loskou en de UAC: wapen egen lastige schrijvers SCHOENEN ZIJN GEEN „WEGGOOIPRODUCT" )ok de Leidse PvdA tegen 'Kalkar' Door C. J. Rotteveel ZERS SCHRIJVEN Hengelaarsbond moet eerst gezond worden Fout en demagogie lERDAG 25 OKTOBER 1973 tas voor Westerse schrijvers pvers allang een bron van !t dat in de Sowjet-Unie gro llen boeken in het Russisch vertaald zonder dat zij daar- maar één cent auteursrecht n. Dat kwam in feite neer aal van geestelijke eigendom, belletrie als wetenschappelijk naar Moskou placht zich te [huldigen met de bewering, niet in staat was de kosten oen. In die onbevredigende is verandering gekomen, ijet-Rusland enige maanden is toegetreden tot de Und- Auteursrecht Conventie een van de internationale en ter bescherming van de die verbonden zijn aan het n van letterkundige, muzi- andere artistieke werken. UAC dateert van 1952 en »t stand op initiatief van de inisatie "Unesco" als een om vooral ook de ontwikke lden in de sfeer van het recht te betrekken. Voor die elingslanden was de oudere Conventie (van 1886), on latere herzieningen en aan- protocollen, een te zware int voor die landen bestond ens het goeddeels ontbreken en produktie, alleen maar itingsverkeer". En dat was duur financieel niet op te Jammer is, dat ook de n Genève er tot nu toe niet agd is de afzijdigheid van en China te doorbreken. Sowjet-Unie, tot voor kort afzijdig, heeft nu dan r isolement laten varen, is sommigen in deze geest »n wij een brief van de heer M. A. Knul te Leiden zou mlin onder druk van het tot aansluiting zijn overge- ondertekening zou een van waarden zijn geweest voor ligen van geregelde handels- ngen tussen Amerika en de Unie. Het Kremlin zou zo igelijk weerstand hebben ge- de druk, die te dezer za- uar werd uitgeoefend, maar bij het bezoek van presi- ixon aan Moskou zijn ge- Anderen zijn echter van mening, dat het de Sowjet-Unie begonnen is om de uitschakeling van dissidente schrijvers. Tot hen behoort prof. mr. Cohen Jehorami hoogleraar au teursrecht en industriële eigendom aan de universiteit van Amsterdam, die hierover publiceerde in het Ned. Juristenblad en NRC/Handelsblad. Het zat de Kremlin-leiders hoog, dat er in de vrije wereld boeken van Russische schrijvers op de markt komen, die wegens hun inhoud in de Sowjet-Unie zelf niet mogen verschenen. Dat begon al met Pas- rika, waar slechts vijf procent van de bevolking in de agrarische sector werkzaam is. Maar aan de stroom van boeken, afkomstig van rebelse auteurs, kon het Kremlin wel wat doen, hetgeen dan tot aansluiting bij de Universele Auteursrecht Conventie zou hebben geleid. In elk geval is 't Kremlin nu in staat die lastige schrijvers te verbieden hun werk- naar het buitenland te laten smok kelen en dan buiten de grenzen van de Sowjet-Unie te publiceren. Het lid maatschap van de UAC al of niet uit eigen initiatief tot stand geko- ternaks Dr. ZJiwago en sindsdien heeft een reeks van onthullende ge schriften letterlijk "een boekje open gedaan" over het leven in de Sow- J et-Unie. En dat "boekje" zeg maar liever: een hele bibliotheek heeft vanzelfsprekend invloed gehad op de mening van de bevolking in Wester se landen. De officiële propaganda, voor het Sowjetrussische "paradijs", is daardoor in sterke mate ont kracht. De onthullingen over het op sluiten van de dissidente schrijvers, in klinieken en gestichten of hun verbanning naar concentratiekampen heeft de ware aard van de commu nistische dictatuur in een scherp licht gesteld. Was de berichtgeving over het grote graangebrek in een land, dat eens de graanschuur van Europa was, al bijzonder pijnlijk voor de aanmatigende reclame van uit de Sowjet-Unie, de boeken van door de censuur getroffen