gulden ging. kreeg je geen vergunning of je moest er drie jaar op wachten. Bij toeval reden mijn vrouw en ik toen eens door Meer en daar kregen we te horen: een bouwvergunning? Oh, dat is hier in veertien dagen ge piept. Nou, wat doe je dan als Meer een kwartiertje rijden van je werk is"? „Niet voor de belasting", herhaalt de heer Bayings", ik betaal tonnen belasting in Nederland, mijn tarief is 73 procent, dus ga maar na. En voor die vermogensbelasting? Over een miljoen betaal je zevenduizend gulden, zo ongeveer. Dus daar ga je ook niet voor weg". Waarom dan wel? „Gewoon, omdat ik hier heerlijk wonen kan", zegt Bayings, „kijk eens naar mijn huis"! Dat huis, „Meerrust" geheten, is een kapitale bungalow met vele rijk aangeklede vertrekken, twee garages, studeerkamer en boudoir, meerdere badkamers en een knusse bar in het sousterrain, Er omheen een prachige tuin; de lap grond waarop Bayings" state gebouwd is, beslaat 3000 m2. „Ik betaalde toen, in 1966, een tientje per vierkante meter. Nu is die prijs al vijftig gulden", zegt de eigenaar. „Wie nu bouwt, en hij moet een perceel van minimaal 3000 meter kopen, s dus voor de grond al an derhalve ton kwijt. Maar er zijn er ook, die kopen 5000 meter". Nee, het is niet om de goedkoopte, dat de Belgische grensstreek een Nederlandse lintbebouwing krijgt. „Bouwen is hier even duur als in Nederland", weet de heer Bayings", bovendien ga je er snel toe over een Nederlands aannemer te laten komen; die kun je wat meer achter zijn vodden zitten dan de Belg". De heer Bayings laat zich niet uit, behalve over de kosten van de grond, over wat zijn bungalow ge kost heeft. Wel laat hij achteloos „een miljoen" uit zijn mond komen, als hij het over het witte paleis van een buurman heeft, of de stulp achterin het park, die driekwart miljoen waard zal zijn. „Maar Je kunt hier in België ook huizen kopen van zeventig-, tach tigduizend gulden, niet hier in nat park natuurlijk", zegt hij, „er zijn ook een heleboel mensen met een klein inkomen naar België ver huisd". Dus het is géén kapitaalvlucht? Jo Bayings lacht geheimzinning. „Ik praat alleen voor mezelf", zegt hij „Néé is het dan. Voor anderen vil ik niet spreken. Maar ja... het is niet zo moeilijk om een pak aande len en effecten uit je kluis in je Hollandse kantoor te pakken en ze hier in België in een ander kastje te leggen". „België is zo heel anders dan Ne derland. Gemakkelijker; charmant en lomp, leuk lomp bedoel ik. Ik houd van Holland, ik zou nooit een andere nationaliteit willen hebben. Maar ja die regering., als Je ziet dat er steeds meer lui hierheen ko men, dan moet t toch érgens om zijn"! Ergens om: de alternatieve overloop door Joop den üyl. België vaart er wel bij; de grondprijzen lopen op. Jaap Heemskerk (53) zat die zondagavond aan de telefoon, toen iemand aan de deurknop van zijn woning een pakje hing, waaruit een tiktak-geluid klonk. Een tijdbom? „Ik had die avond," vertelt Heemskerk, „twee posten bij me ln huis, een vóór en een achter. Ze hadden opengedaan nadat er aangebeld was. Toen zagen ze die bom. Nou ja, we waarschuwden de politie, allicht". Het was weer eens zo'n intimidatie, dat pakje met zijn onheilspellend getik. Een fase in de strijd, die in de Alkmaarse Spoorbuurt woedt tussen penose en burgerij. Het pakje werd door deskundigen behoedzaam naar het pleintje voor Heemskerks woning gebracht en men plaatste er strobalen omheen. Men deed het exploderen. Het bleek hierna dat het pakje slechts een steen en een wekker bevatte. Dus géén bom. "De politie zegt het,' spreekt Jaap Heemskerk, ,dus ik moet 't maar geloven. Maar het was anders een flink knalletje, dat er klonk. Hij kijkt geheimzinnig. Heemskerk is secretaris van het wijkcomitée Spoorbuurt. Een man, die de godganse dag door de smalle straten van de kleine, westelijk van de Alkmaarse binnenstad gelegen wijk trekt en met iedereen praat. De Spoorbuurt zit hem aan 't hart gebakken. Hij was een van de meest actieven in de strijdgroep, die het gemeentelijk plan torpedeer de, dat de wijk met de grond gelijk wilde hebben. De Spoorbuurt mag blijven en middelen zijn gevonden om de kleine woningen (voor 68 pet. 