WAAR ZIJN ZE TOCH?
Fnuikend voor de horeca
tndje uit
en?
[t doe je
[h op de
jksweg,
vrouw
55
55
)AG 5 NOVEMBER 1973
PAGINA 7
I
in Nederland „Hoera!
mijn dag der dagen,
ben ik de kampioen. Want
sen man met ontheffing!"
dische automobilist, die op
autoloze zondag om der
rijvergunning had gekre-
net deze gedachte van huis
an kon het al rap verge-
I) trotse triomfator voelde
spoedig terugschrompelen
htere schuldige: in de stad
aangegaapt en nagewezen
i veeltallig voetvolk, dat niet
en boos vuistje balde. Bij
icontroles liet hij in de op-
die samenstroomden alsof
V ratis werd uitgedeeld, diepe
ling na als zijn papieren
ileken. En op de grote weg:
zich er een, die van een
e planeet was geland,
alle viaducten staarden
met verbijsterde blik van
j at er een!" op hem
e vangrail, ja, waarachtig,
zondag. Stil op de grote
p. Stil? Dat had je ge-
Duizenden, tienduizenden
de snelbanen gekomen,
we sport was geboren: au-
tje kijken.
iets nieuws. Maar toch
het gekste. Want de auto-
,abp andere zondagen het
Qi !in, waar de dood gemid-
jj twintig keer zijn macabe-
[haalt, schenen nu het do
de onkwetsbaren. De on-
ccfen die in hun overmoed
ikbare dolheden kwamen.
uitlaten mevrouw? Dat doe
rustig midden op Rijksweg
'flen met z'n allen, jongens?
z'n drieën naast elkaar in
mag niet, dat weet een
1 aar op die snelweg naar
Daar passen er toch wel
nou, wel tien in de breed-
vermetelheid./-ook kinder-
roorzichtigheid. Jongens en
^rolschaatsend over de be-
voor een dag de hun-
v n. Want pas op. Naast die
zend mensen, die voor het
wagen moesten, waren
Uitenlanders. Daar zijn ze
Holland altijd beleefd te-
^tenlanders laat je dus met
aat ze rijden.
waren er die buitenlanders.
vaak ten onrechte, het
!l erg onverdiend. Veel van
inlanders reden hard. En
Duitsers deden meer dan
cheurden met topsnelheden
wegen, die zo veilig leken
domme nieuwsgieriggen en
itend grut. En al gauw ging
sein door de meegedragen
rïs: pas op, het is niet
t wegpiraat blijft wegpi-
lende zondag moet dat an-
eigenlijk was op deze
ïdag de
vername. Niet de auto,
I, de wandelaar, de fietser,
B mer, de ruiters hadden het
len. En lieten dat op die
;e weg vaak wel wat tar-
een machtsvertoon hield
deze uitzonderingstoestand
e. De Algemene Verkeers-
»n de Rijkspolitie, de jon-
i de Porsche, hadden solidair
aan de kant van de weg
stonden voor hun controle-
vijf posten langs de wegen,
streng, zeer secuur, maar
orrect. En in al die ge-
is er toch plaats voor
ld. Zoals voor die mensen,
een stervend familielid
Itboden. Alle posten hadden
onummer doorgekregen en
tim-baan.
a. Amsterdam leek wel Ko-
iag te vieren in een reprise
tijd, dat dat nog een echt
Stampvol de Dam en het
stampvol de overdekte ter-
En met het paard werd de
amse lol van stal gehaald
naar de kroeg van Ome
ie knol leuk joh!.
teus ook. daar in Mokum.
•epen meteen in touw om te
'eten dat die binnenstad nu
°°r goed dicht moet voor het
en van „nu zien Jullie zelf
dat het met dat openbaar
nog huilen is"
Fietsen. Nederland leek weer net op
Nederland. Het barstte overal van
de rijwielen. Neem die tweeduizend,
die de Spoorwegen er in huur heb
ben: ze waren in nog geen tijd de
stallingen uit.
Veel fietsen. En drukke treinen. En
overvolle bussen. De taxi's niet. Niet
zo erg als men gehoopt of gevreesd
had, al naar gelang van de kant
van de telefoon, waaraan men zat.
