ISPRA: Ook Eurotom is op zoek naar zon en waterstof Pionier op koers naar Jupiter (2 dec'74) en Saturnus (7 sept'79) ZATERDAG 1 JUNI 1974 „Over twintig jaar kan de gehele wereld voor vrijwel alle energiebehoefte omschakelen op waterstof als energiedrager In plaats van fossiele brandstoffen en zelfs elektriciteit waar dit laatste minder gemakkelijk bruikbaar is. Dat zou de olie prijzen naar beneden dwingen, en dat is op zichzelf al belang rijk genoeg. Die dwang kan alleen effectief zijn wanneer we een geloofwaardig en economisch verantwoord alternatief heb ben, zoals dat thans nog ontbreekt". Dat is de vaste overtuiging van dr. P. Caprioglio, de directeur-generaal van de Euratom- instellingen tijdéns een gesprek dat wij met hem hadden in Ispra. "Maar daarvoor zijn nog vele stappen nodig, en iedere stap op zichzelf moet economisch haalbaar zijn. Men mag van de industrie in vesteringen verwachten op de beno digde schaal wanneer die geen rende ment afwerpen. Daarom is het on derzoek in instellingen als die te Is pra ook zo belangrijk, en daarom ook moet er een behoorlijk gemeen schapsbudget uit de bus komen." Het is hier niet de plaats om op die laatste opmerking dieper in te gaan: het gaat grotendeels om politieke wrijvingen, die een groots opgezet project in de richting van een kern reactor voor de produktie van water stof tegen houden. Medio mei zou mede daarover in Brussel een beslissing worden ge nomen, maar deze is op het laatste moment om politieke redenen uitge steld. Er is overigens goede kans dat het met de problemen in Euratom de komende tijd wat soepeler zal gaan, nu er in Frankrijk waarschijnlijk een ander beleid ten aanzien van de ge meenschapsproblemen voor de deur staat. In Ispra onderzoekt men thans (eigenlijk nog op veel te bescheiden schaal) welke chemische processen mogelijk zijn voor de produktie van waterstof bij de hoge temperatuur- bereiken (600 tot 800 graden celsius) van kernreactoren. Er bestaat der halve een duidelijk regelrecht ver band tussen de kerntechnieken en waterstofproduktie. De voordelen van waterstof als branding in het geheel geen chemi- vele. Waterstof is flexibel en kan op alle mogelijk manieren worden ge bruikt, er zijn goede transportmoge lijkheden, zowel in containers als door pijpleidingen en vooral is het van groot belang dat er bij de ver branding in hrt geheel geen chemi sche verontreiniging optreedt. Zoals wij twee weken geleden schreven, draait in Amerika al ge- ruimte tijd een experimentele auto motor op waterstof. Dr. Caprioglio vertelde dat in Amerika bovendien al proeven zijn genomen met water stof als brandstof voor vliegtuigen. Dit laatste is van belang, omdat waterstof ongeveer 40 procent weegt van kerosine, de huidige brandstof voor vliegtuig-straalmotoren. Een vliegtuig kan daardoor veel meer vracht vervoeren, en dit spreekt na tuurlijk enorm aan zowel voor de vaartmaatschappijen. Weliswaar is vaartmaatschappijen. Weliswaa ris er vooralsnog tweemaal zoveel ruim te nodig voor waterstof als brandstof in plaats van kerosine, maar dit bete kent geenszins, dat het voordeel van het geringere gewicht daardoor teniet wordt gedaan. Bij een Juiste vlieg tuigconstructie, afgestemd op het gebruik van waterstof, hoeft de om vang van de tanks geen enkele na delige invloed te hebben op het ren dement, dat wel vergroot wordt door het geringere gewicht. Maar hier geldt alweer, dat vlieg tuigen slechts op waterstof-gebruik worden gebouwd, wanneer de tech nische en economische mogelijkheden zijn aangetoond en wanneer er een zekerheid bestaat, dat waterstof de energiedrager van de toekomst wordt. De initiele investeringen voor het aantonen van die zekerheden zullen zeker niet door de industrie zelf worden opgebracht, maar kun nen vrijwel uitsluitend geleverd wor den door research-centra als die van Euratom. Een heel andere activiteit in Is pra op het gebied van de energie voorziening is het