Sluis MJ
Muiden
'n
ramp
1
MUIDEN Het is tot nu toe deze
zomer niet eens zo gek gegaan bij de
sluis in Muiden. De pleziervaarders,
die met hun boten tussen de Holland
se naar de Friese meren trekken en
daartoe de oversteek over het IJssel-
meer moeten wagen, hebben op z'n
hoogst vier uur moeten wachten om
doortocht te krijgen door de Muiden-
se flessenhals.
En dat vindt burgemeester W. Jon-
geneel een acceptabele tijd in een
uitzonderingssituatie. Hij heeft het
wel anders meegemaakt. Vorig sei
zoen nog drongen de schepen van
twee kanten op naar de sluis, ver
stopten de doorvaart en was 't vech
ten geblazen. En het wachten duurde
acht uur, soms een hele dag. Ook
sluisknecht Rinus Dobber kan daar
van meepraten.
„Ze gingen elkaar met de pikha-
ken te lijf. Niet eens een keertje:
nee, dat was schering en inslag. Al
les ging aan twee kanten voor de
sluis liggen. Er kon geen kip in of
uit. Je kon nog zo staan roepen, het
hielp toch niet. Als er toevallig eens
iemand op z'n beurt wachtte dan
voeren ze hem doodgewoon voorbij".
Het is dit jaar dus anders. Dat
komt omdat de burgemeester tijdig
de hulp van de Rijkspolitie te wa
ter heeft ingeroepen.
Waterpolitie
„Daar hebben we enorm veel hulp
van gekregen en het heeft goed ge
holpen", vertelt Dobber, „De wa
terpolitie vangt ze van twee kanten
op en drukt ze aan de kant. Dan
krijgt iedere boot met een krijtje
een nummer. Ze moeten gewoon
op hun beurt wachten. In de in
ham voor de sluis liggen dan zo'n
vijftien schepen. Dat gaat fantas
tisch".
Het ging zelfs naar verhouding
enorm in het vorig weekeinde, toen
de bouwvakvakantie afliep en die van
het metaal begon. Uit richting Nigte-
vecht kwam het metaal opzetten, van
Lelystad voeren de bouwvakkers te
rug. Twee geweldige stromen tegen
elkaar in. Vier uur wachten is dan
Door
Anton Pfeiffer
niet teveel.
Rinus Dobber heeft in die topda
gen de steun van de politie echt wel
nodig. Hij heeft een hondszware
baan. De sluis bij Muiden worden
open- en dichtgedraaid met een hou
ten spakenwiel, dat een duwboom in
beweging brengt. Deze eeuwenoude
kaapstanders zijn een prachtig brok
antiek „ze mogen nooit weg", zegt
de burgemeester maar als bedie
ningsmechanisme zijn ze natuurlijk
een lachertje.
Heeft de sluiswacht een schut bin
Dat gezag geldt waarschijnlijk ook
wel extra sterk, omdat heel wat men
sen, die aan het roer van een boot
staan geen idee hebben van wat ze
met z'n schip wel of niet kunnen
doen.
„Een heel groot aantal kan hele
maal niet varen", zegt burgemeester
Jongeneel. ,.Het is schrikbarend. Als
je hier gewoon bij de sluis gaat staan
lach je je rot: zoals de mensen op
een sluis reageren, het is altijd aan
leiding tot enige paniek".
Hij heeft in de laatste jaren deze
toestand zich onrembaar snel zien
ontwikkelen. In topmaand juli 1967
passeerden 1578 pleziervaartuigen de
sluis van Muiden, in 1972 waren dat
er 4095.
„Dat komt niet omdat deze route
meer voorkeur heeft gekregen en
duidelijk drukker wordt, het is de
enorme toename van de watersport.
En wij zitten hier op de doorvaar
route van mensen, die van Loos-
drecht, Vinkeveen, Kaag, Braasem
en Nieuwkoop naar de Friese meren
trekken en terugkomen".
Aan talloze passanten heeft de
Muidense sluis in de loop der jaren
een hartgrondige vloek ontlokt. Dat
is niet prettig voor een gemeente,
maar het is niet het probleem, waar
de burgemeester het zwaarst aan tilt.
Gevaar
„De doorvaart geeft Muiden een
slechte naam. Maar de nare effecten
van die hele oude troep voor de re
creant zijn niet het ergst. Er drei
gen gevaren, 't Is echt niet denkbeel
dig dat de sluisdeuren het begeven
als er hoog buitenwater op het Ijs-
selmeer is. En het is niet gering als
dat doorbreekt".
Niet gering. Een vrij lieve samen
vatting voor een ramp, die grote delen
van Noord-Holland en Utrecht
blank zou kunnen zetten.
