Hinze stopt Bach in ander jasje Boeiend album „Dutch Swing" POLONAISES POOL MET DE Markant werk uit de begintijd van The Moody Blues99 Focus: Concerto99 van bovenste plank Kwaliteitswerk van Nana Mouskouri ZATERDAG 1 JUNI 1974 Chris Hinze/Sketches on Bach. CBS S80043. Het moest er een keer van ko men dat fluitist Chris Hinze na de intense aandacht die hij be steedde aan Telemann en Vival di ("Telemann My way" en "Vivat Vivaldi"), het assorti ment van Johan Sebastiaan Bachs werken zou raadplegen. HIJ is er alleen rijkelijk laat mee. De composities van Bach zijn immers al tot op de draad door een rits van jazz-, pop- of ander soortige musici uitgepluisd en aan het auditorium gepresen teerd. En in zoverre vermag Chris Hinze dan ook maar nau welijks het stempel van origina liteit te worden opgeplakt. Toch wordt de discussie over de al dan niet gepermitteerde populaire vertolking van klassie ke werken, zoals die begon bij musici als Raymond Guillot en Jacques Loussier, aardig in le ven gehouden wanneer een uiterst onderlegd man als Chris Hinze het blijkt aan te durven enkele delen uit de Matthaeus Passion in een volstrekt ander jasje te vatten dan Bach onge twijfeld bedoeld had. Het doet Immers op z'n minst wat vreemd aan wanneer een prachtig on derdeel uit de Matthaeus als "O haupt voil blut und wunden" on dersteund wordt door een electri- sche bas en dankbaar gehanteerd wordt als thema voor verregaan de improvisaties. Maar goed, het is hier niet de plaats om daar verder op in te gaan. Wel dient te worden ver meld, dat de manier waarop Hinze gitarist Jan Goudswaard, pianist Louis van Dijk en het begeleidend combo de "sketches on Bach" presenteren bewonde ring afdwingt. Naast de "Badi- nerie" uit de tweede suite in B mineur en de prelude nr. 1 die al eerder in een populair kader werden uitgesponnen vertol ken Hinze c.s. uiterst soepel en gladjes een reeks van stukken uit de Matthaeus. Zonder twijfel tot droefenis van velen. Maar stel lig ook tot genot van niet weini- gen. W. W. The Dutch Swing College Story 1945—1968. Philips 6678 004. Velen ik was er niet bij zullen zich ongetwijfeld nog als de dag van vandaag herinneren dat de Amerikaanse jazz in Ne derland pas goed gestalte begon te krijgen in de hongerwinter van "44—'45 toen door Frans Vink en Peter Schilperoort de Haagse Orchestra of The Dutch Swing College werd opgericht. Een clubje van idealistische Jon ge mannen die er aan de voor avond van de bevrijding erg hard aan trokken om de zg. traditional jazz, die in het Amerika van die dagen min of meer in vergetelheid was geraakt, op het Europese vas teland nieuw leven in te blazen. Aanvankelijk als kwartet (met Henny Frohwein en Tony Nüs- ser) en kort daarop uitgebreid met trompettist Joost van Os. gitarist Otto Gobius en trombonist Bill Brant richtte het orkest zich op twee stromingen: die van Duke Ellington en die van de (King Oliver cs.) New Orleans en Chi- cago-jazz. De eerste vond een adept in pianist Frans Vink wiens arrangement van Johnny Hod ges' compositie „Hodge podge" via dit dubbelalbum voor het eerst of- B.J. beleeft opnieuw goede tijden B. J. Thomas Longhorns en Londonbridges Paramount 1020. B. J. Thomas, hierna eenvou dig B. J. te noemen, beleeft weer goede tijden. Niet langer wordt hij aangezien voor Engelbert Humperdinck, niet langer ook hoeft hij zich in smoking te ver tonen op plekken waar hij lie ver niet wil zijn. Buiten zijn wil om had zich dat proces voltrok ken. Van gevarieerde zuidelijke rocker die zo'n twintig miljoen platen verkocht (nou, Ja dat werd voor hem gedaan) van het bekende Hooked