Een weekje vol
aandacht kijken naar de Russen
Kleine notities uit de Sowjet-Unie
Er gaan een ontzettende hoop
kameraden in de autobussen
ZATERDAG 15 DECEMBER
Er gaan een ontzetk
hoo-p Russen in de bui\
Om dat voertuig in te kon
moet je druk- en perswerk
hoge kwaliteit afleveren. Bij
uitstappen hetzelfde liedje,
een herfstblad wordt je mei
voerd met de stroom
Een bezoek van rui
week aan de Sowjet-Unie (M«
kou en Leningrad) is niet to>
reikend om je een goed beeld
geven van de Russlsf
maatschappij. Temeer omm
de normale communicatiekani
len, die in het westen
iedereen openstaan en een
de aan basisinformatie geven,
de Sowjet-Unie (nog) potdid
zitten. Het blijft, zeker tijde
zo'n kortstondige aanwezighej
bij manoeuvreren aan de bt
tenkant. Deze pagina bevat di
ook niet meer dan een
losse schetsen (met typfo
westelijke hand gemaakt) y
wat je daar "op straat" ziet,
eventueel kunt meemaken,
ontkomt dan niet aan een i
kere oppervlakkigheid
misschien is dat voor dit n
ment ook juist wel goed. Wa
te weinig Nederlanders wet
nog hoe het leven van alled
in de Sowjet-Unie toegaat, ft
derstaande stukjes geven mi
persoonlijke belevenssen
om daar overal een algenie
lijn uit te destilleren, lijkt
op z'n minst gezegd aanveck
De reis Amsterdam-Moskou telt
een tussenlanding in Oost-Berlijn
als gevolg van de benzinebeper
king in Nederland. In de Duitse
Democratische Republiek is blijk
baar niet op ons gerekend, want
het duurt bijna een kwartier voor
de kameraden een trap aanreiken
om ons uit te laten stappen. "Met
een busje wordt u gebracht naar
het vliegveldrestaurant"zegt de
Russische stewardes (niet zo'n in
het oog lopende mooie meid, met
wie de westelijke vliegtuigmaat
schappijen altijd reclame lopen,
maar een mollige, moederlijke
vrouw, tegen wier boezem het mij
goed rusten lijkt).
Als we aankomen bij het res
taurant blijkt dat op slot te zit
ten. Na een wachttijd van vijf mi
nuten komt er een man met een
sleutel. Hij kijkt ons aan of wij
allen in vergaande staat van be
derf verkeren. Als het gezelschap
passagiers binnen is, valt de deur
meteen weer in het slot. Twee
soldaten gaan er ten overvloede
voor staan met gezichten of hun
dagelijks maal uit het nuttigen
van pleeboenders bestaat. Wat
een ongein nou toch.
Het restaurant verdient tussen
aanhalingstekens te worden ge
zet. De gemiddelde Nederlandse
bedrijfskantine ziet er aardiger
uit. Op een kast staat een camera,
of hij in werking is, valt niet te
controleren. Na een uur mogen we
er weer uit. Alvorens het vlieg
tuig in te stappen worden we twee
keer geteld. Nooit heb ik een land
gezien dat zo duidelijk maakte dat
het buitenlanders liever ziet gaan
dan komen. Na zo'n behandeling
zakt ook zienderogen de begeerte
om in vriend Honeckers paradijs
achter te blijven.
Douane
De douane op het koude, oer-on-
gezellige vliegveld bij Moskou werkt
traag, hoewel niet zo traag als ik
gevreesd heb. Onder uit de bagage
haalt men een oud boekje van Simon
Carmiggelt met een frivool tekenin
getje voorop. De douanier bladert er
in met donkere, speurende blik als
of hij elk moment contra-revolutio
naire taal verwacht aan te treffen.
Zijn gezicht staat somber. Hij haalt
er een collega bij, die in korte tijd
zijn neerslachtigheid deelt. Tk sta
in grote spanning toe te kijken.
Gaan we dan hier beleven dat Car
miggelt wordt geweigerd als "vijand
van het volk" of hoe dat ook heet?