schrijvers, bewezen daarenboven, dat er niet alleen economisch het een en ander schortte, maar ook op het terrein van de culturele vrijheid. Aan die economische debacle kon Kremlin-propaganda weinig verhel pen: de graanleveranties bewezen immers Hat een land, waar de helft van de bevolking in de landbouw werkzaam is, het niet stellen kon zon der de hulp van een land als Ame men opent voor Sowjet-Rusland de weg zijn censuur ook tot 't bui tenland uit te strekken. Prof. Cohen verwacht, dat de Sow jetrussische burger verplicht zal worden internationale contracten in zake auteursrecht slechts af te slui ten via een staatsbureau, dit in het kader van het staatsmonopolie op de buitenlandse handel. Op schending, van dit laatste staat een straf van drie tot tien jaar. "De meeste auteurs zullen dit risico niet willen lopen en zodoende al afzien van het sluiten van contracten. Toch moet met de mogelijkheid rekening wor den gehouden dat enkele dissidente schrijvers de wet zullen trotseren en toch contracten zullen afsluiten bui gen het staatsbureau om. Ook in het recente verleden hebben Russische schrijvers bijna onbegrijpelijke staal tjes van moed en onafhankelijkheid te zien gegeven. Men denke slechts aan de gevangenen Amalrik, Sin- Jawski, Daniel en Jakir". De opstandige schrijvers riskeren dus heel wat als zij het staatsbureau aan hun laars lappen. Toch beschik ken zij mogelijk nog over middelen om de bestaande toestand voort te zetten. Zo'n Russische schrijver kan namelijk, aldus prof. Cohen, afstand doen van zijn auteursrecht bijv. in een voorwoord waartegenover de Westerse uitgever dan de plicht heeft het verschuldigde honorarium, in afwachting van betere tijden voor hem opzij te zetten. Dat betekent overigens nog niet, dat het Sowjet russische staatsbureau daardoor zijn greep op de onwillige verliest. De Sowjetrussische overheid kan de auteur namelijk via processen dwin gen zijn werken in het Westen uit de handel nemen. Mocht een Russische auteur, aldus prof. Cohen, niet de weg kiezen van afstand van auteursrecht en mocht hij bovendien niet bezwijken voor de druk zijn werken in het Westen via processen uit de handel te nemen, dan heeft de Russische overheid nog enkele andere middelen, waarop men wel verdacht moet zijn. Eén middel is: de weerspannige auteur in een gesticht plaatsen, zoals bijv. met Grigorenko is gebeurd, en dan een curator benoemen die het auteurs recht in het Westen zal dienen te handhaven. Een dergelijke curatele zal hier te lande door de rechter, als strijdig met de openbare orde, niet erkend behoeven te worden. Verder kan het Kremlin overgaan tot nationalisering van auteursrecht, zodat de Sowjetrussische staat zelf kan procederen. Hieruit blijkt, dat de schrijver maar weinig mogelijk heden heeft. Hij schrijft een boek, dat bij de communistische leiding niet in de smaak valt, ontvangt geen cent en loopt voorts het zeer grote risico voor vele Jaren in een van de vele honderden strafkampen te worden opgesloten, waarmee het Kremlin nog altijd elke poging tot opstandigheid krachtdadig onder drukt. Dat zijn dezelfde kampen, waarin ten tijde van Stalin tussen de tien en twintig miljoen slachtoffers werden vastgehouden. In die kampen, aldus prof. P. Reddaway. die Russi sche geschiedenis en politiek doceert aan de economische faculteit van de universiteit van Londen, worden de ongelukkigen op de rand van ver hongering, ziekte en waanzin vast gehouden. Ondanks zware lichamelij ke dwangarbeid ontvangen zij niet meer dan 1300 calorieën per dag. Aan deze methode is nog niet zo lang geleden de schrijver Joeri Ga- lanskow (33 Jaar oud) overleden. Behalve die strafkampen zijn er dan de afschuwelijke psychiatrische