ver alternatieve freules, ïhoolwacht en nivellering fluorideren van nnkwater dwang? Als u het er écht goed van neemt, laat u een heleboel staan. BV Eet minder maar lekker. Echte boter Door C. J. Rotteveel gs schrijven w, AG 4 APRIL 1974 de grofste vloeken in oren is het woord „dis- het woordenboek van Van jhreven als „tucht, ge lid aan voorschriften en Je". Nu is die „tucht" de isen niet aangeboren, on- Hjheid is veel leuker en e vrijheid luistert naar de tls de jonge dichter Jac ket uitdrukte, is een in- e mens pas bereikt op 'n S,u van ontwikkeling en op „latere" leeftijd (wat betekent dat hij of zij Igeval ouder dan bijvoor- ag moet zijn!). Hoe dat laat nu zelfs de Ameri- jter Spock wat van zijn in over vrije opvoeding zal nog wel even duren Jouterd inzicht de lagere eft bereikt. Tot zolang zit- Qderwijzend personeel en opgescheept met de zege- alternatieve" denkbeel- gommigen niet alleen voor U" willen zijn dat moe- zichzelf weten maar ren mee lastig vallen, vanmorgen in de Leidse- aldus Simon Carmig- van'zijn laatste „Kron- ^fet Parool", „kwam ik een tot onze kennissen- rende Jongeman, die al hoofd van een grote Am- igere school is. Omdat hij >eid uitzag, vroeg ik: „Wat flemen met de kinder- l, de kindertjes vallen wel oordde hij. „De moeilijk- i ze ouders hebben". En t me uit. t>l wordt bezocht door het mensen die tot het zoge- ternatieve volksdeel van gerekend kunnen wor- Jn Jonge vaders en moe- melen van eigen, moder- igen over pedagogie. Op «dat natuurlijk erg ver- jiMaar„Kijk, voor mij ^sequenties", zei Jan, met J&o'n alternatieve moeder drbeeld iets in een pro- adje over het opvoeden |n in deze maatschappij, parmee eens. En ze stapt school om mij te ver- lik het voortaan óók zo I Dat gebeurt herhaalde- "et kost me ontzettend nt ik ben op zo'n mo- nijn werk bezig en dat Jderbreken om haar aan |n kinderen klein waren ioolhoofd een wekelijks zei ik. „Bestaat dat niet tfpja tuur lijk bestaat dat |Nj je dacht toch niet dat moeders zich iets aan- -a een spreekuur? Dat vin- «of ik. burgerlijk. Nee *teen klaarstaan. Dat doe :y..fant ouders zijn machtig, hoor. En ik wil mijn baan graag- houden". Ik wenste hem sterkte toe. Ver der wandelend door de Leidsestraat moest ik denken aan een ander ge sprek, dat ik een tijdje geleden voer de met iemand die een levensmid delenwinkel drijft in Amsterdam. Zijn zaak is, door zijn groot assor timent uitheemse spijzen, erg „in" bij alternatieve echtparen, die finan cieel een veer kunnen wegblazen, omdat de consumptiemaatschappij waartegen ze zeer gefundeerde be zwaren hebben toch zo vriendelijk is een fiks inkomen op te leveren. De winkelier vertelde me dat er 's avonds, als hij uitgeput naar zijn tv zit te kijken of op zondag, als zijn winkel eindelijk dicht is, telkens bij hem wordt aangebeld of getele foneerd door dames die op dat mo ment iets willen kopen of bestellen. „En zegt u dan niet: mens kom mor gen, dan ben ik open", vroeg ik hem. „Nee. dat kan ik niet doen", ant woordde hij. „t Zijn klanten. En het is nu eenmaal de moderne stijl. Van sluitingsuren en het feit dat ik ook wel eens rust wil hebben trekken die Jonge freules, die het schoolhoofd en de winkelier terroriseren, voegen alleen nog aan 't zinnetje toe: „Weet je wel Erger dan zo'n „terreur van de alternatieve freules" zijn andere ver schijnselen op onderwijsgebied, zo als het voorstel van staatssecretaris Klein om de toelatingsloterij voor de universiteit algeméén