ZWIEPER HOORT ERBIJ! Datsun komt met 1 nieuwe 3 midden- iklasser impress!) Anti-slip bij KNAC Ook Fiat wil van lopende band af MERCEDES 220 D .TERDAG 30 JUNI 1973 De Renault 16 waggelt even als een dronkeman heen en weer, tolt dan zioiepend om zijn as en komt met een hevige klap steunend en trillend tot stil stand in de berm van de weg. Maar de vrouw achter het stuur lacht breeduit. Ze vindt het een machtige belevenis. Ze geniet duidelijk van die anti-slipcur sus. Een cursus, die nu eenmaal niet kan en mag verlopen zon der zulke zwiepers. Want als men 's ochtends natuurlijk een tikje nerveus, 't lijkt allemaal zo griezelig op de slipschool van de KNAC op Ypenburg begint, zegt chef instructeur Poot maar meteen, dat hij geen woorden wil vuil maken aan theorie. „Dat komt onderweg wel". Hij nodigt de cursist onmiddellijk uit in de auto te stappen. Voordat die man (of vrouw) het eigenlijk goed beseft stuurt hij de Re nault of de Opel Kadett al die spekgladde baan op. Op een stuk van de oude rijksweg is de modernste en grootste particuliere baan (230 meter) ingericht. Met sproeiers en zeep hebben de instructeurs die baan griezelig glad ge maakt. Wetenschappelijk ge meten een stroefheid van 0.03, beter begrijpelijk: zo glad als een beijzelde weg. Geen won der, dat iedereen de eerste keer „op zijn bek gaat", zoals dat heet in het jargon van de anti slipschool. Natuurlijk kan je zo'n eerste keer dat gevaarte niet behou den door die twee venijnige bochtjes jagen. Welnee, het vol goede moed begonnen avon tuur eindigt achterstevoren in de stroeve berm. Opnieuw be ginnen, opnieuw proberen. En intussen komt de theorie van de naast de bestuurder zittende instructeur.. Voorwielslip, ach terwielslip. Niet teveel techni sche kreten, niet te veel ver warrende uiteenzettingen van mechanische principes, het gaat om de praktijk. „Dat die auto slipt is niet be langrijk, alleen de richting daar gaat het om. Sturen, ver voor je uitkijken en steeds maar in die richting rijden". Bij herhaling wordt in de oren gespoten. Intussen steeds maar proberen om zonder slip over die baan te komen. Zolang mo gelijk voorkomen, pas als dat niet meer kan: genezen. Eerst met lagere snelheid, dan op voeren. Geen betogen over on der- of overstuur, tegen- of meesturen, maar alleen „al doende leert men". Het is moeilijk. De krachten, die loskomen, zijn onvermoed grootzijn verrassend moeilijk in bedwang te houden. Temeer omdat de instructeur met twee voetpedaaltjes, die op de rem men werken, heel gemakkelijk alle goede bedoelingen in de soep kan gooien. Want rem men is misschien het enige, dat men helemaal nooit mag doen. De ingebakken reflex van schier alle automobilisten is funest op elk glad wegdek. Sturen en gas doseren, het zijn de enige middelen, waar mee men een slip te lijf moet. Het is niet veel, maar met eni ge ruimte blijkt het tot ieders verrassing toch voldoende. En tegen het einde van de dag komt daar dan nog eens het pompend remmen bij. „Even pompend remmen", het is ook weer zo gemakkelijk gezegd, maar het kan oh zo lastig zijn. Maar de meesten krijgen ook dat onderdeel onder de knie. Trouwens, wat is de hoofd zaak van zo'n cursus? De be stuurders moeten vertrouwd raken met hun wagens. Onder alle omstandigheden, ook in noodsituaties. Daarom worden ze gewoon geconfronteerd met de krachten, die het voertuig beheersen, maar ook kunnen overheersen. In de praktijk blijkt steeds, dat men zich nau welijks bewust is van de invloed en de mogelijke gevolgen van die krachten tijdens het rijden. Bij de KNAC kan men ze le ren kennen. Het is geen leeg gegooid geld (f 125. voor leden f95,-). 