Over dubbele namen, gevaar
werkloosheid, en Lohman
op weg naar de Lage Landen
Hafez Sadek
ONDEHDAG 13 JUNI 1974
PAGINA 11
|lk kom het helaas nog heel vaak
(gen in dag- en weekbladen, via ra
io en t.v. of zomaar in gesprekken,
jet "het" bedoel ik het taalmisbak-
|l "ooit eens", waarop ik zo'n ander-
kil Jaar geleden de aandacht vestig-
"Ooit eens" is namelijk een "dub-
fclatie" of, om de officiële benaming
gebruiken, een pleonasme. De oor-
(rong is niet moeilijk te vinden. On-
(r invloed van de zuidelijke provin-
jes gebruiken sommigen het woord-
I "ooit" inplaats van "eens". Dus:
ie oude heer was ooit een beroemd
ianist, in de zin van: hij was vroe-
h- een groot pianist. Tegen dit ge-
ruik van "ooit", al gaat het hier om
(westelijk taalgebruik, kan moeilijk
zwaar worden gemaakt. Wèl tegen
oit eens", omdat men dan twee
>orden met dezelfde betekenis ge-
uikt, waarvan er dus één overbo-
e is. Wég met dat misbaksel!
Merkwaardig is, dat zo'n wanstal-
jheid plotseling algemeen wordt
bruikt. Iets dergelijks doet zich
>or met de dubbele namen, die te-
nw oor dig herhaaldeWk van een
rbindingsstreepje worden voorzien.
L de veiling-catalogus van een ge
sommeerde Amsterdamse firma
(of ik bijv. (prof. dr. J. Q.) van Reg-
ten-Altena aan, met streepje, ter-
Ijl iedereen, die enig benul van Ne-
Eandse namen heeft, weet dat het
om een dubbele naam gaat.
.r daar komt het nu Juist op aan:
|en dient van bepaalde feiten op de
bogte te zijn en we zitten nu toch
b het terrein van de kunstgeschie-
(nls derhalve te weten, dat een
pek van E. H. K ore vaar - Hess e ling
bor een vrouw is geschreven, die van
jchzelf Hesseling heet en gehuwd is
(et een meneer Korevaar. Hier dus
tl een streepje.
|Het behoort misschien tot de symp-
inien van "gelijkschakeling" om het
ts;aan van dubbele namen niet te
lllen erkennen en dan maar auto-
(atlsch 'een streepje te zetten. Hoe
bzinnig het resultaat is, bleek el-
prs in die catalogus, toen ook de
ubbele naam van de beroemde
baanse schrijver M. de Cervantes-
pavedra van een verbindingsstreep-
eek te zyn voorzien. Alsof het hier
pi een schrijfster ging, die Saavedra
kn zichzelf heette en met ene Tnc-
ber De Cervantes was gehuwdOve-
Igens geef ik toe, dat er wel eens
D-i' rtjes onder het gras zitten. Want
p dubbele naam van wyien de kunst-
.ricus P. Schmidt-Degener moet
(él met een verbindingsstreepje wor-
fen geschreven. Hier gaat het echter
m een uitzondering. Dus alstublieft
ken streepje in namen als Koole.
ians Beynen, Werumeus Bunlng,
lendelssohn Bartholdy of Alberdingk
pij m. om een paar willekeurige te
Onuitroeibaar
Nog zo'n onuitroeibare fout, zy het
op geheel ander gebied, is de toe
schrijving van de uitdrukking "Ijze
ren gordijn" aan Winston Churchill,
zoals dezer dagen uit een toelichting
op een t.v.-uitzending bleek. Zeker,
de grote Britse staatsman heeft deze
uitdrukking populair gemaakt door
ze op een psychologisch helangt'yic
ogenblik uit te spreken, maar het is
onjuist hem "de uitvinder" van ae
term "Ijzeren gordijn" te noemen. Op
23 februari 1945 wees R. Palme Dutt
in het "Literary Supplement" van ae
Londense "Times" op een artikel uit
het Duitse blad "Das Reich", waarin
"Ijzeren gordijn" was gebruikt dooi
een zekere heer dr. Joseph Goebbelsi
Maar ook Goebbels was niet de eer
ste. Want in 1920 publiceerde me
vrouw Ethel Snowden, echtgenote
van de latere Labour-minister van
Financiën Philip Snowden,, na *cn
bezoek aan de Sowjet-Unie een boek
boek "Through Bolshevik Russia"
waarin de aankomst in dat land werd
beschreven met de zinsnede: "Einde
lijk waren wij achter het Ijzeren gor
dijn". Mevrouw Ethel Snowden komt
dus de eer van de "uitvinding" van
de uitdrukking "Ijzeren gordijn" toe,
al zijn die woorden pas algemeen be
kend geworden door Winston Chur
chill.