zoeken naar mo gelijkheden, om de zonne-energie dienstbaar te maken aan het men selijk energieverbruik. Op dit ter rein ligt het verband met het kern onderzoek wat moeilijker: het is er vrijwel niet. Het enige verband is, dat het óók om energie gaat. Niette min heeft de energiecrisis ook het wetenschappelijk apparaat in Ispra geactiveerd tot onderzoek naar de mogelijkheden van deze alternatieve energiebron. De zonnestraling, die door de aar de wordt opgevangen, is ongeveer 40.000 maal zo groot als de totale energie-consumptie van de mens- Wetenschap en technologie door P. Bok held. Er zijn echter drie grote be zwaren tegen deze energiebron: moeilijk te verzamelen, niet perma nent beschikbaar en een betrekke lijke lage energiewaarde. De zon levert in principe alle ener gie, die op aarde verbruikt wordt. Fossiele brandstoffen zijn een vorm, waarin zonne-energie in honderd duizenden Jaren is opgeslagen, en die in decennia of enkele eeuwen wordt opgesoupeerd. De zon is verantwoordelijk voor de kringloop van het water en daarmee het stro men van de rivieren waardoor stuw dammen met waterkrachtcentrales mogelijk zijn. De zon doet planten groeien, houdt ook via die planten de fauna in le ven, en planten en dieren leveren de mens het voedsel, dat wil zeggen de energie die hij voor zijn eigen me tabolisme nodig heeft. Maar de genoemde factoren maken het moeilijk, deze overvloedige ener giebron te gebruiken voor de exorbi tante energiebehoefte van de huidi ge mens. Zou hij de zon langs na tuurlijke weg willen gebruiken als energiebron alleen voor de instand houding van zijn metabolisme en voor zeer primitieve energiebehoef ten daarnaast dan zou de mens per persoon tienduizend vierkante meter bos nodig hebben om successievelijk te kappen, verbranden en aanplan ten, en dat geldt dan alleen in de gunstige groeistreken. Wil men de zonne-energie langs kunstmatige weg gebruiken, dan zijn daar zeer moeilijke technieken voor nodig. Hier en daar (in Frankrijk en Duitsland vooral, maar ook in Ame rika en Italië, zijn proeven genomen met zonne-panelen, die voldoende zonnewarmte absorberen om wo ningen voor 60 procent in de ener giebehoefte te laten voorzien. Maar dergelijke woningen hebben zeker in ongunstige klimatologische streken, altijd nog een heel groot "extra" no dig. Zij kunnen hoogstens bezuini gend werken, niet als een alternatie ve oplossing. In Ispra is men bezig, deze tech nieken te verbeteren, maar men doet er ook onderzoek naar heel andere mogelijkheden van de zonnestraling. De tot dusver gebruikte technieken (ook voor bv water pompen in droge woestijnstreken) maakten alleen ge bruik van de zonnewarmte. De zon nestraling bestaat echter ook uit an dere componenten dan warmtestra ling. De toepassing van die andere componenten vergt een enorme hoe veelheid research. Slaagt men er in, deze "andere" straling ten dienste te maken aan de energiebehoefte, dan zullen we op aarde alle behoefte uit de zonnestra ling kunnen dekken. Dr. Caprioglio meent evenwel, dat pas in de vol gende eeuw een eerste belangrijke bijdrage van wetenschap en techno logie op dit gebied verwacht mag worden. Vermoedelijk komt deze techniek dus pas ter beschikking na dat de kernfusie-techniek als ener giebron al lang in een operationeel stadium verkeert. Een belangrijke zaak, die moet worden onderzocht voordat men eventueel tot het "aftappen" van zonne-energie overgaat, is de vraag in hoeverre het "onnatuurlijke" ge bruik van die energie de gehele energie-balans van de aarde en at mosfeer zou verstoren. Men heeft daar computer-bereke ningen over gemaakt die nogal ge ruststellend lijken. Daarbij werd uit gegaan van een wereldbevolking van twintigmiljard, ongeveer vijf tot zes maal de huidige. Wanneer al die twintigmiljard men sen per persoon een jaarlijkse ener gieconsumptie zouden hebben gelijk staande aan het energieverbruik per persoon in de Verenigde Staten op