Willi
Woertman
De
soldaat
van
Auster-
litz
TSJECHEN WILLEN JAN PALACH NIET VERGETEN
EXTRA
Nou is het vervelende, dat ik niet weet hoe ik toen heette
..Ik kijk naar links en rechts en ik zie legertenten, honderden. Ik kijk naar mijn kleren en ik
zie dat ik soldaat hen
het eerst In zijn leven ziet
Woertman (45) de Pyramide
lusterlitz. Voor het eerst in dit
let wel. Want meent Woert-
in een eerder leven heeft hij
lenen zuil op de heuvel, na-
ijk vaak genoeg gezien. Wat
Hij heeft hem zelfs gebouwd.
Woertman is bleek geworden
over het bospad naar de Py-
ie lopen. In dit leven had hij
nog niet aangedurfd om die
te gaan. „Ik was huiverig...ik
t niet...."
zegt hij zacht, als we bij het
I Wage
We lopen langzaam om de heuvel
heen. Af en toe mompelt Woertman
voor zich uit.
„Hoe lang is 't nou geleden en wat
gebeurde er toen?" - die vraag stel
de men een week of zes terug aan
Wim Woertman in het KRO-televi-
sieprogramma „Waar gebeurd".
Woertman - musicus, hij speelt
hammondorgel en dirigeert bij en
kele muziekverenigingen stond
achter zijn huis in De Meern en
stak aarzelend van wal. Maar al
lengs begon hij sneller en opgewon
dener te vertellen; hij leek de ca
mera vergeten te hebben. En zo
kwam hij op de beeldbuis.
*s-Anderendaags waren t.v.-oritici
en ook de KRO-programmamakers
het er over eens, dat het 't gaafste
verhaal in de serie „Waar gebeurd"
rond de heuvel zijn gekomen,
Is 'm. Die hekken zijn niet van
natuurlijk, maar die stenen
omhoog, dat zijn nog dezelfde
n. En die begroeiing was er
natuurlijk ook niet. Het was
hoge hoop aarde, we hebben er
boomstammen body aan gege-
dit is 'm. ik weet nog dat we
feeentwintig dagen aan gewerkt
maar tweeentwintig dagen,
idden toch niiks anders te
Wim Woertman had verhaald over
zijn leven als soldaat in het leger
van Napoleon. Of beter; over dat
ene moment, haast drie Jaar gele
den, dat hij dat leven beleefde.
Die man is gek, zeiden vele kij
kers nadat Wim Woertman uit
beeld verdwenen was.
„Ja", zegt Woertman, „ik weet dat
ze dat gezegd hebben. Ik was er
geeneens verbaasd over. Maar d'r was
ook een man die tegen een krant
heeft gezegd, dat ze me in een in
richting moesten opsluiten. Ik heb
overwogen om die man een proces
aan te doen....Moet Je nagaan: die
man was er een, die aan de KRO,
voor de camera, een verhaal had
verteld dat hij eens, toen hij in een
vliegtuig zat, op een wolk een engel
had gezien. Maar toen hij mij in de
uitzending had gezien, belde hij
naar de KRO om te zeggen dat hij
niet samen met gekken in een uit
zending wilde zitten. Ik vraag Je
nou: wie is er gek die zegt, dat hij
een engel op een wolk heeft ge-
We zitten tegenover Wim Woert
man in een restaurant aan de rand
van Zeist, een kilometer of drie van
de uitspanning, die bij de Pyramide
van Austerlitz is gelegen. Hij was
graag ingegaan op onze uitnodiging
om nog eens na te praten over dat
merkwaardige televisie optreden van
hem. Er is hem veel aangelegen dat
de mensen hem .normaal" vinden.
„Al kan ik 't de mensen, ook na dit
gesprek niet kwalijk nemen, dat ze
't nog steeds niet begrijpen. Ik be
grijp er zelf immers ook niets van."
Woertman laat zijn koffie onaange
roerd; het verhaal heeft hem weer
in zijn ban. „Het was zo'n tweee-
neemhalf, drie jaar geleden," begint
hij, „ik was met miijn 'vrouw en
drie kinderen een middag naar de
speeltuin van Austerlitz gegaan. De
kinderen waren aan het spelen en
met mijn vrouw en de hond, liep ik
ondertussen een eindje het bos in.
