iroomes'
elaas is
^at saai
HAIKU": OOSTERSE DICHTKUNST
Gestreepte rover vervangt vadertje glasoog
sport
oeken
Close up
belicht
leven van
een ster
V
Angst
droom
van een
kind in
boekvorm
i .1"
„SPORT"
van Weizen
rERPAG 18 AUGUSTUS 1973
PAGINA 17
arrage" door David Broome in een vertaling van D. Siem jr.
sehenen bij Ad. M. C. Stok Zuid-Hollandsche Uitgevers-
atschappij in Den Haag f 16.90.
)e Britse springruiter David Broome beweegt zich al een flink
ital jaren op het allerhoogste wereldniveau: In 1961 werd hij op
isalve Europees kampioen, in 1969 behaalde hij diezelfde titel voor
derde keer, ditmaal op Mister Softee. Verscheidene Olympische
len maakte hij mee.
voorlopige kroon op zijn spor-
loopbaan zette hij in 1970, toen
op Beethoven wereldkampioen
Ongetwijfeld ee<n groot sport-
Maar daarom nog geen groot
jg (ver. Dat kan men ontdekken in
Barrage, waarin hij zelf
bet woord is .Het feit, dat Gene-
Murphy ook op de omslag
vermeld doet vermoeden, dat
ne niet zelf de pen heeft ge-
Maar dan is hy ook al
groot verteller, want voor ons
„Barrage" wat teleur -
Broome komt eigenlijk niet
4 dan een in feite weinig ener-
Ie opsomming van zijn suc-
Hoe die tot stand zijn geko-
iomt nauwelijks uit de verf.
j adden zo graag wat meer ach-
odinformatie gekregen. Het hoe
aaxom van alles boezemt ons
meer belang in dan de blote
Dat de paarden, waarop
k in de loop der Jaren heeft
ra, grote capaciteiten bezaten,
ra we ook zonder dit boek grif
aannemen, maar waar liggen
1 verschillen? Heeft Broome al
nfccessen nu alleen kunnen be-
i omdat hij in staat was dure
ivolle springers over te ne-
Helaas, Barrage heeft bij ons
«lijk meer vragen opgeroepen
F, santwoord. Zelfs 'n flink aantal
van achter de schermen,
hebben we moeten ontberen. En dat
was toch wel het minste, waar
Broome ons op had kunnen tract e-
KOOS POST
Het valt niet mee om in dit jongetje, dat met enorm veel
kunst- en vliegwerk over de hindernis heenkomt de huidige
wereldkampioen David Broome te herkennen. Maar het was
dan ook de allereerste sprong uit zijn allereerste wedstrijd.
Overigens zit David op deze foto nog op zijn pony. Even
later zou hij op de grond liggen.
"Close up" van Len Deighton,
in de vertaling van Dolf Koning
verschenen bij Elsevier in Am
sterdam 117.50.
Een Engelse recensie heeft
Deighton onder de tien beste ro
manschrijvers van deze tijd ge
plaatst. Een bewering, die door
een enkele recensent in ons land
is overgenomen Toch heeft
Deighton in ons taalgebied niet
de weerklank gevonden, die men
dan wellicht zou verwachten. Het
verbaast ons ook niet zo ver
schrikkelijk na het lezen van de
ze "Close up", die geheel in de
filmwereld is gesitueerd. Uiter
aard een bijzonder dankbaar de
cor. Een wereldje, waarin alles Le
koop lijkt, waarin het leven een
voortdurend acteren is en waai in
corruptie en ellebogenwerk onont
beerlijk schijnen om de top te
bereiken. En misschien nog meer
om aan de top te kunnen blijden.
Dat alles vindt men natuurlijk
terug in Deightons "Close up".