in te voeren en een hoog gemiddelde bij het eind examen niet langer als vrijstelling te gebruiken. „Het aantal studenten stoppen zal toenemen", aldus een hoofdartikel in de „Leeuwarder Courant" over deze kwestie. „Gro ningen heeft al toestemming ge vraagd voor alle studierichtingen en andere universiteiten en hogescholen zullen wel volgen. Voor het nieuwe studiejaar hebben zich record-aan tallen studenten gemeld. Staatssecretaris Klein heeft nu voor gesteld in alle gevallen, waarin een studentenstop bestaat, het lot te la ten bepalen wie mogen studeren. Tot nu toe geeft een 714 gemiddeld op het eindexamen nog een vrijbrief, maar vrouwtjes zich niks aan". Wat hij „de moderne stijl" noem de deed me sterk denken aan een zeer oude stijl waarvan ik nog wel uitingen heb gekend. In een dorp waar ik vroeger vaak kwam, stond een groot kasteel. De graaf en de gravin bewoonden het allang niet meer. Ze zaten in Zuid-Frankrijk in een flat. Maar een familielid, een oude freule, huisde nog in een villa even buiten het dorp. Ze was een klein vogelachtig vrouwtje met een hooghartige blik en ze hield er le vensgewoonten op na, die stamden uit de tijd. toen de pachtboeren nog hun pet afnamen als ze het kasteel passeerden. Ook zij presteerde het 's avonds aan te bellen bij de een of andere oude winkelier in het dorp, omdat ze op dat ogenblik een onbeduidend voorwerp wenste aan te schaffen. En die man zei óók niet: „Mens, kom morgen. Dan ben ik open". Nee, om dat hij met eerbied voor „het kasteel" was opgegroeid, hielp hij haar braaf. Ze was immers de freule. Gelukkig is ze al enige Jaren geleden gestor ven, want haar wereld liep ten ein de. Maar er is niet in het dorp doch in de stad een soort neo-feodalis- me voor in de plaats gekomen. Van de alternatieve moeders en de alter natieve mevrouwtjes, die zich niets aantrekken van spreekuren en slui tingstijden, onder het arrogante mot to: „Maar dat geldt niet voor mij". Dat vond die oude freule ook. De de staatssecretaris meent dat een goed eindexamen nog geen studie succes garandeert. Nee, maar uitlo ting bij een veel lager gemiddelde nog minder. Iedereen weet, dat aan eindexamens nadelen kleven, maar wanneer de bijzondere prestatie hele maal wegvalt, gaat ook de laatste prikkel overboord. De triomf van het loterijstelsel is de triomf van het zakkend gemiddelde". Een ander punt is de indoctrina tie met links-extremistische denk beelden op diverse scholen. „Een atheneum-leerling", die volgend jaar zijn eindexamen moet doen en om die begrijpelijke reden onbekend wenste te blijven, heeft daarover in „Elseviers Magazine" een boekje opengedaan. Naast de openlijke be- invloeding bij vakken als maat schappijleer. Nederlands en geschie denis is er. aldus o.m. de schrijver, „een vorm van sluipreclame die voornamelijk via het geschreven woord wordt verspreid". „Zo moeten bij voorbeeld bij het vak Nederlands tekst-analyses worden gemaakt van zeer radicale teksten. Deze tek sten dient men erg goed te lezen om de vragen die hierover gesteld wor den, te kunnen beantwoorden. En als men een aantal keren per maand 'n maatschappij- kritische tekst zeer aandachtig en geconcentreerd moet gaan zitten bestuderen, gaat men op den duur zelf aan de inhoud hiervan geloven. In dit verband zijn ook de vragen die over een dergelijke tekst gesteld worden, bijzonder geraffineerd. Vaak verlangt men namelijk van de pupil de tekst in eigen woorden na te vertellen, waardoor