En na zo'n tweehonderd meter lo
pen, gebeurde het.
Opeens was mijn vrouw er niet
meer. Ik kijk naar links en naar
rechts en ik zie legertenten, hon
derden. Ik kijk naar mijn kleren en
ik zie dat ik soldaat ben. Ik draag
een wit grof linnen pak met een
zwarte getailleerde Jas. Ik heb
zwarte laarzen aan en ik draag een
korte sabel. En ik zie bij die tenten
allemaal van die soldaten lopen, er
was veel bedrijvigheid. Later vind
ik uit dat ik in het kampement van
het Frans-Bataafse leger ben, dat
in 1804 daar bij Zeist was gelegen
met 20.000 man troepen van diverse
onderdelen van Napoleons krijgs
macht."
LaterWoertmans verhaal moet
hier even samengevat worden. Naar
getuigenis van zijn vrouw heeft hij
op die plaats in het bos ongeveer
vijftien minuten stokstijf voor zich
uit staan staren, lijkbleek. Hij rea
geerde op geen enkel woord van
zijn vrouw. In die tijd beleefde hij
een „droom" laten we het zo
omschrijven die drie Jaar duur
de. De Jaren 1804, 1805 en 1806
streken aan hem voorbij.
Hij oefende als kurassier op de
Stlchtse vlakten, hij hielp in 1805
mee aan de bouw van het eremonu-
memt voor Napoleons overwinning
bij het Oostenrijkse Austerlitz, hij
ging met de troepen naar Luik.
werd onder bevel van maarschalk
Ney geplaatst en sneuvelde in een
slag in Pruisen.
Woertman: „Wij kurassiers kwamen
op onze paarden in charge, ik zie
nog hoe ik een infanterist met mijn
lans in de keel stak, even later wa
ren we al bij de vijandelijke ka
nonnen, ik doodde nog iemand die
achter een wagenwiel wegschool en
toen moet ik door een granaat
scherf geraakt zijn. Ik zie nog hoe
ik naar beneden viel, van mijn
paard af en toen was het over."
Over?
„Ja, toen stond ik weer naast mijn
vrouw in dat verlaten bos. Ik hoor
de haar zeggen: „Wat is er in
godsnaam met Jou aan de hand
ie ziet lijkbleek."
Pas 's avonds durfde hij tegen zijn
vrouw te vertellen, wat hem was
overkomen. Ze deed het af als een
droom op klaarlichte dag; zulke
dingen schijnen voor te komen.
Maar Woertman kon er niet licht
zinnig over doen. Hij beschouwde
zijn „visioen" als een signaal uit
een eerder leven. „Ik had nooit aan
reïncarnatie geloofd en spiritistische
flauwekul", zegt hij, „maar sinds
die middag in het bos..."
„Jazeker, ik ben soldaat in het le
ger van Napoleon geweest. Hoe kan
ik me anders al die dingen herin
neren, mijn sergeant Jean Pierot,
een grote kerel. Mijn generaal War-
mont en een keer heb ik zelfs de
Keizer gezien, van 400 meter af
stand. Het was een mooi leven
als ik mocht ruilen met nu ging
ik zo terug....
Terug ging Woermant voorlopig wel
verscheidene keren naar de plaats
in het bos van Austerlitz In de
hoop weer even „terug te treden".
„Er overkwam me nooit iets", zegt
hij somber.
Is Woertman iemand met een
rijke fantasie, droomt hij veel, had
hij voor het „visioen" vaak gelezen
over de Napoleontische tijd?
Op alle drie punten antwoordt hij
ontkennend. „Ik droom vrijwel
nooit, heel zelden en heel saai.
Fantasie heb ik niet. En over Napo
leon wist ik niet meer dan de ge
middelde schooljongen. Ik wist niet
eens, dat er bij die speeltuin een
monument voor Austerlitz was. Al
les wat ik wist nadat ik teruggeko
men was, was nieuw voor me.
