loskou en de UAC: wapen
egen lastige schrijvers
SCHOENEN ZIJN GEEN
„WEGGOOIPRODUCT"
)ok de Leidse PvdA
tegen 'Kalkar'
Door C. J. Rotteveel
ZERS SCHRIJVEN
Hengelaarsbond moet
eerst gezond worden
Fout en demagogie
lERDAG 25 OKTOBER 1973
tas voor Westerse schrijvers
pvers allang een bron van
!t dat in de Sowjet-Unie gro
llen boeken in het Russisch
vertaald zonder dat zij daar-
maar één cent auteursrecht
n. Dat kwam in feite neer
aal van geestelijke eigendom,
belletrie als wetenschappelijk
naar Moskou placht zich te
[huldigen met de bewering,
niet in staat was de kosten
oen. In die onbevredigende
is verandering gekomen,
ijet-Rusland enige maanden
is toegetreden tot de Und-
Auteursrecht Conventie
een van de internationale
en ter bescherming van de
die verbonden zijn aan het
n van letterkundige, muzi-
andere artistieke werken.
UAC dateert van 1952 en
»t stand op initiatief van de
inisatie "Unesco" als een
om vooral ook de ontwikke
lden in de sfeer van het
recht te betrekken. Voor die
elingslanden was de oudere
Conventie (van 1886), on
latere herzieningen en aan-
protocollen, een te zware
int voor die landen bestond
ens het goeddeels ontbreken
en produktie, alleen maar
itingsverkeer". En dat was
duur financieel niet op te
Jammer is, dat ook de
n Genève er tot nu toe niet
agd is de afzijdigheid van
en China te doorbreken.
Sowjet-Unie, tot voor kort
afzijdig, heeft nu dan
r isolement laten varen,
is sommigen in deze geest
»n wij een brief van de heer
M. A. Knul te Leiden zou
mlin onder druk van het
tot aansluiting zijn overge-
ondertekening zou een van
waarden zijn geweest voor
ligen van geregelde handels-
ngen tussen Amerika en de
Unie. Het Kremlin zou zo
igelijk weerstand hebben ge-
de druk, die te dezer za-
uar werd uitgeoefend, maar
bij het bezoek van presi-
ixon aan Moskou zijn ge-
Anderen zijn echter van mening,
dat het de Sowjet-Unie begonnen is
om de uitschakeling van dissidente
schrijvers. Tot hen behoort prof. mr.
Cohen Jehorami hoogleraar au
teursrecht en industriële eigendom
aan de universiteit van Amsterdam,
die hierover publiceerde in het Ned.
Juristenblad en NRC/Handelsblad.
Het zat de Kremlin-leiders hoog, dat
er in de vrije wereld boeken van
Russische schrijvers op de markt
komen, die wegens hun inhoud
in de Sowjet-Unie zelf niet mogen
verschenen. Dat begon al met Pas-
rika, waar slechts vijf procent van
de bevolking in de agrarische sector
werkzaam is. Maar aan de stroom
van boeken, afkomstig van rebelse
auteurs, kon het Kremlin wel wat
doen, hetgeen dan tot aansluiting bij
de Universele Auteursrecht Conventie
zou hebben geleid. In elk geval is 't
Kremlin nu in staat die lastige
schrijvers te verbieden hun werk-
naar het buitenland te laten smok
kelen en dan buiten de grenzen van
de Sowjet-Unie te publiceren. Het lid
maatschap van de UAC al of niet
uit eigen initiatief tot stand geko-
ternaks Dr. ZJiwago en sindsdien
heeft een reeks van onthullende ge
schriften letterlijk "een boekje open
gedaan" over het leven in de Sow-
J et-Unie.
En dat "boekje" zeg maar
liever: een hele bibliotheek heeft
vanzelfsprekend invloed gehad op de
mening van de bevolking in Wester
se landen. De officiële propaganda,
voor het Sowjetrussische "paradijs",
is daardoor in sterke mate ont
kracht. De onthullingen over het op
sluiten van de dissidente schrijvers,
in klinieken en gestichten of hun
verbanning naar concentratiekampen
heeft de ware aard van de commu
nistische dictatuur in een scherp
licht gesteld. Was de berichtgeving
over het grote graangebrek in een
land, dat eens de graanschuur van
Europa was, al bijzonder pijnlijk
voor de aanmatigende reclame van
uit de Sowjet-Unie, de boeken van
door de censuur getroffen schrijvers,
bewezen daarenboven, dat er niet
alleen economisch het een en ander
schortte, maar ook op het terrein
van de culturele vrijheid.
