Een Yoetbttllofiele Hamlet
Helmut Schön
afschuwelijke
voor conflicten
heeft
vrees
wachten stond, brak Schön de
ploeg, die in 1972 Europees kam
pioen werd (de enige titel die
Schön in zijn trainersloopbaan be
haalde) en waarvoor hij volgens
zeggen „door het vuur van de hel
zou gaan", bijna helemaal op. Vier
nieuwe spelers, vervanging van vier
beproefde krachten, onder wie Uli
Hoeness, de Jonge Bayern-speler.
die een van de sterren van dit
WK- moest worden.
Hoeness' clubmakker Beckenbauer
had da4; zo bedachlt: „We moeten
iets doen". Boezemvriend Gerd Mül-
ler schoot ter assistentie toe:' „Uli
had dit 6chot voor de boeg nodig".
En na de wedstrijd prees hij de
nieuwe samenstelling: „Ik had ten
minste nu de nodige ruimte in het
strafschopgebied". Maar het was
wel duidelijk, meende „zwerftrainer"
Rurift Gutendorf: „Nu, na deze zege,
staat Beckenbauer gelijkberechtigd
naast Schön".
En daarmee kunnen de DFB-offi
cials wat gemakkelijker gaan sla
pen, want ook al „weten ze wat ze
aan hem hebben", helemaal gerust
is men toch nimmer op Schön ge
weest. Zijn val dreigde vaak, al was
het maar onder de druk van de pu
blieke opinie, meestentijds het
luidst vertolkt door het boulevard
blad „Bild", dat na verloren oefen
wedstrijden (onder moer Brazilië en
Argentinië) op de voorpagina
schreeuwde: „Nu moet Merkel de
Er zijn trouwens meer kandidaten,
want nauwelijks was doorgesijpeld,
dat de voetbaltpp weer ruzie maak
te, of experts (zagen de poten van
Schöns wankele stoel doorbuigen
onder de druk van een Udo Lattek,
Hennes Weisweiler of Dettmar
Cramer, de trainer, die namens de
FIFA in de onderontwikkelde voet
ballanden les geeft, maar die nu
volgens zeggen trachtte een al ge-'
sloten contract met Hertha Berlin
op de lange baan te schuiven. Om
Schön te kunnen opvolgen?
MUNCHEN Vorige week vrijdag verscheen Helmut
Schön (58) opeens niet op de persconferentie in het
j door doeken aan de hekken zelfs voor het oog van de
toevallige voorbijganger bijna verborgen sportkamp „Kai-
serau", niet ver overigens van het jolige hotel in Hiltrup,
waar de Nederlanders ruimschoots bezichtigd konden wor
den. Schön liet de per bus aangevoerde journalisten over
aan een „Pressesprecher" van de Duitse voetbalbond, die
mededeelde. „De bondstrainer is nog bij de training".
de afgrond geraakt. Ofschoon in
het bezit van een contract, dat eind
1975 pas afloopt, wend Schön onder-
Fred Racké werp van een paniek, die in de top
mm hit—wtmtmvan de Westduitse voetbalbond uit
brak.
Die training, zo vond men spoedig uit,
was evenwel al voorbij en de erger
nis steeg ten top. Niet alleen bij de
buitenlandse journalisten, maar
vooral ook bij de Duitse scribenten.
Dat had men toch van die lange,
kale, zich altoos wat schutterig be
wegende, maar doorgaans goed for
mulerende man niet verwacht.
Totdat bleek, daifc Schön het
bea hield. „Dan is het nu edn-
de^jK zo ver", meende een Keulse
coilèga, „want zo langzamerhand
moest ook hij eens instorten". Wie
Schön zwetend- en onzeker, "hitijd
uit op de lieve vrede, al vele malen
eerder bij persconferenties en in
tv-gesprekken bezig zag, knikte be
grijpend: „de lange" (hij meet 1.89)
moest er ééns onderdoor gaan. Dat
echter, bleek ook nu niet het geval.
Helmut Schön had daags tevoren
tijdens een in de stromende regen
uitgevoerde training kou gevat. De
volgende zondag was hij tot onpeil
bare vreugde van de commentatoren
(„Er 1st glücklich wieder da um un-
sere Leute zu betreuen") weer in.
het Diisseldorfer stadion aanwezig
om zich de jubel van de massa
(„oh, was 1st das Schön")te laten
welgevallen.