„Ik wilde het eindelijk kwijt en ik
wilde reacties. Ik zou nu ook graag
in contact komen met mensen die
van reïncarnatie afweten."
De reacties zijn gekomen, veelal ne
gatieve. „Het blijkt dat de meeste
mensen mijn verhaal om te lachen
vonden, maar dat was niet de be
doeling. Het is me al eens overko
men op een partij, waar ik zat te
spelen, dat iemand riep „He Napo
leon, val niet van Je orgel af."
„Ook belden me de avond van de
uitzending al twee toneelverenigin
gen op, die vroegen of ik Napoleon
bij ze wilde komen spelen. En mijn
eigen vader zei: „Ik had Je voor
wijzer versleten."
„Ach", zegt Woertman berustend,
(fik kan het de mensen niet kwalijk
nemen, dat ze me voor een rare
fantast verslijten. Als ik zo'n ver
haal vroeger van iemand anders
had gehoord, zou ik ook mijn
schouders hebben opgehaald. Maar
het verschil is nu, dat ik het heb
beleefd. Niemand hoeft mij te gelo
ven. Want geloof of ongeloof van
anderen is van geen invloed op
mijn weten."
Aan de voet van de pyramide, kijkt
Wim Woertman omhoog. Opeens
herinnert hij zich iets. „Toen we
klaar waren met de bouw, hebben
we een koker ingemetseld met de
namen van alle mannen, die heb
ben meegewerkt. Nou is het verve
lende dat ik niet weet hoe ik toen
heette (ik weet trouwens ook niet
of ik Fransman of Nederlander
was). Maar de naam van mijn ser
geant Jean Pierot moet te vinden
zijn".
We lopen terug het bos in. Woert
man kijkt nog 'n keer om. Hij zegt:
„Vreemde zaak hè
Bloemen bij graf als anti-Russische demonstratie
PRAAG „Opnieuw Palach",
breeuwde de krantenverkoper op
Wenceslas-plein in Praag,
iljna vijf Jaar geleden stak de
'sjechoslowaakse student Jan Pa-
kh zich op ditzelfde plein in
tand uit protest tegen de Rus
sische invasie in '68. Vorige maand
as hij weer terug in het nieuws,
'oor de Tsjechoslowaken was het
'o bittere herinnering dat de of-
■ciele ampagne ter onderdrukking
an het politiek protest onvermin-
^rd aanhoudt.
Het Praagse avondblad Vecerni
'taha meldde dat het lichaam van
"alach was weggehaald van de Ol-
ayny-begraafplaats en was ge
smeerd. Hoewel er in het bericht
prake was dat de crematie had
^atsgevonden op verzoek van Pa-
Jkhs familie was het voor de mees-
Tsjechoslowaken duidelijk de
wens van de autoriteiten die hier
mee tot uitdrukking werd gebracht.
Sinds de eerste dag van zijn dood
heeft de regering een campagne ge
voerd om te verhinderen dat zijn
graf werd gebruikt als een teken
van anti-Russische agitatie.
Tegelijkertijd hangt boven drie
prominente dissidenten die nog
steeds in Tsjechoslowakije wonen
de dreiging van een proces, en zijn
twee vooraanstaande contestanten
die toestemming kregen naar het
westen te gaan beroofd van hun
staatsburgerschap. De drie, die als
voorbereiding op een proces her
haaldelijk zijn ondervraagd, zijn
Ludwik Waculik, een verboden
schrijver, Venek Silhan ,een gezag
hebbend communist tijdens de libe
rale periode van 1968, en professor
Frantisek Janouch, een kernfysi
cus. De beschuldiging tegen hen is
dat ze leugens over Tsjechoslowa
kije hebben verteld tegen 'n Britse
tv-verslaggever waarvoor ze maxi
maal 3 jaar gevangenisstraf kun
nen krijgen. Niemand weet of ze ook
werkelijk voor de rechter zullen ko
men. Vorig Jaar werden de proces
sen tegen de liberale Jornalisten
Jiri Hochman en Wladimir Ne-
pras voor onbepaalde tijd uitge
steld, nauwelijks een week voordat
ze hadden moeten beginnen.
