Giethoorn verloor zijn boeren )AG 13 JULI 1973 EXTRA PAGINA 9 OORN Roelof ■eur van Punterbouw Giet- heeft de laatste vijf jaar i boot meer gemaakt voor boer. Hij bouwt nog wel Precies dezelfde als iger. Maar alle spul gaat t meer in de bruine teer, het is niet meer echt van dat boe renwerk, De punters zijn ge schuurd en worden in de blan ke lak gezet. En ze krijgen los se vlondertjes. Voor het gemak. Want Giethoorn is niet meer wat het altijd geweest is: een unieke boerengemeenschap, bij-elkaar gehouden door het water. Giethoorn is in de loop der jaren een oord van enkel recreatie geworden. Om dat verlies van het eigene is elke geboren en getogen Gietenaar in het hart wel bedroefd. Om de recreatiestatus, die het dorp ervoor in de plaats heeft ge kregen, moet hij wel tevreden zijn. Het is zo ongeveer de enige inkomstenbron, iedereen leeft er haast van, direct of in direct. !KLÉ te, )f Schreur is Gietenaar in daar wel drie punters voor. Toen de i boeren vertrokken moesten wij ook nieren. Met zijn broer wel omschake!en... irm en ook nog met hulp zes Jaar geleden begon Schreur ider Jan en oom Harm, werf ook een camping „Natuurmonumenten heeft dus hte ij één van de twee, punter- meeste van dat land. Maar ze pas- ij en, die het waterdjorp nog sen er niet zo best op. Het rietland Schreurs zitten op Giet- wordt verhuurd aan boeren die wil len bijverdienen. Die komen het Zuid, dat helemaal op de snijden. Riet Is duur. Vooral na de aangewezen. Harm laatste storm. Maar het gewone oer op noord waar ten- land wordt Mn wiidernis. De sloten groeien dicht. Als ze er een echt ïehoaiidierd nieuw- natuurmonument van willen maken zijn neergezet, is en dat hoop ik niet hebben ze l.m zich, denk ik, een beetje vergist. -263» &re scheepstimmerman. Het wordt ^^„^3 En met dat L heeft een tijd gekend, land zou een enkele boer in Gdet- achttien werfjes had. In hoorn toch geholpen kunnen wor- eertig Jaar tijd zijn ze op den. Een boer die dat land 1 verdwenen. oorlog heeft de verandering tijd mog wel i ïoorn zich snel doorgezet. aanvoeren". heel andere levens peet Roelof Scheur duidelijk, -r 1 t hij pas 38 jaar is, 'De boer- erd voor iedereen hoofdberoep Er is Jarenlang een plan voor een iaast waren ze rietsnijder ruilverkaveling in de pen. Roelof een ander was weer Schreur is bang, dat het daarvoor die had nog een winkel- nu te laat is. deden allemaal er wat bij. „De Jonge boer stapt daar niet 8 werfjes, die overbleven, meer in. Als Je wilt beginnen moet II P het werk net af". je tooh minstens 50 koeien hebben, II hG le boeren waren die werfjes en Je mechanisatie erbij. Dat is een ERGp' °°k niet meer zo broodno- veel te grote investering. Vijftien Jaar geleden had Je een ruilverka veling hier in de buurt, daarin was lnS zestien hectare land genoeg. Maar g jaar geleden gingen de dat is nu weer te klein, dat mag in de sanering. Ze waren al- niet meer". te klein. Ze moesten hun De jonge boer stapt er niet in, kèm srkopen en de stallen afbre- er niet instappen. En andere moge- mochten zelfs niet één var- lijkheden dan het boerenbedrijf soh weer houden. Ze kregen van heeft Giethoorn buiten de recreatie een toelage, een vergoeding, niet. Dus trekt het Jongvolk weg. 1 dat niet. Het waren boer- Naar het bouwvak en naar de pias een koe of tien". ticfabriek in Steenwijk en naar de P.T.T. in de buurtgemeenten. „Het inwonertal loopt terug. Het is nu ongeveer 2200, we hebben er wel drieduizend gehad. Het ls een oude Pfeiffer bevolking: de gemiddelde leeftijd ligt tegen de vijftig Jaar". In Giethoorn-noord, waar die inse boeren bleven eerst in nieuwbouw is, gaat het nog. Daar is :derij wonen. Maar dat werd de lagere school behoorlijk bezet, vütr. En ze gingen hun boerde- Maar de school in zuid, waar geen pl erkopen