De krijgsgevangenen hebben zichzelf „gehersenspoeld" ftpAG 22 SEPTEMBER 1973 maanden geleden zijn er Amerikaanse krijgsgevange- thuisgekomen uit Vietnam. iren er bij die gevangen ge- ,n waren in de begindagen de Amerikaanse bemoeienis Vietnam; zij hadden acht gevangenschap achter de Zij zijn teruggekomen in een dat hen als helden verwel- heeft, maar waar de wer- e stemming radicaal veran- is in de tijd van hun afwe id. n is geen glorieuze Amer'- kruistocht gebleven; het is aierig woord geworden. Bewe- 0 zoals Dolle Mina hebben de htenwereld van de vrouwen ie gevangenen gewijzigd en de Inkelijke kleutertjes die som- gevangenen achtergelaten si, zijn in de tussentijd opge- 1 'tot langharige tieners met anti-oorlog denkbeelden. Er ►fel wat aan te passen. hun terugkeer is een aantal getrouwde mannen gaan jen. Sommige vrijgezellen zijn affd met meisjes die zij pas na wugkeer hebben leren kennen. iENi in 'n paar die onder psychia- behandeling zijn en twee p er zelfmoord gepleegd, aerendeel schijnt geweldig van vrijheid te genieten. Een ty- voorbeeld daarvan is de 31- luitenant Charles Zu- die het er een beetje van in het (riante) huis van zijn op Long Island bij New Hij heeft er vijf jaar en acht den in Noordvietnamese ge- akampen opzitten, is een en keer mishandeld en vaak in rots gekwetst en is er naar veert met meer veerkracht (vertrouwen uitgekomen dan eger had. hebben meer leren incasseren t gemiddelde burger", zegt hl) jAls je de soort sfeer hebt P je als de deur onverwachts jat, niet weet of je gemarteld paar maanden cellulair op gaat worden of dat het jen alleen een inspectie of ■rgissing is als je dat hebt maakt, ben je tegen gewone igse spanningen vrij goed op- ien. Wat ons innerlijk betreft, dj een groep bijzonder ster- noen." tanen die verwacht hadden i terugkerende gevangenen uit Vietnam er net zo verzwakt aden zien als de ex-Korea-ge- waren stomverbaasd over jemene goede gezondheid en krijgshaftige houding. Later dat mishandelingen alleen in itijd voorgekomen waren; de drie Jaar waren vervelend en wel als vernederend er- maar er was genoeg te eten edelijk mogelijkheden van li- iijke en geestelijke activiteit, jen oorlogsmoe land waar betekenis van die oorlog In- ..«■5 anders is gaan bekijken, erscl10(1 dat door het Watergate- iaal verscheurd wordt, waren Waringen die de krijgsgevan- ^v, bij hun terugkeer op Ameri- }ynJ1bodem aflegden, zonder gênant. Zij vroegen Gods ze ioor Amerika dankten hun Amerikanen voor standvastige aan de strijd tegen het Com- we€Tse en spraken diepe dank uit lun opperbevelhebber in het Huis dat hij hen zo eervol Bina huis had weten te halen. Een van de luchtmacht belde t Nixon op om hem mede collega's te verzekeren: „U y onze steun rekenen zo lang zen Zuhoski vertelt: „Wij zijn ig mannen dat graag vliegt." dden allemaal een middelbare gevolgd of meer nog, zij wa- flemaal politiek behoudend, a een strenge militaire trai- jekregen om zich in moeilijke adigheden in leven te houden Men meer belangstelling voor kns om allerlei opwindende vliegtuigen te vliegen dan k politieke achtergronden van Het is allenuttA Vietnam worden geen Ameri- jj kaanse soldatenschoenen ge- S ■poetst en in die VS ontwakèn de I als hélden ingehaalde ex-krijgs8 gevangenen langzaam maar ze- 0 ker uit hun roes. gesproken bevelen en prompte ge hoorzaamheid. „Van alle mannen met wie ik te maken heb gehad was het gedrag goed," vertelt Zuhoski. „Zij volgden bevelen van hun superieuren op. De bevelen waren goed. Het was een groep mannen van goed gedrag, in verzet tegen de vijand." Geen van hen maakte er een me de-gevangene een verwijt van als hij onder mishandeling een anti oorlogsverklaring afgelegd of onder tekend had. Dat was de meeste mannen overkomen die in de Jaren zestig gevangen genomen waren en hun afgedwongen verklaringen schijnen onbelangrijk geweest te zijn, meer „bekentenissen" van oor logsmisdaden en verzoeken om am nestie dan onthullingen van militai- er gegevens. Tot de herfst van 1969 was de mishandeling dikwijls heel wreed: gevangenen werden met ket tingen vastgelegd in afschuwelijke houdingen, ze werden geslagen met rubberslangen, zij werden in voet boeien alleen in een cel gezet. Later werden de omstandigheden in de kampen