Liszt was geen druktemaker
Tapajos in voetsporen
van zijn grote meester
"I
Driemaal
Frans
driemaal
anders
OUDE BEKENDEN
VAN JACKSON 5
ISAAC STERN:
UITSPRINGER
Dave blijft Dave
Walker:
fris van
de lever
JEDAG 5 JULI 1973
finz Liszt: Pianoconcerten no.
Es-groot en no. 2 in A-klein,
kpeeld door Svjatoslav Richter
het Londens Symfonie-orkest
r, Kyrill Kondraschin (Philips,
iverso-serie, stereo 6580 071),
js f 17,50.
-jatoslav Richter (foto) toont
de man die voor ons eens en
yd het gemakzuchtige cliché
ar prikt dat Franz Liszt eigenlijk
een ij dele druktemaker was.
iel ongetwijfeld en niet wars
effectenhandel, maar dat is
zo vreemd in een tijd dat een
jxist en dat was Liszt toch
sreerst een soort veredeld
iéténummer voor de betere
l was. Op deze plaat met de
pianoconcerten wordt echter
ftgelegd dat Liszt geen ander
ord is voor Lauttönendes Niohts,
druktemakerij.
)e populariteit van de twee con-
s zeer zeker voor een goed
>1 ontleend aan de voor heel
pianisten onuitvoerbare vdrtu-
eit. Het is een gemakkelijk aan-
ekende taal. Als we een beeld
de literatuur mogen ontlenen,
behoort Liszt tot de vertellers,
gold lange tijd in het vader-
dse letterenwereldje als minder
fatsoenlijk: Boutens heeft altijd
meer ruimte in de literatuur inge
nomen dan Jan de Hartog. Maar
wie verneemt er nog van Boutens,
behalve dan geduldige ouders die
de Beatrijs moeten uitzitten op
het avondje van de middelbare
school? Het zou mij niet verbazen,
wanneer Liszt op het punt staat,
herontdekt te worden en dat is
dan maar heel ten dele te danken
aan die Londense mrs. Brown, de
weduwe die zegt als medium voor
gestorven toondichters te fungeren
en met name veelvuldig van Liszt
bezoek krijgt.
Richter speelt de twee concerten
grandioos en onnavolgbaar. Zijn
geweldige techniek kende ik al van
opnames van concerten van Bar-
tók en Prokoviev, maar zijn „dra
matisch" talent was in elk ge
val voor mij nieuw. Het bijna
korzelige vraag-en-antwoordspel
uit het middendeel van het eerste
concert, kwam op deze opname
als een geheel nieuwe gewaarwor
ding over; door een „ontledende"
aanpak van dirigent en pianist
tezamen, komt een rijk gescha
keerd harmonieënspel bloot te lig
gen dat tot nu veel onder een wol
len deken van onvolmaakte opna
me-techniek en beperkt muzikaal
kunnen verborgen bleef. Wie weer
eens met een vooroordeel wenst af
te rekenen, kan alleszins bij deze
plaat terecht! HM.
stalgie van
laikovski
kovski: Symfonie no. 4,
jet Londens Symfonie-orkest
Igor Markevitsj (Philips,
fso-serie, stereo 6580 077)
117,50.
J bij sommige componisten
gebeurt, gebeurt waar-
bjk bij Tsjaikovski wat te
j elke maat die hij schrijft,
vorser klaar die pre-
de hand van het rijk
bronnenmateriaal kan
welk onheil de Russi-
toen weer belaagde.
Zesde Symfonie druipt
|het verziekte Néwa-water
uit en bij de Vierde is
ellende diie de homosexu-
.kovski aanhaalde door in
ijk te treden.
1 1
rond. Dat op
jbied van de afwijkende ze-
jt Petersburg een voor die
(redelijk tolerante stad was,
daarbij gemakkelijk ver-
Geen oogst zonder zweet,
regel muziek zonder de
van een geprangde ziel!
