rovers
ioudgeld voor
lompeuze trots
EXTRA
Vorige maand namen dieven in Tilburg uit een kapel een
vijftiende-eeuwse heiligenbeeld weg. Het beeld, madonna met
kind, was 1,60 meter hoog en zijn waarde werd geschat op
50.000 gulden. De Tilburgse diefstal is er één uit een reeks in
de afgelopen drie jaar. In de antiekroverij is een nieuwe
trend gekomen: men wil „religeus antiek". Kruis- en heili
genbeelden uit vorige eeuwen bij voorkeur van hout
liggen hoog in de markt. Wat in Nederland aan dit soort
kostbaarheden gestolen wordt, duikt in het buitenland op en
wat daar, met name in Spanje en Frankrijk illegaal van de
sokkel wordt getild, gaat in Nederland over de toonbank van
de antiquairs. „Vroeger", zegt in Venray de heer Piet Clephas,
„zou men dit als heiligschennis aanmerken. Nu spreekt men
slechts van „een zaak doen". Alles verslapt in deze tijd, het
is treurig".
©AG 1
Duizenden veldkapelletjes en even zo vele veldkruisen staan
langs de smalle binnenwegen en op kruisingen in het land van
de provincie Zuid-Limburg. Sommige kapelletjes dateren uit
de Middeleeuwen. De reiziger kon zijn weg hier even onder
breken en een kort gebed doen, voorspraak vragen aan de
heilige aan wie het kapelletje was gewijd. Binnen stond een
beeld van die heilige. Men kon het aanraken.
Toen nog wel. Nu zijn de meeste
van die veldkapelletjes vervallen en
leeg, waar het heiligenbeeld geble
ven is, weet men vaak niet.
Het zail wel gestolen zijn, zegt men.
Een ontwikkeling, die het Limburgs
Geschied- en Oudheidkundig Ge
nootschap verdriet doet; de veldka
pelletjes horen toch onmiskenbaar
tot het Limburgs cultuurbezit.
Dat vindt ook Piet Clephas (73),
gepensioneerd loodgieter in Venray.
„Nou hebben ze pas weer in St.
Geertruid het beeld van de Heilige
Gertrudus uit de kerk gestolen",
moppert hij, „als we er niet snel bij
zijn, blijft er niets meer over".
Clephas doet er op zijn manier iets
aan. Hij maakt schitterende ko
pieën van de antieke houten
heiligenbeelden. De originelen kun
nen daarna in een kluis, van
diefstal gevrijwaard.
Door
Aad Wagenaar
Venray heeft 20 kapelletjes op zijn
grondgebied. In niet één van die
huisjes staat nog een beeld. Ze
bevinden zich óf in de kluis van
het gemeentehuis, óf bij Clephas
thuis.
Venray is er op tijd bij geweest om
zijn kostbare heiligenbeelden te
beschermen. Begin 1971 werden ze
allen uit de kapelletjes gehaald en
in veiligheid gebracht.
Aanleiding was de diefstal van St.
Oda. In een bos aan de rand van de
gemeente staat het Middeleeuwse
kapelletje, dat aan deze vrouwelijke
heilige is gewijd. Op een dag
ontdekte men dat het beeldje van
St. Oda weg was; er wes een smal
zijraampje ingeslagen en een dief,
die zeer lange armen gehad moet
hebben, had het beeldje hierdoor
kunnen pakken.
Het alarm was gegeven: samen met
St. Oda gingen alle Venrayse
beelden naar de kluis. Ze bleven
daar totdat Piet Clephas zich over
hen ontfermde.
Elf heeft hij er nu gekopieerd. Als
de twaalfde, St. Anna, gereed is, zal
er een expositie worden ingericht
van de originele beelden en hun
kopieën. Daarna worden de ko
pieën in de kappelletjes geplaatst.
Ook Clephas' beelden zullen aantrek
kelijk zijn voor antiekdieven, want
men moet een kenner zijn om te
zien dat de houten beelden
eigentijdse maaksels zijn.