beter en mishandelingen kwamen niet meer voor. Wat een diepe kloof onder de ge vangenen veroorzaakte was dat "er -nkelen, waarschijnlijk niet meer dan een stuk of twaalf, vrijwillig anti-oorlogsverklaringen aflegden en voor de radio spraken, waarvan de Noordvietnamezen in hun propa ganda gebruik maakten; deze ge vangenen, die in Noordvietnamese ogen tot inkeer waren gekomen, werden na hun verklaringen beter behandeld. In de ogen van de meerderheid van de Amerikaanse gevangenen zijn en olijven het „collaborateurs"; meestal waren het gewone soldaten en ma riniers die in het zuiden al een al- lerafschuwelijkste gevangenschap meegemaakt hadden voordat zij naar het noorden getransporteerd waren. Zij werden gehaat en vol strekt genegeerd door de gevange nen met officiersrangen die niet konden bevatten dat deze mannen (die zij het Rode Vredescomité noemden) misschien wel oprecht walgden van de oorlog. Een van hen, Robert Chenoweth, probeert thuis in Portland, in de staat Oregon, duidelijk te maken wat hem bewoog. „Toen ik naar Vietnam ging, was ik net 19. Ik heb geen oproep voor dienstplicht afge wacht, ik ben als vrijwilliger ge gaan; ik ging als soldaat in dienst en werd al gauw sergeant. In het begin had ik helemaal geen politie- k opvattingen omtrent de oorlog. Ik aanvaardde het gewoon als iets wat wij doen moesten. Dat was in de grond van de zaak de kijk van de gewone soldaat op Vietnam. Maar toen ik zag wat wij er eigen lijk deden, ben ik mij dingen gaan afvragen. De houding van het leger gaf je meer het idee dat wij die mensen overwonnen hadden dan dat wij ze probeerden te bevrijden. Het was dezelfde soort discriminatie die wij in ons land tegenover ne gers vertonen. Er werd ons gezegd dat we ze moesten helpen; maar tegelijk werd er ons gezegd dat we ze niet moesten vertrouwen." Eervol Chenoweth is onlangs eervol uit- het leger ontslagen. Zijn vijf Jaar Viet namese gevangenschap is begonnen in februari 1968, toen de helikopter waar hij in zat, neergeschoten werd. De omstandigheden in de kampen waren soms bijzonder slecht, vertelt hij, maar ,4k ben nooit mishandeld en ik kende nie mand die dat wel was." Het ver schil schijnt te danken geweest te re wiskunde en vreemde talen. Zij zijn aan de andere benaderingswijze die Chenoweth en andere leden van het „Vredescomité" er tegenover de bewakers op na hielden; zij beje genden hun bewakers als medemen sen; vliegers zagen er alleen vijan den in. „Als wij ons behoorlijk te genover de bewakers gedroegen, de den zij dat ook tegenover ons, en hun levensomstandigheden waren niets beter dan de onze." Er werd de gevangenen gevraagd of zij wilden meewerken aan radio- uitzendingen voor Amerika met an- M-oorlogspropaganda. Eerst weigerde Chenoweth. Later, eind 1970, heeft hij het zelf aangeboden en ver scheidene radiopraatjes gehouden. „Ik was tot de oprechte overtuiging gekomen dat onze regering zich niet inspande om een eind aan de oor log te maken en ik wilde de men sen thuis ook de andere kant laten kennen. Ik was van mening dat de Amerikaanse bemoeienis op z'n minst praatjes gehouden heb." Bij zijn te- ïugkeer in de Verenigde Staten na vijf Jaar afwezigheid ontdekte Che noweth met verbazing dat vele Amerikanen er net zo over dachten, twijfelachtig was en dat Amerika nen dienden te beseffen wat onze deelneming betekende. Ik heb er geen spijt van dat ik die radio- „Ik had niet verwacht dat de me ningen zo sterk veranderd waren." Nu de gevangenschap voorbij is, is de verbittering van de „patriotten" tegenover de „collaborateurs" aller minst gezakt, eerder het tegendeel. De meeste ex-krijgsgevangenen heb ben het gevoel dat zij een broeder schap vormen die hun hele leven stand zal houden. Zij hebben de af gelopen vier maanden van vrijheid doorgebracht met rondreizen door de Verenigde Staten, bij elkaar op bezoek gaan, reunieën beleggen en „samen plezier maken." De zoge naamde collaborateurs zijn daarbij volstrekt genegeerd. Geen van de anderen heeft zelfs ook maar een woord met hen willen wisselen op het diner dat Nixon in het Witte Huis voor alle 566 ex-krijgsgevange nen heeft gegeven. Een van de „pa triotten" zei hierover: „Die mannen zijn voor de rest van hun leven ge tekend. Ik beschouw ze niet eens