Everly Brothers blijven
verankerd met jaren 50
DE VLAAMSE PRIMITIEVEN
Bachs motetten
op zeer fraaie
wijze uitgevoerd
Zappa's grappen
egrand
de drie
usketiers
Butts Band haalt peil van Doors nog niet
Maggie Bell op dreef
Kleurloze
Lou Rawls
RDAG 18 APRIL 1974
)Cco Granata
r bijtjes
bloemetjes
Granata -Rocco. NY, 10.
komt meestal niet ver-
an bloemetjes en bijtjes,
van zijn dromen en lieve,
kindjes, Rocco Granata.
os gastarbeider in België,
anger, die. hoe tegenstrijdig
ok moge klinken, bekend is
den omdat zijn stem verre
rolmaakt is. Hij lijkt con-
I pet „een brok in de keel"
gen, als is hij ontroerd door
muziek. Maar omdat hij
es garneert met een
Ég Vlaams accent krijgen ze
[emoedelijks. Wat schorre
fta brengt is dan ook on-
isteld, ontwapenend, preten-
Zijn teksten zijn simpel, de
teer weemoedig en smartla-
het volgende moment vro-
Zomerhits als Marina, het
succes van Granata, zyn
nieuwste elpee „Rocco" he-
echter schaars. Met uitzon-
I van bijvoorbeeld Copaca-
Granata. die juist goed op
is in vlotte nummers, ver-
nogal eens in bijzonder
sentele liedjes. Vooral ook
hij nauwelijks van toon-
wisselt. lijken vele wijsjes
i van elkaar.
voormalige mijnwerker zal
ook met deze langspeler
(waarschijnlijk geen nieuw
igoud delven. Daarvoor zijn
Hnig toppers verzameld. Daar-
ook zorgen bekendere num-
als De man, die met mijn
;aan trouwen. Daar gaat
grootpapa en Marieke nau-
de broodnodige varla-
J.P.
three musketiers- Michel
nd Bell -2308 081.
drie musketiers kun-
hermen" met een onge-
staat van dienst. Ruim
filmversies zijn er ge-
ïaar het boek van Alex-
Dumas, die daarmee in 1844
ledenis schreef. Wellicht de
verfilming is kortgeleden tot
gekomen dankzij regisseur
rd Lester, die met sterren
aquel Welch, Christopher
ieraldine Chaplin. Charlton
l, Richard Chamberlain en
el York nu eens de humor
laten prevaleren boven het
e. Het heeft er toe geleid
musketiers van 1974 zeer
je avonturen beleven. Op
is dat de langspeler met
mdtrack van deze rolprent
erder in Nederland arrl-
dan de film zelf, die pas
tóen in première ging. De
met louter instrumentale
is een spektakelstuk op
worden. Voor de muziek te-
ook Michel Legrand,
nse Burt Bacharach. die er
ote hoeveelheid instrumen-
gesleept heeft. Daarbij ne-
e hoorns een zeer belang-
laats in. Niet zo verwon-
omdat de musketiers zich
de twintigste eeuw nog te
voortbewegen. Legrand laat
ies van het trio goed uit-
door de muziek op de Juis-
nenten te laten aanzwellen
met zijn orkest „beschei-
rug te trekken als roman
taferelen daarom vragen.
i een harmonieus geheel
vervolgverhaal met vier
Iers rechtvaardigt. J.P.
EXTRA
„Wij zijn niet een nieuwe for
matie van de Doors. Wij produce
ren een nieuw en opwindend ge
luid", zeggen de heren van de
nieuw geformeerde Butts Band
zelf in een begeleiding bij de de
buut LP „Butts Band".
Dat nieuwe geluid moet dan ze
ker nog komen op volgende lang-
duurders, want op deze eerste
elpee is van dat nieuwe en op
windende bepaald nog niet veel
te merken. De Butts Band zoekt
nog, speelt voornamelijk achter
haalde muziek (ver achter bij
de muzikale mode is één kant op
genomen in Jamaica) en slaagt
er nauwelijks in opwinding te ver
wekken.