„Tendentieus"
Mijn artikel van twee weken gele
den, "Vele waarschuwingen tegen
verzwakking der bedrijven", is niet in
goede aarde gevallen by dr. M. van
der Stoel te Voorschoten. Want het
sombere beeld van onze economische
positie, zoals dat naar voreki kwam
uit de door ml) geciteerde uitlatingen
van enige bekende personen "met
een bepaalde instelling", schrijft de
heer Van der Stoel) en berichten uit
persorganen ('met een zekere sig
natuur") wordt zi. weersproken
door een publicatie in NRC-Handels-
blad van 31 mei J.l. In de rubriek ka
pitaalmarkten stond onder het hoofd
"Investeringen" een artikel, waar
van het begin als volgt luidt:
"Nauwelijks was minister Lubbers
deze week uitgesproken, toen hij zich
een beetje afzette tegen de industrië
le uitlatingen over het slechte inves
teringsklimaat, of het Centraal Bu
reau voor de Statistiek kwam met de
cijfers over het vierde kwartaal van
1973 en daarmee met meevallende
cUfers over het hele Jaar. Zowel het
volume der investeringen, als uitga
ven ervoor in geld, zijn in het vierde
kwartaal flink gestegen. Niet alleen
het bedrijfsleven, maar ook de over
heid deed er wat meer aan, terwijl
voor de eerste keer in enig kwartaal
de uitgaven voor investeringen de
tien miljard passeerden.
Wat de onderdelen van de inves
teringsuitgaven betreft aldus gaat
net artikel verder heeft met name
de industrie zich in 1973 duidelijk
hersteld van een inzinking in 1972,
terwijl het herstel ook voor het vo
lume geldt. Dat er in geld meer zou
worden besteed was uiteraard zon
kunst niet by het huidige inflatie
percentage. Op het volume komt het
aan. Bovendien komt het ter zao
van de werkgelegenheid natuuriyk in
hoge mate aan op het karakter van
de investeringen. Wat de arbeidsbe
sparende investeringen betreft, is
men gauw geneigd daaruit te conclu
deren dat ze een nadelig effect op de
werkgelegenheid hebben. Tot op ze
kere hoogte is dat Juist, maar bij
uitbreidingsinvesteringen biykt het
in de praktyk toch vaak te gaan om
investeringen die het aantrekken van
buitenlandse werknemers noodzake-
ïyk maken."
Tot zover het stuk uit NRC-Han-
delsblad, dat, aldus de heer Van der
Stoel, mijn pessimisme logenstraft.
"Algemeen wordt trouwens aangeno
men, dat Duitsland en Nederland er
economisch van alle landen in de
westeiyke wereld het minst slecht
voorstaan." Oonclusie van de heer
Van der Stoel: myn artikel was net
iets te voorbarig en had een tenden
tieuze inhoud. Mag ik daaraan toe
voegen, dat die "tendentieuze in
houd" gebaseerd was op uitspraken
van dr- J. Zyistra, president van de
Nederlandsche Bank, dr. F. Grapper-
haus, oud-staatssecretaris van Fi
nanciën en dr. W. Bos, voorzitter van
de contactgroep werkgevers in de me
taalindustrie? De heer Van der Stoel
schryft hun evenwel "een bepaalde
instelling" toe en suggereert daarme
de dat zy tot hun uitspraken zyn ge
komen op basis van een bepaalde po
litieke instelling.