Op de centrales in de grote steden
teleurstelling: de tientallen, honder
den wagens, die extra waren ingezet
stonden vaak doelloos te wachten.
Doelloos omdat de meeste mensen
dachten. „Een taxi krijg je toch
niet".
En de paarden waren er. Niet al
leen voor die kroeg in de Jordaan.
Ook voor de oude paardentram, die
in Ginniken met 40 brave Braban
ders kreunend door het dorp trok,
gemend door de opperbestuurder
van ons hele rijwezen: minister
Westerterp van Verkeer en Water
staat. Hij kreeg dertien wagens met
paardentractie in zijn spoor.
Zeer openbaar verscheen in het
Noordhollandse Schagen een peper
dure sportwagen op straat. De eige
naar had geen ontheffing, beslist
niet. Maar de politie kon hem geen
bal maken. Hij liet de auto trekken
door eeq, ezel. Het zogenaamde dure
grapje.
Autoloze zondag. Wat waren we so
lidair, wat waren we vindingrijk,
wat waren we Jaloers, wat waren
we onvoorzichtig, wat waren we
leuk.
Maar de leukste van allemaal werd
genoteerd in Utrecht. De man, die
daar in de ochtend werd aangehou
den en met een gezicht stralend
van onschuld vroeg: „Ontheffing?
Wat ontheffing? Rijverbod? Ik weet
van niks!". Je zag hem denken:
„Nou je het zegt: Wat is het stil"
KATWIJK/NOORDWIJK
Aan de Noordzeekust heeft men
het heel goed gemerkt, dat het
gisteren een autoloze zondag
was. Het aantal strand- en
duinbezoekers was aanmerkelijk
minder dan vorige week. De res
taurants en andere eet- en
drinkgelegenheden hadden over
het algemeen veel minder te
doen dan op een gewone door-
de-weekse dag. Er waren er, die
slechts vijf procent van de om
zet haalden van de normale
zondagen en slechts een enke
ling kwam tot zestig procent.
Die laatsten waren echter wel
Door
Cees Combee
uitschieters. Globaal genomen
kwam men gemiddeld niet ho
ger uit dan veertig procent van
de zomdagsamzet. Verscheidene
horecamensen verklaarden het
volgende week nog te zullen
aanzien. Blijft het bezoek zo ge
ring, dan overwegen zfj sterk
hun bedrijven op zondag te slui
ten. Bedrijfseconomisch is het
op deze wijze niet verantwoord
de zaken open te houden. Wel
is men van mening, dat men zo
lang mogelijk moet proberen
de etablissementen draaiende te
houden om de loop niet te ver
liezen.
Op een tocht door de kust
streek met de N.Z.H.-bus
dwamen we al direct tot de con
clusie, dat de trek naar het
strand en de duinen op deze
eerste zondag, waarop men de
auto voor de deur of in de ga
rage moest laten staan, aanmer
kelijk minder was dan normaal.
Ook de bussen, waarvan wij in
de middaguren gebruik maak
ten, puilden niet uit van men
sen, die graag frisse lucht wil
den inademen aan de kust en
de bedoeling hadden toch nog
een paar uur te genieten van
de natuur.
Opvallend was wel het aantal
fietsers, bromfietsers en wande
laars in de dorpen, die we door
kwamen en de vele kinderen,
die de anders zo drukke wegen
als domein om te rolschaatsen
hadden uitgekozen. Veel huisva
ders en -moeders waren in hun
tuintje bezig of gaven de auto
een goede beurt. Als algemene
indruk geldt, dat de meeste
autobezitters deze zondag thuis
zfjn gebleven en hoogstens een
wandelingetje of een fiets
tochtje hebben gemaakt door de
niieuwe wijken of in de onmid
dellijke omgeving van de woon
plaats.
