Kees Bruynzeel heeft
een andere thuishaven
Grootste brokkenmaker kan zich verzekeren
i gebieden, blijft plannen maken, blijft verkennen in zijn grillige
wereld. Voor de zesde keer in zijn leven heeft hij weer een
andere thuishaven gekozen. Op het mooiste, zaligste plekje dat
hij tot nu toe tegengekomen heeft hij tien meter van zijn
oceaan een villa laten neerzetten. Hij is weggetrokken uit
het Zuidafrikaanse Stellenbosch en woont nu op een vam de
j Seychelles-eilanden, speldeknopjes op de wereldkaart aan de
oostkust van Afrika, duizend kilometer ten noorden van Mada
gascar. Daar vandaan zal hij zijn zwerftochten over de oceaan
maken, zal hij ook per vliegtuig over de aardbol pendelen om
zakelijke en persoonlijke contacten te onderhouden. En om zijn
dokter, een assistent van dr. Barnard, in Kaapstad te bezoeken.
Tegen diens bezwaren in
nam hij enkele maanden geleden
deel aan de zeilrace Kaapstad
Rio de Janeiro. Bruynzeel is gewend
risico's te nemen, gevaren te beoor
delen en te trotseren. Met de we
tenschap zich van minuut tot mi
nuut in acht te moeten nemen
waagde hij zich aan de vijfdui
zend-kilometerwedstrijd, met massa
ge- en hartapparatuur in het voor
onder en een verpleegster uit Bar-
nards hartteam aan boord.
Hij won met zijn gammele hart in
alle opzichten. De pessimistische
voorspellingen van de dokter kwa
men niet uit. En de ranke "Stormy"
stevende als eerste langs de Suiker-
broodberg aan de havenmond van
Rio de Janeiro, nog voordat het fl-
nishkanon was geladen.
Zeeminnaar Bruynzeel had er reke
ning meegehouden dat het zijn
laatste wedstrijd zou worden Hij
had zijn bemanning verzocht als
het mis mocht gaan hem in zee te
begraven en de wedstrijd uit te va
ren. Maar het werd Juist de geluk
kigste tocht van zijn leven.
„Die dokter was er bepaald tegen
dat ik meeging. Maar hij heeft la
ter eerlijk toegegeven dat 't me Juist
veel goed heeft gedaan. Ik voel me
nu beter dan lange tijd tevoren",
verklaart de gebruinde zeiler opge
wekt. Hij heeft voor enige dagen
het uitzicht over de oceaan omge
wisseld voor dat op de Prinsen
gracht in Amsterdam, vertelt vol
plezier over het tochtje dat hij met
zijn zoon Wout in diens motorboot
over het IJsselmeer maakte. "Fijn
om eens rustig te zien hoe andere
mensen koud en nat worden. En wat
voor een geweldige groei maakt die
watersport hier door. Niet te gelo-
Maar op dat kille, drukke IJssel
meer begon hij al weer te verlan
gen naar de Seychelles-eilanden:
„een tropisch klimaat, heerlijk om
tussen de eilandjes te varen, om
wat te dobberen. In alle eenzaam
heid. Ik verwacht trouwens een
grote opbloei van het toerisme in
dat gebied, dat heeft me Juist aan
getrokken, het lijkt me erg leuk
zo'n ontwikkeling eens van dichtbij
gade te slaan".
Het vertrek naar zijn paradijs aan
Afrika's oostkust werd mogelijk
doordat de Bruynzeel-vestiging in
Zuid-Afrika na zijn aftreden als di
recteur is verkocht, om middelen
vrij te maken ter versteviging van
de positie in de Euromarkt. Daar
mee viel ook zijn directe binding
met Zuid-Afrika weg. Kees Bruyn
zeel had dat bedrijf in Stellenbosch,
vanaf 1949, zelf opgebouwd, net
zoals hij als twintigjarige Jongen de
deurenfabriek in Zaandam opbouw
de en later een fabriek in Hamburg
opzette: ook als ondernemer hield
hij e«r van nieuwe gebieden te ont
dekken, markten te verkennen, risi
co's af te wegen en weloverwogen te
handelen. Het verkopen van het be
drijf in Zuid-Afrika, met eigen
boomkwekerijen, bossen en zagerij,
rangschikt hij onder het laatste.