Er dreigen gevaren. De sluis moet
worden gerestaureerd voor de dreiging
werkelijkheid wordt. Dat zal wel twee
miljoen gulden gaan kosten. Maar er
is niemand te vinden, die dat bedrag
zonder meer op tafel wil leggen. Rijk
en provincie wijzen elkaar om het
hardst als verantwoordelijk aan.
In 1691 stelden de Staten van Hol
land en Friesland voor het beheer
over de uit 1674 daterende sluis over
te doen aan de directie van de
Groote ZeedluiS.
Directeuren in deze directie wer
den dijkgraaf en hoogheemraden van
het hoogheemraadschap van den zee
dijk be-oosten Muiden". En dat zijn
ze nog. Een college van vier man uit
de agrarische en vier uit de burge-
lijke sector van bestuur.
„Acht beste mensen", zegt de bur
gemeester. Hijzelf heeft het twijfel
achtig genoegen niet alleen hun
voorzitter, maar ook hun secretaris
penningmeester te zijn. Zijn woon
huis ligt tegenover de sluis. Met het
dagelijks zicht op de verdrietige toe
stand en met de klagers regelmatig
aan de bel kan die dubbel-functie
hem gestolen worden.
En toch is het vroeger allemaal zo
leuk en aardig geweest met die sluis.
„Hij is herhaaldelijk verbeterd. De
laatste drastische verbouwing was in
1812. Napoleon is toen nog komen
kijken. Met z'n vrouw. Als er kosten
aan de sluis werden gemaakt konden
die worden verhaald op de achterlig
gende waterschappen .De eigenaars
van de gronden betaalden belasting.
Wel tot aan Amerongen toe".
Naast deze inkomsten was er het
sluisgeld en bovendien werd op de
een tol ingesteld.
„Dat maakte het hele zaakje bij
zonder aantrekkelijk met het steeds
toenemend verkeer. De directie kwam
in bepaald in goede doen", vertelt
burgemeester Jongeneel.
Tolstrijd
Maar aan die tol zou een einde ko
men. Er werd in de Jaren twintig
een strijd op leven en dood gevoerd
tegen de tollen. Om van alles af te
zijn kocht het rijk in 1927 voor ruim
een ton de tol bij Muiden van de
pachter af. En de directie van de
Groote Zeesluis was een van haar in
komstenbronnen kwijt.
De grote knokker tegen de tollen
was in die Jaren Ploris Vos, een za
kenman die elke dag van het Gooi
naar Amsterdam moest en zich ka
pot ergerde aan dat oponthoud en
aan die financiële aderlatng bij het
passeren van het oude vestingstadje.
Hij maakte zich zo kwaad, dat hij
met zijn acties in 1929 zelfs het lid
maatschap van de Tweede Kamer
wist te veroveren. Zijn strijdkreet bij
de verkiezingen van toen was: „De
tollen weg. Elk die er vóór is Stemt
Vos, Niet J. H. J. maar Floris". Want
voor een andere partij opteerde al
leen kandidaat J. H. J. Vos naar een
kamerzetel.
„Hij was een soort veredelde boer
Koekoek, een enorme tollenbestor-
mer", weet burgemeester Jongeneel
uit de recente geschiedenis. „Hij
presteerde het zelfs om in een pro
testoptocht op een zondagmiddag m
september een autofile van vier ki
lometer voor de brug neer te zetten.
Moet Je nagaan: in dit christelijke
landje op een zondag: vier kilometer
auto. In 1927!"
Ja, de acties tegen de tollen waren
hard. En Floris Vos won.
„Het leukste argument om de tol
op te doeken gaf de komst van de
Olympische Spelen in 1928 naar
Amsterdam. Je kon toch die buiten
landers niet aandoen dat ze tolgeld
zouden moeten betalen".
Er was inmiddels zoveel aan sluis
en tol verdiend, dat de directie uit de
pot het personeel goed kon betalen
en de sluis behoorlijk kon onder
houden. Maar dat kapitaal teerde in
toen in 1927 de tol werd opgeheven.
Gedonder
„Na de oorlog begon het gedonder.
En in 1965 waren we blut", zegt di
recteur Jongeneel.
Met de lege kas groeiden de tekor
ten. Per jaar moet er nu 75.000 gul
den bij. Het Rijk geeft op de exploi
tatie van de sluis een steun van ten
hoogste f 60.000 per jaar, maar het
wil daar na 1 Januari 1974 mee op
houden: de provincie moet maarbe-
talen uit de pot voor de waterschap
pen, vindt men op Verkeer en Wa
terstaat.