Vooruitzichten
Dit gaat my te ver, zeker ten aan
zien van een figuur als dr. zyistra.
Inzender vergeet, dat genoemde des
kundigen tot hun uitspraken zyn ge
komen op grond van hun verwach
tingen voor de toekomst, zyn citaat
(via NRC-Handelsblad) uit de bevin
Door C. J. Rotteveel
dingen van het Centraal Bureau voor
de Statistiek betreft het verleden
en kan dus moeiiyk een weerlegging
zijn van sombere vooruitzich
ten, gebaseerd op de koers in het
heden. En die koers in het heden
wordt gekenmerkt door onrustbaren
de afremming van de winst van de
bedryven. "Als die afremmaig zo door
biyft gaan. zullen de bedryven steeds
meer arbeidsplaatsen afstoten, en dan
zal Nederland in 1980 al tussen de
250.000 en 300.000 structurele werk
lozen tellen: 7 of 8 procent van de be
roepsbevolking", aldus dr. J G. Post,
directeur economisch onderzoek van
de Algemene Bank Nederland in een
rede voor de Amsterdamse Industrie
Vereniging.
En dat is dan de vierde waarschu
wende uitspraak, na die van de heren
zyistra, Grapperhaus en Bos. Die
"voorspellingen" worden vanzelfspre
kend niet weerlegd door min of meer
gunstige cyfers uit het (recente)
verleden, zoals de heer Van der
Stoel schynt te denken. Dat is één
bezwaar tegen zyn betoog. Er is nog
een tweede. Bepaald onwelriekend
vind ik zyn suggestie, dot het die on
heilsprofeten (en my incluis) te doen
is om "winst-om-de-winst". In myn
artikel van 30 mei heb ik nadrukke-
Ujk gewezen op de gevolgen voor
de werkloosheidscijfers. Ipmand als
dr. Post doet hetzelfde. Het is niet
zo heel moeiiyk de sombere, op exacte
cUfers gebaseerde voorzeggingen van
uiterst deskundige figuren te baga
telliseren onder verwyzing naar hun
'bepaalde instelling" of "zekere sig
natuur", zoals de heer Van der Stoel
doet. Maar wie zit er straks met de
gebakken peren? Dat is de beroeps
bevolking, waarvan dan 7 of 8 pro
cent zal zyn uitgeschakeld. Dat is de
menseiyke achtergrond van dit alarm
van de "kapitalisten" zyistra, Grap
perhaus, Bos en Post, wier ongerust
heid over de toekomst my sympa
thieker aandoet dan het optimistisch
wegwuiven van dreigende gevaren.
Let wel: gevaren voor anderen.
In dit verband is interessant, dat
uitvoerige studie van de winstontwik
keling en winstverdeling van Neder
landse NV's in de Jaren 1963-1973
dr. Post tot do volgende conclusie
heeft gebracht: "De mening van de
vakbonden en de progressieve poli
tieke partyen, dat de winsten vooral
ten goede kamen aan de "super-ryke,
uitbuitende klasse" in Nederland, is
volstrekt onjuist. Slechts 3,7 procent
van de totale b rato-winst van de Ne
derlandse ondernemingen gaat als di
vidend of tantième naar mensen die
f 40.000 of meer per Jaar verdienen.
Afremming van de winstontwikkeling
heeft daarom vrywel geen effect od
de hogere inkomens, maar het vormt
wel een ernstige bedreiging voor het
handhaven van de werkgelegenheid",
aldus dr. Post.
