K RICHT ME
fAAR TIJD
N PUBLIEK"
111 I
chade van snoep is nog niet bewezen"
eidenaar Carel van Laere:
'''c'"til x "^1
DAG 13 APRIL 1974
f"ll.l'JLI.§-.rH PAGINA 15
jiafiep
Ma^Hp v J -
f*., -3- 'i
We snoepen weer heel wat af deze paasdagen,
vooral natuurlijk, in alle mogelijke maten. Maar een
zolang het niet kapot is tenminste, toch maar één
en is als zodanig dan ook niet bijster interessant voot
Laere, snoepontwerper van beroep,
meneer geeft vorm aan allerhande lekkernijen, van
eurbonbon tot dubbelzoute drop. Graait een kinder-
2| oor een snoepwinkel, tien tegen één dat de kleine wel
^?atie van Carl in het knuistje klemt. Carel van Laere
n dagtaak aan zijn zoete vondsten en in die functie
naar hij zegt, zijn gelijke op de wereld niet.
noeg om in deze maagvul-
{en eens bij de snoepont-
op bezoek te gaam. We
in zijn atelier, een
bouwsel achter ln een
1 de Leidse Breestraat
waarin katjes, visjes
boompjes en poppetjes
iboren, is een kunstwerk
idden. vrijwel tegen het
s een enorme vogelkooi
De vrolijk fluitende
ladderen echter enthousiast
atelier, terwijl Carel via
houten trappetje de kooi
Daar werkt de kunstenaar,
op een met zand
vloer en temidden van
portrettekeningen aan de
1 spant hij zich.
i »ve ontspanning is mogelijk
I teller van Carel. Aan het
I hangt een vuistdik kabel-
;J t bijna tot de grond reikt.
ut de kunstenaar zo af en
1 1 de conditie en spierkracht
louden.
1 Laere (53) zelf roept ook
erbazing op. Niet qua
en keurig pak, weliswaar
onder een soort stofjas
vogelpoep, en een al even
stalen brilletje. Care)
echter op een vrijwel
tfe fluistertoon alsof hij ons
geheimen toevertrouwt en
onafgebroken met een
plasticine, een soort boet-
dat onder zijn vingers
ten aanneemt,
klei heeft Carel nu al
Door
Daan Overhoff
vijfentwintig jaar op zak. „Ik ben
dus nu met een ontwerp voor een
bonbon bezig", mompelt hij voor zich
heen, „een order voor een fabriek
in het zuiden van ons land. Om
erachter te komen wat die mensen
ongeveer willen heb ik die klei bij
me. Als ik iets teken zien ze niet
wat ik bedoel, maar als ik een paar
vormpjes kneed komen we er samen
sneller uit. Een vlot contact, begrijp
Je wel" en uit zijn vingers tovert
Carel in enkele seconden een
minuscuul hondje, een teckel zo te
Terwijl het beestje achtereenvolgens
ligt, zit en een pootje geeft
vernemen we hoe het allemaal zo is
gekomen. „Ik had leermoeilijkheden,
woordblindheid", vangen we op, „vier
klassen lagere school, toen gaven ze
mij al op. Dat was vrij verdrietig.
Nog voor de oorlog ben ik toen in
het bakkersvak gegaan.
Nu was ik altijd al artistiek
aangelegd en een banketbakker
boetseert verschrikkelijk veel. Daar
leerde ik van marsepein figuren
maken en van het één is toen het
ander gekomen. Van marsepein ben
ik overigens helemaal teruggekomen.
Dat is een grap, de imitatie van het
een of ander- Dat is geen kunst".
Aardewerk
In de oorlog bekwaamde ondergedo
ken Carel van Laere zich in
aardewerkfabrieken verder in het
Carel tussen de vormpjes
Carel op weg naar zijn vogelkooi. Het kabeltouw hangt klaar voor gezonde ontspanning
(Foto's Kurt Bökenkamp)
vak. Kort daarna volgde hij nog een een graad van perfectie bereikt. Hij Oldenzaal.
Jaar een beeldhouwopleiding in schreef er een boek over, dat hij „Eigenlijk heet ik een industrieel
Arnhem. „Ik was toen al zo ver dat met zijn eigen creaties illustreerde, ontwerper van voedingsmiddelen te
ik de eerste twee klassen mocht Een snoeponitwerper veroverde de zijn", zegt hij, „maar aan de grens
overslaan. Portretten en zo, daar wereld. Het boek werd in negen zeg ik voor het gemak maar
had ik allang geen moeite meer talen vertaald. Carel van Laere beeldhouwer. Ik geef vorm aan
mee". demonstreert en geeft les van Japan snoep en van de industrie krijg ik
In marsepein had Carel inmiddels tot Amerika, van Helsinki tot daar opdrachten voor. De boerderij -
drop van Faam bijvoorbeeld is door
mij ontworpen, een hele tijd geleden
al. Alle mogelijke fabrieken hebben
haar nu al gecopieerd".