„Ach Ja", zegt Clephas, „het blijft
altijd riskant natuurlijk. Naar de
beelden kunnen eenvoudig niet
wegblijven uit de kapelletjes. Wat
hebben die huiskes anders nog voor
zin? Maar de beveiliging van de
beeldjes zal ook zeer eigentijds
zijn".
C. pnas begon met houtsnijden in
1955. Uit een oude stoelpoot sneed
hij toen een kruisbeeld. „Ik ontdekte
toen dat ik aanleg had. Ik ging
ermee door. Alles wat je hier in de
kamer ziet aan beeldjes heb ik zelf
gemaakt in die tijd. (Het zijn er 35,
niet allemaal religieus er zijn ook
een paar fraaie naakten bij
Mijn eerste grote heiligenbeeld
maakte ik in 1963. Het was een St.
Vitus uit de kapel van Well; het
origineel was helemaal vermolmd.
Een beeldhouwer, die bezig was bij
de restauratie van de kerk hier in
Venray, zag dat beeld en gaf me
een compliment. Op dat moment
wist lk, wat ik zou gaan doen als ik
gepensioneerd zou zijn. Op de dag
dat ik 65 werd, heb ik al mijn
loodgieterssDullen verkocht en heb
ik mijn atelier ingericht. Sindsdien
heb ik niets anders meer gedaan
dan houtsnijden".
„Ik ben er Jonger door geworden",
zegt Piet Clephas, „ik zie er nu ik
Bij de foto's:
Foto boven: Piet Clephas in zijn
atelier. Links boven: het veldka-
pelletje van de St. Oda. Links on
der: het beeldje van St. Antonis
achter slot en grendel in een veld-
kapel buiten Venray.
73 ben veel beter uit dat toen ik 65
was, zegt iedereen".
De faam van Clephas ging door het
Limburgse land, nadat hij zijn
tweede loopbaan was begonnen. De
opdrachten stroomden binnen, maar
Piet Clephas nam alleen de
..uitdagingen" aan. Zoals toen uit de
kapel van Leune een 90 cm hoog
beeld van de Heilige Catarina was
gestolen.
„Ik kreeg alleen een fotootje van 7
cm. Daarmee kon ik aan het werk.
Toen het beeld klaar was, zeiden ze
dat het precies was als het origineel",
zegt Clephas trots.
Ondertussen stonden in de Venrayse
kluis die beelden uit de kapelletjes
maar te staan. Men wilde ze wel
door Clephas laten kopiëren maar
er was geen geld voor.
„Wat ik voor mijn werk vraag, is
maar een luttel bedrag. Maar ik
héb natuurlijk geld nodig. Dat
kwam er opeens, toen Rank-Xerox,
de grootste industrie hier, een
jubileum vierde en 10 000 gulden
lan de gemeente schonk. Toen kon
ik aan het werk. Ik heb meer dan
twee jaar over die elf beelden
gedaan ik werkte er haast iedere
dag een uur of drie aan. Met de
twaalfde wacht ik nog even, want ik
had opeens zin om tussendoor weer
eens een kruisbeeld te maken, dat is
nu haast af".
Als straks de twaalf beeldjes in
Venray weer in hun kapelletje
staan, blijft er voor Clephas werk
genoeg. Ook andere Limburgse
gemeenten hebben ontdekt dat het
kopiëren van hun kostbare beelden
hét antwoord aan de antiekdieven
is.
„Van Sevenum en Lottum zijn ze
bij me geweest. Ik heb gezegd:
over een paar jaar maar weer eens
terug
Clephas, zelf actief lid van het
Geschiedkundig Genootschap, is zich
bewust van een culturele taak. „Die
mooie veldkapelletjes met hun
beelden, die soms eeuwen geleden
door de boeren zelf gesneden zijn,
horen bij het Limburgse landschap"
zegt hij.
En bitter voegt hij toe: „Het gaat
niet aan dat ze tot vrijershuisjes
vervallen. Sommigen worden zelfs
als plee gebruikt. En dan tegen
woordig ook nog eens die dieven
eid -I-
:3 het verveelde oog
nnli+ia
"«se politie.