Wat dan wel waar is: de Butts
Band is geen nieuwe formatie van
de Doors. Bepaald niet. John Dens
more en Robbie Krieger, de pop
veteranen die na de geheimzinni
ge dood van Jim Morrisson met
Ray Manzarek een tijdje zijn
doorgegaan als Doors, hebben
zich wel helemaal losgemaakt van
de sound van The Doors. Densmo
re en Krieger hebben na maan
denlange audities zanger Jess Ro
den, bassist Philip Chen en orga
nist Roy Davies gekozen om met
hen de Butts Band te
Eén kant van de eerste LP van de
formatie is zoals gezegd in Ja
maica opgenomen, vanwege de
reggae-muziek, waarvan de in
vloeden op de LP merkbaar zijn,
de andere kant in Londen. Beide
kanten geven in ieder geval dui
delijk aan dat de Butts-Band 't
peil van de Doors nog lang niet
haalt.
P.d.T.
Bye Bye Everlys The Ever
ly Brothers Midi Stereo 66032
(dubbel-lp).
Het is volgende maand zeven
tien Jaar geleden dat The Everly
Brothers de Amerikaanse top hon
derd binnenstormden met „Bye
Bye love". Voor de broertjes be
tekende het de start van 'n enorm
internationale carrière. Ze scoor
den de ene hit na de andere, niet
alleen in de VS. maar ook in En
geland en het Europese vasteland.
De Everly's werden een begrip in
het tijdperk van de rock and
roll dank zij nummers als Wake
up little Susie, Bird Dog, Devo-
Op deze pagina
bijdragen van:
Han Mulder
Ruud Paauw
Jan Preenen
Paul de Tombe
Wim Wirtz
Eindredactie en
layout
Bram van Leeuwen
ted to you, Cathy's Clown, Ebony
Eyes en nog tenminste een tien
tal andere hits.
Zo rond 1962 was het vrij plot
seling afgelopen met het duo. Hun
muziek werd verdrongen door The
Beatles-sound en wat ze er ook
aan deden, de grote populariteit
van de Jaren vijftig kregen ze niet
meer terug. Slechts incidenteel
kwamen ze nog in de hitparade
terecht, bijvoorbeeld met nummers
als The Ferris Wheel in 1964 en
Bowling Green in 1967, maar het
was meer „teren op oude roem"
dan „aanspreken bij de Jeugd".
Hun eerste hits werden uitge
bracht op het Cadence-label en
later switchten ze over naar War
ner Brothers. In 1971 liep echter
het contract af bij deze maat
schappij en werd niet meer ver
nieuwd. De Everly's kwamen
daarna onder contract bij RCA
en vorig Jaar werd door deze
maatschappij de elpee Pass the
chicken and listen uitgebracht.
Een langspeler waarop de broer
tjes Everly wat meer de coun
try- en western-kant opgingen.
In Nederland deed de plaat
echter niets. Vandaar het pro
bleem waarmee Don and Phil nog
steeds worstelen: hoe kunnen we
weer in de gunst komen bij
het platen kopende publiek. Eer
lijk gezegd geloven we dat het
The Everlys niet meer zal luk
ken. Hun „sound" was eenmalig,
en wat ze in de toekomst als duo
of als solisten ook proberen ze
zullen altijd weer het etiket van
de Jaren vijftig opgeplakt krijgen.
Op het Midi-label is dezer da
gen een dubbelalbum verschenen
met een verzameling van Everly-
hits uit die dagen. Het kreeg de
veelzeggende titel „Bye bye Ever
lys" mee. Voor die groep, wier
Jeugdsentiment in de Jaren vijf
tig verankerd ligt zal het onge
twijfeld een document zijn om dit
album te bezitten. Temeer daar
er geen technisch geknoei aan te
pas is gekomen om de mono-op
namen uit die dagen toch nog
een stereo-effect te geven. Recht
voor de raap uit de boxen zonder
effecten. Het is een van de bekoor
lijkheden van de dubbelelpee. Een
en ander is om nog eens nostalgi
sche herinneringen op te halen
aan de tijden dat .Donna, Don
na", „Send me the pillow", .Devo
ted to you", „Crying in the
rain", „Bird dog" de hitparades
regeerden. Vergane glorie, maar
voor de liefhebber onontbeerlijk.
B.v.L.
-eo van Puyvelde: „De Vlaam-
Primitieven", uitg. Scheltens
Giltay, Den Haag. Prijs f 75,-.
De sindsdien niet meer geëve-
arde precisie alleen al zou de
ttmse primitieven een onbe-
dgde plaats in de kunstgeschie-
eis hebben gegeven. Maar daar
it bij de wonderlijke frisheid
de panelen tot op de dag van
adaag behouden hebben en ten-
'n aards realisme dat voor-
[m de portreten van Van Eyk,
Memlinc een schok van
tonning veroorzaakt.