Terwijl de teckel inmiddels via een
poesje in een konijntje is getrans
formeerd laat Carel wat snoepwerk
zien. Naast pietepeuterige vormpjes
voor katjes en banaantjes zoekt de
kunstenaar het ook in actuele
beeltenissen. Wat te denken van
een schuimpje in gebitvorm of twee
voetjes van drop.
„Dat gebiitje heeft het geweldig
gedaan", zegt hij, „dat hielden de
mensen allemaal voor hun tanden,
daar is heel wat mee afgelachen.
Die voetjes, dat is uit de tijd van de
soul in de muziek en de opkomst
van de sex. Die vorm van drop past
gewoon in de tijd, zie je. Met elke
vorm van snoep richt ik mij ook op
een bepaald publiek".
Carel van Laere werkt verantwoord
Als hij zich in de vogelkooi heeft
teruggetrokken moet een nieuwe
creaitie aan bepaalde voorwaarden
voldoen. Tweeëndertig om precies
te zijn. Het gaat te ver om ze
allemaal te noemen, vindt Carel.
„Maar neem nou Gilde-drop, die
moest autootjes hebben. Dat bete
kent dat Je snoep ontwerpt voor
Jochies van zes tot twaalf Jaar.
Wilden ze daar dat ik allemaal
merken auto's maakte, Mercedes en
zo. Maar zo'n knaap vindt een
politie- of een brandweerauto veel
mooier. Dat zijn het ook geworden.
In Engeland heb Je dat Jelly-snoep
Een fabriek daar wilde baby'tjes van
dat spul. Toen heb ik een keurig
Europees baby'tje gemaakt. Ja, maar
we exporteren ook veel naar Japan,
zeiden ze toen. Heb ik dat baby'tje
spleetoogjes gegeven. Kijk, zo gaat
dat. En de ligging van het snoep in
de mond is natuurlijk ook
belangrijk. Niet te breed, niet te dik
niet te hard, niet te zacht. Ook dat
is snoep ontwerpen".
Controle
Carel staat voor niks, getuige het
konijn van klei, dat inmiddels een
balletdanseresje inclusief paarde-
staartje is geworden. Beroepshalve
snoept hij zelf ook heel wat af. „Het
controleren van de ontwerpen, hoe
ligt het in de mond", zegt Carel,
„hoe lang is het snoep, dat je
gemaakt hebt, een wezenlijk genoe
gen. Nee, alleen met het figuurtje
ben je er niet".
Carel doktert net zo lang aan een
bonbon en dat kan wel eens tot
twee jaar oplopen tot de mensen
er niet meer kunnen afblijven. En
dat terwijl snoepen zo slecht voor
de tanden is. „Soms voel ik me
inderdaad wel een beetje schuldig",
bekent hij, „in het snoep bestaat
een enorme concurrentie. Dat heeft
samenstellingen tot gevolg, die
inderdaad niet best zijn. Te kleverig,
teveel synthetische stoffen in het
snoep.
Maar de grootste fout ligt bij de
ouders, die het kind niet begeleiden.
Ze geven maar geld en het kind
zoekt maar uit. Er bestaat geen
controle op keuze en hoeveelheid.
Logisch dat zoiets niet goed is voor
de tanden. En dan: snoep gezcn4,
eet een appel, zeggen ze, maar ze
vergeten erbij te zeggen dat die
appel drieëndertig keer met vergif is
bespoten. Ook dat is fout".
Voor zover dat met zijn stemvolume
mogelijk is windt Carel van Laere
zich daarover op. Hij heeft het juist
goed voor met de kinderen. Zelf
heeft hij er vijf. „Kijk, na de oorlog
heb ik eraan gedacht mij helemaal
in de kunst te werpen, maar het is
toch het snoep geworden.
Roeping
Naast smaak heeft snoep voor
kinderen namelijk nog een aparte
vreugde. Ze vinden een bepaalde
beeltenis leuk, die laten ze eerst
aan elkaar zien voordat 'ie wordt
opgegeten. Dat bevordert het
onderling contact. Ze tekenen een
figuurtje ook na, worden zelf
creatief. Daarom moest ik wat aan
de vormgeving van snoep gaan doen.
Noem het maar een soort roeping".
Contact door vormgeving staat bij
Carel van Laere centraal. Vandaar
dat het balletdanseresje weer een
hondje wordt, en het hondje een
handje, en het handje een muisje,
en het muisje een eendje, en het
eendje een roosje, en het roosje een
huisje, en het huisje een boompje,
en het boompje een...
EK Kalm kauwend en zuigend ging hij door het leven.
genieter van het betere lekkerwerk. Maar zijn rustige
zijn geteld. Want snoepgoed is vandaag de dag uit den
ivoor kraakt vervaarlijk. En daarom moet het maar
lopen zijn met dat ongebreidelde gesnoep, vinden de
happij tot Bevordering van de Tandheelkunde en de
voor Mond- en Tandhygiëne, het Ivoren Kruis.
overwinning in deze zoete
binnen. Want de televisie
tor snoepgoed zal binnen
ben beperkt. Onvrijwillig
Maar de bewakers van
hadden het liefst geziien
reclame voor snoepgoed
1 en televisie werden ver-
'fabrikanten zitten met de
ln zij hebben zich over
ogal kwaad gemaakt.
de Vries (47), directeur
Snoepfabriek Tonnema in
bestuurslid van de Ver-
1 Suikerwerk en Chocola
bende Industriën, zegt er
"Het zijn eenzijdige acties,
objectiviteit geweld aan-
rustlg legt snoepmaker
as zijn bezwaren uit te-
'dek op het snoepen,
snoep? wij praten ln de
versnaperingen. Een ou-
Door
Jan Kees Kokke
derwets woord misschien. Maar dat
drukt beter uit, waar het om gaat.