klinieken, waar de opstandigen worden behandeld met inspuitingen die hun geest op fatale wijze beïn vloeden en hevige pijnen, koorts en geesteszwakte veroorzaken. Een schrijver als Pjotr Jakir heeft onder invloed van een dergelijke "opvoe dingsmethode" tenslotte zijn oude vrienden van de "Samizdat" (onder grondse pers) moeten verloochenen. Een rebel zal in de Sowjet-Unie dus wel over enorme geestkracht dienen te beschikken om een derge lijk regime te durven weerstaan. Wil nu een Russische auteur, die "niet in de pas loopt" met de opvat tingen van het Kremlin, toch uiting geven aan wat er in hem leeft, dan is de enige mogelijkheid, dat hij anoniem blijft. En ook dat is aller minst ongevaarlijk, want zijn stijl kan hem verraden en hem alsnog in kamp of kliniek brengen. Hoe dit zij: door het lidmaatschap van de Universele Auteursrecht Conventie heeft de Sowjet-Unie een scherp wapen in handen gekregen tegen de literatuur, die de leiders onwelgeval lig is. Sterker nog: zij bereikt hier door, dat zij invloed kan oefenen op de publikatiemogelijkheden in het Westen en men zou dus zoals "Het Parool" deed kunnen spreken van "export van censuur". Officieel zijn recente ontmoetin gen tussen president Nixon en par tijleider Brezjnew omschreven als "het einde van de koude oorlog". Die koude oorlog gaat echter van de zijde van het Kremlin onvermin derd voort. Ondanks alle economi sche contracten tussen Westelijke ondernemingen en staatsbureaus in de Sowjet-Unie blijven de commu nistische leiders, doodsbenauwd voor alles dat hun dictatoriale positie kan ondermijnen, met alle denkbare middelen elke vorm van "oppositie" onderdrukken. Het regime-BrezJnew betekent in dat opzicht een duide lijke achteruitgang ten opzichte van de periode - Chroesj tsj ow. De bekende Russische kerngeleerde prof. Sacha- Boris Pasternak 1890-1960 row verklaarde zelfs, dat de situatie verergerd is sinds Nixons bezoek aan Moskou in het vorig Jaar. De "Washington Post" schreef in een hoofdartikel, dat vele deskundi gen de mening zijn toegedaan, dat de Sowjet-Unie, hoe soepeler zij in haar politieke en economische be trekkingen met het Westen naar voren lijkt te treden, de culturele schroeven binnenslands harder aan draait. Dat blijkt niet alleen uit de onderdrukkende maatregelen tegen rebelse auteurs, maar ook uit Mos kous weigering de culturele uitwis seling met Amerika te verbeteren. De kelders van de Amerikaanse am bassade in Moskou, aldus de "Was hington Post", liggen vol met exem plaren van het populaire magazine "Amerika" (met inlichtingen over het leven in de Verenigde Staten), een blad dat niet verspreid mag worden. Amerikaans uitzendingen worden nog steeds gestoord en dat gebeurde zelfs, toen Brezjnew in Washington toostte op de nieuwe overeenkomst over "contacten, uitwisseling en sa menwerking" Opnemen van brieven ln deze rubriek behoeft niet te betekenen dat de redactie het met de inhoud eens is. De redactie behoudt zich daarenboven het recht voor om bijdragen te weigeren dan wel in te korten. lactie van dit dagblad be- het recht voor om inge- ukken in te korten. Van dit !t de redactie gebruik ge- de brief van de Milieu Ak- Nederland (MAN) in de maandag J.l. De volledige vel in de Nieuwe Leidsche afgedrukt; bij vergelijking zien dat de aardigste pas- dit dagblad zijn weggelaten, bleef was in hoofdzaak een .ten, gerukt uit de fractie- g van de PvdA over de met 3% van de elektrici en om de ontwikkeling van natrium gekoelde snelle ctor te financieren (het •Ject"). Alle citaten werden toegeschreven. Ik geloof niet vaak geciteerd ben. Ik larover verheugen, ware het ik nog nooit zo slecht, zo eurig en zo ten onrechte ge- ïn. De aangehaalde woor- n uit hun