HSTORICUS
i. W. SCHAPER
CON HET VAN
OURNALIST
,eids hoogleraar bij afscheid: Studenten zijn volwassen mensen
Universiteit is slijtageslag
[DERDAG 9 AUGUSTUS 1973
ïssor dr. Bertus Willem Schaper is een beweeglijke main, lachgraag. Hij beent kwiek
;n lichte zomer-outfilt door zijn bescheiden Oegstgeester behuizing. „Ik zit hier met 't
leem van de ruimte, het i's wat klein", zegt hij een paar keer.
ptember verlaat Schaper de Leidse Universiteit, waar hij dan meer dan zestien jaar
nene geschiedenis doceerde, een belangrijk moment in een ongewone loopbaan. In
isisperiode van de jaren dertig was hij één van de vele werkloze intellectuelen. Voor
werd het geen plaats als bestuurder op de tram, maar de journalistiek, het dagblad
Volk"geen ongewone keus voor de zoon van één van de legendarische oprichters
le SDAP, rot genoot van Troelstra en Vliegen,
orlogs jaren ,het verzet. De
•esser, toen leraar aam 't
damse Vossius-gymnasium
Jchaper om zijn plaats daar
nemen. De lange tijd van
'rasser schreef, redigeer-
tem-deels in vier maanden
De Tachtigjarige Oorlog", nog
bandaardwerk over die
in de Nedelandse geschdie-
Zijn vrienden, onder wie
r, verschenen als auteurs op
ia, want Presser mocht
;en veiligheid niet bestaan,
een zorgvuldig bewaard en
geheim.
peede druk bracht pas klaar-
>er werkte aan het illega-
Nederland en was in de
nacorlogse jaren redacteur,
j om het spaarzame papier,
clitimg van de Partij van de
Indiëpolitiek "In mijn
heid dacht ik toen, voor een
td werken dat is het, dan
meer tijd om diep in de za-
duiken. Maar in die praktijk
wel anders; je was dinsdag
in de nacht bezig om het
1 nog op tijd klaar te krij-
)n Nederland herrees onder
Door
Han Mulder
Foto
Jan Holvast
etenschap won het
de journalistiek. Maar die
ite, tot op de bodem gedemo-
rde universiteit won het od
leiirt weer van de weten-
unnailistiek is een vak voor
axsetn, aldus een weinig aan-
in stelling. Misschien
j stelling ook van toepas-
«Tdeci verklaard op het werk
universiteit.
lijft niet aan tot uw zeven-
Hij treedt vrijwillig terug,
or Schaper: "Ik vind 66 jaar
s. Die vier jaar zou je nog
ie kunnen lopen, maar dal
billijk tegenover de amoe
ben nu vijf jaar voorzitter
sectie geweest en dat is een
idrijvigheid, daar komt hieel
kijken om in onze tijd de
pais en vree te houden".
ssohien ook de umiver-
oals ze nu reilt en zeilt, die
>r een hoogleraar onvermU-
naakt om er sneller uit te
>er: "Dat lijkt me wel. Mis-
bij een enkele taal, of een
re cultuur of zo, dan kan
og wel volhouden, hè als Je
vier studenten hebt. Maar
aanballen studenten van nu
'eeleisemde programma is die
grens van 70 jaar absurd.
je ook aan je collega's
rdwijnen. En degenen die
moeten hiet vaak bezuren,
(collega-hoogleraar in de
enis, H.M.) is op die dag na-
zeventig werd, gestorven,
u als Presser heeft het dan
Jaar overleefd. Het is een
inspannend bedrijf en het
ks minder".
ere berichten
laks de sombere berichten over
zadiigiing van leraren geschie-
at die toeloop maar door?