Voor de inderhaast door Kat-
wfjks V.V.V.-directeur Verplan-
cke voor deze eerste autoloze
zondag georganiseerde activitei
ten bestond nauwelijks of geen
belangstelling. De bus van Beuk
vertrok met vier reizigers uit de
familiebadplaats naar Amster
dam. In Noord wijk stapte nie
mand in. De door Ton Diepen
horst van „Triton" aangekon
digde boottocht naar de Kager-
plassen ging wegens gebrek aan
belangstelling niet door. Voor de
rit met de Jan Plezier van Her
man Haasnoot naar het Panbos
was de animo bepaald ook niet
groot. Evenmin als voor het hu
ren van fietsen.
Geen succes
Verplancke: „We hebben als
V.V.V. op verzoek van het Na
tionaal Bureau voor Toerisme
toch iets ondernomen. Dat suc
ces achterwege is gebleven zat
er op deze eerste zondag zonder
autoverkeer eigenlijk wel in.
Wanneer deze situatie van lan
gere duur is krijgt men wel ge
noeg van het thuiszitten. We
gaan dus volgende week gewoon
door en willen zien of we aan
die evenementen nog enige at
tracties kunnen verbinden".
„Witte Raaf-directeur Oost-
dam dit hotel-restaurantbe
drijf ligt aan de Noordwijkse
Duinweg en is niet met open
baar vervoer bereikbaar zat
met een somber gezicht in de
namiddag in zijn restaurant een
kopje koffie te drinken. Op dat
moment waren er twee tafel
tjes bezet met respectievelijk
vier en twee gasten, die wilden
dineren. Normaal is er op dat
tijdstip geen plaatsje meer te
krijgen.
Oostdam: „Op een gewone
zondag heb ik 's avonds zo'n 160
eters. Als ik nu aan tien kom
houdt het op. M'n omzet van
daag is vijf procent van een
normale zondag. Heel wat men
sen, die een partijtje hadden be
sproken hebben afgezegd. Het
heeft zo geen zin meer om open
te blijven".
Zijn buurman Zonneveld van
„De Duinrand" had het druk
ker, maar toch ook weer lang zo
druk niet als gebruikelijk. Die
drukte werd hoofdzakelijk ver
oorzaakt door de paardrijders,
die daar halverwege hun rit
over het strand en door de dui
nen, hun viervoeters een poosje
rust gunnen en zelf iets gebrui
ken. Er waren ook nogal wat
fietsers. In de duinen en op het
strand bij de Duindamse en
Langevelder Slag was het stil.
Ook de banen van de Noord
wijkse Golfclub lagen er verla
ten bij. Op één van de holes za
gen we een stuk of tien fazan
ten rustig naar voedsel zoeken.
Manage
De Noordwijkse manege Meeu
wenoord had het, gezien de om
standigheden, toch nog bevredi
gend druk. Twee van de drie
rittoen, die op zondag worden
gereden gingen door. De meeste
paardensportliefhebbers waren
op de fiets of met de bromfiets
gekomen. De particuliere eige
naars van paarden, die uit Lei
den, Rijnsburg en Oegstgeest en
andere plaatsen naar „Meeu
wenoord" komen hadden verstek
laten gaan. Er mocht ook met
veeauto's niet worden gereden!
Nico Meeuwenoord: ,,'k Heb
een kwart minder omzet ge
boekt. Volgende week zal dat
negatieve percentage wel hoger
worden. Er kwamen maar een
paar mensen met een taxi en
een enkele met de trein en bus.
Ik heb echter de indruk, dat er
volgende week veel minder
mensen met de fiets en brom
fiets zullen komen. Uit wat ik
heb opgevangen bleek, dat dat
ritje de meesten niet goed was
bevallen. Als het wat kouder
wordt en regent komen ze zeker
niet. Een groot deel van mijn
relaties komt van veraf. Iemand
uit Zaandam was vandaag
f 18,50 voor trein en bus kwijt.
Normaal kost hem een ritje per
auto naar Noordwijk f 10,— en
dan kan hy nog drie of vier
mensen meenemen. Kijk zulke
klanten komen bepaald niet
meer iedere week".