verband slechts een deel van mijn {en of niet door mij uit- (bijv. de mening dat ac- i "een aantasting vormen elementaire democratie". Ik iegroepen Juist een noodza- ivulling op de parlemen- locratie. Mijn fractiegenoten Ier precies zo over), het nodig dit misverstand i misverstanden weg te ne- te voorkomen dat ook mijn lit ingekort zal ik het zo kort doen. wetsvoorstel over de ont- l van het Kalkar-project is t kabinet-Biesheuvel inge- verdedigd. De PvdA-fractie *eede Kamer stemde tegen foorstel. Ook de PvdA in de ffieenteraad is tegen de wet Dook in de raad voorstellen de Tweede Kamer te vra- ft weer in te trekken. Er is ^verschil van mening tussen t)ke n de Leidse PvdA. MAN-actiecomité vindt dat in de PvdA-fractie roken erd over de gevaren Kalkar-project. Denkt het werkelijk dat de PvdA- gevaren niet onderkent? *0 van die gevaren was Juist ^spunt in de discussies f PvdA-fractie, zoals het be- die gevaren ook het uit- de brief van het MAN- is. De brief van het ac- Baat niet over de bezwaren Kalkar-project; ik kan me n dat iemand daaruit actiecomité de gevaren niet ziet. MAN-actiecomité zegt te- hun bezwaren onder- opmerking in de fractie- ik in het algemeen voor de energietarieven ben, acht het actiecomité daarmee in te genspraak. Ik ben van mening dat de huidige tarievenopbouw, mm. die voor de elektriciteit, onjuist is. Nu is het zo, dat de elektriciteit naar verhouding goedkoper wordt naarmate men meer gebruikt. Dit bevordert een groter energieverbruik en remt verspilling zeker niet af. (Juist de vraag naar meer energie leidt tot zaken als het Kalkar-project. Ik vind, dat we overmatig energie verbruik moeten voorkomen en ver spilling van energie moeten tegen gaan. (Bijv. door betere isolatie van woningen.) Wanneer iemand meer energie wil verbruiken dan nodig is om in normale behoeften te voorzien, acht ik het redelijk dat daarvoor ook naar verhouding meer betaald wordt. De hogere opbrengsten worden ge bruikt om de kosten (waaronder die voor milieumaatregelen) voor de energievoorziening in de toekomst te dekken. Aan een ingrijpende veran dering in de tarievenopbouw zit uiter aard nog wel het een en ander vast. (Bijv. de vraag of hogere tarieven worden doorberekend in de prijzen van de produkten.) De gedachte is echter niet absurd en zeker niet in strijd, maar veeleer het verlengde van de bezwaren tegen het Kalkar-pro ject. 4. De vraag waarvoor de Leidse raad staat is niet: moeten we de ta rievenopbouw veranderen? (daarom is over dat punt in de fractie verder niet gediscussieerd en is er niets over besloten). Maar de vraag: moet de Leidse raad ermee akkoord gaan dat de 1,3 miljoen gulden die het rijk door Leiden laat betalen voor het Kalkar project, wordt doorberekend in de elektricitedtstarieven? In dit verband heeft de fractie zich afgevraagd, wat de gevolgen zouden zijn van het niet doorberekenen. Betekent dat, dat voor 1,3 miljoen gulden op onderwijs en andere voorzieningen moet wor den bezuinigd? Het MAN-comité be grijpt blijkbaar niet goed dat de frac tie zich daarover druk maakt. Ik meen dat het voor een serieuze poli tieke groepering onverantwoord zou zijn dit aspect buiten beschouwing te laten. 