aan de mensen van nieuwe huizen zijn gekomen, loopt Als tweede woning. En van terug. En zo gaat het ook met de trokken ze zelf in een bur- zangvereniging en de gymnastiek - 7 b.g. lakJe. Ze gingen naar Om- club. --Jc Nijeveen en naar de be- „Er wordt Jarenlang om een be- 1NGE Itehuizen in Steenwijk of in stemmingsplan gezeurd, er zijn wo uter a. ningen nodig: Ik dacht dat er ook IILJA leste land ging naar Natuur- best een bouwkem zou kunnen ko- Benten. men, daar in die hoek naast het pas de grootste liefhebber", oude dorp. De Gietense Jeugd zou z^chreur, „maar al dat land hier dolgraag blijven wonen, maar ipperd rond het grote wa- er is niks. Als Je net getrouwd bent liet, 1 Bovenwijde. De meeste boe- ben Je niet in staat zo'n tweede- mte 1 dden nog geen hectare grond woning-boerderij te kopen. Die is te huis. Ze moesten hun land duur die kost wel veertig- of vijf met de boot de koeien in de tigduizend gulden. Het zijn vaak 't hooi in de boot, de melk zulke bouwwerken, dat ze niet zijn boot. Ze hadden allemaal te onderhouden. En er moet ontzet tend veel aan worden opgeknapt". Dat komt, omdat de mensen van Giethoorn nooit zo bezig zijn ge weest met het bijhouden van de zaak. Zuinig „Het is van oorsprong een zuinige bevolking. Zuinig, zuinig. Als Je broek versleten was zette moeder er een stuk op en als Je weer door dat stuk heen was ging daar een twee de overheen. De mensen zijn hier niet veeleisend, maar ze zijn wel op hun vrijheid gesteld. Als Je te gen een Gietenaar zegt "JIJ moet" dan zet hij meteen zijn stekels op. Hij komt graag zelfs aan de kost en wil niet van een ander afhankelijk zijn". Dat wil niet zeggen dat ze in Giet hoorn geen saamhorigheid kennen. „Er was hier zelfs een heed sterke band", zegt Roelof Schreur, „Je had hier vroeger burenplicht. Bij een be grafenis kwamen de zes buren van de ene kant en de zes buren van de andere kant dragen. En zo ging dat ook als iemand er niet kwam met het werk. Dan hielpen de buren en over betaling werd nooit gepraat". Giethoorn is nog niet zo lang gele den met Wanneperveen, Blokzijl en Vollenhoven tot één gemeente, Bre- derwiede, omgesmeed. Er werden bouwplannen ingediend, die gedepu teerde staten te groot vonden en toen ze werden gehalveerd waren ze nog te groot. „Als Je hier toch eens wat particu liere bouw kon krijgen, daar zou onder de Jonge bevolking veel vraag naar zijn", peinst Schreur, „natuur lijk niet een straatje met huisjes: nee, een beetje open, een beetje met water erbij". Tweede woning De boerderijen gaan nu als tweede woningen naar de mensen van bui ten. Ze komen uit Zwolle en Assen en Twente. „Zo blijven die boederijen tenminste staan, ze worden opgebouwd. Anders zou Je een hele hoop lege plekken in het dorp krijgen. Dat is natuur lijk mooi. Maar als dorpsgemeen schap heb Je niet veel aan die hui zen op die manier. Ze zijn niet per manent bewoond, de eigenaars ko men een paar weekeindjes in het Jaar". Roelof Schreur neemt niemand deze ontwikkeling kwalijk. De tweede- woning-mensen niet, die tenslotte als recreanten geld in het dorp brengen en de boeren niet, die hun boederijtjes aan de buitenlui verko pen. „Zo'n boer heeft Jarenlang gewrocht en geploeterd met zijn vrouw. Dan hebben die mensen het best ver diend om wat centjes voor hun huis te maken". Er staan in Giethoorn nog heel wat boerderijen te koop, zeker twaalf. Ze zijn in handen van makelaars, want op die manier wordt er het meeste geld voor gekregen. Roelof Schreur moet tooh steeds weer denken of hier toch geen kans voor de eigen Jonge bevolking uit kan worden geput. „Ik ben helemaal niet zo iemand voor subsidie. Maar zou met wat subsidie niet iets voor die Jonge mensen kunnen worden gedaan? Ze werken voor tachtig procent al bui ten het dorp, maar