de leerling dus in feite gedwongen wordt een politiek stuk op te stellen waarmede hij het zelf in het geheel niet eens behoeft te zijn. Deze truc wordt bijzonder vaak toegepast en het is duidelijk dat als de tekst niet strikt gevolgd wordt er een vermaning volgt. Ook kritische kanttekeningen bij het een en ander zijn niet toegestaan. Eveneens geraffineerd zijn na tuurlijk de vragen die in feite het antwoord al bevatten. Zo herinner ik mij zeer goed de vraag: „Wie zouden er belang bij kunnen hebben de ar beiders te doen geloven dat sociale gelijkheid hetzelfde is als bij voor beeld het Russische communisme met al zijn onvrijheid". Had ik op deze vraag geantwoord: „De rechtse reactionaire kliek", dan had ik on getwijfeld in de roos geschoten. Door mijn verhaal dat hiermee vermoe delijk de werkgevers werden bedoeld, maar dat ik deze vraag verder ab surd achtte en niet van werkelijk heidszin getuigend, stond echter een rode streep. Dit is een treffend voor beeld van hoe men door politieke gewetensbezwaren zijn cijfer kan doen kelderen. Er zijn leerkrachten die hun per soonlijke overtuiging als het hoog ste goed beschouwen en fijntjes glim lachen bij de argumenten van een domme leerling, vermoedelijk door z'n rijke pa geïndoctrineerd. Dit zijn ook dezulken, die geen kwaad woord van Rusland, China of Cuba wensen te vernemen, maar die wel op hun ach terste benen staan als er in Grie kenland of in Chili gemarteld wordt. Het zijn dezelfden die via leerlin gen reclame maken voor bepaalde po litieke partijen en doelstellingen en die Russische boekjes door de klas la ten circuleren met „spotprenten" waarop Israël met nazi-Duitsland wordt vergeleken. Het zijn degenen die lid zijn van legio actiecomité's en die de muren van de school behangen met affiches ter behartiging van de doelen waar voor de respectieve comité's strijden. Zeer markant is in dit verband de tijd waarin de oorlog in Vietnam werd beëindigd en waarin twee hulp organisaties in het leven werden ge roepen. De actie voor gehéél Viet nam, die zonder aanzien des per- soons de gehele Vietnamese bevolking wenste te steunen en de actie Me disch Comité Nederland-Vietnam, die alleen steun wilde verlenen aan Noord-Vietnam en de „bevrijde" zuidelijke gebieden. Interessant was het te aanschouwen hoe de pamfletten van laatstge noemde actie zich als een moeilijk te stoppen kankergezwel door het schoolgebouw verspreidden, terwijl de affiches voor geheel Vietnam van de muur gerukt werden of eenvoudig verscholen raakten onder de com munistische wandversieringen. De le raren die voor dergelijke zaken ver antwoordelijk zijn, zijn bijzonder on geschikt om een groep leerlingen te begeleiden die in deze leeftijd toch al niet uitblinkt door geestelijke sta biliteit. Vooral niet als er een sterk vermoeden bestaat dat de mate van links-zijn in verband staat met het rapportcijfer". Verheugend is, dat er, zoals uit dit stuk uit „Elsevier" blijkt, niet alleen jongeren zijn, die niet bereid zijn zich te laten intimideren en politiek te indoctrineren, maar dat er nu ook een organisatie is, die zich met dit probleem bezighoudt. Leden van de Stichting „Oud-Strijders Legioen" (voorzitter P. J. G. A. Ego, Berkel en Rodenrijs) hebben namelijk een „Schoolwacht" opgericht en postbus 12 in Zaandam opengesteld voor klachten van ouders over pogingen van leerkrachten hun minderjarige kinderen in een bepaalde politieke richting te sturen, aan te zetten