van alle rimram is te con-
n dat de Vierde een prach-
uziek is. Ik vind het niet
irski's beste orkestwerk (dat
mijn smaak zijn tweede
oncert), het is evenmin zijn
lal meest interessante sym-
(ik blijf bij de Zesde, maar
ien heb ik toch te veel over
ki Prospect gelezen),
andantino uit deze Vierde
lie is een ontroerend stuk
;ie, waarbij dirigent Igor
Ifitsj zijn celli breed en don-
in laat uitwaaieren. Helaas
niet overal van de opname
ren: soms klinken de strij-
at iel. Dat kan komen door
een herpersing is van een
opname ,maar ik heb de
ide uitvoering van de Zesde
dirigent, zelfde orkest) er-
an gedraaid en daar merk-
iets van die ielheid. Het is
is een oud zeer, ook nu nog
t de ze-
als het geweld van
losbarst (zoals in die Finale)
ringen de decibels nog altijd
otons strijkers naar de flan-
het geluidsbeeld. En het
is dat dringen in de parti-
ïiet het geval is ook op
niet wanneer de
rs onder elkaar zijn.
wel na-
dük als detailkritiek te be
ren op een opname, die alle
doet aan dit rijpe stuk mu-
een Markevitsj had ik
niet anders verwacht.
H.M.
hnstone
solotoer
Johnstone Smiling
- PIGL 2 (Negram.
ey Johnstone geniet vooral
iheid als vaste gitarist van
John. Johnstone is echter
op de solo-toer gegaan en
eerste 33-toeren-produktie
rr best zijn. Het gitaarspel
ohnstone is bekend en zijn
Di schreef voor een aantal
de woorden. Davey speelt
gewoon gitaar, als akoestisch
mdoline. Op de plaat ook
Instrumentale nummers (Is-
en A Lark In The Morning
Mrs. McLeod) en daar zijn
fvens de beste nummers van
ig Face. Misschien is het
üibeveling aan Davey John-
om de volgende keer een
instrumentaal produkt op
fkt te brengen. J.v.dJ"ï.
George Brassens, album nr. 10
„La Religieuse", Philips 6325 018,
prijs f21,Sacha Distel, „Ses
premières succès", Musidisc 30 CV
1057,; Marie Laforet, „Marie Lafo-
ret", Polydor B 2473 021, prijs
Uil.—.
Het Franse repertoire krijgt naast
de grote schare trouwe fans ge
lukkig weer wat meer belangstel
ling. Daaraan is natuurlijk niet
vreemd, dat zangeressen uit ons
eigen landje de Franse taal voor
hun chansons gebruiken en zo de
muziek van de „echte" Fransen
wat gemakkelijker toegankelijk
maken. Op mijn draaitafel had ik
drie elpees van Franse artiesten,
die ieder zo verschillend zingen.
In de eerste plaats Brassens. Een
Chansonnier, zoals Je Je een chan
sonnier voorstelt. Bij hem gaat
het in de eerste plaats om de tekst,
een tekst die grote zeggingskracht
moet hebben. Hij is dan bereid die
tekst op muziek te zetten, zelf de
gitaar ter hand te nemen en er
dan ook nog een bas en een tweede
gitaar tegen aan te gooien. Maar
je moet niet verwachten, dat hij
gaat proberen muzikale toppresta
ties te leveren. Met zijn in mijn
oren altijd wat korzelige stem
gaat hij de teksten min of meer
zeggen, kleine stembuigingen moe.
ten aangeven dat het zingen is.
Maar: ik vind het prachtig. Je
hoort iemand, die lak heeft aan
allerlei regels die er zijn om te be
werkstelligen dat je mooie liede
ren krijgt.
De titel van de plaat is opge
hangen aan het chanson „La Re
ligieuse", waarin (in tien couplet
ten) de amoureuze avonturen van
een pastoor en een zustertje wor
den beschreven. In ieder couplet
bestaat de laatste regel uit dat
gene wat de kinderen van het koor
denken of doen: in de slotregel
zijn ze zich triest aan het mastur
beren
Een heel ander genre wordt ver
tegenwoordigd door Sacha Distel.
Hij zingt meer op de sakxnmanier:
keurig, geen onvertogen woord,
geen misplaatst basgeluidje. Alles
zoals het moet. Eigenlijk veel on
natuurlijker als Je het mij vraagt.
Maar erg gezellig, dat wel. Ge
wone, eerlijke ontspanningsmu-
ziek. Meer moet Je er niet van
verwachten. Op de plaat een veer
tien aantal oudere nummers, zo
als „Quand tu viens chez moi
mon coeur" van Aznavour, het
overbekende „Maladde d'amour" en
het niet minder populaire „Faci-
nation".