"We hebben voor dit
zo'n 125 eerstejaars
inoeten die inderdaad alle.
leen? We hebben twee Jaar
al aam allen die zich hebben
oorinschrijven een uitvoeri-
gestuurd en uiteengezet wat
dtzichtem waren. Vooral voor
>en die van de universiteiten
Dat zijn eerstegraads-lera-
üe zijn duur. Het marktter-
ript steeds in, maar u moet
token dat het ook maar
heeft afgeschrikt. Er zijn
!hien een paar weggegaan,
eer omdat ze het bij ons te
lden dan dat ze er geen
zagen. En diat gaat zo Ja-
dacht).
geeft in grote lijnen aan,
waarom beperking van het aantal
studenten (numerus fixus) om rede
nen van onderlinge solidariteit van
de verschillende universiteiten moei
lijk ging. Men zou elkaar maar
met de overschotten studenten op
knappen. Eerder motieven van inter
ne aard dan van studienut of van
maatscjaappijbehoefte. Hij voegt er
wat schamper aan toe: "studenten
waren en zijn al jarenlang tegen een
numerus fixus. Dan moet de maat
schappij maar veranderd worden,
zeggen ze. Afknippen deugde hele
maal niet. Dan kon ik ze twintig
maal vertellen dat ik zeflf indertijd
ook die dupe geweest was van die
werkloosheid. Dat was iin de Jaren
dertig. Je kwam van de universiteit
en je kon nergens een baan krij
gen. lik ben toen ln de Journalistiek
terechtgekomen en dat eigenlijk
maar door een gelukje.
Je kon lid worden van de werklo
ze lerarenvereniging, de WEMO, zo
als dat heette. Maar dat kun je nu
wel vertellen, maar niemand trekt
zich er iets vanaan. Iedereen wil
toch blijkbaar zijn eigen misère
doormaken".
Zou het vak geschiedenis niet yeel
meer ingespeeld moeten zijn op
verduidelijking van maatschap
pijstructuren?
Schaper: "ik dacht dat je dat niet
Dat is geen reilen of zeilen meer,
dat is manoeuvreren, de wind van 't
ogenblik terdege in de gaten hou
den, soms overstag gaan, niet altijd.
Verraderlijke rotspunten boven het
water uit: de democratisering en
direct gevolg de verantwoordelijk-»
heden voor het studieprogram
Schapers collega in Leiden, en op
volger als voorzitter van de subfa
culteit Schoffer, heeft nog niet zo
lang geleden in Vrij Nederland een
discussie gevoerd met de Amster
damse hoogleraar-historicus Frits
de Jong over de noodzaak van ai
of niet grotere oriëntatie op de
maatschappelijke actualiteit van de
geschiedenis-wetenschap
Directe aanleiding was de herrie
barmen de faculteit der Politieke
Wetensohapeen in Amsterdam waar
professor Daudt niet aan zijn ver
antwoordelijkheden van program- en
exameneisen wilde laten tornen.
Schoffer schaarde zich aan Daudt's
zijde. De Jong niet. Stond Schaper
daarbij dan weer aan de kant van
Schoffer?
Schaper (gretig): "ja ongetwijfeld.
Ik ben goed vrienden met Frits de
Jong, daar niet van, maar ik vind
die slogans van betrokkenheid toch
te warhoofdig, te ondoordacht. Ik
heb heel wat met studenten afge
praat; mijn ervaring is geweest: Je
moet wel op je stuk blijven staan.
Je moet voor Je vak opkomen en
de integriteit ervan. Je moet Je niet
laten beïnvloeden in die zin dat zij
uitmaken, wat er gebeuren moet en
hoe het vak gegeven moet worden
In het begin kwamen ze hier met
vérgaande eisen. We hebben stevig?
vergaderingen erover gehad, in '68,
en '69 (lacht). Amptmeijer bijvoor
beeld (nu Leids gemeenteraadslid)
die kon de rest flink opstoken".