Aan die economische debacle kon
Kremlin-propaganda weinig verhel
pen: de graanleveranties bewezen
immers Hat een land, waar de helft
van de bevolking in de landbouw
werkzaam is, het niet stellen kon zon
der de hulp van een land als Ame
men opent voor Sowjet-Rusland
de weg zijn censuur ook tot 't bui
tenland uit te strekken.
Prof. Cohen verwacht, dat de Sow
jetrussische burger verplicht zal
worden internationale contracten in
zake auteursrecht slechts af te slui
ten via een staatsbureau, dit in het
kader van het staatsmonopolie op de
buitenlandse handel. Op schending,
van dit laatste staat een straf van
drie tot tien jaar. "De meeste
auteurs zullen dit risico niet willen
lopen en zodoende al afzien van het
sluiten van contracten. Toch moet
met de mogelijkheid rekening wor
den gehouden dat enkele dissidente
schrijvers de wet zullen trotseren en
toch contracten zullen afsluiten bui
gen het staatsbureau om. Ook in het
recente verleden hebben Russische
schrijvers bijna onbegrijpelijke staal
tjes van moed en onafhankelijkheid
te zien gegeven. Men denke slechts
aan de gevangenen Amalrik, Sin-
Jawski, Daniel en Jakir".
De opstandige schrijvers riskeren
dus heel wat als zij het staatsbureau
aan hun laars lappen. Toch beschik
ken zij mogelijk nog over middelen
om de bestaande toestand voort te
zetten. Zo'n Russische schrijver kan
namelijk, aldus prof. Cohen, afstand
doen van zijn auteursrecht bijv. in
een voorwoord waartegenover de
Westerse uitgever dan de plicht
heeft het verschuldigde honorarium,
in afwachting van betere tijden voor
hem opzij te zetten. Dat betekent
overigens nog niet, dat het Sowjet
russische staatsbureau daardoor zijn
greep op de onwillige verliest. De
Sowjetrussische overheid kan de
auteur namelijk via processen dwin
gen zijn werken in het Westen uit de
handel nemen.
Mocht een Russische auteur, aldus
prof. Cohen, niet de weg kiezen van
afstand van auteursrecht en mocht
hij bovendien niet bezwijken voor de
druk zijn werken in het Westen via
processen uit de handel te nemen,
dan heeft de Russische overheid nog
enkele andere middelen, waarop men
wel verdacht moet zijn. Eén middel
is: de weerspannige auteur in een
gesticht plaatsen, zoals bijv. met
Grigorenko is gebeurd, en dan een
curator benoemen die het auteurs
recht in het Westen zal dienen te
handhaven. Een dergelijke curatele
zal hier te lande door de rechter, als
strijdig met de openbare orde, niet
erkend behoeven te worden.
Verder kan het Kremlin overgaan
tot nationalisering van auteursrecht,
zodat de Sowjetrussische staat zelf
kan procederen. Hieruit blijkt, dat
de schrijver maar weinig mogelijk
heden heeft. Hij schrijft een boek,
dat bij de communistische leiding
niet in de smaak valt, ontvangt
geen cent en loopt voorts het zeer
grote risico voor vele Jaren in een
van de vele honderden strafkampen
te worden opgesloten, waarmee het
Kremlin nog altijd elke poging tot
opstandigheid krachtdadig onder
drukt. Dat zijn dezelfde kampen,
waarin ten tijde van Stalin tussen de
tien en twintig miljoen slachtoffers
werden vastgehouden. In die kampen,
aldus prof. P. Reddaway. die Russi
sche geschiedenis en politiek doceert
aan de economische faculteit van de
universiteit van Londen, worden de
ongelukkigen op de rand van ver
hongering, ziekte en waanzin vast
gehouden. Ondanks zware lichamelij
ke dwangarbeid ontvangen zij niet
meer dan 1300 calorieën per dag.
Aan deze methode is nog niet zo
lang geleden de schrijver Joeri Ga-
lanskow (33 Jaar oud) overleden.