tot druggebruik of door ouders onge wenste sexuele voorlichting te geven De bedoeling is dus, dat niet de ouders zelf iets gaan ondernemen, maar dit aan de OSL-Schoolwacht overlaten, die de anonomiteit van de rapporteurs garandeert om daar mede te voorkomen, dat de kinde ren slachtoffer worden van mogelij ke repercussies. De diensten van de ze Schoolwacht zijn gratis en zelfs niet noodzakelijkerwijze gebonden aan het begunstigerschap van het Oud-Strijders Legioen. In het vol gend nummer van „Sta-Vast", uitga ve van het OSL, zal nader op deze nieuwe activiteit worden ingegaan. In dit verband verdient de opmer king aandacht, die oud-minister pro fessor dr. I. A. Diepenhorst, rector magnificus van de Vrije Universiteit, maakte in een gesprek met „Else viers Weekblad". „Dat men streeft naar vernieuwing, daarmee kan ik het goeddeels eens zijn. Maar men mag de ogen niet sluiten voor de in West-Europa aanwezige krachten, die zich van het onderwijs meester willen maken. Als roekeloos tegen het bestaande wordt aangeschopt, verzet ik mij daartegen. Zo groot als mijn bezwaren zijn tegen een absolutisti sche school van rechts, zo keer ik mij ook tegen zo'n school van links" „De verrassend gunstige cijfers van de Nederlandse betalingsbalans de internationale betalingen en ontvangsten van ons land over het vierde kwartaal en daarmee over geheel 1973 tonen een opmerkelijk aspect", aldus een hoofdartikel in het „Alg. Dagblad". „Nederlanders hebben voor geweldige bedragen aan buitenlandse effecten gekocht. Deze bedragen waren zo groot, dat zij de eveneens zeer grote bedragen die moesten worden betaald doordat bui tenlanders Nederlandse effecten in ons land aanboden, verre overtrof fen volgens voorlopige cijfers 2.7 miljard gulden. Deze ontwikkeling geeft te denken Niet alleen ziet het buitenland ken nelijk geen brood meer in de aan koop van Nederlandse fondsen, hoe gj^d zij op dit ogenblik ook draaien en hoe laag de koersen van vele on- Simon Carmiggelt dememingen staan. Maar ook vele Nederlanders zien het beleggingskli maat in ons land met de dag ve slechteren. Het woord winst heeft hier een kwade reuk gekregen. De multina tionale onderneming is, niettegen staande deze tienduizenden werk geeft en voor een belangrijk deel de belastingpot spekt, het predikaat „oneerlijk" opgespeld. Goed en hard werken wordt nog eens extra belast en nivellering viert hoogtij. Dat moge in bepaalde politieke kringen een aanvaard begrip zijn geworden, economisch zit het nog helemaal niet goed. Redenen waarom men Ne derland als beleggingsgebied niet meer lust. Reden ook, waarom de cij fers van deze betalingsbalans met wat meer aandacht dan normaal moeten worden bekeken". In het jongste nummer van „L en S Magazine", blad voor lijn- en staf functionarissen, plaatst prof. dr. J Wemelsfelder „tien waarschuwingen' bij het gebruik (of liever: misbruik) van inkomensstatistieken. „Herhaal delijk vertellen belangrijke mannen ons, dat de inkomensverdeling in ons land onrechtvaardig is. Een op niets gebaseerde stelling. Men maakt bij deze stelling nogal eens gebruik van een stille getuige: de inkomensstatis tiek. Er wordt dan gesteld, dat slechts x pet. van de bevolking niet minder dan y pet. van het totale in komen verdient. Hierbij moet wil de uitspraak indruk maken voor x een lage waarde worden genomen en voor y een hoge. Dat vakbondsleiders, beroepshalve, deze stelling verkondigen, is begrij pelijk Dat de minister van So ciale Zaken zo'n stelling verkondigt. is minder begrijpelijk. Dat te goeder naam en faam bekend staan de economen met een beroep op de statistiek dit stellen, is echter beslist onbegrijpelijk. Onderstaande tien waarschuwingen tegen misleidend gebruik van de inkomensstatistiek zouden overbodig moeten zijn. Ze zijn het blijkbaar niet. Hier volgen verdiend, en is door de presenta tie van alleen maar jaarinkomens misleidend. De ene of de andere presentatie maakt een groot verschil. 