Arme Amerikanen,
rijke winkeliers
De "Nederlandse Lar ousse
verruimt keuzemogelijkheid
IEDEREEN HEEFT
GELIJKE KANSEN
Mark duurder, dollar goedkoper
Heerlen Die geldmarkt, dat op
waarderen, die devaluatie, die infla
tie, de mensen worden ermee dood
gegooid, maar of ze het nou alle
maal begrijpen? Het zal er wel op
neerkomen dat de melk weer een
paar cent duurder wordt of zo. Het
gaat niet best, mompelt de massa
hoogstens, dat is een ding dat zeker
ls.
Het is maar hoe Je het bekijkt of
wie je bent, want die dure praat
heeft in de praktijk zo zijn voor-
en nadelen. De in ons land gesta
tioneerde Amerikanen bijvoorbeeld
tellen mokkend hun zwaar gekel
derde dollars uit. Ze zijn opeens
niet rijk meer. Maar de Nederland
se winkeliers langs de Duitse grens
stapelen schaterend de bankbiljet
ten op. Hun zaken worden leegge
roofd door de Duitse huisvrouwen,
die het met hun duurder geworden
mark op de opeens goedkoper ge
worden vaderlandse waar hebben
gemunt. Kassa ping
Amerikaantje huilt, winkeliertje
lacht. Weg zijn de gouden tijden
van de Yank, die met zijn ijzerster-
ke dollar alles en iedereen kon ko
pen. Dat was misschien vier jaar
geleden, toen zo'n flap hier nog
voor bijna vier piek telde. Nu krijgt
hij voor het kreng amper meer dan
een rijksdaalder en dan strooi Je
niet zo hard meer met Je geld.
Zeker niet als vrijwel alles hier in
die vier Jaar door de inflatie, de
waardevermindering van het geld,
een stuk duurder is geworden. De
Amerikaan in ons land is aan twee
kanten de klos.
Natuurlijk is er voor de Amerikaan,
die een dik salaris verdient, nog
weinig aan de hand. Met zo'n der
tigduizend dollar in het Jaar, altijd
nog een dikke vijfenzeventigduizend
Nederlandse guldens, kijk Je niet
meteen op een devaluatie meer of
minder.
Maar John Soldier, die hier is ge
legerd, moet zo langzamerhand een
huishoudboekje voor zijn vrouw
gaan kopen. „Het is net als met de
inflatie hier in Nederland", weten
de Amerikaanse militairen bij Af-
cent in het Limburgse Brunssum,,
,bij de kleine man tikt het veel
harder aan dan bij Jullie minister
president."
Met vrouwen en kinderen mee wo
nen er zo'n drieduizend Amerikanen
in Limburg. Ook de korporaal
met zijn gezin, die het in Amerika
zuinig aan zou moeten doen, had
het hier goed tot de dollar hem on
trouw werd.
„Het gaat nog wel hoor", zegt hij,
„maar we moeten ons geld nu wel
tellen. We aten bijvoorbeeld elke
dag in een restaurant. Dat is er nu
niet meer bij. Zelf koken".
Ziek
Het is hard gegaan met zijn zieke
dollar. In 1971 hoefde een Ameri
kaanse militair per maand nog
maar 118 dollar voor de huur van
zijn comfortabele flat te betalen
Nu moet hij, inclusief huurverho
ging, 186 dollar neertellen.
„Met de auto moeten we nu ook
uitkijken", rekenen de Amerikaanse
militairen op Soesterberg voor, „wat
betekende een slee van een wagen
vroeger voor ons? Niets. We waren
niet anders gewend en hij was ge
makkelijk te betalen. Nu moeten we
het met kleinere auto's doen. Een
all-risk-verzekering kunnen we niet
meer betalen. Bijna iedereen hier is
op WA overgegaan".
Nederland is voor de ruim levende
Amerikaanse militair geen goedkoop
paradijs meer. Onder de, inclusief
vrouwen en kinderen, 2500 man in
Soesterberg hunkeren de eersten al
weer naar het vaderland.
„Voor de lagere rangen is Neder
land op dit moment al een stuk
duurder dan Amerika", treuren zij.
„uitgezonderd New York misschien.