4
Het Engelse huis Christie's veilt in
Genève een waarlijk kapitale
collectie pronkstukken. Toppunten
van edelsmederij, tijdens de tsaren
tijd vervaardigd op de ateliers van
de Russische super-Juwelier" Carl
Fabergé.
In een met rood pluche en
goudgekapte schemerlampjes geën-
toureerde zaal is voornamelijk süek
aanwezig. Honderd, honderdvijfen-
twintig personen vooral uit de
categorie „perfect" geconserveerd
middelbaar" op charmant gevorm
de stoeltjes met keiharde, derrière
teisterende zittingen. De meesten
zijn alleen gekomen om gezien te
worden en om te mogen meemaken
hoe een klein clubje koopkracht in
alle rust bijna twee miljoen gulden
uit de knip haalt. Het aloude, steeds
weer pakkende spektakel der grote
bedragen.
Maar, véél interessanter dan alle
kijkers en kopers tesamen is het
aanbod. Meer dan honderd puike
voorbeelden van de nu welhaast
onbetaalbare artisticiteit van Carl
Fabergé en zijn medewerkers.
Overvloedig bekend is dat Fabergé
de schepper is van 's werelds duurste
paaseieren. Wat het atelier van de
Rus nog meer presteerde is breed
•VE Voor hotel Richemond (met uitzicht op het meer) staan achteloos een
doze Daimler, een Rolls Royce, een paar Jaguars en wat Italiaanse race-duiveltjes
i«id. De Rolls staat bij een parkeermeter die al uren lang „over tijd" aanwijst. Er
31 «hter maar geen bon onder de zo soliede ruitewissers.
kneuterig is men in Genève niet. Begrepen wordt dat de baas van de Rolls bin-
11 bet hotel, even doende is om voor tienduizenden guldens aan kostbaarheden te
geschakeerd op de aan de veiling
voorafgaande kijkdagen te zien.
In een kleine ruimte, omgord door
drie bijna onbetamelijk verveelde
Zwitserse politie-agenten, staan drie
vitrines met prachtige inhoud.
Prachtigeerlijk gezegd geeft de
eerste aanblik de reactie „pompeuze
trots voor krankzinnig rijke, dolge
draaide adel". Die indruk blijft zelfs,
alhoewel weer kijken en nog eens en
nog eens, leert dat Fabergé schier
onmogelijk knappe dingen deed met
goud, zilver, email, diamanten,
briljanten, robijnen en saffieren.
Soms adembenemende kunstwerkjes
en dat niet alleen door de
wetenschap dat ieder voorwerpje
met goudgeld betaald wordt.
Zie het kunststukje dat in de
Christle's-catalogus wordt omschre
ven als „een collectie van drieën
twintig hoogst belangrijke minia
tuur-paaseitjes". Die eitjes zijn gevat
in minitueus gemaakte zettingen en
bengelen aan de rankjes van een
edelmetalen steeltje. Het geheel is
twintig centimeter hoog en staat in
een klein glas' (voorzien van het
Russische keizerlijke wapen) waarin
tot een kwart onder de rand water.
Water? Zo lijkt het. Het water zo
uit de kraan, zou Je zeggen -- is in
het glas nagebootst.
1,
Er staat een bierpul consumptie-
klaar, maar wie. zou het anno 1974
in z'n hoofd halen om ordinaire pils
te tappen in een pul van cylindrisch
gedraaid donkergroen nefriet met
massief gouden deksel?
Mensen kijk toch eens! Een
tafelbelletje, nauwelijks zeven centi
meter hoog in goud en email.
Vroeger klingelde het de bedienden
naar de grote salon. Hoe zou het
geklonken hebben? Niemand durft
het te proberen. Het belletje is
immers kunst geworden en kunst
wordt ontzien, zeker de kunst van
Fabergé.