De sfeer van onzekerheid is mo
gelijk met opzet geschapen om de
stilte niet te doen verbreken met
slechte publiciteit van een of meer
processen. Pavil Kokout, een dis
sidente schrijver die onlangs zijn
gevoelens uitte voor de Oostenrijkse
televisie en in een Westduits blad,
schijnt ook door de politie te zijn
ondervraagd. Westerse nieuwsmedia
zijn nog zowat de enige midde-
de Tsjechoslowaakse
politieke ontevredenen een publiek
kunnen bereiken. Een reeks pro
cessen tegen „de ondermijning van
TJechoslowakije" leidde vorig
Jaar zomer tot de verdwijning van
een klein distributiewerk dat
clandestien was opgebouwd om po
litieke protest-pamfletten in het
land te verspreiden.
Het aantal dissisdenten steekt ver
uit boven het handvol dat werke
lijk in moeilijkheden is gekomen.
Zowel het Kremlin als de huidige
leiders in Praag zien niets liever
dan dat het land wordt „genorma
liseerd". Dit impliceert dat er niet
teveel onderdrukking moet zijn, die
onrust kan veroorzaken en slechte
publiciteit in het buitenland, noch
enige riskante experimenten met
liberalisering die evenals in 1968
de solidariteit van het orthodoxe
communisme kunnen overschadu
wen. Zodoende zijn dissidenten die
zich rustig hebben gehouden uit
de gevangenis gebleven en kunnen
zij hun brood verdienen, al is het
beleg karig. Maar degenen die de
aandacht op zich vestigen lokker
een snelle vergelding uit.
De dissisdenten die haar het wes
ten mochten vertrekken lopen het
risico hun status te zien veranderd
van die van vrijwillige emigrant in
die van staatloos balling. Begin vo
rige maand nog ontnam het minis
terie van Binnenlandse Zaken
het staatsburgerschap aan schaak
grootmeester Ludek Pachman en
student Jan Sling met het motief
dat zij „door hun activiteit belang
rijke belangen van Tsjechoslo
wakije is het buitenland hebben ge
schaad". Pachman emigreerde een
Jaar geleden naar West-Duitsland
en Sling, de zoon van een promi
nente Tsjechoslowaak die in 1952
als „verrader" werd geëxecuteerd
was kort tevoren naar Engeland ge
gaan. Vaculik zou ook een uitreisvi
sum zijn aangeboden, maar welin
gelichte kringen zeggen dat hij
dat waarschijnlijk niet zal aanne-
Het geval Palach licht het aller
gevoeligst. Sinds zijn dood In Ja
nuari 1969 zijn de autoriteiten en
een groot aantal stille demonstran
ten verwikkeld in een strijd om zijn
dode lichaam. Zijn graf stond re
gelmatig in een vurige gloed van
brandende kaarsen en fleurige
bloemstukken en elk Jaar op zijn
sterfdag komt een vaste stroom
mensen hem een eer bewijzen. Als
antwoord daarop hebben de autori
teiten het metalen naambordje van
zijn graf gehaald. Voortdurend
stonden er nieuwe kartonnen
naambordjes die ook weer met de
regelmaat van de klok verdwenen.
In augustus 1972 op de verjaar
dag van de invasie was er een
briefje op het graf bevestigd, dat
afkomstig heette te zijn van Pa-
lachs familie, waarin de mensen
werden gevraagd geen kaarsen
meer te plaatsen.
Dit Jaar gingen de autoriteiten
nog een stap verder en plaatsten ze
om het graf van Palach en dat van
nog 100 anderen een houten >m-
heining, vastgenageld aan de bo
men op de begraafplaats. Op eer
dag in oktober was de grond
zijn graf omgespit en was de naarr,
van een vrouw op de grafsteen ge
zet. Spoedig daarna verdween de
houten omheining. Maar ook daar
na bleven op dezelfde plaats kaar
sen en bloemen verschijnen. „Ze
hebben hem weggehaald, maai
symbolisch ligt hij nog steeds hier
zei een treurig kijkende Tslech.