Herinnering
Naar aanleiding van het feit, dat
de christeiyk-historische staatsman
Jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman
vyftig jaar geleden (op 11 Juni 1924)
overleed, haalde mr. J. van Bruggen
in het CHU-weekblad "De Neder
lander" enkele persooniyke herinne
ringen aan deze grote figuur uit de
vaderlandse politiek op. Zyn onpar-
tydigheid en onafhankeiykheid ston
den by allen, die hem kenden buiten
enige twyfel. "Een merkwaardig ge
val verdient aan de vergetelheid te
worden ontrukt", aldus mr. Van
Bruggen. "Een waterschapsbestuur
(waarschynlyk in Zeeland, want
Lohman vertegenwoordigde onder
het toenmalige districtenstelsel het
district Goes, C.J.R.) had bepaalde
moeilijkheden met de RUkswater-
staat
Lohman beloofde deze liberale
boeren de zaak in Den Haag op te
nemen en slaagde er in een bevredi
gende oploesing te vinden. Met
Kerstmis zond de voorzitter van het
waterschap aan Lohman uit dank
baarheid een kaas. Prompt heeft
Lohman de kaas aan een poelier ver
kocht en de opbrengst per postwissel
aan de schenker overgemaakt. Zelfs
geen geschenk in natura wilde hy
ontvangen, zo strikt hield hy zich
aan de zuiveringseed
Er is wel eens, aldus mr. Van Brug
gen verder, de suggestie gewekt dat
Lohman niet democratisch ingesteld
zou zyn geweest. Dit kan ik slechts
tegenspreken. Hy was een eenvoudig
man, leefde sober, want de vergoe
ding als lid van de Tweede Kamer
(f 2000, later f 3000 per Jaar), waar
van hy zelf alle reis- en verbiyfkos-
ten moest betalen (toen waren er
geen vrykaartjes 1-ste klas by ae
NS) en het hoofdredacteurschap van
de financieel steeds noodlijdende
"Nederlander" zetten geen zoden aan
de dyk. Alleen zyn consultatieve
praktyk by arbitrages en dergeiyke
gaf een aanvullend inkomen. Het huis
in de Haagse Trompstraat was een
behoorlijke middenstandswoning,
meer niet.
Demagogie
De demagogie, gevoerd tegen de
"mannen met dubbele namen" die
zich als aristocratie boven de gewone
man verheven zouden voelen, moet
als een kwaiyke legende worden ge
zien. Vóór een wettelyke persooniyke
militaire dienstplicht bestond (des
tijds kon men, als een zoon "inlootte",
tegen geldelijke betaling een plaats
vervanger zoeken) heeft Lohman van
deze mogelijkheid welbewust afge
zien. zyn zoons hebben persooniyk
gediend in het toenmalige leger,
waar de sfeer waariyk niet verhef
fend was. Van deze verplichtingen
wenste hy zyn zoons niet vry te stel
len. Dit was hun plicht als Neder
lander, welke zy persooniyk moesten
vervullen.
Trouwens, Lohmans strijd voor de
pacificatie (gelykstelling van chris
telijk en openbaar onderwys, C.JR.)
was in wezen een democratische
strijd. Ook de niet met aardse mid
delen gezegende ouders moesten in
staat gesteld worden voor hun kin
deren de school te kiezen aan welke
zy in verband met hun christeiyk ge
loof hun kind wensten toe te vertrou
wen. Voor deze stryd gaf hy zyn be
veiligde plaats als Raadsheer in het
Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op
en daarmee ongetwyfeld het bestaan
de uitzicht zyn zoon is het later
geworden om eenmaal lid te wor
den van de Hoge Raad der Nederlan
den. Waariyk, deze man heeft nooit
zichzelf gezocht, maar geleefd uit het
woord van het evangelie: wie uwer
de meeste worden wil, zy als een die
dient."
Mr. Van Bruggen citeert tenslotte
het oordeel van Troelstra over Loh
man (Gedenkschriften, vierde deel):
WINSTON CHURCHILL maakte
de uitdrukking ijzerengordijn
populairmaar was niet haar
"uitvinder".'
"De heer Lohman heeft zich by de
pacificatie van zyn beste zyde doen
kennen (Lohman was vice-voorzitter
van de pacificatiecommissie, C.JR.)