Echt ziek
En om uitgebreid verontschuldigin
gen te maken, voor zijn wegblijven
van twee dagen eerder: „Maar ik
was echt ziek, ik hoop, dat u mij
dat niet kwalijk neemt". Toch bleef
de verdenking hangen. Was Schön
écht alleen maar verkouden?
Vice-voorzitter Hermann Neuberger,
leidsman trouwens van het organi
satie-comité en voorbestemd om
binnenkort DFB-president dr. Gös-
mann op te volgen, had zo wist
„Der Spiegel" aangedrongen op
scherpe maatregelen: Schön moest
nu maar de verantwoordelijkheid
delen met zijn assistent Jupp Der-
wall (47), om nog te redden wat te
rédden viel. Gösmann, nog ln 'func
tie en niet blij met de publiciteit,
die zijin opvolger 'als organisator
maar steeds haalt: „Zoiets moet in
het hoofdbestuur worden besloten
en dat vergadert pas na de wereld
kampioenschappen".
Van slag
Schön mocht blijven, en dat was
toch eigenlijk weer niet zo vreemd,
want diezelfde Neuberger had zich
in zijn nietsontziende drang om
West-Duitsland behalve een ge
slaagd toernooi ook nog een wereld
kampioen aan te bieden, te veel
van slag laten brengen. Tenslotte
was hij het ook geweest, die acht
jaar eerder de in Dresden geboren,
nu al 22 jaar waarvan twaalf als
nationale coach fungerende trai
ner in bescherming had genomen:
„we weten", zei Neuberger na de
verloren finale tegen Engeland in
'66, „dat Schön vijanden heeft,
maar we weten ook wat we aan
hem hebben". Dat is: een vrij
zwakke persoonlijkheid, die te „be
spelen" valt. Niet alleen door offi
cials, maar zeker ook door voetbal
lers. En in het bijzonder door Franz
Beckenbauer.
Tenslotte had de zich voor een
oud-voetballer (zestien interlands)
j merkwaardig stijf voortbewegende
bondstrainer bovenlichaam ge
strekt naar voren, achterste vér
naar achter, korte dribbelpasjes
in een maand tijds voldoende te
verstouwen gehad om zich ook eens
J op de een of andere manier ziek te
voelen. Of het te zijn. De immer
j kool en geit sparende oefenmeester
was zelfs na het verlies tegen de
DDR in Hamburg aan de rand van
„Kaiser Franz", de 28-Jarige aan
voerder, een record-interlandspeler
(82) is in de loop der jaren niet al
leen Schöns voornaamste adviseur
inzake nationale voetbalproblemen
geworden, maar volgens velen
—zelfs boven zijn trainer uitgegroeid.
Beckenlbaiuer, zo weet een ieder,
wordt in ieder geval tenminste
steeds over de opstelling geraad
pleegd, „want", zegt Schön, „het zou
toch dom zijn om met zo'n geweldi
ge, ervaren voetballer niet over de
opstelling te praten".
Zoiets is inderdaad denkbaar ook
Michels behandelt zulke zaken wel
met Gruijff maar Beckenbauer is
veel méér. Hij is ook de verbinding
tussen trainer en -de spelers, een
man, die opknapt wat Schön, die
conflicten schuwt en de oplossing
van problemen uitstelt, niet kan.
Beckenbauer zegt zijn ploeggenoten
de wacht aan, Beckenbauer regelt
zo langzamerhand ook het ritme in
het trainingskamp. Hij deelt mee
wat Schön verlangt en meestal
heeft hij dat zélf bedacht. „Ik ben",
zegt hij bescheiden, „de vertegen
woordiger van het .elftal, meer
niet". Maar insiders weten beter.
Souverein
meataar, schoof niettemin toen een
vondst naar voren. Bijna tegen zijn
zin gehoorzaamde Schön; voor de
plaatsingswedstrijd tegen Zweden
stelde hij de jongeling op: Franz
Beckenbauer. De 20-jarige speelde
een goede partij, Duitsland won en
ging naar Engeland. Mét Becken
bauer en met een ©eflcwfelde Schön,
die de klaissc van zijn nieuwste
aanwinst had onderkend, maar nog
met zoveel andere problemen wor
stelde.
Toen al kon men constateren, dat
Helmut Schön getrouwd, stude
rende zoon, tot vorige week in het
bezit van een poedel, die overleed
waarna uit alle hoeken van Duits
land nieuwe poedels Werden aange
boden voor iedereen zichtbaar
pleegt te lijden onder zijn verant
woordelijkheid. „Als Schön het elf
tal op moest stellen, had hij voort
durend maagkrampen", weet Cra
mer, „en als ik hem melk en dieet
kost op de kamer bracht, lag hij
daar opgebaard als Lenin in het
mausoleum".