Behalve die strafkampen zijn er
dan de afschuwelijke psychiatrische
klinieken, waar de opstandigen
worden behandeld met inspuitingen
die hun geest op fatale wijze beïn
vloeden en hevige pijnen, koorts en
geesteszwakte veroorzaken. Een
schrijver als Pjotr Jakir heeft onder
invloed van een dergelijke "opvoe
dingsmethode" tenslotte zijn oude
vrienden van de "Samizdat" (onder
grondse pers) moeten verloochenen.
Een rebel zal in de Sowjet-Unie
dus wel over enorme geestkracht
dienen te beschikken om een derge
lijk regime te durven weerstaan.
Wil nu een Russische auteur, die
"niet in de pas loopt" met de opvat
tingen van het Kremlin, toch uiting
geven aan wat er in hem leeft, dan
is de enige mogelijkheid, dat hij
anoniem blijft. En ook dat is aller
minst ongevaarlijk, want zijn stijl
kan hem verraden en hem alsnog in
kamp of kliniek brengen. Hoe dit
zij: door het lidmaatschap van de
Universele Auteursrecht Conventie
heeft de Sowjet-Unie een scherp
wapen in handen gekregen tegen de
literatuur, die de leiders onwelgeval
lig is. Sterker nog: zij bereikt hier
door, dat zij invloed kan oefenen op
de publikatiemogelijkheden in het
Westen en men zou dus zoals "Het
Parool" deed kunnen spreken
van "export van censuur".
Officieel zijn recente ontmoetin
gen tussen president Nixon en par
tijleider Brezjnew omschreven als
"het einde van de koude oorlog". Die
koude oorlog gaat echter van de
zijde van het Kremlin onvermin
derd voort. Ondanks alle economi
sche contracten tussen Westelijke
ondernemingen en staatsbureaus in
de Sowjet-Unie blijven de commu
nistische leiders, doodsbenauwd voor
alles dat hun dictatoriale positie kan
ondermijnen, met alle denkbare
middelen elke vorm van "oppositie"
onderdrukken. Het regime-BrezJnew
betekent in dat opzicht een duide
lijke achteruitgang ten opzichte van
de periode - Chroesj tsj ow. De bekende
Russische kerngeleerde prof. Sacha-
Boris Pasternak 1890-1960
row verklaarde zelfs, dat de situatie
verergerd is sinds Nixons bezoek aan
Moskou in het vorig Jaar.
De "Washington Post" schreef in
een hoofdartikel, dat vele deskundi
gen de mening zijn toegedaan, dat
de Sowjet-Unie, hoe soepeler zij in
haar politieke en economische be
trekkingen met het Westen naar
voren lijkt te treden, de culturele
schroeven binnenslands harder aan
draait. Dat blijkt niet alleen uit de
onderdrukkende maatregelen tegen
rebelse auteurs, maar ook uit Mos
kous weigering de culturele uitwis
seling met Amerika te verbeteren.
De kelders van de Amerikaanse am
bassade in Moskou, aldus de "Was
hington Post", liggen vol met exem
plaren van het populaire magazine
"Amerika" (met inlichtingen over het
leven in de Verenigde Staten), een
blad dat niet verspreid mag worden.
Amerikaans uitzendingen worden
nog steeds gestoord en dat gebeurde
zelfs, toen Brezjnew in Washington
toostte op de nieuwe overeenkomst
over "contacten, uitwisseling en sa
menwerking"
Opnemen van brieven ln
deze rubriek behoeft niet te
betekenen dat de redactie
het met de inhoud eens is.
De redactie behoudt zich
daarenboven het recht voor
om bijdragen te weigeren dan
wel in te korten.
lactie van dit dagblad be-
het recht voor om inge-
ukken in te korten. Van dit
!t de redactie gebruik ge-
de brief van de Milieu Ak-
Nederland (MAN) in de
maandag J.l. De volledige
vel in de Nieuwe Leidsche
afgedrukt; bij vergelijking
zien dat de aardigste pas-
dit dagblad zijn weggelaten,
bleef was in hoofdzaak een
.ten, gerukt uit de fractie-
g van de PvdA over de
met 3% van de elektrici
en om de ontwikkeling van
natrium gekoelde snelle
ctor te financieren (het
•Ject"). Alle citaten werden
toegeschreven. Ik geloof niet
vaak geciteerd ben. Ik
larover verheugen, ware het
ik nog nooit zo slecht, zo
eurig en zo ten onrechte ge-
ïn. De aangehaalde woor-
n uit hun verband
slechts een deel van mijn
{en of niet door mij uit-
(bijv. de mening dat ac-
i "een aantasting vormen
elementaire democratie". Ik
iegroepen Juist een noodza-
ivulling op de parlemen-
locratie. Mijn fractiegenoten
Ier precies zo over),
het nodig dit misverstand
i misverstanden weg te ne-
te voorkomen dat ook mijn
lit ingekort zal ik het zo kort
doen.