Tenslotte dan Marie Laforet
(foto). Weer iets heel anders. Een
mooie vrouw, die chansons brengt
met allerlei moderne middelen. Zo
als echokamers en een achter
grondkoortje. Het orkest staat
onder leiding van Hervé Roy; be
geleidt aan de hand van de ar
rangementen van de dirigent
Marie zo, dat haar lieflijk stem
geluid het best uitkomt: Voor mij
staat deze soort zang het verst af
van het chanson dat echt „Frans"
aandoet. Het is wennen en dan is
het leuk. Maar Brassens hoor ik
toch lieverP.T.
Sebastiao Tapajos Bienveni-
do Tapajos BASF 21 21683-7
Prijs: f21,Baden Powell So
litude on Guitar CBS S 65494
Prijs: f21,—.
Men zegt dat er in Brazilië vrij
wel geen familie bestaat zonder
minstens één verdienstelijke gita
rist. Slechts weinigen van hen
worden in Brazilië zelf bekend en
het aantal dat internationale be
kendheid krijgt is op een hand te
tellen. De bekendste Braziliaan op
dit gebied is wel Baden Powell
Aan deze muziekpagina
werkten mee:
Ron Harms,
Han Mulder,
Jan van der Nat.
Layout en
eindredactie
Pieter Taf fijn.
(foto). Sebastiao Tapajos lijkt nu
in de voetsporen van zijn grote
meester te treden. Hij kreeg in
ternationale vermaardheid via zijn
elpee Nova Bossa Nova (uitge
bracht in de herfst van het vorig
Jaar) en via het „Festival Folklore
e Bossa Nova do Brasil", waarmee
hij half Europa afreisde. Zoals de
meesten van zijn landgenoten legt
hij zich vooral toe op oude liedjes
en melodieën uit zijn geboorte
land. Uitzonderingen daarop vor
men Favela (een liefdesliedje) en
Feitio de Ora?ao. Als groot fan
van Baden Powell kon hij het een
voudig niet nalaten zijn grote
voorbeeld op deze plaat te eren en
hij doet dat via Choro para Metro-
nomo. Zijn adoratie voor de Ar
gentijnse componist Piazolla koant
tot uitdrukking in Adios Nonino.
Bienvenido (welkom) Tapajos is
gewoon een erg fijne plaat en voor
liefhebbers van gitaarmuziek zeker
aan te bevelen. Maar dan wel
lekker in het zonnetje en met een
groot glas Cuba Libre in de hand.
Vrijwel gelijk met de plaat
van Tapajos verscheen op het
CBS-label een nieuwe plaat van
Baden Powell. Het verschil tussen
beide platen is niet zo enorm
groot, behalve dan dat, Tapajos
vaak wat snellere muziek uit rijn
instrument tovert. Op de nieuw
ste Powell ondermeer bekende
songs als Brasiliana, The Shadow
of Your Smile en Kommt ein Vo
gel geflogen. J.vri.N.
Jackson Five Third Album/
Lookin' Through The Windows
(Milestones) Tamla Motown
5C184-50.256/57 Prys: f 29,—
In de serie Milestones nu ook
een plaat van de Jackson 5. Een
dubbelalbum wel te verstaan, dat
is samengesteld uit twee reeds eer
der verschenen elpees: Third Al
bum en Lookin' Through The
Windows. Voor fans van de vijf
broers dus geen nieuwe nummers
Op deze platen vinden we onder
meer I'll Be There, bekend gewor
den via de Four Tops, de grote
kraker van Simon Garfunkel
Bridge Over Troubled Water, The
Love I Saw In You Was Yust A
Mirage, een nummer van „Smo-
key" Robinson en Little Bitty
Pretty One van Ronnie Byrd.
Voor de liefhebber van het ge
voelige sopraanstemmetje van Mi
chael Jackson een plaat die zeker
is aan te bevelen. J.v.dN.
BRAHMS: Vioolconcert. Isaac
Stern, Philadelphia Orkest o.l.v.
Eugene Ormandy. CBS 61325.