2. de statistiek zwijgt over het per centage mensen dat bereid is risico te dragen. Hoe lager dit percentage, hoe ongelijker de inkomensverdeling is (en omgekeerd). Zonder inzicht hierin zeggen de inkomensverde- lingscijfers niet veel en is hun poli tiek gebruik misleidend. 3. de statistiek zwijgt over die in komenstrekkers, die bij gebrek aan een waardevaste oudedagsvoorziening via hun inkomens door vermogens vorming compensatie moeten vinden. Hoe misleidend is alleen vergelijking van het inkomen van de ambtenaar met welvaartsvast pensioen met dat van ieder ander I 4. de statistiek zwijgt over zwarte lonen en over belastingontduiking. Ook hierdoor misleiding. 5. de statistiek zwijgt over de om vangrijke indirecte inkomensherver deling (via schoolgelden, ziekenfond sen, huren enz.) en geeft daardoor een misleidend beeld. 6. de statistiek zwijgt over verschil len in prestaties en vergelijkt dus on gelijke grootheden. Ook dat beperkt de gebruiksmogelijkheid. 7. de statistiek zwijgt over belasting- verliezen bij een eventueel gelijkma tige verdeling (die toch weer terug genomen moeten worden). Ook in dit opzich is het inzicht dat de gegevens bieden, maar betrekkelijk. 8. de statistiek zwijgt over het probleem van de tekorten en over schotten, die op de arbeidsmarkt ont staan bij te ver doorgevoerde ni vellering. Een geheel andere zijde van de medaille, die ook met rechtvaar digheid te maken heeft. 9. de statistiek zwijgt over het be lastingvrije inkomen van doe-het- zeivers, dat anderen met minder vrije tijd ontgaat. Een onbekende correc tiepost. 10. de statistiek geeft, zelfs wanneer met de zoëven genoemde factoren rekening zou kunnen worden gehou den, überhaupt geen enkel inzicht in de vraag of de inkomensverdeling rechtvaardig of onrechtvaardig is, omdat die begrippen een dubbele bo dem hebben. n ADVERTENTIE ers van fluoridering van kunnen de vreemdste be- loen. Zo komt de heer H. bm uit Leiderdorp (in dit 128 maart) met het ver- de Neanderthalers, die Izend Jaar geleden leefden tës hadden, Ja, "was tand én veel voorkomende ziek- vragenbedoelt de heer Iden vorige eeuw gedane b het Neanderdal in het district Düsseldorf dan fekkingen in de grotten van Ie Kaukasus en Centraal- Inneer hierover weten- bewijsmateriaal bestaat, t N. de bronnen dan ver bant hooggeleerde voor in drwfl. stellen steeds dat geen tandcariës zou zijn an is het één in strijd met wat bij de problematiek Dridering overigens niets tel andere zaak is, dat in (3, in het "dal van Goms" van Jong tot zeer oud i tandacriës heeft. Dat is i honderdduizend Jaar ge- van deze tijd. Nog- van nature in het vol- dsel en het water aanwe- pe is het calcium fluo- I wat aan het drinkwater ivoegd met het oogmerk [enigermate in te perken is fico fluoride, dat de Alba- rfosfaatfabrieken leveren, kiezelfluorwaterstofzuur 'aterleidingwet wordt be- 'overal in den lande over i betrouwbaar drinkwater p beschikt". Zonder toe- in enige fluoride