wetsvoorstel over de ont-
l van het Kalkar-project is
t kabinet-Biesheuvel inge-
verdedigd. De PvdA-fractie
*eede Kamer stemde tegen
foorstel. Ook de PvdA in de
ffieenteraad is tegen de wet
Dook in de raad voorstellen
de Tweede Kamer te vra-
ft weer in te trekken. Er is
^verschil van mening tussen
t)ke n de Leidse PvdA.
MAN-actiecomité vindt
dat in de PvdA-fractie
roken erd over de gevaren
Kalkar-project. Denkt het
werkelijk dat de PvdA-
gevaren niet onderkent?
*0 van die gevaren was Juist
^spunt in de discussies
f PvdA-fractie, zoals het be-
die gevaren ook het uit-
de brief van het MAN-
is. De brief van het ac-
Baat niet over de bezwaren
Kalkar-project; ik kan me
n dat iemand daaruit
actiecomité de gevaren
niet ziet.
MAN-actiecomité zegt te-
hun bezwaren onder-
opmerking in de fractie-
ik in het algemeen voor
de energietarieven ben,
acht het actiecomité daarmee in te
genspraak.
Ik ben van mening dat de huidige
tarievenopbouw, mm. die voor de
elektriciteit, onjuist is. Nu is het zo,
dat de elektriciteit naar verhouding
goedkoper wordt naarmate men meer
gebruikt. Dit bevordert een groter
energieverbruik en remt verspilling
zeker niet af. (Juist de vraag naar
meer energie leidt tot zaken als het
Kalkar-project.
Ik vind, dat we overmatig energie
verbruik moeten voorkomen en ver
spilling van energie moeten tegen
gaan. (Bijv. door betere isolatie van
woningen.) Wanneer iemand meer
energie wil verbruiken dan nodig is
om in normale behoeften te voorzien,
acht ik het redelijk dat daarvoor ook
naar verhouding meer betaald wordt.
De hogere opbrengsten worden ge
bruikt om de kosten (waaronder die
voor milieumaatregelen) voor de
energievoorziening in de toekomst te
dekken. Aan een ingrijpende veran
dering in de tarievenopbouw zit uiter
aard nog wel het een en ander vast.
(Bijv. de vraag of hogere tarieven
worden doorberekend in de prijzen
van de produkten.) De gedachte is
echter niet absurd en zeker niet in
strijd, maar veeleer het verlengde van
de bezwaren tegen het Kalkar-pro
ject.
4. De vraag waarvoor de Leidse
raad staat is niet: moeten we de ta
rievenopbouw veranderen? (daarom
is over dat punt in de fractie verder
niet gediscussieerd en is er niets over
besloten). Maar de vraag: moet de
Leidse raad ermee akkoord gaan dat
de 1,3 miljoen gulden die het rijk door
Leiden laat betalen voor het Kalkar
project, wordt doorberekend in de
elektricitedtstarieven? In dit verband
heeft de fractie zich afgevraagd, wat
de gevolgen zouden zijn van het niet
doorberekenen. Betekent dat, dat
voor 1,3 miljoen gulden op onderwijs
en andere voorzieningen moet wor
den bezuinigd? Het MAN-comité be
grijpt blijkbaar niet goed dat de frac
tie zich daarover druk maakt. Ik
meen dat het voor een serieuze poli
tieke groepering onverantwoord zou
zijn dit aspect buiten beschouwing te
laten.
5. In de discussies in de fractie is
even aangestipt, dat het actiecomité
wat laat met haar actie is; het was
wenselijker geweest als reeds bij de
behandeling in de Tweede Kamer de
actie gevoerd was. Ten onrechte vat
het MAN-comité deze opmerking als
een verwijt op. Als er een verwijt te
maken is ,dan is dat aan het be
stuurssysteem dat burgers en groe
pen veel te laat bij de voorbereiding
van beslissingen betrekt. In Leiden
wordt ernaar gestreefd, een nieuw
bestuurssysteem in te voeren, waarbij
zoveel mogelijk en reeds in een vroeg
stadium, burgers bij het gemeentelijk
e
beleid worden betrokken. (Deze krant
rapporteert hierover geregeld.)