De aan de Katwijkse boule
vard geopende restaurants had
den het evenmin druk. Kick
Hickmann van „Marina" had
nauwelijks veertig procent van
de normale zondagsomzet ge
haald. Hoofdzakelijk kVamen
z'n geregelde zondagsbezoekers
uit Katwijk, Rijnsburg en Lei
den, die blijkbaar een busje
hadden genomen. Drukker was
het in het Panbos. De trimmers
voerden daar de boventoon. Er
waren veel Katwijkers, maar
ook mensen uit Leiden, Wasse
naar en Oegstgeest. Allemaal
per fiets om brommer of met
de bus. Zelfs was er een trim-
club uit Leiderdorp. Piet van
Duyn, de exploitant van het
theehuis: „Ontevreden ben ik
beslist niet. Het was gezellig.
Met een derde minder omzet
dan normaal op zondag ben ik
er nog goed vanaf gekomen. Alle
gasten heb ik bfj hun kopje kof
fie gratis een stukje cake aan
geboden".
Zo'n tochtje van Leiderdorp
naar Noordwijk en Katwijk per
bus kost wel wat tyd. Een uur
of drie zit Je zeker in de bus.
Het wachten niet meegerekend,
't Gaat echter wel wat sneller
dan met de door twee paarden
getrokken platte wagen, waar
op mensen zaten, die we tegen
kwamen op de provinciale weg
1 by het Marinevliegkamp Val
kenburg of met de mailcoach
van Herman Haasnoot, die we
volgeladen over de Noordwijkse
boulevard zagen rijden. Idyl
lisch, dat wel. Het deed denken
aan zo'n vijftig, zestig Jaar gele
den. Ook die enkele auto's op
de weg!
LEIDEN Toen ik op het laatste
nippertje hoorde dat ik de autoloze
zondag mee mocht in een auto van
de Rijkspolitie ging het hart ietsje
sneller slaan en waande ik me in
een snelle Porsche, die voort zou ra
zen op de stille wegen. Het werd een
opvallende Taunus, die om 11 uur
voor de deur stond. De wachtmeesters
Keijzer en Velthuijsen waren bewa
pend met informatiemateriaal en
Ze
ook
Door
Paul Wolfswinkel
Beiden vertelden Bert te heten en
ook als zodanig wensten ze te wor
den aangesproken. „Dat gemeneer is
zo formeel, laten we het maar ge
woon doen. Per slot zijn we samen
de hele dag op stap en aan het werk".
Afgunstige blikken van fietsende
en wandelende mensen begeleidden
ons de hele dag. Dankbare vogels,
die met hordes tegelijk op de Rijks
weg zitten, fladderen omhoog als we
eraan komen. Een paar keer moeten
we voor ze remmen. Je voelt Je erg
gelukkig op zo'n moment. Ergens in
de wei staat een stelletje heerlijk te
vryen en weet zich door niemand
gestoord. Verlaten wegen.
Bert K. houdt op een gegeven mo
ment een auto aan. Een beetje te
laat volgens de bestuurder, ,,'t Is goed
dat er geen ander achter me zit",
zegt de man, die zich niet realiseert
dat zulks tot de onmogelijkheden
dient te behoren. „Nou meneer, ik
kan de auto's in Woubrugge horen
rijden", antwoordt Bert. We zijn daar
ongeveer vijf kilometer vandaan.
„Iéts"
Idioot, al die lege wegen. Je waant
Je ergens op een Frans landweggetje:
niks te zien, maar in de verte hoor
je „iets" komen.
En passant worden wat bromfiet
sers vriendelijk doch zeer beslist toe
gesproken door Bert V, omdat ze op
de grote weg rijden, en dat is ook op
zo'n fraaie dag als vandaag echt ver
boden. Ja, natuurlijk is het gewel
dig om het terrein te betreden dat
normaal bestemd is voor jakkeraars,
die zitten te piekeren.
De allereerste stop is op de krui
sing by Hazerswoude van de weg
Leiden-Alphen. De 19-21-ST wordt
aan de kant in het zonnetje gezet,
de petten gaan op, de ruggen wor
den recht getrokken: de „pliesie"
gaat werken. Overal vandaan komen
kindertjes kyken en opmerkingen
maken. „Hoe duur is dat nou, als Je
geen ontheffing hebt? Waar is dat
knopje voor? Waarom staat u hier?"