'integendeel. Eigenlijk zou iedere automobilist het op zijn minst eenmaal gedaan moeten hebben. En zo mogelijk later nog eens op „herhalings oefening". Gewoon weer een dagje meedraaien. Sommigen kunnen er niet genoeg van krij gen. Hun ogen glinsteren ge woon als ze over slippen komen te praten. Ze hebben er plezier in hun vaardigheid tegenover de mechanische krachten te stellen. Het zijn de zeer vaar dige rijders. De meeste cursisten gaan 's avonds een beetje dol gedraaid naar huis. Ze druk ken het gaspedaal wat minder diep in dan ze gewend zijn. Ze zijn toch wel een beetje ge schrokken. En ze zullen net als wij 's avonds in bed nog hebben liggen tollen. En liggen denken aan wat had kunnen en nog kan gebeuren! Datsun Nederland in Sassenheim (druk bezig aan de verhuizing naar Lisse) heeft een nieuwe serie perso nenauto's uitgebracht, die bestaat uit de 1400 standard en luxe en de 1600 hardtop SSS. De nieuwe model len zullen in de loop van dit jaar le verbaar worden. Het 4-deurs model 1400 heeft een watergekoelde 4-cilinder motor van 1428 cc met een vermogen van 85 SAE/pk en kan een topsnelheid van 155 km/uur bereiken. De 160 2- deurs uitvoering heeft een 4-cilinder motor van 1595 cc met een vermo gen van 100 SAE)/pk en een top van 170 km/uur. Alle typen hebben een hydraulisch bediend gescheiden remsysteem met rembekrachtiger. Voorts is er een anti-blokkeersysteem op de achter wielen,dat automatisch wordt uitge schakeld indien het remcircuit op de voorwielen defect mocht raken. De voorwielen hebben schijfremmen, de achterwielen trommelremmen, De 1400 standard kost f 10.700,-, de 1400 luxe f 10.995,- en de 1600 SSS f 12.990.-. DEZE PAGINA IS SAMENGESTELD DOOR KOOS POST DOLOMITE SPRINT OPKOMST In oktober zal op de Nederlandse markt naast de bestaande Triumph Dolomite een snelle uitvoering, de Dolomite Sprint, op de markt komen. Deze Sprint is uiterlijk herkenbaar aan een zwarte kunstleren dakbe kleding. contrasterende biezen aan weerszijden van de carrosserie en een nieuw embleem. De prijs is nog niet bekend. De wagen heeft een topsnelheid van 187 km. uur (de Dolomite haalt 165 km. uur) en kan een accelera tietij d van 0100 km. bereiken van 9.1 sec. Het maximum motorvermo gen bedraagt 127 DIN pk (Dolomite 91 Din/pk). Volgens de Nederlandse importeur past de Sprint in het nieuw Triumph-produktiepatroon: hij is uitgerust met een nieuwe cilinder- kop en een vergrote cilinderinhoud, waardoor een grote mate van sou plesse kon worden bereikt. Dc wagen is goed wendbaar en heeft een ge makkelijke bediening, aldus de im porteur. Robot vervangt mensenhanden Radicale plannen om de lopende band af te schaffen en mensen te vervangen door robots zijn slechts enkele zaken die Fiat wil proheren om de arbeidsmst te herstellen eu bovendien de produktie op te voe- De arbeidsverhoudingen bij Fiat worden goed geïllustreerd door het absenteisme van 14 tot 30 procenr in het gebied van Turijn. In 1972 zijn in bij Fiat 4.5 miljoen arbeids uren verloren gegaan door stakin gen en ontstond een produktiever- lies van 200.000 auto's. Wat niet wegneemt dat Fiat in 1972 nog 1.661.000 personenauto's maakte, ruim 75.000 meer dan het Jaar er- De ideeën van Agnelli zijn op zich zelf niet nieuw (Volvo en Saab schaften de lopende band gedeelte lijk al eerder af), maar worden wel voor het eerst toegepast in een au- tofabriek met een dergelijke grote