wordt dit betrouwbaar drinkwaar is iedereen verplicht dch ïsliüting bij het plaatselijk of regionaal waterleidingbedrijf van drinkwater te voorzien. Wanneer het Waterleidingbedrijf aan dat drinkwater nu een als me dicament of profylactïum bedoelde chemische stof gaat toevoegen is e - dereen verplicht met het drink water óók deze toegevoegde stof tot zich te nemen. De Gezondheidsraad heeft in zijn Rapport van 1960 dan ook reeds uit drukkelijk gesteld, dat het hier gaat om een massale toediening van een profylactium, om massale medika- tie. Bovendien werd hier reeds ge steld, dat vergelijkingen met het chloreren van water om eventuele ziektekiemen te doden of om de toe voeging van nutriënten om deficiën tieverschijnselen te voorkomen niet opgaan. Tandbederf wordt dan ook niet beschouwd als een F-deficiën- tieziekte. Bovendien is er van een behoorlijke dosering geen sprake, om dat de één nauwelijks water drinkt, maar andere (bijvoorbeeld glasbla zers) dagelijks vele liters. Wanneer er nu sprake is van een gedwongen medikatie kan dit mi. worden gezien als een dwangmaatre gel. Wij Nederlands houden niet van dwangmaatregelen en het is dan ook niet verwonderlijk, dat blijkens vele officieuze en ook officiële etiqeetes in tal van gemeenten de meerder heid der bevolking zich tegen DWF uitsprak. Waar men deze inspraak der bevolking vreest, zoals in Am sterdam en Rotterdam, wordt van bovenaf de gehele bevolking gedwon gen het drinkwater te gebruiken in de hoedanigheid zoals het uit de kraan komt of men kan/kon er „naar de pomp lopen" De heer Nooteboom schrijft, dat het nooit mogelijk is geweest om schadelijke effecten van drmkwater- fiuaridering aan te tonen Dat us on juist. De bekende Amerikaanse al- lergoloog Waldbott heeft in zijn vele publikaties een reeks van acute ver schijnselen genoemd, ook na het ge bruik van kleine hoeveelheden ge fluorideerd water, zoals huiduitsla gen (vooral netelroos), reumatische pijnen, astma, maagdarmverschijn selen. Aangezien baby's bij de bereiding van hun voedsel, indien het drink water gefluorideerd is, een veel te hoge concentratie fluoride krijgen toegediend, zijn door de arts-bacte rioloog mevrouw Asselbergs in het Tielse Streekziekenhuis ernstige dairmaandoeningen geconstateerd. Op een openbare zitting van de Raad van State heeft zij ten overstaan van prof. dr. Beel aan enkele hoog geleerde getuige-deskundigen bewijs materiaal overgelegd. Het is de doof pot ingegaan, zoals ook tijdens de z.g. proef Tiel-Culemborg de invloed van de toen toegevoegde natrium- fluoride op het menselijk lichaam als geheel nooit werd onderzocht. De arts-bacterioloog Asselbergs heeft ook gerapporteerd over schim mels in de longen door de werking mels in de longen door de werking van fluoride op bacteriën. Veel is ook gepubliceerd over de invloed op de enzymen. De Haarlemse arts H. C. Moolenburgh beschrijft in zi Mooienburgh beschrijft in zijn bij Ankh-Hermes te Deventer versche nen boek „Fluoridering, medische dwaling of commercieel succes" een reeks van ziektegevallen. Een groep Nederlandse artsen heeft onder zijn leiding inmiddels uitgebreide onder zoekingen gedaan, waarvan de rap porten in notariële akten weroen vastgelegd. Ook „Het fiasco van de fluoridering" van dr. J. R. Jansma, specialist voor mond- en tandheel kunde, kan zeer worden aanbevolen. N. A-VAN DEN TOORN, Fagelstraat 42, LEIDEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1974 | | pagina 21