Daarin gaat een schrijver bet
doen en laten, het verleden en
het heden, de schijn en werkelijk
heid van een echte ster untrrfe-
len. Deighton kon zichzelf 8#en
mooier alibi verschaffen om eens
heerlijk te grasduinen in de Hol
ly woodse modderpoel. Dat lukt
hem best. De geur. die er uit op
stijgt is nogal kwalijk. Maar om
nu te zeggen, dat hij in dat al
les een fascinerend verhaal heeft
geschapen, dat hij een menselijk,
emotioneel geladen leventje heeft
gecreëerd, neen, dat kunnen wij
niet vinden. Het is koud, klinisch
zakelijk en alleen intrigerend als
een duidelijk blik op het wel en
wee van de filmwereld. Dat dit
geen verheffende aanblik oplevert,
ach, dat kunnen we nauwelijks
nieuws noemen.
KOOS POST
Lezer kan zelf creatief bezig zijn
Kota Taniuchi: Wie roept daar?
Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht,
f 10,50.
Kinderboeken hebben vriiwel alle
maal de eigenschap, dat ze vol
avonturen staan. Avonturen van kin
deren, beren, cowboys, muisjes ka
bouters en allerlei andere figuren.
Er komt, voor kinderlijke begrippen,
veel aktie in voor. Daarom is een
boekje als "Wie roept daar" van
de Japanner Kota Taniuchi een hele
verrassing. Het Spectrum heeft er
een klein kunstwerkje mee uitgege
ven.
Het boekje bestaat uit een angst
droom van een uit beeld blijvend
kind. De linkerpagina's zijn gevuld
met in veel grijze, blauwe en groen
uitgevoerde tekeningen. Grote vlak
ken die tezamen een landschap vor
men. Op iedere rechterpagina staat
een groot gedrukte regel. Het kind
verkeert in een waak-slaaptoestand,
en hóórt stemmen roepen. Het vraagt
wie er roept, en wordt angstig, om
dat niemand antwoordt. De bomen
niet, de stenen niet, de dieren niet.
Tenslotte ontwaakt het kind en ont
dekt door het venster de vertrouwde
zonneschijn. Hij is niet alleen, de
zon is altijd bij hem. Een prachtig
boekje, maar ik vraag me af. of
kinderen die al die spannende avon
turen gewend zijn, wel geboeid zul
len zijn door deze angstdroom.
RONNY VINK
Zeilen, varen
en roeien
J. van Tooren. Haiku, een jonge
maan. Meulenhoff, Amsterdam.
Het moest wel gebeuren dat er
eens een boek over de oosterse
dichtkunst op de westerse markt zou
verschijnen. In het westen groeit de
belangstelling voor oosterse cultu
ren en ook in de westerse dichtkunst
zijn tendenzen waar te nemen die
duidelijke overeenkomsten vertonen
met de dichtkunst in het verre oos
ten. Cees Buddingh karakteriseerde
die tendenzen eens als nuchterheid,
soberheid van middelen, afwezigheid
van conclusies en van pretenties, en
objectiviteit.
Haiku is van oorsprong Japans en
betekent letterlijk: schertsend ge
dicht. De vorm van het haiku-vers is
strak en van een uiterste beknopt
heid. Een gedichtje bestaat uit ze
ventien lettergrepen, doorgaans ver
deeld in drie groepen van vijf-zeven
vijf elk. Een vers vormt in principe
één zin die in één ademtocht kan
worden uitgesproken.
De eenvoud van de haiku-poëzie
typeert tegelijkertijd de enorme
ruimte die de dingen die worden
waargenomen, omgeeft. De lezer
wordt dus geen interpretatie opge
drongen maar hij/zij kan zelf de vele
associaties die door een haiku-vers
worden opgeroepen, interpreteren:
hij/zij is kortom creatief bezig.
Daar ligt trouwen 6 ook de grond
slag van haiku: de poezie die uit
sluitend beschrijft dat waargeno
men wordt. Dat houdt o.a. In dat de
mens niet van de natuur kan wor
den losgekoppeld, wamt hij maakt er
zelf deel van uit.
En dit is dan één van de fundamen
tele verschillen tussen de westerse
dichtkunst en haiku, omdat in onze
poëzie nog te veel de tegenstellin-
ge tussen mens en natuur worden
vertolkt.