Graag gewild
Evenals Schön was Cramer inder
tijd assistent van Sepp Herberger,
de ook nu nog bejubelde bondstrai
ner, die van 1938 tot 1964 alléén de
leiding had, daarbij ook geen in
spraak duldde (ofschoon hem één
keer vlak voor de oorlog, door Hit-
Ier werd opgedragen enige na de
„Anschluss" beschikbare Oostenrij
kers op te stellen) en in 195$
naar een wereldkampioenschap
reikte.
Toen Herberger stopte, werd hij
door Schön opgevolgd Cramer,
die wat verderaf stond, als theoreti
cus gold en niet verder was geko
men, dan het samenstellen van ver
tegenwoordigende elftallen op regio
naal niveau, had die functie graag
willen hebben. Maar Schön leidde
de Mannschaft in Engeland en
Cramer mocht zijn zorgen aan het
nationale Jeugdelftal wijden.
De kale Dettmar, die zich in deze
dagen onderscheidt door een on
voorstelbaar chauvinistisch com-
Een toornige Schön kent men dan
ook niet, wel een piekeraar, die
maar één zorg lijkt te hebben: wie
precies zet ik in het elftal, zonder
dat iemand anders boos wordt.
Schön is geen „zendeling", die het
voetbal predikt hij heeft grote
belangstelling voor, vele vormen van
cultuur en daarom kan hij de
spanningen rond zege of nederlaag
maar moeilijk verdragen. Niet al
leen omdat hij een zwakke maag
heeft, maar vooral vanwege zijn af
schuwelijke vrees voor conflicten.
Ook met het publiek („een bond
strainer heeft minstens 100.000 col
lega's") dat hij soms kan haten,
maar dat nooit zal laten merken.
Ofschoon hij zich .graag „manager"
noemt, is economisch ge\yin in de
voetballerij hem vreemd. Terwijl
ziin spelers enorme contracten slo
ten voor reclame-activiteiten, liet
het echtpaar Schön zich heel voor
zichtigjes fotograferen bij een soort
bungalow: „Ook Helmut Schön be
woont het kant-en-klaar-huis van
Neckermann". Meer niet. Zelfs op
de thee-affiches van de complete
Mannschaft ontbreekt hij.
Selectie
Schön en zijn selectie. Ze komt niet
tot stand zonder dat iedereen zich
er mee heeft bemoeid, de kranten
voorop. „Lothar Emmerich", zo rie
pen ze in 1966. „moet mee naar En
geland". Schön eaf toe, en zowaar
scoorde de technisch zwakbegaafde
krachtvoetballer een doelpunt in de
eerste wedstrijd: Duitsland kwam er
mee in de kwartfinale. Hii bleef in
de ploeg, maar scoorde niet meer.
In de finale ging de wedstrild vol
ledig aan „Emma" voorbij en Hen
nes Weisweiler commentarieerde:
„ze speelden met tien man".
Naar Mexico in 1970 wilde de stem
des volks de in Italië voetballende,
„oude" Helmut Haller meehebben.
Weer gaf Schön toe en op het laat
ste moment zette hll de 3l-1arige
bij de 22. Haller speelde maar één
Overstag
Toen Beckenbauer eenmaal zijn
vaste plaats als libero had verwor
ven ging „Kaiser Franz" als eerste
overstag: „Nu moet Netzer het mid
denveld komen versterken. Hij past
nu in de ploeg". Netzer kwam,
speelde, maar vertrok naar Real
Madrid. „Toch mag hij ook nu niet
ontbreken", vond de Duitse pers en
opnieuw gaf Schön, ofccfooon nu
wetend, dat de Beierse sterren hun
spelletje maar liever zonder Netzer
wilden spelen, toe.
Hij stuurde zijn assistent Widmayer
naar Spanje om Netzer te bekijken.
„Günther was alleen maar snel als
men naar de kleedkamers ging",
luidde het rapport, „en zijn actiera
dius was zo groot als een biervilt
je". Schön moest er wat op beden
ken: „Spelen we met Netzer en
worden we geen wereldkampioen,
dan geeft men mij de schuld, dat
ik met een uitgebluste middenvelder
heb gespeeld", zo overwoog hij, „en
spelen we zonder hem en worden
we ook geen wereldkampioen, dan
komt dat doordat ik de ster niet
heb opgesteld".
