Boer boert niet best 1 vis T sport Vissen blijft vissen Maak beter gebruik van werphengel Bijtlust was goed Meer Vis sport investeren Kleinere bedrijven voor de moeilijke keus: stoppen of VELTMAN Even aandacht voor een bijzon der visboek. Bij de Uitgeverij In- terdijk verscheen dezer da gen een opmerkelijk werk van de hand van Peter Meurikken. Hij verliet de gebaande paden van de hengelsportliteratuur en koos voor een geheel nieuwe vorm. Hij geeft de gesprekken die hij voer de met twee "oude rotten in het vak" vrijwel woordelijk weer in zijn boek dat is onderverdeeld in verschillende hoofdstukken, waar in steeds aandacht wordt be steed aan één bepaalde vis. Ach tereenvolgens komen Aal, baars, blankvoorn, brasem, karper ruis- voorn, snoek, snoekbaars en zeelt aan bod. Daarnaast is ruimte ge reserveerd voor adviezen over hengels. De letterlijke weergave van het interview maakt dat het allemaal ergen levendig overkomt. Je waant je in een stamkroegje waar vissers met Jarenlange erva ring hun verhalen opdissen. Dal het voor discussie vatbaar is doet niets ter zake. De lezer onder gaat het gesprek. Knikt zo nu en dan beamend, haalt dan weer zijn schouders op en wijst ook soms. op zijn voorhoofd. Uit dien hoof de mag het experiment van Meu rikken geslaagd worden genoemd. Voeg daar nog aan toe dat het 118 pagina's tellende boek op groot formaat is doorspekt met uitstekend fotomateriaal en ver duidelijkende tekeningen dan is duidelijk dat f 14.50 voor het boek "Vissen blijft vissen" beslist niet te veel is. ELAN echte visboten. LLOYD'S certificaat, vanaf f 1390,—. YAMAHA- OUTBOARDS. 2 tot 55 pk. 2 Jaar garantie. ECHTE service door fabrieks- monteur. Boot-Centrum b.v. Hoge Rijndijk 93, Zoeterwoude Telefoon 01710—26966 De eerste vangresultaten van het nieuwe visseizoen zijn over het algemeen bemoedigend geweest. Op de meest plaatsen was het de eerste dagen met de bijtlust goed gesteld en kon er flink wat vis worden gevangen. De bra sem was uit zen der in een daar gelaten nog w»t klein van stuk, maar de voorn liet zich van zijn beste kant zien De flinkste exemplaren werden meestal op vrij ondiep water in de buurt van waterplanten gevangen. Hoe wel hirf en daar een kamertje ge vangen werd bleef het de eerste dag vat aan de matige kant. De oorzaak moet gezocht worden in het twt dat de bruiloftsfeesten van deze vissoorten nog in volle gang zijn. Deze week nog zag ik in zeer ondiepe polderslootjes, zeer veel grote karpers bezig met paaien. Tip voor de komende da gen: zoek de vis op ondiep water en probeer het eens op de kamer met een "worm. Als u ze tenmin ste kunt bemachtigen want dat is voor vele vissers nogal eens een orobleem. voor minder geld sortering kwaliteit verlaagde prijzen m HOLDER HENGELSPORT JANVOSSENSTEEG 75/77 LEIDEN saterdag 8 juni 1974 De werphengel is de laatste Ja ren uitzonderlijk populair gewor den. Er is vrijwel geen sportvis ser meer, die niet ergens in zijn foudraal een werphengeltje heeft. Helaas houdt die sterk gestegen belangstelling voor de hengel met molen geen gelijke tred met het benutten van de vele mogelijkhe den, die dit hengelattribuut biedt. Immers voor het gros van de sportvissers is de werphengel niet meer en niet minder dan het al om bekende "bijleggertje". Hoofd zaak is en blijft de vaste hengel en omdat Je nu eenmaal toch een vergunning bezit om met twee hengels te vissen gooi Je ook een werphengeltje uit. Het liefst ge plaatst in een hengelsteun en de Boelee's hengelsportartikelen HOGE RIJNDIJK 110 - LEIDEN TELEFOON 21393 Alles voor de vissport. Maden en wormen. haak voorzien van een forse worm of een aardappeltje. Dan heb je er tenminste geen om kijken naar is het excuus dat je steevast krijgt voorgeschoteld. Vang Je niks, dan heb Je pech ge had en is er toevallig toch een aal of karper, die zichzelf heeft vastgevreten, dan kun Je bij je vis vrienden pochen, dat Je toch maar zo'n karper hebt weten te vangen. Dat een vis op die manier vangen weinig uitstaande heeft met sport zal hem een zorg zijn- Dat een werphengel ook op een heel andere manier te gebruiken Is zal ik u in deze visrubriek trach ten duidelijk te maken. Namelijk om