Onze vrouwen kunnen hier nauwe
lijks werken. De toelage van onze
regering komt veel te laat. De eer
ste aanvragen om naar huis te mo
gen zijn al binnen".
Ziet de niet al te hoog geklommen
Amerikaan het in ons land niet
meer zo zitten, de heus niet slim
mere Nederlandse winkelier is voor
lopig niet weg te branden uit het
grensgebied met Duitsland. Super
markten in Winterswijk, Zevenaar,
Venlo, Vaals en Heerlen bijvoor
beeld worden overspoeld door Haus-
fraue, die bij ons de Zigarette en
de Kaffee veel billiger kunnen krij
gen dan in hun duur geworden
Duitsland.
In het weekeinde, dikwijls opge
smukt met een marktdag, gaat vaak
75 procent van de omzet naar
Duitsland. Vooral de sigaretten en
de koffie zijn in trek. Een pakje
vn 25 is hier 65 cent goedkoper
dan een pakje van 20 in de Heimat.
Op een slof wint de Duitser vijf tot
negen gulden. Voor een pond koffie
betaalt hij bij de Hollander drie tot
vijf gulden minder.
Een dagomzet van tienduizend gul
den alleen aan sigaretten is voor de
grenswinkelier geen uitzondering.
Zolang de mark duur blijft, zit hij
gebakken. „Meneer", verzekert me
vrouw Rikhof van VéGé-levensmid-
delenbedrijf in Zevenaar, „U mag
het best weten, we worden rijk. Nog
veertien dagen zo en we zijn bin
nen. Dan doen we gewoon de deur
dicht en dan gaan we lekker op va
kantie."
Wijzen
Lambert Kip heeft een zaak of
acht in Winterswijk. „Ik ben hon
derd procent tevreden", zegt hij
met een knipoog, „het gaat zelfs zo
goed dat we moeten oppassen dat we
onze Nederlandse klanten niet ver
liezen. U weet hoe dat gaat. Als de
Duitsers zo in het groot inkopen,
wil dat nog wel eens weerstand wek
ken bij de Hollanders.
En het gaat in het groot, met
De warenhuizen en levei
middelenzaken
grensstreek zijn helem|jnlj
op de gretige Duitse kin
ten ingesteld. Deze
in Venlo adverteert in I
Duits. L
Ms
Pfunde tegelijk. Ze rijden
tig kilometer voor en dan ko5 J
niet om een onsje. Ze wijzen
je met het mes afsn5Ur<
en
In lange colonnes, de auto's CFS
stampt met koopjes, keren de vac
sers terug naar huis. Aan c'
nauwelijks problemen. Het
renverkeer tussen Duitsland
derland, EEG-partners, is
dat betekent dat per
mits voor- persoonlijk
450 gulden aan lekkei
mag worden meegenomen. Alle
hoeveelheid sigaretten en k
beperkt, maar met al die
aan de grens...
zou
De nieuwe staatssecretaris voor Onderwijs en Wetenschappen, ar. (j. Klein (tweede van reen
met drie van zijn naaste medewerkers op het ministerie.
Staatssecretaris van O. en W.
„Een foto van mij alleen?" Kan
het niet eens met enkele van de
mensen die het mij mogelijk maken
om desnoods 100 uur per week te
werken?..."
Een typerende vraag voor het ka
rakter van de staatssecretaris van
Onderwijs en Wetenschappen, dr. G.
Klein (47). Typerend vawege het
samen werken, samen doen, discus
sie op gang brengen en iedereen bij
de zaken betrekken...
Op de zesde etage van de depen
dance van het departement, in die
zelfde kamer war tijdens het vorige
kabinet de 1000-gulden collegeldwet
tot stand is gekomen, zit hij nu
naast andere zaken de terugschroe
ving tot 500 gulden te bestuderen.
Het debat over de overgangsmaatre
gelen tussen de 1000 en 500 gulden,
dat d!e laatste week voor het reces
in de Tweede Kamer werd gehou
den, heeft hem toen wat geïrriteerd.