on a feeling; van country-songs als I'm so lonesome I could cry en van een aantal balladen, werd hij de eenzijdige Las Vegas -man van Raindrops keep falling on my head. (Zelfs zijn vorige LP droeg nog die naam). Dat nu kon B. .J, in 1966 in Amerika uitgeroepen tot de meest belo vende zanger van het Jaar, niet langer verdragen. Het ging mis met de man, die ooit een mes in de longen was gestoken en die daarna een grote partij pillen moest slikken om te kunnen blijven optreden. En niet alleen mis - het ging ook nog van kwaad tot erger. B. J. ging ook andere pillen slikken. Toen hij merkte dat hij er op die gefor ceerde manier onderdoor zou gaan, stopte hij met optreden in dure clubs voor dure mensen. BJ werd weer gewoon B.J. Met Bea- verteeth (de eerste leden van die groep hadden al samenge werkt met Roy Orbison) als be geleidingsgroep en Paul Buck- master als arrangeur stortte BJ zich in een nieuw begin. Ge tooid in spijkerpak vertoont hij zich nu op de hoes van de LP Longhorns en Londonbridges. Een langspeler, waarop hij weer zichzelf kan zijn, waarop hij veel meer kan dan hij in de laatste Jaren deed. B.J. maakt weer muziek die hij wil maken. Het is hem gegund, want dat kan hij intrigerend goed. P.J.(de T). heeft meestal de volle romanti sche laag gehad van rijkelijk met pedaal uitgeruste klavier leeuwen en groteske tempi-wisse- lingen als ware de vleugel van een automatische versnellingsbak voorzien. De pianist Adam Hara- siewicz, Pool als Chopin, grijpt te rug naar het oer-materiaal en ontdoet de 16 polonaises van de vernis van anderhalve eeuw. Hij doet mij in zijn zorgvuldige en zeer frisse aanpak (elke noot blijft herkenbaar) aan zijn leef tijdgenoot Alfred Brendel denken. De polonaise is bij Ha- rasiewicz weer de dans van het vroege begin, hoekig, met de zestienden op de eerste tel. Hij speelt de stukken a.h.w. analy tisch, legt de structuur bloot van dit op de paar bekende uitzonde ringen na, niet meest toeganke lijke deel van Chopins creativi teit. Op de tweede plaat staan enkele jeugdstukken, ook de al lereerste compositie die Chopin schreef, de polonaise nr. 11 in g- klein. Hij was toen acht. Curieus voornamelijk, maar met een vor mend kantje omdat het Chopin geeft vanuit een zalig ongecom pliceerde invalshoek. Ook de hele groten als Chopin hebben 't moeten leren. Wij die ademloos luisteren naar deze sublieme op name zijn daar nog steeds mee bezig. H.M. ficieel wordt uitgebracht. De twee de stroming werd vooral door Pe ter Schilperoort gretig gedronken om later ferm te worden uitge buit. Toen Frans Vink in 1946 de band verliet, begon de stijl van het inmiddels als DSC-band rondreizende orkest zich dan ook te wijzigen en kreeg de zg. dixieland-jazz de overhand. Het „Ain't gonna give nobody none of this Jelly-roll," in 1946 privé op genomen en eveneens nu pas of ficieel uitgebracht, is daar een goed voorbeeld van. De op een gegeven moment als ingenieurs-band te boek staande DSC versterkte haar adagium „Dixieland boven alles" o.a. door hechte contacten met het buiten land. Er werd „gejamd" met de Engelse band van Humphrey Lyt- telton en opnamen werden ge maakt van optredens met Sid ney Bechet en de Engelse zange res Neva Raphaello. Dieptepunt en hoogtepunt werden verenigd toen op 13 september van het jaar 1955 de DSC-band in het Kurhaus een concert gaf ter ge legenheid van het afscheid van Peter Schilperoort. die zich als werktuigbouwkundig ingenieur bij Fokker had aangemeld. Het num mer Weary blues" met drie kla rinettisten Schilperoort-Kesber- Morks) heeft nog lange tijd na geklonken Schilperoort kwam