De Russlsch-Amerikaanse mees-
terviolist Isaac Stern heeft voor
CBS reeds vele opnamen ge
maakt, maar deze is er wel een die
er in het bijzonder uitspringt. Al
lereerst is daar de voortreffelijke
geluidkwaliteit. Vervolgens is
daar de welhaast ideale samen
werking met Eugene Ormandy, die
het Philadelphia Orkest.tot op
grote hoogten stuwt. Tenslotte is
er de violist zelf, die met zijn gloed
volle vertolking hier een prestatie
van de eerste orde levert.
Slechts de toelichting op de hoes
ls tamelijk oppervlakkig en soms
onjuist. Naar de vorm sluit het
concert nauw bij Beethoven aan,
naar de inhoud bijBrahms,
die met groots opgezette werken
eigenlijk geen raad wist maar met
kleine bezettingen des te meer. De
romantische kamerstijl is ook in
dit aan Joachim opgedragen
vioolconcert duidelijk te proeven.
Ook zijn voorliefde voor de Hon
gaarse volksmuziek verloochent
zich hier niet, evenmin als in zijn
tweede pianoconcert en rijn derde
symfonie. Des te gelukkiger is het
(ten ook, dat Eugene Ormandy nu
eens niet heeft willen streven naar
een bombastische begeleiding,
maar voor zijn doen erg beschei
den te werk is gegaan. Samen met
Stern zorgde hij voor een prachtig
uitgewogen climax-opbouw, het
orkest bespeelde hij als een mach
tig instrument; meer dan honderd
man telden voor hem evenveel als
de solist, zodat Stern nergens over
speeld werd. Stern te roemen zou
water naar de zee dragen zijn.
Derhalve een goed initiatief van
CBS, deze opname uit 1959 op
nieuw uit te brengen (wat kon
men toen al mooie stereo-opnamen
maken!). RGH
Dave Brubeck, Gerry Mulligan,
Paul Desmond, „We're all to
gether again for the first time".
Atlantic 40489.
Het is met Dave Brubeck altijd
wat eigenaardig. Eigenlijk is zijn
muziek zeer pretentieus, zijn stijl
doet me altijd wat denken aan het
ook al zo pretentieuze Modem
Jazz Quartet. En toch doet het Je
altijd iets, vind Je altijd iets van
Je gading in zijn muziek. Vooral
als er dan zoals op deze plaat, de
elegante altsax-tonen van Paul
Desmond en de zoveel agressievere
baritonsax van Mulligan bijkomen.
Het zijn op deze Atlantic-plaat
woonde ikzelf ook by en volgens
Brubeck was het publiek er het
meest geestdriftig: 40 minuten toe
giften. Twee daarvan zyn er op
deze zwarte schijf vastgelegd. Rot
terdam Blues, waarin Brubeck ge
ruime tijd alleen te horen is. Om
de simpele reden dat de koper
spelers en de ritmesectie nog niet
terug waren gekomen op het to
neel. Verder één minuut solowerk
van Dave in Sweet Georgia Brown
De onverbiddeliyke stamper Take
Five levert zestien minuten heer
lijk ouderwets swingende muziek
OP. P.T.
opnamen van de Newport Jazz
Festival-toer in Beriyn, Parys en
Rotterdam. Dat laatste concert
Jr. Walker the All Stars,
„Live" (Milestones), Tamla Mo
town 5C 184 50.260/61, prijs f 29,—
Soulblucs-saxofonist Jr. Wal
ker is vooral in de Verenigde Sta
ten een begrip. Het onomstootbare
bewijs daarvan wordt gevormd
door de verkoopcyfers van rijn
platen: voor Tamla Motown zyn
dat nu al dertien elpees en dubbel -
elpees.
Walker is een vriendeiyke man.
die Je vertrouwensvol aankykt
vanaf de hoes althans aan de
binnenzijde. Op de buitenkant zie
Je hem in volle actie: uit volle
kracht blazend op een natuur-
Ujk scheef omhoog gehouden
fraai gegraveerde saxofoon. Zo ls
de muziek ook wel. Het gaat
meestal op volle kracht, schyn-
baar zonder overleg. Dat is er na
tuur Ujk wel, maar het geheel doet
me toch wat rommelig aan. Mis
schien klinkt het daarom wel zo
enthousiast. Want dat kan Je c
„all stars" (wie dat ook mogen
zyn) niet kwaiyk nemen. Het is
allemaal fris van de lever. In be
kende Walker-nummers als Road
Runner. Home Cookin' en Shot-
gun. P.T.