Indertijd begon hij daar, omdat hij
het altijd zonde vond om hout te
moeten importeren. Zegt: De
Bruynzeel-bedrijven zijn groot ge
worden doordat we steeds op het
goede moment het goede idee had
den.
In 1921, toen het timmerfabrlekje
„De Arend" van zijn vader in Rot
terdam waar ze vaak samen op
de Maas zeilden was afgebrand
was zo'n idee: het fabriceren van
standaarddeuren. Een kleine revolu
tie in de tot dan toe zeer ambach
telijke bouwwereld. Na een Jaar
werden er vanuit het nieuwe bedrijf
in Zaandam al zestigduizend deuren
verkocht. Nu zijn dat er per Jaar
enkele miljoenen.
Kees Bruynzeel is een individualist.
Net als zijn broer Willem, die wel
iswaar naast hem een vloerenfa-
briek begon, maar niet met hem.
Pas zeer laat zagen ze in dat het
verstandiger was hun bedrijven sa
men te bundelen. Nu zijn ze beiden
alleen nog aan het bedrijf verbon
den als adviseur- en als grootaan
deelhouder.
In 1931 ging Kees Bruynzeel naar
Hamburg, zette er een fabriek op
en kocht er zijn eerste zeewaardige
boot: de Goodewind. Daarna in
1936 de Zee-Arend. In 1939 ging hij
ook boten bouwen, samen met zeil-
vriend Egbert van der Stadt ont
wierp hij de Valk, de eerste hecht-
houten zeilboot. En naarmate het
bedrijf Bruynzeel groeide, de zeiler
Bruynzeel beroemder werd, groeide
ook Van der Stadt als ontwerper en
werd het zeezeilen populairder. Zee
valk en Zeeslang werden hier en in
Zuid-Afrika in behoorlijk grote op
lage vervaardigd, als eerste lichtge
wicht boten.
Waarna de Stormvogel I en II, 23
meter lang, welhaast legendarische
successen brachten. Bruynzeels hui
dige boot is met zijn zestien meter
lengte wat kleiner. „Maar ook com
fortabeler. Geeft ook minder proble
men met bemanning, onderhoud. En
Je kunt er ook eens dagjes mee
gaan zeilen, is met twee man te be
dienen".
Bij wedstrijden telt de Stormy,
naast gezagvoerder Bruynzeel twee
wachten van drie man en iemand
om te koken. Bij de laatste race
was de verpleegster naast het ma
ken van cardiogrammen ook belast
met het beheer van de keuken.
Bruynzeel: „Die combinatie van
werkzaamheden scheelde weer wat
gewicht". De hartapparatuur woog
wel. „Maar dat was er meer voor
haar geruststelling dan voor mij".
Hij zit in een wedstrijd weinig aan
het roer.
„Denkwerk, het bepalen van de
taktiek aan de hand van allerlei
wisselvallige factoren, vind ik het
belangrijkste en het meest boeiende.
De rest laat ik als het even kan
aan de anderen over. Ik probeer al
tijd een goede bemanning te heb
ben, ervaren wedsbrijdzeilers die uit
liefhebberij meegaan". Die bemajn-
ning brengt de boot doorgaans naar
de startplaats. De gezagvoerder
vliegt.
Volhouder Bruynzeel is er van over
tuigd dat zijn sportieve onderne
mingslust ook de basis is geweest,
van zijn zakelijke succes. Zijn
woorden zorgvuldig schikkend: „Ik
zie ondernemen en zeilen ook alle
bei als een sport: proberen te win
nen en weten dat je niet altijd
kunt winnen. Beide bezigheden ge
ven ook gelegenheid tot het vorm
geven van nieuwe ideeen. En Juist
die hebben altijd succes gebracht.