Het zijn dus dingen, die het leven
veraangenamen. Suikerwerken, pe
permunt en artikelen met chocola
de", legt de heer De Vries uit.
In zijn kamer hangt allerminst een
zoete geur. We tellen er dan ook
niet meer dan precies acht rolletjes,
één blikje en één doosje snoep.
We krijgen geen Rangetje of
King-pepermuntje topmerken
van Tonnema aangeboden. Wel
koffie en sigaretten.
Drs. De Vries: „Bij alle acties tegen
het snoepen wordt gesproken over
het nadelig effect van suiker op het
gebit. Dat is een onbewezen stelling.
Want de geleerden zijn het er nog
lang niet over eens of suiker nu
wel of niet schadelijk is voor onze
tanden en kiezen".
Een geteisterd gebit. Van het snoepen?
„Onderzoeken onder diabetici
mensen dus die helemaal geen sui
ker mogen gebruiken wijzen uit
dat ook hier tandcariës, tandbederf,
voorkomt. Bij opgravingen heeft
men eeuwenoude gebitten gevonden,
1 aangetast. Terwijl
De Vries: „Daarom zeg ik, de acties
zijn eenzijdig. Want er is veel meer
aan de hand. De hele gebitstoe
stand is veranderd onder invloed
van het gewijzigde eet- en leefpa
troon van de mensen".
„In de hele voedingstechnologie is
iets aan de hand. Neem nu de
groep, die schadelijk is voor hart en
bloedvaten, neem alcohol, sigaretten,
het nadelig effect van aspirine op
de maag, kwik in vis enzovoort".
„Nu zegt de reclameraad, Je mag
niet meer zoveel reclame maken
voor snoep. Maar er zijn zoveel
meer schadelijke produkten. Boven
dien zit in frisdranken minstens zo
veel suiker, zo niet meer dan in
snoepgoed. En kijk eens naar ijs".
..Het is niet onze bedoeling om door
de reclame te trachten maaltijden
af te schaffen. Het zijn duidelijk
versnaperingen". Drs. De Vries slaat
zijn vuist zacht op tafel.
„Het gaat om het eetpatroon van
de mensen en dat heeft niets met
onze produkten te maken. De in
vloed van het lange weekend bij
voorbeeld heeft tot gevolg dat er
steeds minder warme maaltijden
worden gebruikt. En dat de mensen
zich volstoppen met snacks".
„Volstrekte willekeur", noemt de
heer De Vries de beperking op de
snoepreclame. „Het is een eenzijdi
ge, niet objectieve, discriminereende
maatregel".
„Daarmee zeg ik niet dat suiker
geen invloed op het gebit zou kun
nen hebben. Maar wetenschappelijk
staat het nog niet vast. Er vinden
vroeger toch veel minder suiker hier en in het buitenland nog tallo-
werd gebruikt", ze onderzoeken plaats".
Ook de Nederlandse Vereniging voor
Suikerwerk en Chocoladeverwerken-
de Industrieën wil nu wel eens we
ten waar zij aan toe is. Dit Jaar
heeft zij een ton uitgetrokken voor
een onderzoek naar de oorzaken
van tandcariës. Dat onderzoek vindt
plaats onder leiding van de
Utrechtse hoogleraar in de preven
tieve tandheelkunde Backer Dirks.
„Ja, ik snoep zelf ook", zegt snoep
fabrikant De Vries. „Maar met
mate. Ik heb al mijn tanden nog.
Een matig mens is zijn vrijheid
waard. Overmatig gebruik van welk
voedings- of genotsmiddel, is
slecht".
„Het bepalen van die grens tusseri
schadelijkheid en onschadelijkheid,
met andere woorden tussen matig
en onmatig gebruik, dat is een zaak
van het individu".
Het verbruik van snoepgoed en cho
colade is de laatste Jaren overigens
vrij stabiel gebleven. „Of de snoep
fabrikanten grote schade van de
acties tegen het snoepen zullen on
dervinden, dat is moeilijk te zeg
gen", vindt de heer De Vries.
„Wat op het ogenblik wel goed
wordt verkocht, zijn allerlei ouder
wetse vormen van versnaperingen
in ouderwetse verpakkingen. Tover
ballen hebben tegenwoordig weer
een geheimzinnige aantrekkings
kracht. Ook peredrups, kaneelstok
ken, citroenballen, zwarte brokken
en dergelijke doen het goed. vooral
als ze uit die romantische toon-
bankpotten komen".