'eigen') te vernieuwen. Lang voor 1980, zo weet het wijkcomité, zal de Alkmaarse Spoorbuurt er liggen als een diamanten voorbeeld van wijkverbetering. •Maar eerst zullen dan de hoeren en de pooiers verdwenen moeten zijn", zegt Jaap Heemskerk, „maar dat duurt niet lang meer". Eind '73 is het gekomen. Heems kerk: 'Het syndicaat'. In het smalle straatje, dat Druivenlaan heet, kocht iemand toen het pandje nr. 22. Kort daarna begonnen daar enkele prostltuée's praktijk uit te oefenen. Spoedig volgde aankoop en inrichting van pand nr. 20, vervolgens 23 en begin dit Jaar had de Druivenlaan vijf bordelen. Het 'syndicaat' werd geleid door de De penose mag geen antwoord hebben, wilde het actiecomité. Toch werd het geconfronteerd met vormen van intimidatie: bewoners werden bedreigd met woorden ('we gaan versterking halen en schoppen Jullie in mekaar'), ook het zichtbaar dra-gen van messen en met - 'geliefd pooiersmiddel', zegt Heems kerk - hard voor- en achteruitrijden in de smalle straatjes met bakbeesten van auto's. 'Maar 't haalt allemaal niks uit, we persen ze toch weg,' zegt Heemskerk. Hij heeft hard moeten lachen om het aanbod van Pierre Martinetti om de Druivenlaan met een muur af te sluiten, zodat daar, als ook de andere panden zijn opgekocht, een bordelenstraat ont staat, die geheel geïsoleerd van de rest van de Spoorbuurt is. 'Uit zo'n aanbod blijkt al dat er een 'syndicaat' aan het werk is - hier is eenvoudig een project ontwikkelings maatschappij bezig. En wij weten ook wel waar het kapitaal vandaan komt, maar we zwijgen er over. De mensen zouden raar opkijken als er namen vielen.' Jaap Heemskerk vindt eigenlijk dat er aan de strijd tegen de pooiers en de hoeren' teveel aandacht besteed wordt. 'Als de pers over de Spoorbuurt wil schrijven, zou ze het eigenlijk moeten doen over dat prachtige vernieuwingswerk, wat de mensen hier doen met hun huizen. En over al de plannen, die we hebben om speelplaatsen te maken en groenpartijen. Het wordt hier een prachtige wijk.' Aan de Druivenlaan moet zo'n speeltuin komen. "We hebben de grond daar bestemd voor kinderen en niet voor hoeren,' zegt Heemskerk, 'en zo zal het ook zijn; de bordelen schuiven we gewoon de belt op! In afwachting daarvan hangt achter de ramen van alle éérbare woninkjes in de Druivenlaan een affiche met de tekst: „Dit is GEEN bordeel'. stel hoge uitkijkposten, die voortdu rend bemand zijn. En we hebben ook met richtmicrofoons gewerkt; we hebben nu heel interessante geluids bandjes met gepraat en gehijg". Al het materiaal ligt bij een notaris. Heemskerk en de zijnen hebben de uitdrukkelijke bedoeling het niet tegen de cliëntèle van de Druivenlaan-bordelen te gebruiken. „Gewoon persen, begrijp Je," zegt de wijksecretaris, „de pooiers worden er onrustig door en de klanten durven niet meer als ze weten, dat ze op de kiek gaan.' ex-Hagenaar Pierre Martinetti ('Zwarte Pierre'). Tk schat dat er zo'n dertig hoeren en een stuk of vijftien pooiers en handlangers waren,' zegt Heemskerk, terwijl hij in een schrift bladert, waarin zoals hij zegt, alle hoerenpanden en de namen, die er bij horen óók van sommige bezoekers - staan opge schreven.' In de Spoorbuurt heerste inmiddels de staat van beleg. De bewoners zagen de waarde van hun huizen tuimelen door de rosse Infiltratie. 'We begonnen te persen,' zegt Heemskerk, ,géén geweld, maar péreen; op dié manier krijgen we de penose uit de wijk. Ze mochten op onze actie geen antwoord heb ben." Die actie: in een vrijwel 24 uurs-surveillance hielden groepen wijkbewoners de bordelen in de gaten. Autonummers van bezoekers werden genoteerd, 's Avonds maakte men met infrarood-camera's foto's van de klanten. ,Geen pooiersbeweging ontgaat ons," zegt Heemskerk als een veldheer, „we hebben in de wijk ook een Dit affiche geeft aan, dat hij die sex zoekt, een deurtje verder moet De Druivenlaan, smal hor delenstraatje. 'I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 15