Hij zegt een grenzeloze bewondering
te hebben voor eenzame zeilers
Chichester. Vaart zelden alleen. Bijl
zijn nieuwe huis heeft hij wel wan
kleinere boten. „Maar die zijn meer]
voor de Jeugdige bezoekers dan i
mezelf".
Wat hem verbaast: „Ik ben metl
zeilen nog nooit in grote moeilijk
heden geweest, ben nog nimmer in
een orkaan terechtgekomen. Zeer
verbazingwekkend. Je houdt in je
plannen altijd wel rekening met dat
soort dreigingen, maar Je kunt het
toch nooit helemaal ontlopen.
Kees Bruynzeel houdt van het wis
pelturige water. „Die steeds wisse
lende omstandigheden, die span
ning, die onzekerheid, blijven
boeien. Ik ben niet bang vooi
zee, ben er mee vertrouwd,
vergroeid".
Hij zegt er eigenlijk niet var
houden terug te blikken, het kost
hem ook moeite. „Ik wil alleen
maar vooruit kijken. Leef voor de
dag van vandaag. En misschien een
beetje morgen".
Hij is de zee ook dankbaar. Hoopt
nog veel wedstrijden te kunnen va
ren. Herhaalt: „Die dokter heeft
het toegegeven, het is goed voor
me. Ik weet het zeker. Juist die zee
helpt me te blijven leven".
ZATERDAG 30 JUNI 19^
Twee hartaanvallen hebben hem niet kunnen veranderen.
Door
Kees Bruynzeel, welvarend ondernemer, 73 jaar oud, blijft rus- jan p^ng
teloos als de zee die hij zo bemint. Blijft speuren naar nieuwe
Alleen de automobilist die ook met zijn tweede oog niets meer kan zien, kan bij ons niet terecht
Verpleegster
uit Barnards
hartteam
ging mee in
zeilrace
naar Rio
"Alleen de automobilist die ook met z'n tweede oog niets
meer kan zien, kan bij ons niet terecht Maar voor de rest ver
zekeren wij zelfs de grootste brokkenmaker in het verkeer."
Directeur A. N. Vaandrager van de in Den Haag gevestigde
N.V. Assurantie Maatschappij 'Terminus" gaat er niet prat op
dat "zijn" maatschappij zich gespecialiseerd heeft in het accep
teren van zwaar afwijkende risico's op het gebied van motor-
rij tuigenverzekeringen.
„Wat wij doen is in feite een lo
gisch uitvloeisel van de WAAI., de
IVet Aansprakelijkheidsverzekerin
gen Motorrijtuigen. Iedere rijbewijs
bezitter moet zich kunnen verzeke
ren. Maar de uitspringende risico's
passen niet in de portefeuilles van
/erzekeringsmaatschappijen die met
/aste tarieven gemiddelde risico's
/erzekeren. Om nu ook die enorme
risico's te kunnen accepteren, heb
ben zo'n dertig autoverzekerings-
naatschappijen in '60 samen „Ter-
ïtinus" opgericht."
Megen van de tien automobilisten
lie sindsdien door andere verzeke
ringsmaatschappijen worden gewei-
Aer
no
Door
Kees Haak
Terminus onderscheidt diverse cate-
gorieen. Vaandrager: „In de eerste
plaats zijn dat rijbewijsbeziters die
door hun leeftijd of gezondheid een
groter risico vormen dan de gemid
delde chauffeur. Bijvoorbeeld de
65-plusser die z'n rijbewijs is gaan
halen. Ook hartpatiënten, suikerzie
ken, toevallijders etc. Als zij brok-
welke reden dan ook, of, ken maken in het verkeer is de klap
^oals ook gebeurt, „er uit worden vaak niet te overzien",
gegooid", komen, zeg maar automa
tisch, bij Terminus terecht.