Ademloos volg ik het gemompel van
de beide kameraden. Dan ineens be
sluiten de douaniers de hand over 't
hart te strijken. Kronkel mag mee
de Sowjet-Unie in.
Kathedraal
Het hotel dat voor ons is gereser
veerd, heeft iets van een kathedraal
van buiten. Het heet Oekraïne en
bezit 3000 bedden, verdeeld over 29
verdiepingen.
Het is nogal pompeus van stijl, zo
als veel dat onder Stalin zijn beslag
heeft gekregen. Het gezelschap ar
riveert mede door de tussenlan
ding in Oost-Berlijn pas diep in de
avond, veel later dan is voorzien
maar desondanks staat de warme
maaltijd vliegensvlug op tafel. (De
efficiency in het hotel is groot, dat
blijkt ook de andere dagen. Alleen
met de lift is het knudde. Een
wachttijd van tien minuten is geen
zeldzaamheid).
Eenmaal aan de maaltijd worden
we opgeschrikt door groot kabaal uit
een hoek van de immens grote eet
zaal. Daar zit een aantal mannen en
vrouwen met wodka-kelen onvoor
stelbaar vals klinkend, bijna Vespe-
riaans gezang uit te stoten. Zelden
heb ik zo rot horen zingen. Het ie
Door
Ruud Paauw
Tekeningen
Joop Walenkamp
niet om aan te horen. Dit soort
klahken komt alleen tot Je in nacht
merries. Tot mijn grote genoegen
stoort niemand van het bedienend
personeel of de directie zich er aan
Het mag gewoon. In Hilton zie ik
dat toch niet zo gauw gebeuren.
Russische gidsen spreken vol trots
over hun land, zijn prestaties en
verworvenheden. Terecht, want er
is veel om trots op te zijn. Maar ze
wekken af en toe de indruk dat de
Sowjet-burgers kameraden zijn die
eten, werken, het communisme be
minnen en vervolgens gaan slapen.
Een erg saai, om niet te zeggen be
denkelijk beeld; Je gaat Je vertrou
wen verliezen in al die opwindende,
slechte eigenschappen van de mens.
Gelukkig blijkt de eerste de beste
taxi die ik aanhoud een duister sujet
als eigenaar te hebben. Hij spreekt
zowaar wat (puinhoperig) Duits en
vraagt direct af ik hem aan Schnapps
(Jenever) kan helpen. In ruil biedt
hij enige souvenir-prullaria aan.
Het ruikt in de auto ook lichtelijk
naar sterke drank. Elke keer als hij
het woord Schnapps uitspreekt klakt
hij hoopvol met de tong. Ook fluit
hij een paar maal uiterst schurk
achtig tussen de tanden. In zijn na
bijheid fleur ik weer enigszins op.
Hoe zijn de Russen tegenover bui
tenlanders? Op dat soort vragen is
altijid moeilijk antwoord te geven.
Zoals er hulpvaardige Nederlan
ders zijn en ongelikte beren, zo zijn
er aardige, gedienstige Russen, en
uitgesproken hufters. Een paar
voorbeeldjes:
Op zoek naar het Museum van de
Revolutie vraag ik een Russisch?
militair van een Jaar of veertig de
weg. In het Engels. Zo te zien is het
een hoge; hij barst tenminste van de
sterren. Wie weet is hij niet meer
dan een soldaat-eerste klas. De man
doet een stap terug, bekijkt me van
hoofd tot voeten, roept iets onver
staanbaars en beent weg.
Op zeker moment heb ik drin
gend wat klein geld nodig en vraag
een Rus of hij een roebel (f3.50 to'
f4.00) kan wisselen. De Rus is al
lervriendelijkst, maar maakt mij
duidelijk dat hij dat niet kan. Hij wil
weten hoeveel klein geld ik nodig
heb en waarvoor. Het gaat om tien
kopeken (zo'n 40 cent). Hij haalt
glimlachend wat muntjes tevoor
schijn en stopt ze me in de hand. Nee
hij hoeft er helemaal niets voor
terug te hebben.