J. van Tooren, de samensteller van
"Haiku, een jonge maan", om
schrijft de haiku-poëzie als volgt'
"Haiku geeft de visie van de kun
stenaar weer op de dingen, op dat
ene moment dat zij, in hun zo bij
elkaar zijn, plotseling vol betekenis
worden en een stemming oproepen,
die tijd en plaats te boven gaat. Al
leen die details waarin de emotio
nele kracht ligt van het tafereel,
worden weergegeven, zo direct moge
lijk, zonder enige vaagheid; en de
ze roepen op wat niet in woorden is
uit te drukken. Haiku is in de wa
re zin van het woord een gedicht, een
"ver-dichting" van de verschijnse
len tot een niieuwe schepping, die
het vermogen bezit de oorspronke
lijke emotie te blijven overdragen".
Nog afgezien van de uitputtende
verklaringen die door J. van Tooren.
en door prof. dr. F. Vos in een
voorwoord, in het boek worden gege
ven, zijn de haiku-verzen een genot.
Aan één gedichtje heb Je genoeg
voor een lange overpeinzing. Een
voorbeeld:
De maan snelt verder
maar regendroppels blijven
hangen aan takken
en:
Golven die breken
rondom kleine eilanden
gezien door nevel
Voor hen die geïnteresseerd zijn
in oosterse culturen of gewoon in
poëzie is "Haiku, een jonge maan"
beslist aan te bevelen.
WIM WIRTZ
voor jeugd
H. Marlow: Zeilen, varen en roei
en, Uitgeverij Helmond/Kok f 3.90.
"Zeilen, varen en roeien" is 't zo
veelste jeugdboekje van de uitsteken
de Globe-reeks. Een boekje waarin
men vanaf de bakboord- en stuur-
boordproblematiek tot het spannen
de ogenblik waarop de praktijk gaat
spelen de elementaire waarden van
de zeilsport kan terugvinden. Voor
de Jeugdige lezers die zich het zei
len eigen willen maken is dit werk
je van harte aan te bevelen.
WIM WIRTZ
ift? tond een forse bries toen we het haventje uitvoeren en
de boot koers zetten naar het midden van de uitge
ste plas. Eigenlijk was het er een beetje te ruw weer
maar we hadden nu eenmaal de avond tevoren afge-
iken, dat we ,,op de snoekbaars" zouden gaan vissen,
t. aarom waren we ook toen de wind krachtig uit het
den blies en het water opstuwde naar dat gedeelte
de plas gevaren, waar de weerselementen vrij spel heb-
vismaait Frits had de dag
a wat kleine aasvisjes gevan-
fce nu m het akertje rondzwom-
we hadden verschillende soor-
ansbaas in de viskoffers, en in
ft lagen opgetuigde spimhengels
eciale snoekbaarshengels voor
aas. Nu zal het iedere snoek-
risser bekend zijn, dat vader-
isoog een zeer grote voorliefde
voor diep water en daarom
a we een plekje op, waarvan
sten, dat het een van de diep-
de hele plas was.
behulp van een steekstok pro-
l we zo nu en dan of we al
plaats van bestemming wa-
angekomen. We moesten zijn
van die diepe gaten, die daar
loes^n zijn als gevolg van de
inning. Na een paar minuten
wist ook de vele meterslange
tok geen contact meer te ma-
tot de bodem. We roeiden iets
in de richting van het ondie-
Eedeelte en plantten daar de
de spinhengel zou moeten volgen, be
gint de vis de slip van de werpmo-
len Sn werking te stellen. Een paar
meter nylon verdwijnt onder de wa
terspiegel, alvorens mijn vismaat
weer de kans krijgt wait nylon op te
spoelen. Maar niet voor lang, want
de vis aan de jig doet nieuwe pogin
gen om te ontvluchten.
Het spel van opspoelen en het gie
ren van de slip duurt enkele minu
ten. Maar tegen het pompend op-
spoelen heeft de vis tenslotte geen
verweer meer en hij geeft zich ge
wonnen. Moegestreden laat de vis
zich gewillig naar het net slepen.