Zittend naast minister Van Keme-
nade trok er over zijn goedlachs
gezicht soms een zware frons, een
wrevel die hij nu toelicht met:
„Het studiefinancieringsstelsel dat
ik heb voorgesteld wil ik brengen
als aanzet voor het méédenken. Ik
heb de oplossing niet kant en klaar
op zak. Elk idee geef ik graag voor
een béter. Die irritatie komt, wan
neer men dan zonder er erg over
nagedacht te hebben het probeert
wég te vegen."
Het „gelijk" is voor Ger Klein niet
belangrijk. „Ik vind het heerlijk om
anderen geilijk te geven. Dat bete
kent dat een ander beter over een
zaak heeft nagedacht."
Wat dat betreft, denkt hij met
vreugde aan zijn Philipsresearchtijd
terug. „Dat was een klimaat waar
in de directeur de jongste fysicus ge
lijk kon geven. Dat moet in de po
litiek ook meer gebeuren, in plaats
van dat men elkaar vliegen pro
beert af te vangen."
Zijn stelliing: „Als je, met name jon
ge, mensen met hun ideeën probeert
weg te vegen dan ben je verloe
derd."
Zijn vrouw - Engelse van origine -
heeft wel gelijk dat ze hem af en
toe waarschuwt: „Je moet Je niet
overwerken". Dat geldt voor hem
niet in de letterlijke zin, maar voor
het werk, veel werk, verschillende
dingen naast elkaar... het wordt al
lemaal met tomeloos enthousiasme
door hem gedaan.
Sinds de oprichting van de PvdA is
hij partijlid, met een onderbreking
gedurende de tijd dat in Indië de
politionele acties werden gevoerd.
„Ik kom uit een rood nest. In '44
meldde ik me als oorlogsvrijwilliger
bij de marine en in '46 was ik er al
weer uit. Die saamhorigheid tijdens
de oorlog had bij ons jonge mensen
geweldige verwachtingen gewekt.
Die werden al snel radikaal de
grond ingestampt, in het bijzonder
door de houding van mijn partij in
de Indië-politiek."
Hij heeft in de dertiger jaren de
fascistoïde tijd meegemaakt dat men
wél lid van de NSB maar niet van
de SDAP mocht zijn. „Er werd aan
de brievenbussen geluisterd of men
de VARA aan had staan. Mijn va
der, die lid van de SDAP was en
bij de marine werkte, heeft in '37
zijn eigen conclusie getrokken. Hij
is eruit gestapt en broodbezorger
geworden. Toch hebben wij kinde
ren allemaal mogen leren en stude
ren. Van huis uit heb ik geleerd
dat politiek ontzettend belangrijk is.
Er zitten nare kanten aan, maar
het is een goede zaak, géén vieze
zaak
Weinig goede herinneringen heeft
de heer Klein aan de politiek van
de jaren-50. „Je had het gevoel aan
boord van de Titanic te zitten die
rechtstreeks op een ijsberg afvoer..
Hij is blij met de post die hij nu
heeft.
„Het tertiair onderwijs is een van
de belangrijkste stuurmogelijkheden
voor de maatschappelijke ontwikke
ling. De keuze die je daar maakt, is
enorm bepalend voor de maatschap
pij van morgen. We zullen daar als
gemeensohap erg goed over moeten
nadenken. De beslissingen mogen
niet van toevallige ingevingen af
hangen.
Veringa (Minister van O. en W. in
het kabinet De Jong) heeft een uit
stekend stuk werk gedaan met zijn
Wet Universitaire Bestuurshervor-
ming 1970. Het is de eerste stap op
weg naar de democratisering ge
weest, dit meedragen van verant
woordelijkheid door meerderen,
Staatssecretaris Klein
overtuigd dat democratisering
re resultaten op zal leveren
toritair geleide structuren.Maai
kan alleen gedijen in een doel
ge omgeving."
Zijn visie op de mensheid,
mens kan alleen maar goed
en in een gemeenschapp die
en alle anderen in de gelege
stélt zich te ontplooien".
Hij wil en ziet die kansen
duur voor iedereen. Is zeer i
tisch. Op de opmerking a
Utopia in de geschiedenis nc
is bereikt, reageert hij lachei
„we regeren pas twee maanden
Hij wil de mensen losmaken 1
het idee waar Louis Davids
zong: „Wie voor een dubbelt)
boren is. zal noodt kwartje
den..