/Vaar ze vanzelfsprekend
hogere Een belangrijke groep die voor
Sremie moeten betalen. Vaak ook W.A.verzekering
Wt een eigen risico van ƒ250,-, hankelijk is,
c' 500,- of nog meer. Vaandrager
\Wlj beoordelen ieder risico op zich
Terminus af-
zij die door
bijvoorbeeld aloohulgebruik een
aanzienlijk groter gevaar op de weg
Ln kennen dus geen vaste tarieven", betekenen. ,3iJvoorbeeld chauffeurs
*Velke zijn die „zwaar afwijkende
Risico's"
tedankt?
wie de rijbevoegdheid el meer
Terminus niet voor dan eens is ontzegd wegens glaasje
op of de doorrijdera na ongeval.
voor het afsluiten van de verplichte
W.A.-verzekering op Terminus zijn
aangewezen kunnen zijn: bestuur
ders van pendelbusjes en taxichauf
feurs. Vaandrager: „Die busjes
waarmee acht of tien werknemers
naar en van hun werk gaan zijn
vaak zo oud dat ze door de meeste
maatschappijen worden geweigerd.
Ook al omdat het nogal eens ge
beurt dat de chauffeurs van die
busjes in slaap dommelen met alle
gevolgen vandien."
Waarom vormen taxi's een „afwij
kend risico"?
„Niet omdat taxichauffeurs geen
goede chauffeurs zouden zijn. Inte
gendeel, het zijn vaak Juist geweldi
ge chauffeurs, maar omdat ze dik
wijls van 's ochtends vroeg tot 's-
avonds laat op de weg zitten, lopen
ze meer risico dan de gemiddelde
automobilist
Men zou het kunnen vergelijken
met iemand die in een boerderij
met rieten dak woont. Wil hij zich
tegen brand verzekeren dan zal hij
een hogere premie moeten betalen.
Omdat hij een groter risico vormt.
Op de weg barst het van die grote
re en zelfs hele grote risico's. Ter
minus is er goed voor. Vaak is ook
de persoon van de chauffeur door
slaggevend voor de mate waarin hij
als weggebruiker een afwijkend risi
co betekent. Zo gebeurt het wel dat
Jonge bezitters van sportauto's naar
Terminus worden verwezen. Vaan
drager: „Het is hun Jeugd in com
binatie met die geweldige snelheid
die het risico groter maakt."
Het komt wel voor dat ze bij Ter
minus denken „hoe is het mogelijk
dat die automobilist nog achter het
stuur mag zitten." Met name in de
leeftijdsfeer ziet de directeur van
deze verzekeringsmaatschappij voor
brokkenmakers een taak voor de
overheid liggen. Hij bepleit een
strengere medische keuring van 65-
plus-chauffeurs.
In 1972 boekte Terminus aan pre-
mie een bedrag van bijna 3,5 mil
joen gulden, een stijging ten op
zichte van '71 van bijna 59% Het
verloop in de Terminusportefeuille
is groot onder meer doordat sommi-
ge „afwijkende risico's" na korte of j
langere tijd weer een „gemiddeld
risico" worden en weer door hun
oude maatschappij worden geaccep-
teerd.
Blij is Terminus dat steeds meer
maatschappijen bij het weigeren of
beëindigen van motorrijtuigverzeke-
ringen naar Terminus verwijzen.
„Aan de andere kanit, dringen wij
aan op grotere selectiviteit bij mo-
torrijtuigverzekeraars in het alge
meen. Een probleem is echter dat
er door automobilisten enorm veel i
verzwijging wordt gepleegd. Ze ver
tellen lang niet allemaal bijvoor
beeld dat ze hun rijbewijs wel eens I
kwijt zijn geweest en maakt artikel
251 Wetboek van Koophandel de
verzekeringsovereenkomst weliswaar
nietig, maar in de praktijk komt
dat meestal toch niet uit."
PAGINA 16
Wanneer deze mensen weer op de
weg worden toegelaten, en bij een
verzekeringsmaatschappij aankloppen
voor een WA.-polis dan krijgen ze
vaak te horen: "Sorry, meneer,
maar we kunnen u niet meer heb
ben. Gaat u maar naar Terminus
toe".
Andere automobilisten die eveneens