als Amerikanen." Krijgsraad Vrijwel alle „patriotten" zijn van mening dat „die kerels voor de krijgsraad gebracht moeten wor den." Velen zouden maar al te graag tegen hen getuigenen zijn woedend dat het Pentagon nu be sloten heeft om geen aanklachten te aanvaarden. Enkele van de offi cieren zijn nog steeds vastbesloten op aanklachten te blijven aandrin gen. Hun drijfveer is veel ingewik kelder dan alleen maar wraak. Wil len de „patriotten" het geloof kun nen bewaren dat hen staande heeft gehouden, dan moét het stelsel de „collaborateurs" straffen. Dat geloof heeft tijdens de hele pe riode van gevangenschap het moreel van de „patriotten" hoog gehouden. Maar met het verstrijken van de tijd nam zowel hun bureaucratische organisatie alls hun super-patriottis- me overdreven vormen aan. Toen er eens drie sergeants-vliegers in een kamp vol officieren gezet werden, verleende de hoogstaanwezende su perieur aan dit drietal ere-officiers- rangen-te-velde voor de duur van hun gevangenschap, om „onder ge lijken" te blijven. En toen een van de officieren eens bij allerlei andere artikelen in een pakje van zijn vrouw een rood-wit-blauw gestreept washandje ontving, waarvan de kleurcombinatie dus vaag aan de Amerikaanse vlag kon doen denken, kreeg dit lapje badstof de ereplaats in zijn cel en drie Jaar lang hebben zijn celgenoten en hij elke dag trouw aan het washandje gezworen. De meeste gevangen officieren rich ten onderlinge lesgroepjes op en ga ven elkaar les in vliegtheorie, hoge re wiskunde en vreemde talen. Zy ueden inspannend gymnastiek om •fit te blijven. Dat werd allemaal gemakkelijker na de verhuizing te gen het eind van de oorlog naar het „Hilton Hanoi", een oude Fran se gevangenis bij Hanoi. Daar kwa men zij met vijftig man per grote kamer te zitten in plaats van zes of acht in een kleine en zij kregen drie uur per dag gelegenheid tot buitensporten. Vertrouwelijk Er werd heel wat vertrouwelijk af gepraat, maar het schijnt dat er wonderlijk weinig discussie of ver schil van opvatting was. Een van de mannen heeft berekend dat hij meer tijd in het voortdurende ge zelschap van zijn celgenoten heeft doorgebracht dan hij waarschijnlijk van zijn leven met zijn vrouw zal doorbrengen, al halen zij een 70-Ja- rige bruiloft. „Wij hebben over on derwerpen gepraat die collega's in gewone omstandigheden niet be spreken alles van God en sex tot de zorg voor een goede stoelgang", vertelt Zuhoski. „We bespraken hoe de afstand Je oe onplezierige dingen van thuis doet vergeten eigenschappen van onze vrouwen waar we niet op ge steld waren, bij voorbeeld en dat Je moest oppassen dat Je Je familie niet op een voetstuk zette en teveel van ze ging verwachten. Wij besef ten ook dat het van him kant net zo gold." Toen hij thuis kwam, ontdekte Zu hoski dat zijn vrouw en hij niets meer voor elkaar voelden zij zijn nu aan het scheiden. Toen hij naar Vietnam ging, kenden zij elkaar pas acht maanden, en ze waren tien da gen getrouwd .„Toen ik terugkwam merkten we dat we volslagen vreemden waren. We hadden elkaar niet lang genoeg gekend om bijna zes Jaar schelding te overleven. Het enige dat mij spijt is dat ik mijn vrouw al die tijd heb laten wachten alleen maar om nu uit elkaar te gaan. Maar wij zijn niet meer de zelfden van vroeger." HIJ neemt 7ijr- scheiding filosofisch op, en neeft een nieuwe vriendin. Dat zijn dan de duidelijke verande ringen in het leven van de ex- krijgsgevangenen. Minder duidelijk, althans voor henzelf, ls wat er met hun politieke denken gebeurd is. Het is niet alleen stil blijven staan op het punt van hun gevangenne ming, meestal voor de algemene Amerikaanse ontgoocheling begon, maar het is nog heftiger geworden. Rechtser De ex-krijgsgevangenen zijn veel rechtser in hun denken zelf zou de zij zeggen, veel vaderlandslie vender dan zij zonder gevangen schap geweest zouden zijn. „Misschien was het kinderlijk van me, maar ik ben er altijd zeker van geweest dat we vrij zouden komen. Ik heb het te koud en te warm gehad ik heb me verveeld, maar ik heb nooit gewanhoopt. Ik wist zeker dat het machtigste land ter wereld desnoods de oorlog zou verklaren om ons naar huls te halen." Professor Robert Jay Lifton. hoog leraar psychiatrie aan de Yale-uni- verslteti, die