Zegt fel: „Dat is fóut. Dat 1
dat er voor je gedacht
van: „Jan, daar hoef jij niefl
te denken dat doem de knappf
pen wel voor je." Nou die
koppen hebben meestal geen l|
blijken vaak ook iets minder i
zijn dan op grond van hunï
heid mocht worden vermoed, j
Hij wil ook niet de (bewir
worden wiens naam alléén i
legegelden en studiefdnai
wordt verbonden. Zegt in
op een vraag over de - gei
toename van het aantal
den en -pogingen in de stu<
wereld: „Hieraan ben ik
maal niet toegekomen.
Vooropgesteld dat bij de
ring hiervan zeer specifieke l
vereist, die waarschijnlijk
partement maar zeker ikzeH
bezit, wil ik als eerste reactie i
dat m.i. de samenklontering
mensen uit een hoek sociaal S
niet harmonieus is en dit niet
maal kan werken."
Over zijn eigen situatie desj^
„Ik heb het geluk gehad
jong gebrouwd in de Amstero
Dapperbuurt kon wonen voor
per week en niet in een stude a£(
tehuis."
Met zijn ervaring als hooglerai
mede belast was met stude a/<
aangelegenheden meent hij Hor,
mogen stellen dat veel protf 6-e;
em isolement van de studenten
staan doordat men eigenlijk
die niet aan kan.
,.We moeten af van dat maal
pijpatroon dat het hebben val
handvat voor je nas
handig is en dat om dit te befl
vele jonge mensen mislukken
dat zij een niet bij hun karakd
aanleg passende opleiding volg'
Öe
ZATERDAG 21
Dezer dagen verscheen het vijfde
deel van die merkwaardige nieuwe
uitgave op het terrein der Neder
landse encyclopedieën, die de naam
„Grote Nederlandse Larousse"
draagt (bij afkorting GNLE). Van
haar oudere zusjes, of die nu uitge
dost zijn in een min of meer weten
schappelijke avond-robe dan wel
in een kleurrijk middag-Jurkje, on
derscheidt zij zich onder meer door
haar afkomst: deze Larousse is een
Nederlandse bewerking van de ver
maarde "Grand Larousse encyclo-
pédique", die zo'n honderd Jaar ge
leden voor het eerst van de Franse
persen rolde en waarvan sindsdien
ook verscheidene buitenlandse edi
ties gedrukt werden, een Spaanse, 'n
Italiaanse, een Griekse, een Turkse
en nu dus ook een Nederlandse.
Maar naast dat onderscheid in
herkomst is er een ander, essentieel
verschil met de bestaande Neder
landse encyclopedieën: haar in
houd. De "Larousse" is namelijk 'n
combinatie van woordenboek en en
cyclopedie, een denkbeeld van Pierre
Larousse (18171875). dat dn diens
Franse vaderland altijd bijzonder in
trek is geweest. Beperken de tot nu
toe in het Nederlands versohenen na
slagwerken zich tot het typisch-en
cyclopedische samenvatten van we
tenschappelijke gegevens in een aan
tal trefwoorden, de Larousse ls bo
vendien een woordenboek. Het. gehe
le „Verklarend Woordenboek
der Nederlandse taal" van Koenen-
Endepols ls in deze GNLE (uitgave
Scheltens en Glltay, Den Haag) op
genomen, aangevuld met een groot
aantal nieuwe woorden en woord
verbindingen. die in het tegenwoor
dige taalverkeer burgerrecht heb-
gen verkregen of bezig zijn te krij
gen.
Het gevolg van deze opzet is, dat
het aantal trefwoorden per bladzij
de aanzienlijk groter is dan in de tot
nu toe gebruikelijke encyclopedieën,
gemiddeld tweemaal zo groot. Want
naast de meer uitgebreide encyclo
pedische artikelen vindt men immers
ook de (uiteraard veel kortere) ver
klaringen van de woordenschat der
Nederlandse taal. Enkele voorbeel
den maken dit duidelijk. Stapt een
Nederlandse encyclopedie van de
dichter Achterberg over naar "ach-
terbloem", de Larousse last daar
nog achterbeslag, achterbdnt. ach
terblijven en achterblijver tussen.