Al zyn groote scherpzinnigheid, er
varing en staatsm&nswijsheid wendde
hy aan om de pacificatie te doen ge
lukken. Hy toonde zich hier een man
van hoog inzicht, breede blik en on
kreukbare goede trouw. Meer dan
ooit heb ik in deze Jaren, zowel in
de bevredigingscommissie als by de
kamerdebatten, bewondering voor
hem gevoeld. Hy was een geboren
reactionair, maar van hoog kaliber!
Hy was een geboren aristocraat,
maar als calvinist bezat hy toch ze
kere democratische neigingen. In de
persoon van Lohman heeft onze Ne
derlandse politiek een groot verhes
geleden." Dit woord (aldus mr. Van
Bruggen) eert èn Troelstra èn Loh
man. Waait ook Lohman heeft, na
het z.g. revolutie-avontuur van
Troelstra in 1918, tenslotte niet ge
weigerd om Troelstra een "come-
back"-mogelykheid in de politiek te
geven."
Niet alle toeristen zijn ook werkelijk met vakantie
PARIJS Parijs wordt voornamelijk bevolkt door buiten-
(landers: de velen die komen, en de velen die niet weg kunnfen.
jDe Parijzenaars trekken in augustus met z'n allen naar Nice
(en St. Tropez en de stad lijkt uitgestorven op de vele buiten
landers na. Zij die komen, dat zijn de Amerikaanse, Europese
|en Japanse toeristen; zij die niet weg kunnen, dat zijn de Alge
rijnen, de Tunesiërs, de Marokkanen en de talloze negers uit
het voormalige Frans Afrika: Senegal, Mauretanië, de Cen-
traal-Afrikaanse Republiek en noem maar op.
)oor
lan van Wielingen
De Amerikanen en Europeanen
ebben het goed in Parys: zy worden
oigszins minachtend, maar toch
elwillend behandeld, want al hou-
en de meeste Fransen alleen van
'ransen, iedereen weet toch dat toe-
Isten veel geld inbrengen. Die an-
ere buitenlanders borden niet al-
een minachtend behandeld, zy ris-
eren him leven in Parys, want de
dansen haten de Algerynen en
idereen die op hen ïykt. Van tyd
ot tyd komt het dan ook tot ern-
tige onlusten en gewelddadigheden.
>at is niet alleen zo in het zuiden
an Frankrijk, waar vorig Jaar by
ellen zes Arabieren werden ge-
yncht, maar ook in Parys, waar
teeds meer Afrikanen komen wonen
n de hoop er gèld te verdienen voor
e familie thuis in de sloppen van
llgiers, Constantine. Tunis of Caïro.
Lnthousiast
Vol hoop kwamen zy naar Frank-
ftk. Warm gemaakt door de opwin
lende verhalen van vrienden en fa-
nilieleden, die goed in de kleren en
kladen met taperecorders en elek-
rische scheerapparaten enthousiast
ut Europa terug kwamen, waagden
ij het ook zoals de nog erg Jonge
lafez Sadek uit Egypte. Uit de stof-
ige buitenwyken van Caïro reisde
iy naar Parys en kwam er terecht
n een van de uit blikjes en karton
ipgebouwde bidonvilles ten noorden
fan Parijs, waar het leven harder,
fuller en vooral veel kouder is dan
waar ook in Egypte.
1 Hafez Skdek kwam aan in Parys
ftp afgetrapte gymschoenen en hy
jroea een vuile ■pykerhroek mei
gaten. Zyn overhemd is schoon
(want Arabieren zyn lang niet zo
„sale" als bepaalde Fransen wel be
weren), maar ook dat hemd is aan
vernieuwing toe. Daar liep hy dan
over de dure Champs Elysées vol
dure toeristen, duur geklede Fransen
en nog veel duurdere winkels. Wat
moet er Van zo'n Jongen terecht ko
men in een stad als Parys zo
groot dat Je er binnen vyf minuten
verdwaalt, zo vol mensen dat nie
mand tyd heeft voor een ander, laat
staan voor een arme Egyptenaar, en
's winters zo koud dat Je het af
sterft in een kapotte spykerbroek en
kapotte gympjes.