niet passief maar actief met de werphengel bezig te zijn. Vooral de eerste maand van het nieuwe visseizoen biedt daartoe uitste kende mogelijkheden We laten voor deze speciale gele genheid de vaste hengel eens rus ten en gaan met de werphengel op de brasem. Eerst iets meer over die vaak als 'luie dweil" betitelde vis. Het is een algemeen bekend Legioen groeit nog steeds Het hengelaarslegioen groeit nog steeds. Dat blijkt uit de cijfers, die onlangs werden verstrekt door de O VB (Organisatie ter Verbete ring van de Binnenvisserij). Voor het eerst in de geschiedenis van de visvergunning in ons land wer den in het seizoen 1972/1973 meer dan 800.000 vergunningen ver kocht. Weliswaar zal het seizoen 1973/1974 weer een lichte daling te zien geven, maar het aantal kleine visacten stijgt nog steeds. Het O VB heeft het afgelopen sei zoen ook weer een belangrijke bij drage geleverd aan de visstand verbetering. Zo werden meer dan een miljoen snoekjes uitgezet. Daarnaast nog eens 100.000 snoek- baarsjes, 21.000 ruisvoorntjes tn niet minder dan 110.000 kilogram karper. Verwacht wordt dat ook dit Jaar weer een miljoen snoek jes in het Nederlandse viswater kunnen worden uitgezet. HENGELSPORTHUIS Lage Rijndijk 76 - Leiden Telefoon 34867 feit dat het een vissoort is, die vrijwel overal in ons land In gro te aantallen voorkomt en door iedereen wordt gevangen. Jawel, maar dan moeten we daar on middellijk aan toevoegen: in ne gen van de tien gevallen exempla ren van tussen de 25 en 50 centi meter. Er bestaat echter ook grotere bra sem. Ze zijn in deze omgeving op vele plaatsen te vinden: de Kaag. de Braassem, de Westeinder, de Ringvaart, het Aarkanaal en de Zijl om maar eens een paar dwarsstraten te noemen. In al de ze viswateren zwemmen brasems rond tot zo'n tachtig centimeter. Vissen, die de naam "luie dweil" allerminst verdienen, maar die slechts weinig gevangen worden. Dat komt omdat er een grove denkfout wordt gemaakt als het om brasem gaat. De brasem wordt in grote aan tallen gevangen, en dus heeft het idee postgevat dat de brasem niet erg schuw is. Maar waarom zwemmen er dan exem plaren tussen de 50 en 80 centi meter rond? Juist, omdat ze schuw zijn. Wat gestommel in een roeiboot, wat De enige speciaalzaak voor al uw HENGEL SPORTARTIKELEN DE SPORT HAARLEMMERSTR. 11. teL 24020 heen en weer geloop langs de waterkant is al genoeg om het sein op rood te zetten en er voor te zorgen dat de groe brasems die dag niet meer terugkomen op de voerplek. Als we dan ook kanjers van bra sem willen vangen zullen we een andere methode moeten toepassen. En die methode is het vissen met de werphengel. We kunnen dan namelijk verder weg vissenvan wal of boot. Verder weg van elk geluid dat onze aanwezigheid kan verraden. Welke werphengel ge bruiken we nu voor deze brasem visserij? Wel de meest geeigende hengel is een soepele stok met een lengte zo tussen de 2.80 me ter en 3.50 meter. Of we gebruik maken van een gewone of een schuifdobber hangt af van de diepte van het water waar we vis- Ruwweg kunnen we zeggen dat tot twee meter de gewone pen het best voldoet en dat we bij dieper water beter de schuifdobber kun nen gebruiken. Vergeet bij zo'n schuifpen niet dat de dobber net zo goed uitge- lood moet worden als een normale pen. Immers ook een schuifdobber moet door de vis worden onder- getrokken en moet derhalve zo weinig mogelijk weerstand bieden. Vis een flinke stukje van uw zit plaats, maar houd er wel rekening mee dat de wind wat vat heeftop de lijn. Zorg er ook voor dat de slag in de lijn niet te groot is, want anders zult u merken datu nogal eens misslaat Wat de slip van de molen be treft geven we de voorkeur aan een zeer lichte afstelling. Dat ver hoogt de aantrekkelijkheid van t vissen. Omdat u door de molen wat meer speling heeft dan met de vaste hengel kunt u ook een wat dunnere lijn gebruiken. Maar ga niet verder dan 12 of 14 hon derdste. want de vis die u vangt is over het algemeen groter en dus ook sterker. Groter en sterk.