In deze gedachte past het ook, dat
de Leidse PAK-fractie (overigens als
enige fractie) in het openbaar verga
dert en ter vergadering discussieert
met aanwezige geïnteresseerden, dde
in de kranten vrijelijk verslag van
hun bevindingen kunnen doen. In
dien in een verslag watg ezegd is al
te foutief wordt weergegeven, is het
echter nodig dit recht te zetten.
Ik meen overigens, dat de brief van
het MAN-actiecomrté op misverstan
den berust. Blijkbaar is het voor bui
tenstaanders moeilijk om discussdes
in een fractie goed te volgen en goed
te onthouden; wellicht ook was de
discussie over het Kalkar-project te
snel, te springerig en voor buiten
staanders teveel gebaseerd op niet
duidelijk genoeg geformuleerde infor
matie en opvattingen. Ik hoop, dat
het MAN-actiecomité van een vol
gend bezoek aan de fractie met meer
voldoening kan terugkeren.
CEES WAAL
Lid van de PvdA-fractie
in de Leidse raad.
Geen brand
bij AZL
In deze krant van 20 oktober Jl.
werd gemeld, dat die ochtend brand
was uitgebroken in het fysiologisch
laboratorium van het Academisch
Ziekenhuis. Helaas bevat dit bericht
een aantal onjuistheden, waardoor de
indruk kan ontstaan, dat door perso
neel van het ziekenhuis niet ade
quaat is gereageerd op de brandmel
ding.
In de eerste plaats is het betref
fende laboratorium geen onderdeel
van het Academisch Ziekenhuis
maar van de Rijksuniversiteit.
In de tweede plaats is het niet ge
legen op ziekenhuis- maar op uni-
vereateitsterrenn, waar geen bewaking
vanwege het ziekenhuis plaatsvindt.
Ten derde: De Leidse brandweer
alarmeerde de bewakingsdienst van
het ziekenhuis, toen reeds materieel
onderweg was. De betreffende func
tionaris is gaan kijken of er inder
daad van brand sprake was. Toen
zulks het geval bleek te zijn, is ook
de brandweer van het ziekenhuis uit
gerukt om assistentie te verlenen.
De suggestie, dat door een mede
werker van het ziekenhuis niet naar
behoren werd gehandeld op een bin
nengekomen brandmelding, ook al
had die betrekking op aangrenzend
terrein, is dus niet Juist.
N. P. VAN SCHOUWENBURG.
Bureau voorlichting UMC.
Naar aanleiding van diverse kran
tenartikelen betrekking hebbende op
het bestuur van de Hengelaarsbond
voor Leiden en Omstreken het vol
gende:
Toen de heer Mark op 20 december
1972 wederom met grote meerderheid
van stemmen als voorzitter gekozen
werd, dachten wij, het bestuur van de
H.V. „Forel", dat wij eindelijk uit de
impasse waren.
Wie schetst echter onze verbazing
toen op 27 december '72 de heer
Mark plotseling als voorzitter aftrad,
omdat zoals een ieder bekend is, het
bestuur van de Bond eindelijk dacht
een stok te hebben om de heer Mark
mee weg te timmeren. Deze manier
van doen komt ons zéér bekend voor,
want plm. 2 jaar geleden heeft het
bestuur vain de Bond getracht, om
over onze ruggen, de heer Mark toen
al te wippen als voorzitter na een
verschil van mening met één onzer
leden.
Nadat een en ander tussen ons en
de heer Mark was recht gezet,
trachtte het toenmalig bestuur als
nog gebruik te maken van het ge
beurde om de heer Mark „neer te
slaan" op de vergadering in novem
ber 1972, toen de heer Mark het be
stuur links en rechts met feiten en
bewijzen om de oren sloeg waarop
geen verweer was.
Na het aftreden van de heer Mark
hebben wij het bestuur- van de Bond
schriftelijk medegedeeld, dat wij in
zake het lidmaatschap van de Bond
een afwachtende houding aan zouden
nemen; nooit hebben wij op dit
schrijven antwoord gehad. Wel heb
ben wij een stencil ontvangen, waar
in het bestuur de ontslagbrief van de
heer Mark publiceerde en daarin op
een zeer demagogische wijze voorgaf
dat de Bond springlevend was; en
hebben alle leden van de H.V. „Fo
rel" diverse bescheiden van de Bond
ontvangen waaronder een vergun
ning van de Braassem ermeer en
Voor de vergadering van 3 mei 1973
ontvingen wij wel een convocaat,
maar toen wij de vergadering wilden
bijwonen, werden wij voor de deur
gehouden.