Geld
Wat doe Je als Je in zo'n positie
bent gekomen? Hoe leef Je? Waar
haal Je de moed vandaan om door
te gaan met de taak die Je Jezelf
als Arabier hebt opgelegd: geld ver
dienen voor de familie thuis? Die
familie heeft dat geld hard nodig en
Hafez wist dat zyn reis, waarvoor
alle ooms en andere verwanten in
Egypte lang hebben gespaard, een
grote investering is geweest. Hy
móest, slagen. Meteen by aankomst
in Parys bleek hem echter al. dat
werk in Europa voor een Arabier
toch niet zo eenvoudig te krijgen is.
Nu had Hafez het geluk dat zyn
oom Anwar uit Cairo twee jaar gele
den naar Parys was gegaan. Anwar
was echter niet bepaald bly toen
Hafez langs kwam in zyn bouwkeet"
waar hy woonde, in het ongure noor
den van Parys. Anwar had veel brie
ven naar Egypte gestuurd om te ver
tellen hoe goed hy het had, in
Frankrijk, en nu zag deze Hafez, zyn
neef, dat de werkeUjkheid toch wel
iets anders was. Anwar deed dan ook
zyn best om Hafez weer zo snel mo
gelijk kwijt te raken. Na een reeks
varhalen over zyn recente moeilijk
heden in Frankryk en betere voor
uitzichten voor de toekomst kwam
Anwar met het verhaal dat het in
Frankryk weliswaar beter is dan in
Egypte, maar dat op 't ogenblik ieder,
een (dat wil zeggen, alle Noordafrika
nen) probeert naar Duitsland of Ne
derland te gaan. „Duitsland", zo zei
Anwar, „is erg goed voor het geld:
je verdient er goed, al zyn de belas
tingen erg hoog. Maar Duitsland is
een smerig land, net als België, en
de Duitsers zyn zo mogelijk nog ra-
cistischer dan de Fransen. O, je
moest eens weten hoe myn broer in
Düsseldorf behandeld wordt door
zyn baas. En Düsseldorf is een treu
rige stad waar je moeilijk woon
ruimte vindt en het is er ontzettend
duur".
Goedkoop
„Nee, beter is Antwerpen, omdat
je er zo goedkoop kunt wonen, maar
de Belgen spreken daar alleen
Vlaams en Frans, geen Engels. Als
Je oom zou ik Je dus aanraden een
visum aan te vragen en Je geluk daar
te beproeven. Wat ik over Nederland
heb gehoord was over het algemeen
erg goed. Ze hebben de Turken in
Rotterdam een keer te pakken geno
men, maar er werden toen geen
bommen hun pensions ingegooid, zo
als in Marseille. Ga eens naar het
Nederlands Consulaat!"
Goede raad is duur, maar makke-
ïyk te geven. In het nieuwe Neder-
landse Consulaat by het Gare Mont-
parnasse staat het ieder dag vol met
Arabieren die een visum aanvragen
voor Nederland, of voor de zoveelste
keer terug kwamen om te horen of
er voor hen niet toch een kans was
om werk in „Les Pays Bas" te
krijgen.
Hafez moest lang in de ry staan
voor hy aan de beurt was. Het meisje
dat hem hielp sprak keurig Engels.
Ze liet hem een paar formulieren
invullen om hem na weer een lange
tyd wachten te vertellen dat hy als
Egyptenaar alleen een werkvergun
ning kon krygen als hy een werkge
versverklaring kon overleggen waar
uit bleek dat hy bij aankomst in Ne
derland in zyn onderhoud kon voor
zien.
Werkgeversverklaring
Hafez begreep er niet veel van,
ma ar na. uitleg van een Egyptische
broeder, die al voor de zevende keer
in het moderne consulaat stond te
wachten, begreep Hafez dat hy zon
der werkgeversverklaring Nederland
niet in kwam, terwyl hy zo'n verkla
ring alleen in Nederland kon krijgen.