Als ze in de gaten krygen dat ik een
foto van ze probeer te maken gaan
ze bekjes trekken. Ik zie er vanaf.
Negen van de tien mensen zyn
ontzettend vriendeiyk. Rustig en
kalm. Maar ook moet worden gezegd
dat de beide Berten ontzettend
vriendeiyk optreden. Inderdaad, poli
tie als Je beste vriend, in optima
forma.
Wanneer ik dit schryf, staat de
radio aan en hoor ik dat er op de
autowegen nog niemand is betrapt.
Daarmee moet ik tot myn beroeps
matige spyt zeggen dat ook wij tel
kens bot hebben gevangen. Byna
was het raak.
„Hebt u een ontheffing?", vraagt
Bert V. „Nee, ik heb geen onthef
fing" zegt de man. Zwygt langdurig
en je hoort het bloed van de wacht
meester harder stromen. „Zo", zegt
hy, „Da's niet zo best". „Nee", zegt
de man, „maar kyk eens op myn
voorruit". Het is een dierverloskun-
dige.
Achteraf zegt Bert V.: „Ja, zo'n
plaatje met zo'n slangetje zegt niets
hoor. Maar het klopte". Ik bespeur
een zeker gevoel van spyt.
„De maag knort en de tyd staat
niet stil, we gaan een hapje eten",
zegt Bert K. Ik had al door de tele
foon gehoord dat ik geen broodjes
moest meenemen.
De restaurateur is diep bedroefd.
Hy haalt nauweiyks een fatsoeniyke
omzet vandaag. Hoopt dat de ben
zine op de bon komt, zodat de men
sen zelf kunnen beslissen.
Na drie kwartier weer op pad in
„de 23". We komen, zoals trouwens
de hele dag, veel buitenlanders te
gen. Die mogen doorryden. Dat ont
lokt de mensen die je overal ziet lo
pen, wat nare opmerkingen. Het aan
tal is heus niét meer dan normaal,
maar het valt natuurlyk extra op.
Veel taxi's die een gouden dag be
leven. worden aangehouden en met
een wordt ook hun vergunning ge
controleerd. Eén van de taxi's die
wordt aangehouden, herbergt een
byzonder onvriendelyke passagier,
die meteen begint te sputteren als
hy myn camera ziet. Hy wil geld
hebben voor de foto. Ik zeg dat ik
niet van plan ben hem te vereeuwi
gen. Hy gaat dóór met sakkeren en
krygt een fikse reprimande van Bert
V. Waarschynlyk één van de mensen
die stickers op hun auto hebben met
de tekst: „Ik ryd honderd als de
regering opdondert". Die plakkers be
staan.
land wonen en een auto met een
buitenlands kenteken hebben, maar
een Nederlands paspoort hebben,
mogen niet ryden. We (dat klinkt
pedant) controleerden een Zweed, en
wat Duitsers. Geen Nederlanders.
By een van die controles zeiden
omstanders dat ze best wel met de
politieauto weg wilden vluchten.
„Moet Je doen, maar dan fladderen
er wel wat kogels om Je heen", zegt
Bert V. Gelach en vrobjke gezich
ten. 't Is een beetje spannend, alle
maal.
Ook eens een vrachtauto probe
ren. „Goederen die aan ïederf on
derhevig zyn" en in een vrachtauto
liggen die op zondag rydt, zullen
heus niet bederven. Die auto's mo
gen doorryden. Maar Je weet nooit
natuurlyk. Byna was het mis en
kwam het eerste verbaal. Het werk
boekje van de chauffeur vertoont de
nodige haperingen. De man moest
beloven zo snel mogehjk één en an
der te regelen. Bert en Bert biyven
schappelyk.
zyn eigenlyk motorryders. Maar
süids hun helmen zyn afgekeurd, zo
als by de meeste mannen van de
Rykspolitie, zitten ze nu in een auto.
Vertellen over hun werk, wat ze van
die autoloze zondag denken („Het
is makkelyk om mensen te beschul
digen. Is het allemaal wel nodig?"