KJ Scheltens en Giltay is een
ai boekwerk „De Vlaamse Pri-
tieven" verschenen van de on-
Hs overleden Belgische kunst-
toricus Leo van Puyvelde Het
het werk van een man die met
ote geeftdrift over zijn onder
op schrijft, maar dat bovendien
met een enorme kennis van
hen. Het laatste deel van het
een catalogus van alle
ton waarover documentatie be
en van de voornaamste toe
schreven werken. Zo bestaan er
van Eyk slechts tien ge
beerde werken, maar een even
W aantal stukken wordt aan
Eyk toegedacht en daarbij
to zulke beroemde voorbeeloen
man met de anjer" en de
kdonna met kanselier RoJn"
?an Puyvelde heeft zich in dit
®daardwerk niet beperkt tot
Wudelijke interpretatie, maar
daarentegen uitgebreid stil
bij de puur-ambachtelijke kan
ten vain het schildervak. zoals dat
in de veertiende en vijftiende
eeuw in Vlaanderen beoefend
werd.
Hij rekent af met de lang ge
handhaafde opvatting dat die
merkwaardige glans op de pane
len van de Primitieven is teweeg
gebracht door 't gebruik van olie
verf en heit werken met achter
eenvolgende doorschijnende verf
lagen („waarvan middelmati
ge kunstenaars van onze tijd
gaarne gebruik maken", voegt hij
er gemelijk aan toe!) Volgens Van
Puyvelde werd het glanzend ko
loriet met vier heel eenvoudige
middelen bereikt: een volledig
gladde witte preparatie van het
paneel, de bindstof die de verf
moest bestendigen, (el, arabische
gom) de kwaliteit van de kleur
stof en vooral de zorg waarmee
die kleur werd opgelegd. De mees
ters streken meestal hun kleur in
één enkele laag uit. En olie dan?
Van Puyvelde toont omstandig
aan dat technisch onderzoek heef+
uitgewezen dat de verbetering in
de houdbaarheid, zoals men in
eens bij Van Eyk ervaart niet aan
het gebruik van olie als bindmid
del is te danken.
„Nog altijd moet de schei
kunde het eerste druppeltje
olie ontdekken in de schilderijen
van de Primitieven", zegt hij
triomfantelijk.
,De Vlaamse Primitieven" is
het boek van een geestdriftige.
Van Puyvelde stelt dat de Vla
mingen tenslotte de moderne
normen van het schilderij hebben
vastgesteld en bovendien de ver
schillende genres in het schilderen
hebben geïntroduceerd: portret
groep, landschap, zeestuk, stille
ven. stadsgezicht, historisch tafe
reel.
Bij alle adoratie is Van Puy
velde toch niet wars van een aan
tal kritische aantekeningen hier
en daar. Hij signaleert een weinig
ontwikkeld gevoel voor composi
tie by de Vlaamse schilders in
vergelijking met hun Italiaanse
tijdgenoten; zij blijven te lang
stilstaan bij de studie van de
musculatuur, bij de weergave
van een gewricht om veel aan
dacht te schenken aan de werkelij
ke beweging" aldus Van Puyvel
de, die de benadering van het on
derwerp door b.v. Jan van Eyk
een "statische" visie noemt in
vergelijking met de "dynamische"
van een Italiaans als Masaccio.
Het karakteriseert inderdaad de
ze hele Vlaamse schildersschool,
ofschoon bij de sensuele Rogier
van der Weyden (bv. in het reta
bel van Sint Jan) tooh een begin
van dramatische actie te bespeu
ren valt.
Het boek ls met 46 kleurplaten
en meer dan 120 zwart-wit-foto's
op groot formaat zeer royaal ge
ïllustreerd. Een paar van de kleu-
rencliohé's zijn wat flets uitgeval
len; de meerderheid is echter vol
doende van kwaliteit.
Waarschijnlijk ten overvloede
mag hier nog wel warden aan
getekend dat boeken als het on
derhavige er in de eerste plaats
zijn om in te bladeren. De fris
heid van het kleurenpalet van
deze meesters in het voorportaal
naar een nieuwe tijd is dan maar
één aspect. Van Puyvelde mag
dan van "statisch" spreken bij de
dramatische uitwerking van de
onderwerpen, maar er kijken ons
toch complete, individuele mensen
aan vanaf al die triptieken en
portretten.