O Dwalend door Moskou vraag ik
aan 'tn jonge Rus welke bus ik moet
hebben om weer bij het hotel te ko
men. Hij wil mij dat wel zeggen,
maar dan moet ik hem eerst een
ballpoint geven. Ik sta even ver
steld van dit stukje ploertigheid. En
betaal hem dan met gelijke munt
terug: hij krijgt een lege ballpoint.
De straten in Moskou zijn breed.
Oversteken kun Je op de gewone
voetgangerspaden en verder zijn er
veel voetgangerstunnels. Zo maar
de straat over, wat Nederlanders
plegen te doen, is verboden. Op een
avond doe ik het toch, want ik zie
oversteekplaats noch tunnel. Als ik
de tientallen meters brede weg bij
na over ben, klinkt er een snerpend
geluid van een fluitje in mijn rich
ting.
Een agent komt verbolgen op mij
af. Als ik hem duidelijk maak een ar
geloze buitenlander te zijn, vermin
dert dat zijn woede geen moment.
Geen donder mee te maken. Hij
neemt mij bij de arm en voert mij
dwars door het verkeer naar 't punt
waarvan ilc ben gekomen. Een Rus
land-kenner zegt later: "Dit land
telt tientallen republieken, met on
derling sterk verschillende mensen.
Je denkt toch niet dat ze dan van
één Nederlander hoteldebotel zijn?
Je was fout en je moest gecorri
geerd warden. Punt uit".
Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer in het ze
ven miljoen mensen tellende Moskou
is een boeiende aangelegenheid. (Ik
heb het hier even over de bus, er
is ook een uitstekende ondergrond
se). Je hoeft, in het centrum althans
nooit langer dan een paar minuten
bij een halte te wachten. Het gaat
allemaal erg vlot. Moskou heeft, zo
als al gezegd, brede straten; er kan
tachtig worden gereden. De koster
zijn te verwaarlozen: 15 cent per rit.
Als Je geen geld hebt, betaal je een
voudig niet, maar de meeste Russen
doen dat beslist wel, is mijn indruk.
De bussen zijn oud, sobertjes, en
rammelen als collectebussen. De
chauffeurs schakelen afgrijselijk
slecht, althans voor niet-Russische
oren. Het probleem is alleen: hoe
kóm Je in zo'n bus. Die dingen zijn
in negen van de tien gevallen afge
laden.
Vreemd genoeg blijken er toch bij
elke halte weer mensen in te kun
nen. Dat gaat met fenomenaal,
drukken, persen en stampen gepaard.
Het gezegde: er gaan role makke
schapen in een hok, moet beslist
vervangen worden doo"r: er gaaai sen
ontzettende hoop Russen in de bus
sen. Als er een halte in zicht komt,
brengt de mensenmenigte in de bus
wringwerk van hoge kwaliteit op
gang. Om uit het vaartuig te komen,
is ook bijna alles toegestaan. Daar
bij valt zelfs voor de meest woeste
charge geen woord van excuus. De
eerste keer war dit ik door de druk
verrast, als een herfstblad met de
stroom meegevoerd en ruggelings
de stoep opgeworpen. Later heb ik
mij steeds schrap gezet en krachtig
teruggepord met de ellebogen. Dat
wordt zonder morren geslikt. De
Sowjet-Unie kan tegen een stootje.
V eldmaairschalken
Wat voor de bus geldt, geldt in
nog sterkere mate voor de restau
rants in Moskou: ze zijn overvol, Je
komt er biijna niet in. Er staat niet
zelden een 'rij mensen tot buiten
aan toe te wachten. Voor Jachtige
Nederlanders en dat zijn we vrij
wel allemaal is dat iets om wan-
als veldmaarschalken
stonden de garderobe-heren er Televisie
bij. Sinds Charles de Gaulle zijn
er niet meer van zulke pedante
koppen geweest
Je pas Je Jas kwijt kunt als iemand
anders het restaurant verlaat, en
zijn kleding ophaalt. Een merkwaar
dige zaak want het restaurant is niet
eens vol. Maar hiet is duidelijk:
met jas aan krijg je gewoon geen
drankje. Na tien minuten wachten,
loop ik weer mismoedig naar boven
naar het tafeltje om mijn achterge
laten spullen op te halen. De meis
jes tonen veel medeleven en één
van hen zegt (in het Frans) dat zij
haar Jas wel zal ophalen en vragen
of de mijne er voor in de plaats kan
worden gehangen. Zelf heeft ze een
uur bij de garderobe gewacht.