Het is een..baars. Een prachtig
exemplaar met een bek als een hooi
schuur, er vervaarlijk uitziend door
de opgezette stekelige rugvin. En
zwarte strepen aan beide zijden van
het lichaam, duidelijk contrasterend
riet
tok.
bonden er een lang touw aan,
de wind ons zo het gat zou
ton", wanneer de lijn zou vie
len de grote diepte en de
cm toch met een sohuifdobber
Ben schoven we net zo lang
et stuitje heen en weer totdat
correcte diepte hadden afge-
Mijn vismaat probeerde het
®et een stukje vis en ik Sloeg
'eln levend aasvisje aan de
'Q lang verhaal kort te maken:
?en niets. De enige beweging
e flinke dobber werd veroor-
door de nog steeds harde wind
golven. Als met op vorige
I® het bewijs zou zijn gele
dat hier vele snoekbaarzen
i .dan zou Je het gevoel krij
st de zaak is uitgestorven,
'de pennen geruime tijd roer-
het water hebben gestaan.
f verschillende plekjes hebben
"topt, besluit ik het eens met
•*5 te proberen. Eerst een
flinke zware lepel, en als dat geen
resultaat oplevert, een verzwaarde
spinner. In beide gevallen is de
"oogst" nihil. Datzelfde geldt voor
de periode, dat we de Jig hanteren.
Anders een stukje kunstaas waar
op de snoekbaars varzot is, maar
nu een dood stukje lood, wat geite-
haren en daarin een haak verbor
gen.
Uit balorigheid gooi ik de Jig eens
tegen de wond in naar het ondiepere
gedeelte en nauwelijks heb ik een
paar meter nylon op de spoel van
de werpmolen gedraaid of ik voel een
duidelijke aanslag.
Even later verschijnt er achter de
witte pluim van de Jig een baars,
die verwoede pogingen in het werk
stelt om los te komen van de haak.
Deze vangst is het begin van een
reeks baarzen, die in afmeting va
riëren van twintig tot dertig centi
meter. Leuk werk, vooral als Je in
de periode die daaraan vooraf ging,
hebt zitten staren naar een roerloze
pen.
Ook m'n vismaat Frits hanteert ge
regeld ijverig de spinhengel met de
Jig. Evenals ik, voelt ook hij steeds
opnieuw baarzen op de Jig slaan,
maar evenzovele keren raken ze
weer los. Totdat de hengel zich plot
seling tot het uiterste kromt. In
plaats van het opspoelen, dat nor
maliter op een dergelijke actie van
met het felle rood van de vinnen.
Na het beest voorzichtig onthaakt
te hebben pakken we hert. maatlatje
en constateren, dat de baars een
lengte heeft van op de kop af veer
tig centimeter. Een vangst die er
zijn mag, wanneer u weet dat de re
cordvangst in de KRO-kanJercompe-
tiit/ie van dit Jaar bij de volwasse
nen 49 centimeter en bij de jeugd-
klasse 44 centimeter bedraagt.
Nauwelijks heeft mijn vismaat de
baars zijn vrijheid teruggegeven
of zijn spinhengel kromt zich op
nieuw. Weer hetzelfde tafereel: ge
ven en nemen af en toe een fel
krijsende slip. Het resultaat is weer
een baars. Ditmaal iets kleiner,
maar nog altijd met de respecta
bele afmeting van 35 centimeter.
Omdat ik u niet wil vermoeien met
elke vis, die we die dag vingen, vol
sta ik met de mededeling, dat we
tientallen baarzen vingen. De exem
plaren van 35 en 40 centimeter ble
ven uitschieters, meestal lag de
maat tussen de 20 en 30 centimeter.
Het opmerkelijke was, dat slechts
één baars zo ongelukkig gehaakt was
het beest had de Jig geslikt
dat we het beest moesten doden
met een vismes, omdat er ook met
die hakensteker geen redding meer
mogelijk was. We waren die dag
trouwens niet de enigen, die een
baarsje vingen. Zo zaten er henge
laars in een bootje, die meer dan
een jig aan de lijn banden en soms
twee of drie baarzen tegelijk naar
de oppervlakte brachten, alsof het
om makrelen ging aan de verenpa-
temoster. Persoonlijk ben ik niet zo
verrukt van deze viswijze wat het
begint wel heel erg veel op het ta
kel- en blokwerk te lijken dat we
op zee kennen.