Grinnikt zuinig, barst dan in ro
yaal geschater uit: "maar daar ls
de hele zaak natuurlijk niet voor op-
Knoflook
De mildheid van de wat oudere
wetenschapsman Schaper is met vin
nige teentjes knoflook, ironie, pro
vocatie gegarneerd. "Ze zijn meer
gemotiveerd en natuurlijk ook te
eigenwijs om hun eigen motieven te
begrijpen. Ze luisteren kritischer
maar soms te kritisch en kunnen
dan helemaal niet meer beoordelen
walt je ze brengt en wat de
waairde daarvan is. Maar dat
kwam vroeger natuurlijk ook
voor. Toen praatte je ook vaak
over de hoofden heen. In theore
tische geschiedenis zijn ze bijvoor
beeld wel geïnteresseerd, maar daar
praten ze ook vaak maar wat in het
wilde weg".
Hij vertelt over een eigen experl-
moet overdrijven. We hebben ons
ook verzet en ik heb er nadruk
kelijk aan meegedaan tegen t
idee om het hele geschiedenisonder
wijs te laten opgaan in iets als
"LEDO" (leren door doen), een al
gemene ontdekking van de maat
schappij, enzovoorts. Het had een
hele ambitieuze naam; sociale we
reldoriëntatie of iets dergelijks. Dat
was dan aardrijkskunde, volkenkun
de, internationale politiek en al die
dingen. Dat is door mijn collega
Schoffer nog eens goed aan de kaak
gesteld. Dat leidde tot allerlei,
vreemdsoortigheden, waarbij kinde
ren van tien, elf Jaar, tegelijkertijd
over de Tachtigjarige Oorlog, de Eer
ste Wereldoorlog, de Cubaanse raket-
cidsis en de Apartheid in Zuid-Afrika
moesten oordelen. Dat werd natuur
lijk een warboel in zulke hoofden.
Voorzover het dus de traditionele ge
schiedenis zou aantasten, hebben we
wel grote bezwaren. Feit is wel dat
de studenten nu het voor doctoraal
studies zoeken in sociale en econo
mische onderwerpen en het niet
meer zo in dé traditionele vakken,
de politieke geschiedenis zien zitten
Dat is ook een beetje aan mode
onderhevig, daar aan zijn geen
veranderingen in de studie voor no
dig. Nee. ik maak me wat dat be
treft meer zorgen dat het te gecom
primeerd gaat worden in die opge
drongen vier jaar en dat er dan zo
weinig ruimte overblijft om er in
vrije belangstelling iets naast te doen".
Misschien in studies na 't doctoraal?
Schaper: "daar zie ik voorlopig
nog niet zo veel in. Studie is toch
vaak allereerst bedoeld om examen
te doen, bevordering van Je positie,
maatschappelijke vooruitgang en
niet, om algemene beschavingsover
wegingen.
Al zou daar voor de toekomst wei
wat inzitten. Als men het maar
niet al te veel zoekt in de sfeer
van de éducation permanente". Vindt
dat een modeterm.
Een gesprek met Schaper gaat
vroeg of laat voor anker op de met
scherpe klippen toegeruste kusten,
van de sub-faculteit geschiedenis
Betekent dat misschien dat men al te
rigoureus is geweest met de bestuurs-
b er vormingen in de universiteiten?
Schaper: "Dat geloof ik niet. Ik
ben in elk geval voor de erkenning
van de volwassenheid van de stu
dent. Wèl zitten er in de wet van
Veringa onjuistheden. Het is een
veel te gecompliceerd geval, veel te
veel lichamen over elkaar heen, fa
culteiten, sub-faculteiten, vakgroepen
en daar moet allemaal in voorzien
worden".
Vlakgummetje
Zoals Willem Frederik Hermans
onlangs in de NRC zei: om een
nieuw vlakgummetje moet verga
derd worden?