5. In de discussies in de fractie is even aangestipt, dat het actiecomité wat laat met haar actie is; het was wenselijker geweest als reeds bij de behandeling in de Tweede Kamer de actie gevoerd was. Ten onrechte vat het MAN-comité deze opmerking als een verwijt op. Als er een verwijt te maken is ,dan is dat aan het be stuurssysteem dat burgers en groe pen veel te laat bij de voorbereiding van beslissingen betrekt. In Leiden wordt ernaar gestreefd, een nieuw bestuurssysteem in te voeren, waarbij zoveel mogelijk en reeds in een vroeg stadium, burgers bij het gemeentelijk e beleid worden betrokken. (Deze krant rapporteert hierover geregeld.) In deze gedachte past het ook, dat de Leidse PAK-fractie (overigens als enige fractie) in het openbaar verga dert en ter vergadering discussieert met aanwezige geïnteresseerden, dde in de kranten vrijelijk verslag van hun bevindingen kunnen doen. In dien in een verslag watg ezegd is al te foutief wordt weergegeven, is het echter nodig dit recht te zetten. Ik meen overigens, dat de brief van het MAN-actiecomrté op misverstan den berust. Blijkbaar is het voor bui tenstaanders moeilijk om discussdes in een fractie goed te volgen en goed te onthouden; wellicht ook was de discussie over het Kalkar-project te snel, te springerig en voor buiten staanders teveel gebaseerd op niet duidelijk genoeg geformuleerde infor matie en opvattingen. Ik hoop, dat het MAN-actiecomité van een vol gend bezoek aan de fractie met meer voldoening kan terugkeren. CEES WAAL Lid van de PvdA-fractie in de Leidse raad. Geen brand bij AZL In deze krant van 20 oktober Jl. werd gemeld, dat die ochtend brand was uitgebroken in het fysiologisch laboratorium van het Academisch Ziekenhuis. Helaas bevat dit bericht een aantal onjuistheden, waardoor de indruk kan ontstaan, dat door perso neel van het ziekenhuis niet ade quaat is gereageerd op de brandmel ding. In de eerste plaats is het betref fende laboratorium geen onderdeel van het Academisch Ziekenhuis maar van de Rijksuniversiteit. In de tweede plaats is het niet ge legen op ziekenhuis- maar op uni- vereateitsterrenn, waar geen bewaking vanwege het ziekenhuis plaatsvindt. Ten derde: De Leidse brandweer alarmeerde de bewakingsdienst van het ziekenhuis, toen reeds materieel onderweg was. De betreffende func tionaris is gaan kijken of er inder daad van brand sprake was. Toen zulks het geval bleek te zijn, is ook de brandweer van het ziekenhuis uit gerukt om assistentie te verlenen. De suggestie, dat door een mede werker van het ziekenhuis niet naar behoren werd gehandeld op een bin nengekomen brandmelding, ook al had die betrekking op aangrenzend terrein, is dus niet Juist. N. P. VAN SCHOUWENBURG. Bureau voorlichting UMC. Naar aanleiding van diverse kran tenartikelen betrekking hebbende op het bestuur van de Hengelaarsbond voor Leiden en Omstreken het vol gende: Toen de heer Mark op 20 december 1972 wederom met grote meerderheid van stemmen als voorzitter gekozen werd, dachten wij, het bestuur van de H.V. „Forel", dat wij eindelijk uit de impasse waren. Wie schetst echter onze verbazing toen op 27 december '72 de heer Mark plotseling als voorzitter aftrad, omdat zoals een ieder bekend is, het bestuur van de Bond eindelijk dacht een stok te hebben om de heer Mark mee weg te timmeren. Deze manier van doen komt ons zéér bekend voor, want plm. 2 jaar geleden heeft het bestuur vain de Bond getracht, om over onze ruggen, de heer Mark toen al te wippen als voorzitter na een verschil van mening met één onzer leden. Nadat een en ander tussen ons en de heer Mark was recht gezet, trachtte het toenmalig bestuur als nog gebruik te maken van het ge beurde om de heer Mark „neer te slaan" op de vergadering in novem ber 1972, toen de heer Mark het be stuur links en rechts met feiten en bewijzen om de oren sloeg waarop geen verweer was. Na het aftreden van de heer Mark hebben wij het bestuur- van de Bond schriftelijk medegedeeld, dat wij in zake het lidmaatschap van de Bond een afwachtende houding aan zouden nemen; nooit hebben wij op dit schrijven antwoord gehad. Wel heb ben wij een stencil ontvangen, waar in het bestuur de ontslagbrief van de heer Mark publiceerde en daarin op een zeer