in 1959 te rug, omdat hij niet buiten de mu ziek kon. Zoals kennelijk nog steeds het geval is. Nog steeds heeft hij de leiding over een band, die, nu wat minder consequent het credo van „wij spelen alleen zui vere dixieland-jazz" hanterend, geschiedenis heeft gemaakt. Zo als uit dit „Story-album" met flarden uit de periode 1945—'68 moge blijken. Een album van gro te documentarische waarde. W.W. HUILEBALK RAY EN MITCHELL "The best of Johnnie Ray and Guy Mitchell" dubbelelpee CBS 68277. De Amerikaanse zangers John nie Ray en Guy Mitchell zijn nu beiden 47 jaar. Hun hoogtepunt beleefden zij in de Jaren vijftig, zoals iedere rechtgeaarde mid dendertiger zich nog zeer goed zal herinneren. In populariteit ontliepen zij elkaar weinig. Maar daarbij eindigt dan hun overeenkomst, want wat zang stijl betrof leken de heren in de verste verte niet op elkaar. Johnnie Ray was - zeker voor de propere Jaren vijftig - een ongewone crooner. Hij stond be kend als 's werelds huilebalk nr 1, omdat hij ooit wél eens had gejankt bij het zingen. De plaat waarmee hij wereldfaam oogst te, paste trouwens goed bij zijn bijnaam: "Cry". Als Je het nummer nu draait, verbaas Je Je over de netheid en ordelijk heid van Johnnie Ray. maar twintig Jaar geleden gold het als een woeste uitbarsting van tem perament, die gedegen opvoe ders met ongerustheid vervulde. Naar mijn smaak heeft Ray later boeiender nummers gezon gen. Zoals:. "Yes, tonight Jose phine", "Just walkin' in the rain", "Hey there" en „The lit tle white cloud that cried" (ze staan allemaal op deze schijf), maar het succes van "Cry" werd toch nooit helemaal meer bereikt. Guy Mitchell zong veel zoeter, soepeler, gecultiveerder. Hij komt in 1974 dan ook een stuk ouderwetser over dan Johnnie Ray, maar dat mag 'm de pret niet drukken, want het is en blijft een groot genoegen om kraakoude hits als "Sparrow in the treetop", "Pittsburgh Penn sylvania", "Christopher Colum bus", My heart cries for you". "My truly truly fair", en "Singing the blues" nogmaals, in de oorschelp op te vangen. Het is Jammer dan CBS op de achterkant van de hoes hele maal geen informatie over bei de heren prijsgeeft. Je wilt toch wel eens weten waarom nu luist deze twee zangers op deze elpee zijn samengevoegd; en vooral wat er toch van deze Jeugdsen timenthelden is geworden. R.P. Little bird Marianne „This little bird" Marianne Faithfull Decca 6454 027 f 10,-. Het is te betreuren dat de car rière (beter nog: het leven) van Marianne Faithfull zo'n onre gelmatig verloop heeft gehad. Ze had met haar aparte, subtiele zeer aantrekkelijke stemgeluid tot geweldige hoogte kunnen klimmen. Wellicht had ze die ambitie niet, in elk geval haakte ze na een aantal pijnlijke ge beurtenissen in haar persoonlijk leven halverwege de ladder af. Hoe mooi sfeervol ze zong in de tijd van haar opgang, toont deze elpee nog eens. Allemaal num mers uit de Jaren zestig: This bird. Yesterday (dat ze zingt als geen ander), Coquillages, Blowin' in the wind, Monday monday, Summer nights, Go away from my world. R.P. Aan deze pagina werkten mee: Bram van Leeuwen Han Mulder Ruud Paauw Paul de Tombe Wim Wirtz Focus Hamburger Concerto Polydor 2460228. Het was bijna een Jaar lang ge heim gehouden, maar nu moest het dan wel aan de openbaarheid worden prijsgegeven. Polydor dat Focus internationaal al wel 'had' heeft die kwaliteitsgroep nu ook op het nationale label. Dat bete kent ongetwijfeld een strop voor Bovema, want Focus is natuurlijk een parade-paardje voor elke pla tenmaatschappij, zo groot is de waardering die de groep (binnen kort op toernee door