Een Engelsman smeekt een van de
Christie's-assistentes (pico bello ge
klede en opgemaakte Jonge vrouwen,
allemaal met een statuur k la
Twiggy, vriendelijk op een ongrijp
bare afstand) om één van de
Fabergé-voorwerpen tenminste even
te mogen aanraken. Dat mag. De
dichtstbijzijnde politie-agent det
één oog open. De Engelsman
zucht, diep en smartelijk„it's
marvellous, marvellous
Een pilledoosje, goud, ingelegd met
Het klapstuk van de veiling,
de 'schaal van koningin Wilhel-
mina' wordt geveild.
oranjebruin email, dat zo klein is
dat de tsarina er nauwelijks twee
aspirientjes (of laxeerpillen) in kon
doen. Fabergé maakte het, zijn
keizerlijke opdrachtgevers wilden
het zo. dus kregen ze wat ze hebben
wilden.
Een piepklein olifantje in nefriet,
het buikje dik en rond. „Amusingly
characterised", zegt de catalogus. Het
beestje heeft oogjes van briljant
Eens misschien een speeltje. Nu kan
het alleen de kijker die geen geld
heeft voor Fabergé-waar nog
vertederen; de collectioneurs worden
door dat aardige slurfbeestje slechts
opgehitst. Hébben, hébben koste
wat het kost.
Alles in de vitrines ziet er puntgaal
uit. Een zilveren tafelklokje, wijst
drie over twee. Zo laat is het niet,
het klokje staat stil. We vragen of
het uurwerkje desalniettemin in
orde is. Afschuw kan nauwelijks
verborgen worden. „Of course", wordt
er na veel stilte gezegd, zó
afgemeten en zó bestraffend dat
ons het schaamrood wel op de
kaken moet komen.
Fotolijstjes, zilver, goud op snee,
goud; drinknapjes, zoutbakjes, klei
ne en grote bekers, schitterende
sigarettenkokers, een zilveren samo
war die vanwege het gewicht
door een van de Christie's-héren ter
veiling moet worden gedragen, een
kalenderblokje waarvan zestig jaar
geleden slechts vier dagblaadjes zijn
gescheurd, gelukkig maar want het
blokje is dus nog compleet vanaf 5
januari 1914 en wie wil zoiets niet
in zijn moderne huiskamer hebben
Er is... er is., ja, de schaal die
eens koningin Wilhelmina ten
geschenke werd gegeven door de
Nederlandse kolonie in St. Peters-
burg. Hij staat er, simpelweg, rechts
onder in vitrine twee. Ongelooflijk
mooi, schitterend.
De kavels houden tijdens de veiling
voor het merendeel tenminste de
door Christie's geschatte waarde. Om
een indruk te geven: de prijzen
waarvoor de hiervoor beschreven
voorwerpen worden afgeaamerd. Het
takje met de paasei-bloemetjes
ƒ170.000; de bierpul ƒ43.000; het
tafelbelletje ƒ8000; ƒ10.000 voor het
pilledoosje, f250.00 voor het olifan
tje, f 5200 voor het tafelklokje
fotolijstjes a raison van f 11.000,
13.500 en 17.000, 16.000 voor de
samovar, f 4500 voor het kalender-
blokje.
Koel, beheerst, wordt alles geveild.
Het verheffen van een vinger een
hoofdknikje. Er gebeurt aiets
onvertogens, pas als de laatste
kavels, de topstukken, aan r.od
komen staat men zich enige
opgewondenheid toe. Fluistei, fluis
ter, 170.000 voor de befaamde
.Baletta box" (een luisterrijk doosje
met opmaakspulletjes, eens door de
admiraal van de Russische keizerlij
ke vloot, groothertog Alexis, «ze-
schonken aan de actrice Elisaneth
Balletta. Beschaafd applaus ah de
„schaal van Wilhelmina" wordt
verkocht voor 325 000.
In een hoekje geeft een Christie's-
meisje spierwit tot aan het Dunt
van haar diepe decolleté over in
een kartonnen doos.
De Rolls Royce wordt gestart. Er
zijn zaken gedaan.