ze zouden dan tenminste hier kunnen wonen". En hij denkt dan aan de gezinnen, die wel in het dorp zijn gebleven. Zwemmen „De kinderen hebben geen speel- vriendjes. Als ze in dit waterdorp willen leren zwemmen moeten ze naar Zwartsluis of Steenwijk. Ik voor mezelf heb er geen enkele be hoefte aan om in de stad te gaan wonen. Maar wat moet Je met de studiemogelijkheden voor Je kinde ren later? Het verenigingsleven loopt terug, de voetbalclub en het korfbal kunnen zich met pijn staande houden. ,Ja die spelen ook zondags. Giethoorn-zuid is vooral doopsgezind, noord is hervormd. Maar ze zijn hier altijd nogal ge makkelijk geweest. Ook heel open voor toerisme. Daarin is Giethoorn echt een buitenbeentje in dit gebied". Roelof Schreur wil zijn portret ab soluut niet getekend hebben als dat van een man, die met weemoed om terugkeer van de oude tijd roept. Hij is daarvoor veel te nuchter en te reëel. „Geld verzoet ook hier de arbeid. Heel veel mensen verdienen aan de recreatie. Ze verhuren bootjes, ze doen rondvaarten en er zijn hier nu twaalf campings. Twee campinghou ders komen er volledig mee aan de kost. De anderen doen er iets bij: een winkel, een hotel, rietsnijden, vissen. En ik bouw punters". Fanfare De uitbundige Haanstra-film "Fan fare" heeft Giethoorn na 1958 enorm in de publiciteit gebracht. „De rondvaartschippers gaan nog steeds bij café „Fanfare" langs en dan weet iedereen "oh, het was daar!". Ik geloof, dat het wel winst is. Dat vertrekt van de boeren houd je toch niet tegen. Dat doet de eco nomie nu eenmaal. En als Je het zo bekijkt is "Fanfare" een heel goed kope reclame voor de recreatie ge weest". De boeren zijn weg, de recreatie heeft Giethoorn in zijn greep. Je merkt dat de eerste minuut als je het dorp binnenrijdt en niet verder kan dan café "De Waterlelie". De auto mag Je daar parkeren voor een gulden, maar als je bij terug komst in het café iets gaat drinken wordt de parkeerbon alls betaalbewijs aangenomen en heb Je Je gulden terug. Dat is een van de prettige indruk ken die Je krijgt van de wijze, waarop ze in Giethoorn het toeris tisch bedrijf beoefenen. Overal zijn souvenierstalletjes, maar de vrou wen en meisjes, die Je de prent briefkaart verkopen zijn vriendelijk zonder opdringerige verkooptrucjes. Van alle kanten bieden dé mannen en jongens Je hun rondvaarten aan, maar er is er niet één, die Je agres sief aanklampt. De mensen verdienen aan het toe risme, maar zijn gewoon aardig. Ook Roelof Schreur, die nu zijn punters verkoopt aan de mensen met de tweede woning en ook aan watersporters in Reeuwijk, Loos- drecht en Groningen. Voor 2500 heb Je al een originele punter, com pleet met zeiltje. Het ls een zeer arbeidsintensief am bacht, dat van vader op zoon over gaat. Nu de boereti de punters niet meer nodig hebben beperkt Schreurs* produktie zich tot vijftien boten per winter. In de zomer maanden staat hij dan klaar voor het nodige herstelwerk. Het is allemaal veranderd in Giet hoorn. En niemand heeft er schuld aan. De boeren niet en de toeristen niet en de overheid niet. „Het is gewoon een verschijnsel, dat je in alle lagen van de maatschap pij ziet. De enige die schuld heeft is deze tijd", vindt Roelof Schreur. Als hij achter zijn werf naar de aangemeerde punters kijkt zegt hij: „Dat de boeren hder langs varen met hun koeien en met de melk en het hooi: dat komt nooit meer terug. Of ze moeten het kunstmatig gaan ma ken, zoals in Alkmaar en Volen- dam". Uit zijn stem kan Je horen, dat zoiets het allerlaatste is waarmee hij lief Giethoorn straft wil zien. De boerderijen worden twee de woningen, maar ze zijn niet permanent bewoond. (Foto's Theo Böhmers) Rondvaartbootjes: Giet hoorn leeft nu van de re creatie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 9