Wij mochten wel naar binnen als
wij alsnog de contributie wilden vol
doen of een verklaring wilden teke
nen, dat wij de verschuldigde contri
butie over 1973 zouden voldoen. Een
bestuurslid van ons, die boven de 70
Jaar is en drager van de gouden
bondsspeld stond het huilen nader
dan het lachen. Wel hebben wij ge
zien dat een ander lid, die ook geen
bondsboekje bij zich had, wel toege
laten werd en wij niet, omdat men
dacht dat wij op de hand waren van
de heer Mark. Het gevolg van deze
weigering is dat wij met 21 leden het
lidmaatschap van de Bond weigeren
zolang de zaken niet recht zijn ge
zet.
Als wij het uittreden van „De Toe
komst" bekijken, dan begrijpen wij
niet dat er door de leden nog geen
buitengewone algemene ledenverga
dering van het bestuur geëist wordt,
want daarvoor zijn redenen te over.
Zodra de zaken in de Bond weer ge
zond zijn en alles weer naar behoren
functioneert, zijn wij als bestuur als
nog bereid de leden te overreden om
weer toe te treden als lid van de
Bond, maar niet eerder.
Op alle gepubliceerde stukken be
trekking hebbende op de Bond is nog
steeds geen verweer gekomen van de
zijde van het bestuur. „Wie zwijgt
bekent schuld".
Het wachten is op het initiatief
om het bestuur van de Bond een bui
tengewone algemene ledenvergade
ring af te dwingen over het voort-
van de Bond en Federatie.
G. LIGTVOET,
Voorzitter H.V. „Forel",
Lucas van Leijdenstraat 6,
Leiden.
Tot mijn grote verbazing las ik in
het Leidsch Dagblad van 20 oktober
jj. een artikel dat geplaatst werd
onder de kop „Schoenen worden
(door hoge reparatiekosten) weggooi-
produkt". In dit artikel worden de
uitspraken van een zekere heer Ruud
Bresson geplaatst, alsof deze man het
inzicht en kennis zou hebben, om
zich als spreekbuis van de schoenen-
wereld te presenteren.
Vanuit mijn gezichtspunt, van mo
dern schoenhersteller, meen ik dat
hier een tegenartikel op zijn plaats
is. De stelling die de heer Bresson
plaatst gaat nJ. helemaal niet op.
Schoenreparatie wordt de laatste
tijd steeds aantrekkelijker omdat de
nieuwprijs van de schoenen nog snel
ler is gestegen dan de reparatieprij-
zen, wat tot gevolg heeft dat de be
sparing in guldens per reparatie
eerder groter dan kleiner is ge
worden.
De prijs voor een beetje schoen is
ongeveer f. 50,- en meestal hoger, wat
voor een gemiddelde Nederlander
echt wel een beetje te veel is, om het
paar bij de eerste slijtage maar weg
te gooien en weer een nieuw paar te
kopen.
Ik meen zelfs te mogen stellen dat
de heer Bresson zich bedient van uit
spraken die een verkeerde menings
vorming kan veroorzaken bij het
grote publiek. Want wat deze schoen
fabrikant beweert is geen realiteit,
maar een wens, immers elke schoen
die gerepareerd wordt, is er weer
een minder op de omzetlijst van de
fabrikant.
Dat de Nederlandse schoenfabrie
ken het over het algemeen genomen
niet best maken is allang geen ge
heim meer. Door de moordende im
port en de hier in Nederland nog
Helaas is in uw krant van dins
dag Jl. in het raadsverslag van de
kwestie-ambtswoning op de voorpa
gina een fout in de berichtgeving
geslopen. Ten onrechte meldt u dat
de Gemeentelijke Woningstichting
stichting de huiseigenaar is van de
ambtswoning en ten gevolge van het
raadsbesluit nu een bedrag van
f 24.288 zou moeten betalen. Zowel
in het rapport van de commissie ad
hoc, ls in het raadsstuk 205 is dui
delijk te lezen, dat de gemeente
huiseigenaar is. De Gemeentelijke
Woningstichting voert slechts het
beheer, en de rekeningen voor on
derhoud e.d. worden direct bij de
gemeente ingediend, zodat de ambts
woning, evenals bijv. saneringswo
ningen, niet in de eigenlijke stich
tingsboekhouding en het Jaarverslag
voorkomen. Voor het bedrag van
f24.288 zal dekking in de gemeente
begroting gevonden moeten worden.