demagogische wijze voorgaf dat de Bond springlevend was; en hebben alle leden van de H.V. „Fo rel" diverse bescheiden van de Bond ontvangen waaronder een vergun ning van de Braassem ermeer en Voor de vergadering van 3 mei 1973 ontvingen wij wel een convocaat, maar toen wij de vergadering wilden bijwonen, werden wij voor de deur gehouden. Wij mochten wel naar binnen als wij alsnog de contributie wilden vol doen of een verklaring wilden teke nen, dat wij de verschuldigde contri butie over 1973 zouden voldoen. Een bestuurslid van ons, die boven de 70 Jaar is en drager van de gouden bondsspeld stond het huilen nader dan het lachen. Wel hebben wij ge zien dat een ander lid, die ook geen bondsboekje bij zich had, wel toege laten werd en wij niet, omdat men dacht dat wij op de hand waren van de heer Mark. Het gevolg van deze weigering is dat wij met 21 leden het lidmaatschap van de Bond weigeren zolang de zaken niet recht zijn ge zet. Als wij het uittreden van „De Toe komst" bekijken, dan begrijpen wij niet dat er door de leden nog geen buitengewone algemene ledenverga dering van het bestuur geëist wordt, want daarvoor zijn redenen te over. Zodra de zaken in de Bond weer ge zond zijn en alles weer naar behoren functioneert, zijn wij als bestuur als nog bereid de leden te overreden om weer toe te treden als lid van de Bond, maar niet eerder. Op alle gepubliceerde stukken be trekking hebbende op de Bond is nog steeds geen verweer gekomen van de zijde van het bestuur. „Wie zwijgt bekent schuld". Het wachten is op het initiatief om het bestuur van de Bond een bui tengewone algemene ledenvergade ring af te dwingen over het voort- van de Bond en Federatie. G. LIGTVOET, Voorzitter H.V. „Forel", Lucas van Leijdenstraat 6, Leiden. Tot mijn grote verbazing las ik in het Leidsch Dagblad van 20 oktober jj. een artikel dat geplaatst werd onder de kop „Schoenen worden (door hoge reparatiekosten) weggooi- produkt". In dit artikel worden de uitspraken van een zekere heer Ruud Bresson geplaatst, alsof deze man het inzicht en kennis zou hebben, om zich als spreekbuis van de schoenen- wereld te presenteren. Vanuit mijn gezichtspunt, van mo dern schoenhersteller, meen ik dat hier een tegenartikel op zijn plaats is. De stelling die de heer Bresson plaatst gaat nJ. helemaal niet op. Schoenreparatie wordt de laatste tijd steeds aantrekkelijker omdat de nieuwprijs van de schoenen nog snel ler is gestegen dan de reparatieprij- zen, wat tot gevolg heeft dat de be sparing in guldens per reparatie eerder groter dan kleiner is ge worden. De prijs voor een beetje schoen is ongeveer f. 50,- en meestal hoger, wat voor een gemiddelde Nederlander echt wel een beetje te veel is, om het paar bij de eerste slijtage maar weg te gooien en weer een nieuw paar te kopen. Ik meen zelfs te mogen stellen dat de heer Bresson zich bedient van uit spraken die een verkeerde menings vorming kan veroorzaken bij het grote publiek. Want wat deze schoen fabrikant beweert is geen realiteit, maar een wens, immers elke schoen die gerepareerd wordt, is er weer een minder op de omzetlijst van de fabrikant. Dat de Nederlandse schoenfabrie ken het over het algemeen genomen niet best maken is allang geen ge heim meer. Door de moordende im port en de hier in Nederland nog Helaas is in uw krant van dins dag Jl. in het raadsverslag van de kwestie-ambtswoning op de voorpa gina een fout in de berichtgeving geslopen. Ten onrechte meldt u dat de Gemeentelijke Woningstichting stichting de huiseigenaar is van de ambtswoning en ten gevolge van het raadsbesluit nu een bedrag van f 24.288 zou moeten betalen. Zowel in het rapport van de commissie ad hoc, ls in het raadsstuk 205 is dui delijk te