De Heilige Barbara op het
triptiek met de piëta door Hans
Memlinc is een mooi meisje zo
als het in die Jaren door Brugge
moet hebben gelopen. Dit is niet
langer meer het verstilde wachten
op wat na dit leven zou komen,
maar het gulzig inademen van
'n lentedag, de herondeikking van
het lichamelijke en het individu.
Zet daarnaast de nauweiyks
schilderende Hugo van der Goeds
tijdgenoot van Memlinc en
diens erfzonde en men hernieuwt
de kennismaking met de angsten
van de Late Middeleeuwen: de
duivel als een vrouwspersoon met
een hagedisgestalte, Eva en Adam
beschaamd hun geslacht via resp.
een herfst aster en de eigen hand
aan de blikken van de toeschou
wer ontnemend. „De Vlaamse Pri
mitieven" is heit avontuur van
mensen die talmen bij de zeker
heden van het oude maar tevens
de roep naar alles wat zal ver
anderen niet kunnen en willen
weerstaan. Een opwindend avon
tuur voor het oog. H. MULDER.
De Motetten van Johann Se
bastian Bach (Archiv 2533 161
/2 Stereo).
Archiv kwam onlangs met een
heel mooie uitvoering van Bach's
motetten. Het zijn er vijf in ge
tal. Omdat er een vierde plaat
kant overbleef zijn ook nog twee
andere zangstukken opgenomen,
waarvan voorlopig nog zeer om
streden is of Bach de maker was.
Tenslotte is dan de plaat en maat
helemaal vol met een kleine can
tate door ene Johann Christoph
Bach, een verre oom van de grote
Johann Sebastian.
Heel liefderijk zijn de vijf gro
te Bach-motetten vastgelegd. Di
rigent Hans-Martin Schneidt be
handelt het vraag- en antwoord
spel van de verschillende koorseg
menten met een grote frisheid. De
vijftig koorknapen van de Re
gensburger Domspatzen zijn volle
dig opgewassen tegen de complexe
vlechtsels die Bach in deze muzi
kale dialoog legt.
Waarschijnlijk werden de mo
tetten oorspronkelijk a capella
gezongen, dus zonder begeleiding
van instrumenten. Bij deze opna
me gebeurt het wel, waarbij ech
ter de instrumentale rol overal
terughoudend en op de achter
grond blijft. Motetten is gelegen
heidswerk en meestal was de aan
leiding tot de compositie een nog
al sombere. Vaak ging het om be
grafenissen. De integere ambach
telijkheid van Bach zorgde er al
tijd voor dat het snelle werk nim
mer haastwerk werd. Kleur en
inhoud van de stukken, hoe droef
de aanleiding ook, dragen altijd
een stuk blij musiceren uit. Van
één van de cantates is de aanlei
ding inderdaad een feestelijk ge
beuren, het is „Singet dem Herrn
ein neues Lied", maar „Jesu, mein
Queen of the night Maggie
Bell Polydor stereo 2383 239.
Maggie Bell is een van de ver
tegenwoordigsters van de pure
„white soul". Het aantal decibels
dat via de groeven van „Queen
of the night" de boxen uitslin-
gert zou waarschijnlijk geen ge
nade kunnen vinden bij de heren
geluidsmeters van de politie. Toch
is het niet alleen het volume dat
de kracht van haar zang bepaalt.
Want dat ze naast het uitsto
ten van rauwe klanken toch in
staat is tot melodieuze zang be
wijst ze bijvoorbeeld in een num
mer van J. J. Cale getiteld „Af
ter midnight" en de titelsong van
de plaat "Queen of the nigth".
Dat de plaat een ruime voldoen
de krijgt is mede te danken aan
het feit dat Maggie Bell een
groepje musici om zich neen ver
zameld heeft, die weten wat Je
met nummers als Caddo Queen,
A Woman left lonely, As the years
go passing by en Trade winds
aan moet. Voeg daar aan toe, dat
Maggie bij de meeste nummers
de vocale steun krijgt van de groep
The Sweet Inspirations en Je
weet dat het een elpee is die de
pan uitswingt.
B.vD.
Freude", ter nagedachtenis van de
itouw van een postmeester, is
eigenlijk veel uitbundiger. Het
lean natuurlijk zijn dat die post
meestersvrouw een dergelijk vl-
leinig wieeen was dat de treu
rende weduwnaar nog altijd niet
zijn geluk op kon.
Bach kon in deze kleine zang
stukken met een bescheiden nu
merieke bezetting meer mengen
en scheiden dan in de zoveel bre
der opgezette oratoria en canta
tes.