Amerika) overal tegemoet komt. Waarde ring die ook weer zal be staan voor Hamburger Concerto, een aanitaJl verzamelde werkjes, van de bovenste plank, met daar bij het ook op single uitgebrach te nummer Harem Scarem. Er zullen ongetwijfeld mensen rond lopen voor wie die plank te hoog "zit" (Je bent Focus-fan of Je bent het niet, zo simpel ligt dat) maar die kunnen dan altijd nog terugvallen op andere groepen. Wellicht op de formatie die in op richting schijnt te zijn. Het is bij na zeker dat ex-Focus-drummer Pierre v. d. Linden (een paar maanden geleden vervangen door Collin Allen) met zijn bekende naamgenoot Rik, ex-Ekseption 'n nieuwe groep zal gaan formeren onder de lange, maar simpele naam V. d. Linden—V. d. Lin den. P.deT. The Moody Blues The Be ginning Decca 6454037, Them The Beginning. Decca 6454040. Ze zijn erg veel veranderd de laatste jaren. Zowel de Moody Blues als Them. De niet vaak ge noeg geprezen Moody Blues heb ben zich in de loop der jaren ont wikkeld tot het kleinste symfonie orkest van de pop-wereld, Them is uit elkaar gevallen en leider Van Morisson is op de succesvol le solo-toer gegaan. Hoe knap vooral de Moody Blues zijn gewor den, is te merken als later werk wordt vergeleken met nummers uit de eerste periode. De LP The Be ginning (aanbiedingen van Decca, voor één tientje) biedt dat verge lijkingsmateriaal overvloedig. Vroeger gebruikten de Moody Blues nog lang niet altijd eigen nummers, al was de scheppende hand van Mike Pinder ook toen al aanwezig. De Moody Blues, zochten nog naar de stijl die hen zo eigen is geworden; als groep had de formatie nog geen eigen gezicht. Them evenmin trouwens. Het is dan ook helemaal niet vreemd dat bijvoorbeeld een num- Los Mayas met rustig werk „The best of Los Mayas" orkest geleid door Willy 41bi- moor Palette S 53430. De grote verdienste van Los Mayas is dat het beschikt over een direct herkenbare, eigen klankkleur: orkestwerk met de guitaar in een markant vooruit geschoven positie. Dat geeft een bijzonder effect. Maar weinig orkesten werken zo sfeervol en bieden zulke rustgevende ach tergrondmuziek als Los Mayas. Op deze elpee is het beste werk gebundeld. Of de veertien hier opgenomen nummers ook wer kelijk allemaal tot die top ge rekend mogen worden, zal ik nu verder maar buiten be schouwing laten, want smaken verschillen nu eenmaal. In elk geval is het een schijf van gro te klasse, met solist Luiz Ri- cardo op zijn best. Een greep uit de nummers: Concerto d' Aranjuez, Plaisir d'Amour, Val se des lilas, La Playa, Adagio para una guitarra, A whiter shade of pale, Berceuse, Goyes- RJ». „Nana" en ,,Le jour ou la co- lombe" Nana Mouskouri Fontana 6399 013 en 6399 017. Een paar weken geleden schre ven we in deze rubriek iets over het nieuwe Amerikaanse album van Nana Mouskouri. Bij die ge legenheid merkte ik op, dat mijn voorkeur nog altijd uitgaat naar een Nana die in het Frans zingt. Wel aan die wens is door Pho nogram recentelijk voldaan met de verschijning van twee elpees waarop Nana uitsluitend Frans zingt. Het gaat overigens niet om nieuwe langspelers, maar her- persingen van elpees die al in 1967 en in 1968 verschenen. Ken nelijk is de belangstelling voor het werk van Mouskouri zo groot dat de platenmaatschappij daartoe is overgegaan. Wat mij betreft een bijzonder goede greep, want wat in de groeven geperst is, vormt een stukje niet uit te wissen kwa liteitswerk. Op de uit 1967 daterende „Le Jour ou la colombe" is bijvoor beeld Nana's versie van het Tom Jones nummer „Try to remember" terug te vinden naast een ande re grote hit van diezelfde Jones: „Green, green grass of home dat in het Frans is omgedoopt tot „Le toit de ma maison". Er staan trouwens op deze elpee nog meer van oorsprong Engelse en Ameri kaanse. liedjes zoals C'est bon la I vie waaraan de 59th street brid ge song van Paul Simon ten grondslag lag en C'etait bien la derniere chose, waaronder The last thing on my mind schuil gaat. Veel bekend geworden werk van Nana bevat ook de uit 1968 date rende elpee „Nana". Nemen we al leen maar eens „Roses blanches de Corfu", een plaat waarvan in heel Europa meer dan anderhalf miljoen exemplaren werden ver kocht. Van Hadjidakis staat op deze plaat ook „Puisque tu m'aimes," terwijl Nana's echtge noot Petsilas verantwoordelijk was voor het lichtvoetige Au bord de l'eau. In Frankrijk heeft eens iemand gezegd dat Nana zo zingt als Noureyew danst en met deze kwalificatie kunnen we het na het horen van deze twee lang spelers wel eens zijn. B.Vi. Anita Kerr Sentimental "Sentimental Journey" The Anita Kerr Singers Philips 6303 110 Anita Kerr, grootmeesteres van de close harmony, heeft weer een nieuwe schijf op de markt gebracht. Ik kan zelfs niet bij benadering zeggen hun hoeveel ste dat is, maar het getal zal zonder twijfel indrukwekkend zijn. Bij een dergelijk grote pro- duktie valt het verrassingsele ment natuurlijk totaal weg. Wat blijft is die enorme vakbe kwaamheid en die opvallend zuivere wijze van zingen. Al Ja ren is zij met haar groep in de weer en al verandert zij dan niet van patroon of stijl, je kunt zeker niet zeggen dat zij op hun routine drijft. Dat is iets wat bewondering afdwingt. Anita Kerrs "Sentimental jour ney" bevat behalve de titelsong o.a. I'm glad there is you, Ma- kin' whoopie, I'm getting senti mental over you, I get along without you very well, Begin the beguine, Willow weep for me. R.P. mer als Something you got door beide groepen werd opgenomen. Alleen in het brengen van dat nummer was verschil te bespeu ren. Waar aan de Moody Blues destijds al een grote toekomst kon worden voorspeld, daar bleek dat Them tezeer van Van Morisson afhankelijk was. (Toen Moris son dat zelf ook steeds meer ging merken stapte hij uit de groep). De groepsontwikkeling was dien overeenkomstig. Terwijl de Moo dy Blues geworden zijn tot wat ze nu zijn (formidabel, grandioos), is Them allang ter ziel^. Zonde, daar niet van, maar kwaliteit verloochent zich nooit. Ook niet in negatieve zin. P. d. T. Chopin: "Polonaises", door Adam Harasiewicz (Philips ste reo, 6780 002). In de polonaise en mazurka's is Chopin het meest van alles Pool. Bij de mazurka's staat dan de dans, zoals hij die in zijn vroege Jeugd zag uitvoeren, op de eerste plaats. De polonaises daar entegen zijn zo zou men kunnen zeggen de meest politieke crea ties uit zijn oeuvre. De beroemde twee in As en A zijn als een strijdbaar pamflet; ze hebben niets modieus als zijn walsen, waarschijnlijk tijdens zijn le ven het meest gevreesde deel van zijn composities. De polonaises hebben binnen hun monumentale driekwarts maat een zeer gevarieërd scala aan stemmingen, ofschoon de melancholie van het middenluik geplaatst tegenover de weerbar stiger hoekdelen overheerst. De totaal-indruk die overblijft is ge niale krijgshaftigheid. Oorspron kelijk was de polonaise een hoof se dans, die ondermeer werd uit gevoerd bij de troonbestijging van de gekozen koning. Op het moment dat Chopin zijn polonai ses schreef had zijn land als staatkundige eenheid opgehou den te bestaan. De polonaise leek een verboden goed uit een vreug devoller verleden. Dit genre uit Chopins werk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 23