- wat willen we eigenlijk meer? 1474 klJPWETERING De boer boert niet meer zo best. Althans de boe ren van het midden- en kleinbe drijf niet. Het veevoeder wordt te duur. op mechanisatie overgaan is een kostbare zaak en het kleine aantal koeien is eigenlijk niet meer zo rendabel. ["wee veehouders hebben getracht een oplossing voor hun problemen te zoeken. De één is in loondienst bij de KLM gaan werken en houdt fcijn boerderij er als hobby bij. de ander is bezig met de uitbreiding van de stallen en de veestapel, wee oplossingen voor een probleem waar volgens hen. meer boeren voor zullen komen te staan. èTRAATHOF feehouder Steef Straathof is mis schien wel de eerste agrariër in de streek die een baan in loondienst heeft verkozen boven het zelfstan dig zijn in een eigen bedrijf. "Na twaalf Jaar boeren neb ik de knoop doorgehakt. Ik kon bij de KLM een goede baan krijgen en die heb ik gepakt. Al maanden geleden is I het idee bij mij opgekomen om naast de boerderij een vaste be trekking te nemen". - "Gaat het dan zo slecht in de m veehouderij?" fAch. wat Is slecht? Ik melk op dit moment twintig koeien en als je de ontwikkeling in de veehouderij een beetje volgt, kom Je tot de conclusie dat in de nabije toe komst voor een dergelijk bedrijf geen kansen meer zijn. We gaan jjjn naar een tijd dat een bedrijf on- tje der de 50—60 melkkoeien niet ren dabel meer is. Als ik de produk- tie zo hoog wil opvoeren, moet ik enorm gaan investeren. Op mijn leeftijd vind ik dat niet verant- ing woord. Dan zitten mijn kinderen j na mijn dood nog met de lasten j van hun vader opgescheept. •aar komt nog bij, dat de prijzen, die wij op het ogenblik voor onze prod uk ten krijgen echt niet hoog liggen. De prijs voor de kalveren bijvoorbeeld is lager dan die van vorig Jaar. De melkprijs is voor ons haast niet gestegen. Als Je daar tegenover zet de gestegen kosten voor levensonderhoud en de hoge veevoederprijzen, dan kom Je tot de conclusie dat de veehou- derij nu bepaald geen vetpot is. p zijn natuurlijk veehouders, die Straathof voor gek uitmaken, an deren geven je gelijk, maar ik voorspel Je dat alle kleine en mid denbedrijven het moeilijk zullen krijgen. pij mij spreekt ook nog mee. dat Je I als boer enorm gebonden bent. Op verjaardagen, op feestdagen, altijd moet je vroeg naar huis want de andere dag is het weer vroeg op. Laat de mensen maar praten, ik vind dit de beste oplossing". I lüITDENBOOGAARD Kan de Veenderdijk is hy veehouder Jan Uitdenboogaard een loopstal in aanbouw. „In één ding moet ik Straathof gelijk geven, we moeten naar grotere aantallen melkvee", aldus Uitdenboogaard. "Ik melk tegen de 30 koelen en dat zullen er na het gereedkomen van deze stal zeker zestig moeten wor den. Het is duidelijk in ons be roep: als je vandaag niets onder neemt, sta je er morgen naast Deze ontwikkeling is al enkele ja ren aan de gang". Jan Uitdenboogaard heeft voor het investeren gekozen. "Op de eer ste plaats, ben ik boer in hart en nieren. Ik ,hou van dit werk en van mijn vee. Het zelfstandig wer ken in de vrije natuur, is mijn lust en leven. Natuurlijk moeten wij, veehouders, ons nogal het een en ander ontzeggen. Neem de werktijden maar eens: die staan vaak niet in verhouding met iemand die in loondienst is. Ik vind het wel fout, dat veehouders hier altijd over vallen. Je hebt voor dit beroep gekozen, dan moet Je er ook de consequenties van aanvaar den. Zelf heb ik daar nooit moei te mee gehad. Het is natuurlijk waar, de veehou der zit nu niet bepaald in 'n pret tige hoek, maar misschien komen er wel weer andere tijden; ik heb er wel vertrouwen in". Met z'n dertig Jaar durft Uitdenboo gaard het risico wel te nemen. "Ik geloof, dat met het opvoeren van de produktie, in de veehouderij ook een goed stuk brood is te ver dienen. Dan moet je natuurlijk wel gaatn mechaniseren. Vandaar de ze loopstal, waar ik ook met de melktank ga werken. Ik geloof ze ker, dat dit de weg is om veehou der te blijven, en er moet heel wat gebeuren, wil ik daar van af stappen". Volgens Uitdenboogaard is er nu geen weg terug meer. Voor hem niet, maar ook niet voor Steef Straathof. "Dat is het enige dat een mens wel eens benauwt, dat er geen weg terug mogelijk is. Maar voor het overige, zie ik de toekomst niet zo donker in".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 13