dit moment, zou ongeveer 1 procent van de permanent op aarde vallende zonne-energie moeten worden ver bruikt. Daardoor zou de gemiddelde temperatuur op aarde met 0,3 pro cent toenemen. Maar dan is geen re kening gehouden met eventuele feed back-effecten, waarover men nog niet voldoende weet. Het lijkt In dat opzicht een gevaarlijke zaak, ons geheel op de energie-voorziening via zonnestraling te gaan oriënteren. Een ander enigszins futuristisch research-project, waaraan in Ispra wordt gewerkt, is de kunstmatige fo tosynthese, het procédé, waarmee de plantenwereld het zonlicht gebruikt voor de interne energievoorziening. Enkele weken geleden zijn in Is pra op dit gebied de eerste heel be scheiden resultaten geboekt, die de ze techniek zelfs nog niet in de kin- Onze redacteur wetenschap pen heeft onlangs op uitnodi ging van de Europese Com missie samen met twee Ne derlandse en 25 van elders uit Europa afkomstige collega's een bezoek van enige dagen gebracht aan de grootste ves tiging van Euratom in Euro pa, gelegen aan het Italiaan se Lago Maggiore in het plaatsje Ispra, ten noordwes ten van Milaan nabij de Zwitserse grens. De Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Eura tom) heeft vier belangrijke centra, namelijk in Petten in ons land, Ispra in Italië, het Europees Instituut voor Transuranen in Karlsruhe West-Duitslanden het cen traal bureau voor metingen op het gebied van de kern energie te Geel in België. Ispra is daarvan met meer dan 1500 man wetenschappe lijk en technisch personeel de grootste, Petten en Karlsruhe hebben beide een personeels bestand van circa 200 man (althans voor zover het be treft de Euratom-activltei- ten) en Geel ongeveer 170 man. De laboaratoria in Ispra hou den zich de laatste tijd niet meer uitsluitend bezig met kernonder zoek en aanverwante technieken, maar hebben zich kortelings ook gestort op zonne-energie en de mo gelijkheden van waterstof als energiedrager. een probleem waarover wij op deze plaats twee weken geleden schreven. In bij gaand artikel nog enige nadere bi zonderheden over de Italiaanse in spanningen op deze neventerrei nen van de kernenergie. Op de foto een overzicht van een deel van de Ispra-vestiging derschoenen zetten maar alleen in een embryonaal stadium brengen. Overigens worden ook elders in de wereld systemen ontwikkeld, om de zonne-energie economisch verant woord af te tappen, 'n Briljant tech nicus ln Amerika heeft de ruimte vaartorganisatie NASA onlangs een plan voorgelegd, om in de ruimte zonne-energie op te vangen in enor me spiegels, en deze energie gecon centreerd naar de aarde te zenden in de vorm van microstraling. De spie gels kunnen in de ruimte worden sa mengesteld uit onderdelen, wan neer eenmaal de Amerikaanse spa ce-shuttle operationeel is. Dat moet gebeuren in het begin van de Jaren tachtig. De opgevangen zonne straling is buiten de dampkring zeer veel intenser dan op het aardopper vlak, instandhouding en onderhoud, van het enorme opvangcentrum in de ruimte zou niet kostbaar zijn, en de transmissie van energie zou geen problemen opleveren. De Investe ringskosten zouden per energieeen heid niet groter hoeven te zijn dan bij het gebruik van kerncentrales. De NASA heeft het plan serieus in overweging en denkt thans, dat te gen 1990 een toepassing van zonne- energie althans in een experimenteel stadium economisch verantwoord zou zijn. Overigens moet er wel reke ning mee worden gehouden, dat er ineens een storing zou kunnen optre den, waardoor de gehele energievoor ziening zou uitvallen met alle ramp zalige gevolgen van dien. Een kos mische storing zou kunnen zijn, dat het opvangstation in de ruimte ge troffen werd door een rondzwer vend brok puin of door een verdwaal de ruimteraket. Daartegen kan men zich wapenen door twee of drie van dergelijke ruimtestations opera tioneel te hebben en materiaal voor op aarde in voorraad. Minder zou men kunnen doen te