produktie. In het algemeen gesproken omvat het vernieuwingsplan vier factoren: In de eerste plaats moet de lucht in de fabrieken schoner worden ge maakt. In de tweede plaats moeten robots waar dat mogelijk is mensen ver hangen, vooral bij het lassen van de carrosserie op het chassis. Op kleine schaal probeert Fiat dat al bij de produktie van de 132 en men hoopt het bij een nog niet geïntro duceerd model te kunnen uitbrei den. De derde en vierde actie zijn waar schijnlijk de belangrijkste voor de automobielindustrie als geheel: het bestuderen van methoden om te kunnen afstappen van de lopende band. Daar werkt nog slechts een tiende van de werknemers aan, maar dat wordt nog steeds teveel geacht. Er vorden gevonden niet meer de gehele dag met gestrekte armen te laten wer ken, om ze te laten zitten als dat mogelijk is en om ze te laten ont snappen aan het voortdurende rit me van de machine. In een van de nieuwste Fiat-fabrie ken in Cassino lopen vier korte produktielijnen naast elkaar. Op ie der van de lijnen wordt het gehele proces autofabricage verricht. De be doeling van die korte lün is. dat de arbeider 'n langere, gecompliceerdere taak heeft, die beter te verdragen s aan de korte snelle handeling aan de echte lopende band. In de fabriek in Termoli is de lo pende band al verdwenen en vervan gen door produktie-eilanden waar de mannen in groepsverband wer ken. Door die beide systemen verder uit te werken hoopt Fiat het werk menselijker te maken. Nog steeds moeten werknemers dan voldoen aan produktienormen. maar ze zou den in hun eigen tempo aan die normen kunnen voldoen. Ze zouden bijvoorbeeld even kunnen kletsen of een sigaretje kunnen roken zonder dat ze, zoals nu het geval is, de ge hele produktielijn in ongerede bren gen. Pas als in een Mercedes- diesel rondrijdt krijgt men in de ga ten hoeveel van dergelijke wagens er eigenlijk wel op de weg zijn. Het viel ons op, toen importeur Agam m Utrecht ons een week een 220 D ter beschikking had gesteld. We hebben toen ook beter leren begrijpen, waarom er zoveel reden. Dat week je was ons ook te kort. We hadden er graag veel langer in getoerd. Om de wagen nog beter te leren kennen en te waarderen. Het is geen goedkope auto. Verre van dat. Zo'n 23 mille is nog altijd 'n hele smak geld althans voor ver uit de meeste Nederlanders, 't Zal derhalve niemand verbazen dat het overgrote deel van de Mercedes-riJ- ders op "kosten van de zaak" rijdt. Zij kunnen de kosten voor een stevig deel op de fiscus verhalen. Als dat niet kan wordt de particuliere beurs door een auto van een dergelijke al lure zo zwaar belast, dat het slechts een enkeling is beschoren deze last vreugdevol te torsen. Voor de andere autoliefhebbers blijft de Mercedes een zoete droom. Want - ook dat hebben wij ervaren - een wagen met die uitblinkende ster voorop, met die robuuste contouren, met dat imponerende interieur en van die opvallende degelijkheid is merkwaardig genoeg ook in deze tijd van massamotorisering nog al tijd een soort statussymbool. Terwijl wij die 200-serie waar van de 220 er één is en die spoedig zal worden uitgebreid met nog een motorvariant - niet eens bijster mooi vinden. Wat te klassiek van lijn. Iets te grof. Maar het moet gezegd: alles ademt soliditeit en onderstreept de dieselmotor. Geen wonder, de meer prijs bedraagt ten opzichte van de benzinemotor slechts een dikke dui zend gulden. Dat is een verschil, dat men met de half zo dure dieselolie snel kan terugverdienen. Sterker nog: Mercedes heeft voor