Beckenbauer wist een antwoord J
„Hij moet zo hard trainen, dat op
zijn conditie niets meer is aan te
merken en dat zal een tijd duren".
Netzer kwam en deed er alles aan.
Vergeefs. Schön —samen met Bec
kenbauer op diens oude vriend Ove-
rath teruggevallen liet Netzer
maar één helft spelen.
„Wie laat nu een speler, die lang
zaam op tempo komt, zo laat inval
len", klaagden de commentatoren,
ïjetzer mislukte en daarmee had
Schön zijn zoveelste probleem op
een gelukkige wijze opgelost.
Zondag leidt de man, die al eens
werd omschreven als „een voetbal-
lofiele Hamlet" voor de honderden
eerste keer de Mannschaft. Bljjft
het geluk?
Helmut Schön is zo langzamerhand
aan die situatie gewend geraakt. Zo
zelfs dat bij persconferenties de
aanvoerder zijn trainer flankeert.
Hij voegt toe, zwakt af. laat door
schemeren wat hem niet bevalt
en krijgt gelijk. Helmut Schön on
derstreept dat bijna voortdurend.
Verklaringen over falen dan wel
slagen, over mislukte of beproefde
tactische aangelegenheden laat
Schön bijna onmiddellijk volgen
door een: „Dat is ook de mening
van Franz Beckenbauer". Waar de
libero op het veld vaak als „souve-'
rein" door alsmaar lovende com
mentatoren wordt bestempeld, is
„Kaiser Franz" ook in de kringen
van de „Mannschaft" souverein ge
worden.
Helmuth Schön
tijdens de training
Het elftal steunt hém en daarom is
Beckenbauer nu op alle punten de
regisseur. Toen na de verloren wed
strijd tegen de DDR een alles-be-
slissende partij tegen Joegoslavië te
Cramier bedacht voor de finale te
gen Engeland een speciale, op de
Engelse spelers gebaseerde tactiek.
„Schrijf dat op", zei Schön, „ik wil
er een nachtje over slapen". De
volgende dag durfde hij niet meer:
„Men zal op ons schelden als we
het winnende elftal veranderen".
Schön zette de beste speler Bec
kenbauer op Charlton en had
daarmee een aaiwaJler minder. .Ze
ker geen tactisch genie", oordeelde
de Duitse pers over Schön en de
oude baas Herberger stapte woe
dend de kleedkamer van de verlie
zer (42) binnen: „Wie wereldkam
pioen wil worden moet aanvallen".
De zwakte van Schön sterkte echter
de invloed van het elftal, de spelers
vonden het best, dat de trainer, die
immers telkenjare de doorgaans
vechtlustige, in de Bundesliga goed
geschoolde voetballers krijgt toege
schoven, zich voornamelijk bepaalde
tot het handhaven van de goede
sfeer, het smeden van een eenheid
tussen doorgaans twee clubmoten:
ditmaal die van Bayern München
en Borussia Mönchengladbach.
Nooit ruzie, geen moeilijkheden, dat
leek het parool van Schön, die dan
ook nimmer in het openbaar de
verrichtingen ontleedde. „Er ging
erg veel mis, er werd slecht gepres
teerd", zei hij twee weken geleden
na de gewonnen partij tegen Au
stralië en de commentatoren vielen
van verbazing bijna van hun stoe
len.
Helmuth Schön
zoals we hem kennen van
de tv
keer, en dat was in de wedstrijd
waarin men pas in de laatste minu
ten benauwd van Marokko won.
Dagelijks werd in het gindse warme
land de bondstrainer voor enorme
problemen gezet. Beckenbauer wilde
lals libero spelen, maar Willi Schulz
van HSV stond daar al en Gerd
Miiller eiste de plaats van Uwe
Seeler op. Na urenlang puzzelen
ontwierp Schön een tactiek waar
mee hij ze alle vier kon opstellen.
In Mexico ontbrak Güiither Netzer.
Hij was uit de gratie geraakt, om
dat hij over Schön had gezegd:
„Hij' bespreekt mijn verrichtingen
altijd met anderen (Beckenbauer).
maar nooit met mij". Netzer ver
scheen als gelegenheidsjournalist
voor een Duitse krant in het trai
ningskamp en een woedende Schön
sputterde slechts: „Hij heeft geen
greintje manieren, zoiets doet men
toch niet".