Schaper: "dat is wat gechar
geerd. Maar er moet wel veel te
veel. En er worden veel te veel rap
porten geschreven. Dat komt na
tuurlijk ook wel, omdat er allerlei
tegelijk moet gebeuren: de inkrim
ping van het program, de aanslui
ting met het hoger beroepsonderwijs
de financiële organisatie. En over al
die dingen moet door dezelfde men
sen vergaderd worden. Bovendien
heb Je de indruk dat sommigen
denken dat je het doceren er wel
zo'n beetje nebenbei kunt doen. Wat-
mijn bezwaar hoe langer hoe meer
werd was, dat Je 's nachts lag te
piekeren over zaken die in de sec
tie' aan de orde waren en dat Je van
je vak geen problemen meer maak
te. Dat gevoel bestaat bij een hoop
mensen. En dat geeft wel heel vaak
een tegenzin tegen deze nieuwe
structuur, frustraties ook, dat Je
aan je vak niet toekomt. Het geldt
wel niet over de hele lijn, hoor, ik
sprak laatst een bioloog hier, die
juist blij was dat hij een heleboel
aan zijn subfaculteitsraad kon over
dragen, dat hij vroeger zelf moest
doen".
Overigens ziet professor Schaper
vaak ontluikend administratief talent
in het organisatiegeweld dat demo
cratiseringsprocessen onderweg naar
de bodem oproepen. "Sommigen heb
ben meer begaafdheid voor organi
satie en administratie dan voor de
studie. Daar zit misschien wat in
voor de toekomst".
ment met een college over de Com
mune van Parijs van 1871 ("ik
vond dat wel een min of meer ge
ëngageerd onderwerp"), opgezet
met de inbreng van de studenten,
zo zelfs dat men van voorzitter zou
wisselen tijdens de sessies: "dat luk
te raiiet zo erg, want de tweede
keer was de voorzitter er al niet,
en dan moet je toch weer Invallen,
natuurlijk. En eindeloos gepraat,
over hoe het een volgende keer
weer moest. Ik heb ze herhaaldelijk
aan het verstand gebracht dat het
zo niet ging. Je ging ook veel te
veel van de hak op de tak. Ze
voelden zich wel betrokken en ver
zetten een hoop werk. Maar het re
sultaat was beperkt. Ik heb het de
volgende keer ook niet meer op die
manier gedaan en het zelf veel
meer in de hand gehouden".
Openheid tegenover de student,
acht Schaper een typische els voor
de hoogleraar hedentendage. Dat
was vroeger veel minder noodzake
lijk: "vroeger was het uitzondering
dat hoogleraren vertrouwelijk met
de studenten omgingen. Hier in
Leiden werd het wel van Ehrenfest
verteld. Van Wijk had het ook wel,
maar met iemand als Huizinga was 't
heel moeilijk om persoonlijk in con
tact te komen. Dat is tegenwoordig
wel nodig, maar je moet wél karak
ter betonen, daar ontbreekt het nop
wel eens aan. Dat Je Je niet de wet
laat voorschrijven en de beoorde
ling van de resultaten van de stu
die en de opzet van de programma's
overlaat aan degenen die nog geleid
moeten worden. Dat is voortreffelijk
daar moet je aan vasthouden. An
ders zwabber Je ook van het ene
jaar op het andere met thema's,
die dan net in de mode zijn en is
er van een geregelde en veelzijdige
studie geen sprake".
Leiden'conservatief
Schaper komt te spreken over de
Leidse universiteit die ten onrechte
zo vaak het etiket van „conserva
tief" draagt, wijst erop dat bijvoor
beeld de Juridische faculteit be
langrijk vooruitstrevender was, ook
lang geleden, dan Amsterdam.