Voorts heeft u een ingezonden
stuk geplaatst van het oud-raads
lid P. van 't Zelfde, PSP-er en lid
van het Leids Huurderscomité. De
ze heer beschuldig ik van demagogie.
Hij maakt niet alleen dezelfde ge-
dachtefout als de redactie, dat zou
nog te vergeven zijn. Nee, hij ver
bindt er nog iets anders aan. Hij
doet het voorkomen alsof de Ge-
geaneentlljke Woningstichting geld
zou terugkrijgen en met dat geld
(nog geen f 10.000,-) nu eindelijk
eens zou kunnen beginnen om de
GWS-woningen in het Haag-weg-
kwartier op te knappen.
Hij weet echter heel goed dat dat
bedrag, als het al zou terugvloeien
in de GWS-kas, nog niet eens vol
doende zou zijn om één woning te
renoveren.
Verder neem ik het van 't Zelfde
hoogst kwalijk dat hij GWS-direc
teur Streefland een opmerking ln de
sneller stijgende produktiekosten,
sluiten steeds meer fabrieken hun
deuren. Dat de heren schoenfabri
kanten hier een antwoord op probe
ren te vinden is begrijpelijk, maar
dan niet op de manier zoals de heer
Bresson doet, want deze benadeelt
de heldere visie van de consument.
De oude buurtschoenmaker (in het
voorkamertje) is nu wel zo'n beetje
verdwenen, dat weet iedereen. Hier
voor zijn nu moderne bedrijven,
waar de klant in een frisse winkel
wortd ontvangen en aan de bar op
een goed uitgevoerde reparatie kan
wachten.
Wat het fabeltje van de z.g. weg-
gooischoen betreft, dit geldt hooguit
voor een minderwaardig soort pro-
dukt, da/t uit plastic en papier be
staat (de zogenaamde voetvernieler).
De meeste mensen hebben in de af
gelopen Jaren wel eens zoiets gepro
beerd, maar zijn er wijselijk van te
ruggekomen, ervarende dat deze zo
genaamde goedkope weggooischoenen
in feite veel duurder zijn en tevens
voetklachten veroorzaken, variërend
van zweetvoeten tot doorzakkende
voeten of zelfs erger.
Tot slot wil ik hier nog enkele ar
gumenten naar voren brengen, waar
om de schoenreparatie de laatste tijd:
weer populair is. Dat zijn: naast de
besparing op de nieuwprijs, het voor
komen van vaak pijnlijk inlopen van
nieuwe schoenen, voorkomen van lik
doorns en andere voetafwijkingen,
die ontstaan door te lang lopen op
scheve haJkken enz.
Tevens heeft de schoenhersteller
nog een sociaal beroep: immers elke
gerepareerde schoen hoeft niet meer
geïmporteerd te worden, waardoor we
zelfs nog een klein beetje meehelpen
om de handelsbalans gunstig te hou
den.
Als laatste het argument dat de
schoenhersteller er mede toe bij
draagt dat er op deze wereld minder
dieren worden geslacht, om him huid
tot overleder te kunnen looien.
J. VOSKUIL.
Haarlemmerstraat 283,
Leiden.
mond heeft gelegd, die hij nooit ge
maakt kan hebben, deze heeft in de
raad immers geen spreekrecht? De
GWS-directeur heeft geantwoord op
vragen van de commissie ad hoe; be
doelt van 't Zelfde soms dat hij daar
geen eerlijk antwoord had moeten
geven, of had dat antwoord uit de
stukken geschrapt moeten worden?
Hoewel ik het op zich zelf niet be
langrijk vind wil ik nu ik toch schrijf
wel even verklaren waarom ik tegen
het vierde punt van het voorstel
heb gestemd; dat was omdat ik vond
dat de commissie-ad hoe ook daar
over een uitspraak had moeten
doen, en dat niet aan een aantal be
trokkenen zou moeten overlaten.
Mevr. C. A. KEERLTNG-
SIMONS,
Apollolaan 424,
Lelden.