Die visdag bewees wel weer eens
overduidelijk, dat er op ruim vis
water nog flink wat forse baars
te vangen is. Op de plek waar wij
gevist hebben moeten vele honderden
exemplaren hebben rondgezwommen
anders zou het niet mogelijk zijn,
Een heel andere baars: namelijk een zeebaars. In het Ame
rikaanse Quincy werd dit veertig pond zware exemplaar ge
vangen.
ADVERTENTIE
DE SPECIAALZAAK
voor uitgekiende hengelsport.
Ook REGENKLEDING.
dat er met elke worp baarzen op
de jig springen.
Vreemd was alleen, dat de snoek
baars die dag geen aote de presen
ce gaf, terwijl de baars Juist bij
zonder actief aasde. We zullen het
maar houden op het mysterie in
de hengelsport. Juist de onbereken
baarheid van de vis maakt dat de
hengelsport zo'n interessante en
verrassende bezigheid is. Tot zover
de baars.
Wanneer we de hengelsportma
terialen van de laatste Jaren verge
lijken met die van tien, twintig,
dertig Jaar geleden kunnen we zon
der veel moeite vaststellen, dat
er in de loop der tijd veel is veran
derd. De zware bamboehengel werd
vervangen door een lichte glasvezel-
stok. de handgeknoopte 1 eefnetten.
van vissergaren met ijzenn hoepels
maakten plaats voor de nylon net
ten en de stugge, moeilijk knoopba-
re silklijnen werden verdrongen
door de veel sterkere, soepeler kunst-
stoflijnen.
Ban ding heeft helaas de tand des
tijds doorstaan. Dat is de dreg. U
weet wel, zo'n "ankertje" met die
vlijmscherpe haken. Nog altijd gaan
er jaarlijks vele duizenden lepels,
spinners, wobblers of hoe ze ook
mogen lieten over de toonbank met
daaraan gemonteerd een of meer
dreggen.
Zo'n dreg is een regelrecht moord
werktuig en past niet meer in de
moderne sportvissen!J, die de spor
tiviteit stelt boven de "vangst".
Krijgt een roofvis een dergelijk "ap
paraat" in zijn bek dan is hij ten
dode opgeschreven, want Je moet wel
een duivelskunstenaar zijn om een
dreg uit een vissebek te halen zan
der fatale beschadigingen te veroor
zaken.
Juist als met veel moeite de ene
haak is losgemaakt zit de ander
weer muurvast. Waarom is de dreg
nog altijd zo populair? Waarschijn
lijk omdat vele hengelaars menen
dat Je met drie Jiaken meer kans
hebt om een vis te vangen dan met
één enkele haak. Visproeven hebben
echter uitgewezen dat er geen dui
delijke vangstverschillen zijn tussen
een enkele haak, de fleur 'tweepoot -
haakt en de dreg. Inmiddels wordt
er in de landelijke hengelsport
bonden hard over gedacht om tot
een verbod van het gebruik van
dreggen te ad-viseren. Ook op het mi
nisterie van Landbouw en Visserij
zijn voorstanders van een dergelijk
verbod.
Zelf zou u alvast een begin kunnen
maken door de hengelsportwinkelier
te vragen om kunstaas met een en-
JÉF'
De baars aan de gewraakte
dreg.
kele haak. Vele bekende merken le
pels en spinners zijn zowel met en
kele haak als met dreg leverbaar.
Is er geen vraag meer naar kunst
aas met dreggen dan zal de fabri
kant er vanzelf mee stoppen.
Eta mocht een bepaald soort kunst
aas alleen leverbaar zijn met een
dreg, vervang dan het moordwerk
tuig door een enkele haak. Mocht
ook dat niet mogelijk zijn, pak dan
een klein tangetje en knijp twee van
de drie haken plat. De vis zal u er
dankbaar voor rijn.