En, om een ander willekeurig geko
zen voorbeeld te geven, tussen affuit
en afgeknot geeft de Larousse bo
vendien affusie. affutage, affutse-
len, afgaan, afgaand, afgang, afgap-
pen, afgrazen, afgebrand, afgebro
ken, afgedaan en afgeesten (geest
grond afgraven).
Het ligt voor de hand, dat een pa
gina Larousse er doorgaans wat
"onrustiger" uitziet dan een bladzij
de van een encyclopedie-zonder-meer
maar daar staat tegenover, dat de
informatie ruimer is. De eerste vijf
delen van de Larousse (tot en met
"Brab") bieden niet minder dan
46.000 trefwoorden.
Nog een paar cijfers: die vijf delen
bevatten 9555 illustraties en kaarten
in zwart-wit (het totaal wordt
44.000) en 114 pagina's illustraties in
kleur (totaal wordt 520). Bovendien
zijn er twee (totaal na voltooiing: 10)
„transparanten", resp. de reis naar
de maan van de Apollo-15 en de li
chaamsbouw van de bij. Zo'n trans
parant bestaat uit een inlas van drie
velletjes doorzichtig plastic, elk in
fraaie kleuren bedrukt. Een deel van
deze folie-bladzijden overlapt el
kaar, waardoor één geheel ontstaat.
Voeg daarbij, dat er in totaal dui
zend luchtfoto's van centra in Neder
land en België in de Larousse opge
nomen zullen worden en dertienhon
derd kaarten in kleur of zwart-wit,
dan volgt daaruit, dat er ook op het
gebied van de verluchting bijzonder
veel te genieten valt. In het geheel
hebben 1200 deskundigen aan deze
encyclopedieën meewerkt, wier ar
beid in zeven jaar tijd aan h et Ne
derlandse taalgebied is aangepast
door 600 gespecialiseerde medewer
kers uit ons land en België. Het ligt
voor de hand, dat het specifiek Fran
se deel beperkt moest worden om
ruimte te maken voor de Nederlands-
Belgische informatie. Het mes snijdt
dus aan twee kanten: ruime interna
tionale kennis is toegespitst op Ne
derlandse specialiteiten.
Interessant is, dat bij de trefwoor
den ook zeer vele spreekwoorden en
zegswijzen zijn opgenomen. Neem
bijv. "beer": daar vindt men er
achttien, zoals "beren op de weg
zien" (zich inbeelden gevaar te zien),
"een beer op sokken" (zwaarlijvig
mens), "zo sterk als een beer", "de
huid van de beer verkopen eer hij
geschoten is", "oude beren dansen
leren is zwepen verknoeien" het is
vergeefse moeite iemand op gevor
derde leeftijd van gewoonten te doen
veranderen), enz. enz. Nuttig is ook,
dat aan het slot van elk deel een bi
bliografie is toegevoegd, zodat de le
zer' over een bepaald onderwerp des
gewenst nadere informatie kan op
sporen. Overigens is dit alleen een
kwestie van "verplaatsen". In an
dere encyclopedieën pleegt die biblio
grafie aan het slot van het artikel te
worden vermeld.
Wat tenslotte het uiterlijk van de
Larouse betreft: de pagina's (per
deel ruim 700) zijn wat forser dan ge
bruikelijk. De breedte is 20 cm. De
fraaie banden zijn van groen kunst
leder. Op de rug is de naam in goud
druk op een zwarte ondergrond aan
gebracht, terwijl boven- en onder
aan op die rug rode "paneeltjes" die
nen voor resp. een versiering en een
opgave van de inhoud. Samenvat
tend kan men zeggen, dat deze nieu
we encyclopedie, door haar qua in
houd en uiterlijk wat afwijkende
verschijning, de keuze mogelijkheden
op het terrein der naslagwerken op
aantrekkelijke wijze verruimt.
Rl.
Deze Joto uit de nieuwe Larousse geeft slechts een zeer onvolledige indruk van het schitterende
illustratiemateriaal in de encyclopedie.