Schneidt sluit op dat gege
ven aan. Hij laat versierin
gen weg, houdt de koorpartijen
beknopt, maar vale niet in de kuil
van engharig purisme. Het moet
plezier blijven, tenslotte. Deze
voortreffelijke opname van harte
aanbevolen. H.M.
Lou Rawls live at the Cen
tury Plaza MGM Records
2315 284.
Er huist te weinig in het gen
re dat negerzanger Lou Rawls
hier uit de groeven laat spreken
om aan deze plaat een diepgaan
de beschouwing te wijden. Lou
Rawls, een zanger die het mid
den houdt tussen een weinig be
zielde bluesvertolker en een ver
dediger van nationale eer op een
of ander songfestival, komt van
uit het Century Plaza Hotel een
beetje honingachtig over. Heeft
weliswaar geen slechte stem (het
nasale geluid zou het in de blues
voortreffelijk doen), maar laat de
stembanden in het algemeen tril
len op een manier die herinne
ringen oproept aan de oer-vader-
landse gezelligheid van het pro
gramma „Zing met ons mee".
De werkjes die hij, begeleid door
een hier niet nader aangeduid,
goed orkest, vertolkt, zijn niet
nieuw („Down here on the
ground", „Watch what happens",
„Bye bye blackbird"). Dat hoeft
op zichzelf geen bezwaar te zijn.
Maar enige originaliteit in de uit
voering is dan zeker geen lu$e.
En dat is nou precies wat Je
hier mist. Meneer Rawls komt na
melijk ontzettend kleurloos, ver
moeid en veel te gladjes over. Erg
Jammer hoor.
W.W.
Combinatie van
vindingrijkheid
en enthousiasme
„Kunt u mij de weg naar Ha-
melen vertellen, meneer?" deel II
met o.a. Rob de Nijs, Loeki
Knol, Ab Hofstee, Gerard Cox,
Leen Jongewaard en het tv-kin-
derkoor o.l.v. Henk van der Velde
Philips 6440 164. prijs f. 10.
Of de weg naar Hameien in al
die Jaren al eens is gevonden, is
mij eerlijk gezegd niet bekend
wel zeker weet Ik dat het duo
Joop Stokkermans (muziek)
Harry Geelen (tekst) wat de
in de serie voorkomende liedjes
betreft een onwaarschijnlijk hoog
peil heeft weten te handhaven.
Ook in Hameien deel n valt er
weer naar hartelust te genieten
van de combinatie vindingrijkheid
(Stokkermans/ Geelen) en en
thousiasme (alle uitvoerenden).
Op deze elpee zijn dertien flon
kerende liedjes van het afgelopen
seizoen bijeengebracht: De thee
is heet. Kom in de kudde, Prin
senlied, Ach Rattenvanger, De
Hameier horlepiep. Weet u ook de
weg naar Morpuys, Geen tijd v0<
Hollebollegijs, Vermommen is e<
vak, 't Spook met spikkeltjes, In
een spelonk, Gonda van Hillegom,
Ik ben Gruis, Repelsteeltje. Hoe
goed alle liedjes ook zijn. het is
niet moeilijk de mooiste er uit te
kiezen: „Ach. ach. Rattenvan
ger", beeldig door Loeki Knol ge
zongen. Een liedje om in te 'ijs-
ben.
R.P.
Apostrophe Frank Zappa
Discreet 59201 Y (Negram), DS
2175.
Bij Frarik Zappa is geen mid
denweg mogelijk. Of je houdt van
zijn muziek en dan ben Je er
ook zo kapot van dat Je al zijn
platen onmiddellijk koopt, of Je
raakt zodanig in verwarring dat
Je er volledig, maar dan ook vol
ledig op afknapt. De man met het
uiterlijk van een Arabier, die zo-
Juist de oliekraan heeft dichtge
draaid, zal dat verder weinig In
teresseren. Hij gaat onbewogen
voort op de eenmaal ingeslagen
weg, waaraan voor vele liefheb
bers geen einde hoeft te komen.
Met zijn sonore stem, zijn gitaar
en de hulp van vele, vele anderen
biyft hy op het eigen label Dis
creet vreemde gecompliceerde mu
zikale grappen uithalen. Ook op
het album Apostrophe, met ze
ven nummers van de hand van
Zappa zelf en twee nummers die
dij heeft 0eschreven met be
hulp van anderen.
Hoe Je er verder ook over denkt:
Zappa blijft een muzikaal feno
meen. Door velen vereerd, door
anderen verafschuwd.
P.d.T.