uitgebreid studie heeft gemaakt van de overlevenden van Hirosjima, de „gehersenspoelde" ex- krijgsgevangenen uit Korea en de Amerikaanse Vietnam-veteranen. zegt er het volgende van. „De meesten van onze gevangenen ln Vietnam waren straaljager-piloot, met een zeer gespecialiseerde trai ning, een elite, anders dan andere officieren. Hun gevoel van belang rijkheid is aangewakkerd door de officiële Amerikaanse politiek die, later ln de oorlog, verkondigde dat hun bevrijding het hoofddoel van de voortzetting van de oorlog was. Dat ls ongetwijfeld naar de man nen in gevangenschap doorgesiepeld. De Amerikaanse regering heeft hen tot brandpunt van de gevoelens voor het Amerikaanse publiek ge maakt. Het enige doel van een ver der doelloze en zinloze oorlog was, hen naar huis te halen. De gevan genen kregen het gevoel dat zij voor een bijzondere rol voorbestemd waren. Ik heb gehoord dat sommi gen in de gevangenis al plannen maakten voor de lezingtournees die zij zouden maken en de boeken die zij zouden schrijven als zij bevrijd waren." Kwaad Professor Lifton heeft erop gewezen dat de onoprechtheid van de korte heldenontvangst bij hun terugkeer deze mannen op den duur veel kwaad zal doen. Vietnam was voor de Verenigde Staten een oorlog zon der glorie, en toen kwamen plotse ling deze flinke, zelfverzekerde ge zonde krijgsgevangenen naar huis gesneld; geen wonder dat zij een ogenblikje bejubeld werden, en hen zelf zal het niet verbaasd hebben. Lifton verwijt de regering dat zij „de gevangenen illusies voorscho telt" en daarmee hun aanpassing nog moeilijker maakt. Het land raakt al op hen uitgekeken en hun verwarring en hun gevoel van be drogen zijn, groeien. Lifton meent dat die verwarring, het gevoel van verraden zijn en de schuldgevoelens ook bijgedragen hebben tot de twee zelfmoorden na de terugkomst. De ene was ingenieur Al Brudno van meer dan middelmatige be gaafdheid, ook op artistiek gebied, die de ontgoochelingen niet heeft kunnen verwerken. De andere was de 24-Jarige sergeant-marinier Ka- vahangh die tot het „vredescomité" had behoord en door „patriotten" - kolonel Guy - wegens oollaboratie was aangeklaagd. Hij pleegde zelfmoord toen hij zich weer voor dienst moest melden. Zijn kist ls gedragen door leden van het „Vredescomité"; er was geen enkele „patriot" bij zijn begrafenis. Zuhoski geeft er kort en simpel toelichting op: „Wij waren allemaal diep getroffen door de zelfmoord van Al Brudno. Die Kavanaugh is een man die ik zelfs niet zou hebben willen kennen". Het hoofd van de geneeskundige dienst van het Pentagon voorspelt voor de komende Jaren een extra hoog percentage zelfmoorden, echt scheidingen, geestelijke storingen en vroege sterfgevallen onder de' voor malige krijgsgevangenen. „Het dioombeeld van volmaaktheid dat de mensen ln gevangenschap overeind houdt, is dikwijls niet tegen de werkelijkheid vam het leven thuis bestand. Dat komt soms harder aan dan mishandeling. En er is geen magische dag van bevrijding meer in het verschiet, zoals in de gevan genis. Als hij eenmaal thuis ls, is er geen ontkomen meer aan." Roes De meeste voormalige krijgsgevan genen uit Vietnam schijnen nog in een soort roes te verkeren. Zij ge ven hun opgezamelde salaris met handenvol uit en denken nog niet al te veel over toekomstplannen, hoewel de meesten van hen weer in de vliegerij terecht hopen te komen. Behalve met hun gezin en familie en met elkaar, hebben zij nog niet veel contact met hun landgenoten gehad; de oorlogsmoeheid en de kritische geest in de Verenigde Sta ten anno 1973 moeten nog tot hen doordringen, hoewel de meesten van hen al wel hun ontzetting uitge sproken hebben over hippies, lang haar. gebrek aan steun voor de oor log en het feit dat „de mensen zich veel onverschilliger tonen dan vroe ger." Hun aanpassing zal moeizaam zijn, want hun land is niet meer waar zij het voor houden en bovendien moeten zy een ervaring te boven komen die ingrijpender, uitzonder lijker en verraderlijker is geweest dan zij lijkt. Deze mannen zijn niet gehersenspoeld door hun bewa kers, zoals destijds de Amerikaanse krijgsgevangenen in Korea. De zaak ligt ditmaal anders: zij hebben zichzelf gehersenspoeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 13