lezen, dat de gemeente huiseigenaar is. De Gemeentelijke Woningstichting voert slechts het beheer, en de rekeningen voor on derhoud e.d. worden direct bij de gemeente ingediend, zodat de ambts woning, evenals bijv. saneringswo ningen, niet in de eigenlijke stich tingsboekhouding en het Jaarverslag voorkomen. Voor het bedrag van f24.288 zal dekking in de gemeente begroting gevonden moeten worden. Voorts heeft u een ingezonden stuk geplaatst van het oud-raads lid P. van 't Zelfde, PSP-er en lid van het Leids Huurderscomité. De ze heer beschuldig ik van demagogie. Hij maakt niet alleen dezelfde ge- dachtefout als de redactie, dat zou nog te vergeven zijn. Nee, hij ver bindt er nog iets anders aan. Hij doet het voorkomen alsof de Ge- geaneentlljke Woningstichting geld zou terugkrijgen en met dat geld (nog geen f 10.000,-) nu eindelijk eens zou kunnen beginnen om de GWS-woningen in het Haag-weg- kwartier op te knappen. Hij weet echter heel goed dat dat bedrag, als het al zou terugvloeien in de GWS-kas, nog niet eens vol doende zou zijn om één woning te renoveren. Verder neem ik het van 't Zelfde hoogst kwalijk dat hij GWS-direc teur Streefland een opmerking ln de sneller stijgende produktiekosten, sluiten steeds meer fabrieken hun deuren. Dat de heren schoenfabri kanten hier een antwoord op probe ren te vinden is begrijpelijk, maar dan niet op de manier zoals de heer Bresson doet, want deze benadeelt de heldere visie van de consument. De oude buurtschoenmaker (in het voorkamertje) is nu wel zo'n beetje verdwenen, dat weet iedereen. Hier voor zijn nu moderne bedrijven, waar de klant in een frisse winkel wortd ontvangen en aan de bar op een goed uitgevoerde reparatie kan wachten. Wat het fabeltje van de z.g. weg- gooischoen betreft, dit geldt hooguit voor een minderwaardig soort pro- dukt, da/t uit plastic en papier be staat (de zogenaamde voetvernieler). De meeste mensen hebben in de af gelopen Jaren wel eens zoiets gepro beerd, maar zijn er wijselijk van te ruggekomen, ervarende dat deze zo genaamde goedkope weggooischoenen in feite veel duurder zijn en tevens voetklachten veroorzaken, variërend van zweetvoeten tot doorzakkende voeten of zelfs erger. Tot slot wil ik hier nog enkele ar gumenten naar voren brengen, waar om de schoenreparatie de laatste tijd: weer populair is. Dat zijn: naast de besparing op de nieuwprijs, het voor komen van vaak pijnlijk inlopen van nieuwe schoenen, voorkomen van lik doorns en andere voetafwijkingen, die ontstaan door te lang lopen op scheve haJkken enz. Tevens heeft de schoenhersteller nog een sociaal beroep: immers elke gerepareerde schoen hoeft niet meer geïmporteerd te worden, waardoor we zelfs nog een klein beetje meehelpen om de handelsbalans gunstig te hou den. Als laatste het argument dat de schoenhersteller er mede toe bij draagt dat er op deze wereld minder dieren worden geslacht, om him huid tot overleder te kunnen looien. J. VOSKUIL. Haarlemmerstraat 283, Leiden. mond heeft gelegd, die hij nooit ge maakt kan hebben, deze heeft in de raad immers geen spreekrecht? De GWS-directeur heeft geantwoord op vragen van de commissie ad hoe; be doelt van 't Zelfde soms dat hij daar geen eerlijk antwoord had moeten geven, of had dat antwoord uit de stukken geschrapt moeten worden? Hoewel ik het op zich zelf niet be langrijk vind wil ik nu ik toch schrijf wel even verklaren waarom ik tegen het vierde punt van het voorstel heb gestemd; dat was omdat ik vond dat de commissie-ad hoe ook daar over een uitspraak had moeten doen, en dat niet aan een aantal be trokkenen zou moeten overlaten. Mevr. C. A. KEERLTNG- SIMONS, Apollolaan 424, Lelden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 17