We stappen op de veldmaarschalk
toe. Die hoort ons aan, met één hand
leunend op de balie en met het
meest pedante hoofd dat ik sinds
De Gaulle ben tegengekomen. Hij
maakt na het verhaal van het meis
je een wegwerpgebaar met de hand.
Verzoek afgewezen. (Terecht na
tuurlijk, want het zou onbillijk zijn
geweest tegenover de mensen die
wel netjes in de rij staan. Maar Ja,
het voorkiroipersblioed kruipt waar
het ni'iet gaan kan, nietwaar. Het
meisje en ik voelen ons zeer klein,
als die jat van de veldmaarschalk
dat wegwerpgebaar maakt. MeL
grommend hart loop ik de duisternis
van Moskou in. En ik had nog wel op
de gezondheid van kameraad BrezJ-
new willen drinken.
Een avondje in Moskou's meest tot
de verbeelding sprekende uitgaans
plek: het Bolsjoi-theater. Op het
programma staat een klassieker die
eenvoudig niet kapot kan, in geen
eeuwen: het Zwanenmeer.
Het theater is uitverkocht, bij de
ingang word je aangesproken door
Russen of Je toevallig een kaartje
over hebt. Binnen blijkt echter de
"tsaristische loge" onbezet en dat
blijft-ie de hele avond. Dat stelt me,
Juist in de Sowjet-Unie, diep teleur.
Wat is dat nou toch voor vreemd,
elitair geritsel. Bn dat in het land
van de proletarërs.
Het ballet begint op een onfatsoen
lijk vroeg tijdstip: 7 uur, wat bete
kent dat de meeste Russen zo van
hun werk naar het theater zijn ge
komen. Maar daar wordt ook reke
ning mee gehouden. Er zijn in to
totaai drie pauzes van elk een kwar
tier. In de eerste, al na een uurtje,
reppen de Russen zich naar beneden
naar de buffetten om daar te queuen
(Ja, wat denkt u dan) voor een ferm
met worst bedekte snede brood.
twintig. Nog voor de dame mei
lied de finish bereikt, ben ik
gedut.
Kleding
hopig vau te worden. In een restau
rant vlak bij het Rode Plein val ik
op een avond binnen. Het vertier is
op de tweede etage en ik verbaan
me erover dat er nergens een rij
staat. Tenminste, dat denk ik. Ik ga
zitten aan een tafeltje, dat voor een
deel al in beslag wordt genomen doo'
twee meisjes van een Jaar of zeven
tien. Er heerst een gezellige roeze
moes sfeer. Ik ga iets gunstiger
over het Russische uitgaansleven
denken. Maar niet vöor lang. De res-
tauramtjuffrouw stuift langs, en
maant mij op onvriendelijke toon de
jas uit te doen. Dat doe ik. Kort
daarna staat ze weer aan mijn tafel
tje: Jas moet naar garderobe. Die
is op de parterre en ik stap er ge
hoorzaam heen. Voor mij staan zo'n
twintig personen in de rij. Achter de
balie bevinden zich twee garderobe-
heren, wat zeg ik: garderobe-veld
maarschalken. Ze kijken met onge
looflijk hooghartige koppen, als zijn
ze de Opperste Sowjet zelf, naar het
wachtende voetvolk.
Na enkele minuten krijg ik door de
Nu dan toch het vertier ter spra
ke is gekomen, iets over de Russi
sche tv. Een week lang af en toe
's avonds naar de Sowjet-buis kijken,
stelt je uiteraard niet in staat daai
een redelijk oordeel over te hebben.
Maar de eerste indruk is dat men
een hoge graad van eentonigheid, Ja
levenloosheid heeft bereikt. Alles is
goed gedoseerd: culturele manifesta
ties (ballet, muziek enz.) sport, en
daartussendoor allerlei vormen van
wat Je reclame voor het regime zou
kunnen noemen. Nooit eens een
mooie, ophitsende discussie tussen
twee kameraden die met hun menin
gen frontaal op elkaar botsen. A.
gauw overvalt Je een gevoel van ver
veling. Het is allemaal zo netjes, z.
uitgekiend, zo van wij-weten-wat-
goed-is-voor-het volk.