gen een militaire coupe in de ruim te: een gelijktijdige vernietiging van alle operationele stations, waardoor een chaos op aarde ontstaat die een kwaadwillende mogendheid ln staat stelt zijn boze oogmerken op aarde uit te voeren. U ziet het: weten schap. techniek en politiek zijn eigenlijk nauwelijks te scheiden, ze ker niet wanneer het gaat om pro jecten die de gehele mensheid aan gaan. van de ecliptica, waardoor de Pio nier niet nogmaals de riskante pla- netoiden-gordel hoeft te passeren. De baan ligt nu zo, dat Jupiter in een enigszins zuid-noordrichting ge passeerd zal worden in een hoek van 55 graden met de evenaar. De Pionler-10, die enige tijd geleden Jupiter passeerde, doorliep een baan veel meer evenwijdig aan de eve naar. Daardoor zal men in staat zijn, goede opnamen te maken van en metingen verrichten met betrek king tot de poolgebieden van de Ju piter atmosfeer. Bij de koerscorrectie werd de snel heid van de Pionier met 230 km per uur verhoogd tot 46.430 km per uur. Deze snelheid zal voorlopig nog iets afnemen maar later onder invloed, van de aantrekkingskracht van Jupi ter toenemen tot niet minder dan 175.000 km per uur op het moment van de dichtste passage van de pla neet. Deze passage vindt plaats in retro grade-richting, dat wil zeggen tegen de draaiing van de planeet zelf in. Daardoor kan een groter oppervlak van de planeet worden bekeken bij de dichtste passage, omdat het "land schap" zich dan letterlijk voor de camera's ontrolt. Men heeft nog niet nauwkeurig be paald, wat het waarnemingspro gramma van de Pionier-11 zal inhou den bij de passage van Saturnus. Dat kan men pas gaan vaststellen wanneer men weet, hoe de Pionier de passage langs Jupiter en vooral de vlucht door de uitgestrekte en krachtige stralingsgordels om de planeet heeft doorstaan en voorts de vlucht door de kosmische ruimte buiten het vlak van de ecliptica tus sen de passages van beide planeten. Overwogen wordt, mettertijd de Pio nier met de resterende brandstof zo te richten, dat (na metingen van dichtbij en close-ups met de came ra's) de sonde door de befaamde rin gen van de planeet vliegt. Dan zou den, wanneer de sonde niet al direct door een van de samenstellende de len van die ring wordt getroffen zo wel de dichtheid als samenstelling van die ringen kunnen worden be paald. Een dergelijke tocht door de rin gen staat niet op het programma voor de Mariner, die over enige tijd ge lanceerd wordt voor een passage langs Saturnus in 1981. Saturnus in de jaren tussen 1933 en 1940 gefotografeerd door C. Slipher van de Lowell-sterrenwacht. Door de verplaatsing van aarde en Saturnus in hun hanen om de zon lean men nu eens enigszins "op" en dan weer eens van heneden af de ringen zien, en ook nog af en toe zoals op de middelste foto vr\jwel of geheel in het ringen-vlak. De koers van het Amerikaanse on bemande ruimtevaartuig Pionier-n, die al vele maanden op weg is naar de reuzeplaneet Jupiter, is met suc ces door middel van radiografische signalen gewijzigd. Daarmee werden twee dingen bereikt: in de eerste plaats volgt de Pionier dan in de di recte omgeving van Jupiter een zoda nige baan dat andere gebieden van de planeet en directe omgeving be ter bekeken en "doorgemeten" kun nen worden, dan de Pionier-10 reeds deed, en ten tweede vliegt de Pionier in deze nieuwe baan door, naar de geringde planeet Saturnus. die ln de herfst van 1979 bereikt kan worden. De koerscorrectie werd uitgevoerd door de hoofdmotor van de Pionier niet minder dan 42 minuten en 37 se conden te laten werken, waarbij 7,6 kg brandstof werd verbruikt. Be rekeningen na de koerscorrectie heb ben uitgewezen, dat de Pionier nu op 2 december as. Jupiter zal pas seren op 42.000 km afstand en ver volgens na een zwaai om de zon (pe rihelium 3,5 astronomische eenhe den) op 7 september 1979 Saturnus. Het baanvlak ligt niet lm het vlak

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 19