Wil niet veel zeggen over zijn af
scheidscollege in september, maar
dat waarschijnlijk wèl het engage
ment van de historicus tot onder
werp zal hebben. Dat is niet zo ver
wonderlijk van een man, die zijn
hele leven een overtuigd socialist is
geweest. Komt met een wijde boog
terug bij zijn vak dat dikwijls nog
zo van Europa als centrum uit,
wordt bestudeerd. Maar voegt er
niet zonder heftigheid aan toe dat
men Juist in Leiden al lang van de
ze traditionele geschiedenis-benade
ring is afgestapt: "hierin is Leiden
juist behoorlijk
Eén van die dingen die die studen
ten helemaal niet in de gaten had
den. Toen kwam plotseling de eis,
diat we meer mundiaal georiënteerd
moesten, zijn. Dat was nou juist
één van onze hobbies, van Locher
in het bijzonder. Wij zijn hier ook
ingedeeld in geografische zin. Maar
aan de andere kant zit je nu een
maal in een bepaalde traditie, dat
is maar geen constructie ergens
van: we zijn natuurlijk wel in ster
ke mate door die Europese geschie
denis gevormd. Dat wordt tegen
woordig ook wel eens te weinig in
de lerarenkring beseft, dat je op
eindexamens middelbare school al
leen maar wijsheden uitgekraamd
krijgt van wat Mao-tse-Toeng te
beweren heeft gehad over de cultu
rele revolutie in China en ze van de
eigen Nederlandse geschiedenis,
niets weten, is natuurlijk ook weer
een uiterste. Wat ons griezelig lijkt,
is dat het zo gauw een warwinkel
wordt. Soms weet men hele perio
des niet van elkaar te ondierschei
den, maar er wordt dan wel met
veel aplomb meegepraat over het
laatste krantebericht".
Zijn journalistieke periode heeft
niet lang geduurd, maar beslaat
wel de roerige naoorlogse jaren.
"Vrij Nederland" nam toen afstand
van het Indonesië-beleid van de
geestverwante socialisten in de re
gering, drong aan op de volledige
onafhankelijkheid voor het eilanden
rijk en verloor prompt tienduizenden
abonnee's. Schaper was adjunct-
hoofdredacteur „met een school-
baan erbij" (op het befaamde Vos-
sius-Gymnasium, kweekplaats voor
veel vaderlands talent). De wethou
der van onderwijs had het Schaper
zelfs aangeraden, onder het motto,
dat het toch maar de vraag was of
dat Vrij Nederland een blijverdje
zou blijken. "Ik had toen vijf uur
daar; je zat er vaak een beetje uit
te blazen van de dingen die buiten
voorvielen".
Schaper had in zijn Vrij Nederiand-
tijd nog een collega die uit het
Journalisten vak stapte, omdat hij
wat anders wilde. De man is nu mi
nister-president van hët Koninkrijk
der Nederlanden.
Den Uyl
Hij zegt: "ik vind Den Uyl een
vent om respect voor te hebben; 'n
man die zijn voorstellen en ideeën
duidelijk ziet, in afwijking van som
mige van die nieuw-linksj ongens
waarvan ik wel eens de indruk heb
dat ze een grote mond opzetten,
maar dat er weinig denkwerk ach
ter zit. Dat is persé bij Den
Uyl niet het geval. Die weet dek
sels goed wat hij wil.
Een man die op de hoogte van
deze tijd leeft, rich niet aan dog
matisch denken bezondigt. Zo'n
term als de "kwaliteit van het
bestaan" door hem jaren geleden
gebruikt, is nog van grote actuali
teit. Ik vind het bepaald miezerig,
dat deze regering in bepaalde pers
organen zo aangevallen wordt, men
rich zo weinig sportief er tegenover
ledraagt".
Welke organen?
Schaper: "ik denk bijvoorbeeld aan
de commentaren van de AVRO
's morgens. Als ze deze regering
een hak kunnen zetten, doen ze dat.
Je zou toch zeggen, we hebben een
aantal regeringen achter de rug.
waar ook niet zoveel muziek aan te
beleven was, laat zo'n span een
beetje heterogene troep hoor, ik heb
ook niet het idee dat ze het zo
lang volhouden wat proberen. Er
moet in de Nederlandse politiek 'ns
wat ruimte zijn om een andere op
stelling te geven".
Ziet hij perspectieven bij deze
regering voor de universiteiten?