Als Hafez een Europese schooloplei
ding had gehad, zou hy begrepen
hebben dat hy zich in een Kafka-
situatie bevond maar Hafez is
geen Europeaan. Hy is een Egypte
naar en een realist. Hy begon zich
dus af te vragen of er niet een an-
defe manier was om zo'n verklaring
te krygen.
Toen hy op weg "naar huis in het
Duroc Métro station een Jonge Ne
derlander ontmoette, begreep hy dan
ook onmiddeliyk dat hier zyn kans
lag en hy greep hem met beide
handen aan. De Jongen sprak rede
lijk Engels, dus via een inleidende
opmerking over de moeilijkheden van
de Franse Métro bracht Hafez het
gesprek op Nederland en het feit dat
hy er zonder zyn verklaring niet in
kwam. Het trof wat ongelukkig dat
de Jongen nog studeerde en zyn va
der al gepensioneerd was. Zy waren
dus van weinig nut voor Hafez. Maar
de Jonge Nederlander was zelf in
Egypte geweest en hy kende de si
tuatie daar erg goed, omdat hy lif
tend door het land was getrokken en
bij veel arme Egyptische families
logeerde. HU wist dat hun zonen
vaak niet anders overbiyft dan naar
dat rijke Europa te emigreren voor
een paar Jaar, of voor goed.
Smokkelen
D»e Jonge Nederlander stelde eerst
voor Hafez als zyn vriend Nederland
in te smokkelen, maar Hafez voelde
daar niet Zo veel voor: hy wilde lie
ver een echt visum en een echte
baan. Als hy nu alleen maar zo'n
brief kon krijgenIets moois,
met een gedrukt briefhoofd van een
betrouwbare maatschappU.
Toen de conversatie zo ver was
gekomen wist de Jonge Nederlander
wat hy kon doen. Het was zo een
voudig. Had hy niet een keer een
vakantiebaan "gehad by dat grote
verzekeringsbedrijf in Den Haag?
Zou het niet eenvoudig zyn daar
weer even langs te gaan, een praatje
te maken met het meisje waar hy
zo goed mee bevriend was geweest
en haar met een smoesje om een vel
letje officieel briefpapier te vragen
met het briefhoofd van de maat
schappU?
van een verklaring
zo, Egyptenaar, pas-
dit en dat, aangeno-
nou ja, als knecht
ln algemene dienst in het hoofdkan
toor van de maatschappij tegen een-
salaris van f 125 per weekhet
zou niet moeiiyk zyn.
Legaal
Opgewonden lachend wisselden de
twee adressen en andere gegevens uiit
en nog ggen week later had Hafez
zyn brief, waarmee hy dezelfde dag
in het consulaat stond. Hy werd wat
wantrouwend behandeld,- maar het
is druk in het consulaat en niet alle
brieven kunnen door middel van
dure telefoontjes naar Nederland
worden gecontroleerd. Na twee we
ken had Hafez zyn visum en hy zit
nu in Nederland vanwaar hy via zyn
oom nu zelf werkgeversverklaringen
verstuurt aan gestrande Afrikanen in
Parys, en soms direkt naar Cairo.
Hafez vindt dit niet slecht en hy
beschouwt zyn brieven niet al vals
heid in geschifte of bedrog. „Het is
beter dan illegaal een land ingaan
als toerist", redeneert hy. „De mees
te Egyptenaren die ik op deze ma
nier help vang ik zelf op en ze heb
ben zó een baan: in de haven van
Rotterdam en by de gemeentewer
ken schreeuwen zy om mensen.
Werk genoeg in Nederland. Alleen in
In de Egyptische hoofdstad
Cairo staan veel prachtige huizen
maar heel wat mensen wonen in
wijken waar de jongeren begin
nen te dromen over reizen naar
het rijke Europa.
het consulaat ln Parys weten ze het
niet".
Hafez overweegt nu zelf een legaal
schoonmaakbedrijf te stichten met
Egyptenaren als werknemers. Het
ontwerp voor zyn briefpapier ligt al
Iflaar