Er is ook jolijt, zeker. Mijn ogen
Kijk ik uit naar een zangeresje da:
wordt bijgestaan door twee harmo
nlüka-spelers (bedden in keurige don
kere pakken met stropdas). Het kina
Ir. lange jurk gehuld, staat zo te
zien een zeer droef lied voort te
brengen. Geen vin verroert ze
daarbij. Armen levenloos langs het
lijf. Ach, misschien is het wel een
persiflage op een lied uit de Jaren
De warenhuizen in het westa
vatten een weelde en overvlo
heid aan goederen (nog
die nogal eens ergernisverwel
is. Maar de Moskouse zijn weei
een sober- en schraalheid, die
na pijn aan de ogen doet. Ai
zien het concurrentie-aspect
ontbreekt, doet men ook abs
niets aan de presentatie
tikelen. De etalage-opmaak is oo
één woord knudde. Het is n
voor nodig, kennelijk. Maar
leidt wel snel tot rommeligheid.
De Russische kleding is adem!
mend fantasieloos. Zo ongevee
peil dat je in Nederland in de
vijftig aantrof. Kloeke, recht
recht-aan pakken en dito jurke
kwaliteit wil nog wel eens
zijn, de afwerking ook. De p;
zijn niet voor de poes.
Wat het meest opvalt is dat er
wezenlijke tienerindustrie
in het westen. Het betekent da
groeiende meisjes onherroepeli
de kleine vrouwenmaten vallen
stemt zeer somber, vrienden.
Als het waar is wat ik iemar
heb horen beweren, namelijk
de speelsheid van een volk ka
meten aan zijn fantasie op h;
bied van de lingerie, dan barst
de Sowjet-Unie terstond
uit. Ik heb een tijdje op die af(
rondgelopen. Je komt e
meerd vandaan.
Allemaal van die formidabel!
geir directoires en massi
houders. Dat er in dit land noi
deren worden verwekt, denk je
Kerken
Een apart hoofdstuk in de
Unie vormen de kerken. De
zou ze het liefst allemaal in
veranderen, zoals met het men
al is gebeurd. Atheïsme is
tenminste zo wil de Sowjet-toj
Maar het kerkelijk leven
nog altijd door, hoewel het v!f
lam is gemaakt. Elke maatscb
lijke taak is de kerk ontzegd
heeft zich moeten terugtrekken
haar voornaamste bolwerk, de
dienst, waarbij de gezongen lit!
stellig het belangrijkst is. Ik he!
schillende kerken bezocht,
steeds een overvloed van
melijk geklede vrouwtjes
fen en vrijwel geen jeugd. Dr
der Heuvel, de secretaris
van de Nederlands Hervormde
erkent dat beeld van de sterk!
grijzing, maar zegt dat het al
zc is. "Steeds opnieuw vinden
mensen de weg naar de kerk,
sinds 1917 al aan de vijfde g<
tie grootmoeders toe". Hij is
lijk optimistisch in zijn verwal
gen, spreekt over een "loute
proces" en trekt een verg
met het Nieuwe Testament,
ook zoveel op de nek van ou<
sen komt. "Het viriliteitsproce
in de westelijke maatscha;
rol speelt, de kracht van d(
niet van toepassing op de
roept hij triomfantelijk uit. H«
wel zo zijn. Maar bij mij roep
die samengedromde oudjes t
op van wanhoop en tragedie.
ker niet van lüacht en hoo
wil ik toegeven dat de dienst!
drukwekkend zijn en een bij»
warmte uitstralen, ook voor
praktizerend gelovige is. Maï
blijft toch zitten met de eindi
dat het om een langzaam a®
zaak gaat. Een hopelijk finat
keerde conclusie. Aan de Ru5
gids vraag ik of jongeren
niet meer interesse hebben
ligie. "Nee", zegt ze snibbig
jonge mensen bij ons hebben
re interessen. Bij u toch ook?"