zijn klan ten uitgerekend, dat zo'n 220 D van 23.000 gulden als men om en nabij de 40.000 kilometer per Jaar rijdt niet meer kost dan een ander merk benzinewagen van pakweg 12 tot 13 duizend gulden. Nu zit er vandaag de dag nogal wat leven in die bezine- brouwerij, de prijzen gaat met recht met sprongen omhoog, zodat er ook in deze berekeningen nogal wat mu taties zitten, maar het blijft een feit. dat mensen, die veel en lang achter het stuur zitten in zo'n Mercedes-die- sel een goede keus hebben. die stugheid dus goed zittende stoelen zijn in een royale ruimte geplaatst. Het stuur staat precies op de Juiste plaats, maar het vraagt ondanks alle technische handgrepen toch nog wel enige kracht. We vinden het vrij zwaar sturen, wat vooral bij bepaal- duidelijk te bemerken Heel soepel laat men in die wagen de kilometers onder' zich heen glij den. Zo op het oog en het gevoel, noodt alles tot pittig doorrijden. Toch ziet men de meeste dieselrijders heel rustig voortsnellen. Ze halen zelden het onderste uit de kast. Wat I vele redenen kan hebben. In de eer ste plaats vraagt het rijden met een diesel enig aanpassen Het is niet moeilijker of ingewikkelder het is ge- Talrijke passieve ligheidsvoorzieningen zijn van expe rimentele modellen via de (nog> duurdere typen in de "goedkoopste"' serie terecht gekomen. Natuurlijk Het verhaal gaat, dat er ook vrou wen zijn, die him man liever in zo'n diesel hebben, omdat ze er wat min der fel en snel mee kunnen Jagen. Of het waar is weten we niet. maar het zou kunnen. Zo'n Mercedes-diesel is niet gemaakt van de eohte "scheurders". Je kan er geen felle ac celeratietijden mee maken. De top- is ondanks de zware 65 pk motor niet hoger dan 140 km op de teller en dat wordt na enige moeite bereikt. Je kan er goed mee uit de voeten, het is al lemaal heel redelijk, maar Je kan er niet mee Jagen. Lekker ontspannen lange afstan den mee rijden daar is die wagen voor geboren, 't Geluid van deze die selmotor is op sommige toerentallen nogal penetrant, maar als men bij voorbeeld zo'n 80 tot 90 kilometer per uur rijdt kan men de kachtbron nauwelijks horen. De stoelen zijn vry stug maar dat werkt op de lange keer minder vermoeiend dan de het is eigenlijk ogenschijnlijk comfortabelere weke stoelen. Bovendien zit er een vering Veruit het grootste aantal van de onder die wagen, welke men ronduit verkochte Mercedessen heeft een prachtig kan noemen. De ondanks woon iets anders. Verlies van snel heid wordt nu eenmaal met een die sel minder gemakkelijk hersteld dar met een benzine-auto. Daaronr neemt men gemakkelijk met wa minder snelheid genoegen dan steedj j maar weer met moeite naar die top j door te Jagen. Ook het geluidsnivea\ is in de hele hoge toerentallen dui delijk groter. Het prettigst rijdt dezï 220 D met een snelheid, die om d> 120 km zweeft. Zo soepel, zo moeite, loos, zo comfortabel. Maar voor alle ook: zoveel goedkoper. Na een perlo de, waarin wij de snelheidsnaald z» lang mogelijk in zijn uiterste stam x probeerden te houden <ca. 140 km) hebben wij een tijdje met een gemidi delde van ongeveer 120 gedraaid. Verschil was uitermate frappan- Haalden wij eerst met veel pijn e moeite 1 op zeven, daarna gingen w zelfs iets over de 1 op 10 heen. Na tuurlljk is daarin een variatie te ba denken in verband met de rijstij maar voor ons staat als een paal bd ven water, dat die laatste kilometer^ tjes op de snelheidsmeter heel, het, dure zijn. Zelfs bij een diesel.4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 19