Muidens burgemeester is het daar
niet mee eens. „De directie van de
Grote Zeesluis is helemaal geen wa
terschap, zij beheert de sluis, maar
de blote eigendom is van het rijk".
Hij zit inmiddels met het feit, dat
er niets kan worden gedaan aan de
hoogst nodige restauratie. De sluis is
daar hard aan toe. In 1971 heeft
Rijkswaterstaat al schotbalken ge
legd voor de deuren van de middelste
kolk, omdat die het anders best eens
zouden kunnen begeven.
„Nu de directie geen middelen
meer heeft voor het beheer en onder
houd moet ze eigenlijk de hele
zaak maar aan het rijk teruggeven.
We zijn met acht beste mensen, maar
die hele directie stelt natuurlijk niks
voor. Niemand van ons ligt er een
nacht wakker van als hij hiermee
zou moeten ophouden", denkt de
heer Jongeneel.
Al komt er nog steeds geen geld
los, de verhoudingen in het voortdu
rend gesprek met rijk en provincie
zijn best. Daarom hoopt de burge
meester ook dat de voorzieningen in
normaal overleg kunnen worden be
reikt. Het zou hem spijten als die zou
den moeten worden geforceerd
Hoogste tijd
Op twee manier zou het in die rich
ting kunnen uitpakken.
„Als rijk en provincie de directie
werkelijk niet in gelegenheid stel
len een financieel beleid te voeren,
dat veiligheid en een acceptabele re
creatie geeft dan zouden wij genoopt
kunnen worden het beheer en onder
houd zonder meer neer te leggen:
dan móet het rijk wel".
Veel erger zou het zijn als de du
bieuze toestand van de Muidense
sluis inderdaad tot een ramp zou
leiden. Dat zou de tweede aanwij
zing kunnen zijn voor een „hoogste
tijd!"
„De hele sluis zou nieuwe deuren
moeten krijgen. Ook de sluisvloeren
moeten worden vernieuwd, dat heeft,
een duikeronderzoek van rijkswater
staat uitgemaakt. Verder hebben de
sluishoofden nieuw metselwerk nodig
en natuurlijk moet dat bedienings-
mechanisme .werden gelektrifi-
ceerd. Want voor het personeel is het
een onmogelijk zwaar werk gewor
den".
Het zal ongeveer twee miljoen kosten,
het zal ongeveer een jaar duren voor
zo'ai werk is geklaard.
Risico's
„De doorvaart zou een jaar zijn ge
stremd. Heel erg", zegt de heer Jonge
neel, ,,Je moet je niet voorstellen
al die pleziervaart door het Ara
dam-Rijnkanaal en de Oranjeslu
zou gaan. Dat is nu al levensgev
lijk, kan je je voorstellen wat
wordt met al dat kleine goed".
Maar toch zal het dan maar i
ten gebeuren.
„Het kan niet langer op zich 1
wachten. De risico's voor de w
huishouding worden veel te groot'
En dus hoopt Muiden maar,
het rijk gauw ingrijpt. Voordat
land onder water loopt. En voo
Rinus Dobber net als zijn baas
rug kapot draait.
Bij de foto's
Rechtsboven: in juli bei
de drukte in het oude sluisje
zijn hoogtepunt.
Links onder: Rinus
voor zijn rug kapot gaat..
Rechts onder: burgemei
Jongeneel dreigend gevaa
nen dan draait hij de linkerdeur
dicht, rent langs de kade, klimt
naar het bruggetje dat over de sluis
deuren aam de andere kamt loopt,
gaat naar de nog niet gesloten deur,
draait die dicht. Terug naar de brug,
wachten tot het water in de sluis
het juiste niveau heeft, brug en an
dere sluisdeuren opendraaien, schut
van de andere zijde opnemen en van
voren af aan beginnen.
Rug kapot
Rinus Dobber is sluisknecht. Hij is
niet de sluiswachter. Die is een half
jaar geleden afgekeurd. Hij heeft z'n
rug kapot gedraaid. Ernst Catshoek,
een sterke vent van pas dertig Jaar.
In het hoogseizoen- de druktste
maand is juli met een dikke vier
duizend schepen heeft Dobber nu
assistentie van Egbert Slot, die één
kant van de sluis voor zijn rekening
neemt.
Het gaat dit jaar dus fantastisch.
„Maar die politie moet er wel con
stant bij blijven, anders heb je zó
weer een puinhoop", vreest Dobber.
De burgemeester is ook blij met de
politiehulp.
„Het is niet te geloven: als de po
litie te water erbij komt heeft nie
mand meer babbels. Met eem agent, op
straat kan je nog overleggen em in
discussie gaan.
De waterpolitie kent dat niet, dis
doet daar niet aan, die lui treden
nog op met onverbiddelijk gezag".