Schaper: "ik geloof het wel. Die
staatssecretaris Klein valt me eigen
lijk erg mee. Het idee om het col-
Lsgegeld op 500 gulden terug te
brengen bij wijze van compromis,
vond ik helemaal niet gek. En daar
houdt hij ook aan vast. Dat heeft
hij ook uitdrukkelijk tegenover die
studenten verdedigd. Het is geen
man die de huik naar de wind
hangt of eenvoudig de weg van de
minste weerstand kiest. En betalen
natuurlijk. Het is ook goed dat ze
aan de honderd gulden (inschrij
vingsgeld H.M.) vasthouden. Daar
zat natuurlijk een misstand in. Er
waren met name in Amsterdam hon-
dardtalllen die zich eenvoudig voor
tien gulden lieten inschrijven omdat
ze dan alle mogelijke facilitei
ten kregen. Die tien gulden haalden
ze er zo weer uit. Nu is het weer
bedenkelijk dat de agitatorische
groep studenten er een heleboel ka
baal over maakt, alsof het een
groot maatschappelijk goed is dat
zij geen geld hoeven te betalen. Dat
is een volslagen misvatting: het is
gewoon een groepsbelang dat ze hier
vertolken".
Nederlandse Unie
\yat zegt Schaper als verzetsman
en historicus van de uitgelekte ont
hullingen die professor dr. L. de
Jong in het vijfde deel van zijn
standaardwerk over de oorlog doet?
De Nederlandse Unie die voor jo
den de deur sloot?
Schaper (feller ineens)"Ik heb
het idee dat De Jong daarin vrij
sterk staat. Die zuivering had
natuurlijk niet veel om de hakken.
Dat het met die leiding van de Ne
derlandse Unie niet zo lekker zat,
was ook wel duidelijk. Ik heb er
indertijd ook nooit iets mee te ma
ken willen hebben. Maar er staat in
het Vierde Deel al zo veel. Mijn
vrouw vertelt er nogal eens van (ik
ben er zelf tot mijn schande nog
niet aan toe gekomen)Allerlei
mensen die later in de politiek nog
een hele rol hebben gespeeld schre
ven in die bladen van de Neder
landse Unie de gekste dingen. Hele
maal in het straatje van het "Nieu
we Europa".
Nou schrijven ze met groot lef dat
het was om die Duitsers zand in de
ogen te strooien. En dan dat
argument van De Quay (schamper)
alsof de Joden allemaal stonden te
dringen om in die Unie als actie
groep op te treden.
Later zijn in de kampen allerlei
mensen met elkaar bevriend ge
raakt en om ze dan te gaan veroor
delen, dat gaat moeilijk".
Deze oud-journalist kijkt niet of
nauwelijks teevee. Dat zal menig
een verbazen.
Hij zegt betrapt: "voor een deel,
omdat ik geen tijd heb en voor een
deel omdat het je teveel in beslag
neemt. Je kunt er niet veel naast
doen. De krant kun je vlugger of
minder vlug lezen. Mijn twee kran
ten, Parool en NRC, lees ik altijd
getrouwelijk door. Op die televisie,
volg ik dan wel het nieuws en zul
ke dingen als Watergate. Er is na
tuurlijk een hoop rommel, die niet
de moeite waard is. Maar mijn
vrouw kijkt meer. Het is eigenlijk
schandelijk, ik parasiteer er een
beetje op. Die vertelt me ook wel
dat er soms hele goede dingen in
voorkomen. Maar God beware je als
je iedere maandagavond naar Pey
ton Place moet kijken! Gelukkig
maar dat daarvoor geen enkele,
verplichting bestaat, zelfs geen so
ciale, of morele. Dat wordt nogal
eens vergeten door de criticasters".
De Westduitse stad Munster kent nog een torenhoornblazer. De 45-jarige Roland Mehrltng blaast
overdag elk half uur in de 1,20 meter la/nge torenwachtershoorn. De "tijdaanzegger" die naar
oud torenwachters gébruik in geval van nood ook de brandweer kan waarschuwen Hij blaast hier
in de St. Lambertitoren, 298 treden boven de aarde.