En: „De eigen mening wordt niet
door het uniform tegengehouden,
hoor") en wanneer ze me weer voor
myn hulsdeur neerzetten zeggen ze
dat het hartstikke gezellig is geweest.
Is 't ook.
Ze verdwynen uit het zicht, onge-
twyfeld weer nagestaard door afgun
stige mensen. „Zy wel".
Wat voor indruk heb ik gekregen?
De vogels die we plotseling in grote
getalen zagen vliegen hebben verder
geen commentaar nodig. De Neder
landse natuur heeft eindelyk een
vrye ademdag gekregen. -
Leeg
Nederland is eerhjk geweest. Dat
hebben we moeten „bekopen" met
een dag zonder auto's en motoren.
Alles in het Midden-Oosten gebeurt
zo ver van ons bed. Dachten we.
Maar nu worden we met nachtmer
ries wakker, omdat er een leeg olie
vat naast de wekker staat. Nou èn?
Het grote deel van Nederland heeft
een plezierige dag gehad, gisteren.
Of zoals een meneer op de fiets te
gen ons zei: „Luister eens, ik ryd
de hele week al in die auto: ik ben
bly het week-end te kunnen fiet-
De man staat niet alleen, gelukkig
niet.
Een „overweldigende" dag.
O ver weld'i ge nd
„Effe kijken"
Veel invaliden ook. Eén
vertelt een beetje in gewetensnood
te zitten: een kennis is jarig en had
hy eigenlyk wel moeten gaan, wel
mógen gaan? Een collega van hem
had gezegd dat het wel fyn voor hem
was dat hy vroRjk kon ryden zonder
te worden bekeurd. De man is toen
boos geworden en heeft terecht ge
zegd: „Maar jy kan maandag weer
rustig lopen: ik niet". De wachtmees
ters geven hem groot gelyk.
We ryden weer. Een tegenligger
rydt ons fors tegemoet en grynst
vrohjk. We ryden even door. Bert
tegen Bert: „Effe kyken?" Piepende
banden en de achtervolging wordt
ingezet. Maar intussen komen er
weer andere potentiële ontduikers
op ons af. Je moet kiezen. We kie
zen de laatste groep. En verliezen
Jammer genoeg de eerste auto uit
het oog. Er heilig van overtuigd zyn-
de dat we heus wel iemand te pak
ken krijgen. Hoe Jammer nu, dat dat
niet gelukt is.
Nederlanders die in het buiten-
Ze zien een collega op de fiets. In
Alphen. Er wordt getoeterd en zon
der op of om te kyken zwaait de
man. Inderdaad: het is een politie
wagen. We lachen. Gezellig keuvelend
en mooie verhalen vertellend, die
soms niet voor herhaling vatbaar
zyn, komen de heren hun dag best
door. Ik ook. 'tls erg plezierig alle
maal. „Overweldigend", zoals Bert K.
zegt.
Verbaasd zyn we alle drie als het
half vyf is. Het is een beetje begin
nen te regenen en sommige contro
les worden vanuit de auto geregeld.
Er rydt toch geen mens. Dus het
kan daar midden op de weg.
„Waar zyn ze nou toch?" Duide-
lyk blykt dat ze iemand willen pak
ken. Natuurlyk. Op een dag die com
pleet anders is dan anders moet Je
ook resultaat hebben. We vinden
niemand.
Dan ryden we door Woubrugge.
Mensen op straat houden ons aan.
Een meneer stak de weg over en een
mevrouw op de brommer met haar
dochter achterop reed ertegen. Brom
mer kapot en dochter een zeer pyn-
lyke kaak. We brengen ze naar het
Academisch Ziekenhuis. „Hoe kom
ik nou thuis? Myn man kan me niet
komen halen. Ik heb 25 gulden by
me; is dat genoeg om naar Wasse
naar te gaan?" Dat laatste is duide-
Rjk een voorbeeld van iemand die
zelden of nooit in een bus of trein
zit. Paniekerig zit de dame te praten.
Ze is radeloos. Op rustige wyze wordt
alles geregeld.
Helm
Bert Keyzer en Bert Velthuysea