ACHT DIE DE GLORIE NIET LANG BELEEFDEN HET OVERMATIG DOPING-GEBRUIK VAN ARABIER AB-DEL-KADAR ZAAF lIJDAG 29 JUNI 1973 We kennen het verhaal van Tom- mpson, de vrolijke Engelsman tragisch om het leven kwam de verschrikkelijkste aller Tour- trgen, de Mont Ventoux. Door over- lafcig gebruik van doping, door ge- rek aan zuurstof op die door de zon eteisterde dorre piek of door 'n rillig samenspel van beide. Hoe dan okSimpson haalde de top niet en tierf tijdens de uitoefening van zijn eroep. In het harnas, op het veld r zoals dat heet. Tommy Simpson (in Nederland erg lopulair door zijn vriendschap met regelmatig verblijf bij Jo de laan) was ongetwijfeld een uitste- end beroepsrenner, die grote succes- boekte. Maar in zijn uitslagen- mist men een overwinning in de de Prance. De Engelsman voel- dat zelf ook als een gebrek en streefde hij serieus naar een indzege in Parijs. In het Jaar, dat redelijke kans van slagen iest Simpson zijn poging ech- met de dood bekopen. Waaraan eder lid van de Tour-karavan elk >er herinnerd wordt. Op de lont Ventoux. Tommy Simpson is wellicht in de tn velen een soort helden- lood gestorven. Vorsend in de rijke geschiedenis de Ronde van Frankrijk komt i ook een aantal „oveiüijdensbe- ichten" tegen, maar dan van een an- lere allure. Men ontdekt namelijk, acht van de in totaal 30 Ronde- s een, laten we zeggen: „an- iere" dood stierven. En omdat zij alle acht een stuk Tour-historie schreven, omdat bovendien slechts enkelen nog herinnering leven, graven we het allemaal nog eens op. Pottier Zoals bekend organiseerde Henri Desgrange in 1903 zijn eerste Tour France, die gewonnen werd door Maurice Garin, nog altijd een be kende naam. Als tweede eindigde een knaap, die snel furore maakte, Rene Pottier. Hoewel hij in 1904 een rit won, kreeg hij in 1906 pas werkelijk erkenning aüs coureur. Pottier bracht toen vijf ritten èn de eindoverwin ning op zijn naam. Hij was toen 26 Maar niet die prestatie zorg de ervoor, dat zijn naam voor eeu wig bekend bleef in wielerkringen: bij de Ballon d'Alsac werd een ge denksteen geplaatst, omdat René Pottier de eerste Tourrenner was, die deze lastige col beklom zonder ar één keer af te stappen. Wat destijds een bijzondere presta tie was. De Fransen verwachtten veel van de jonge krachtpatser. Maar hij kon de belofte niet inlossen. Een jaar na zijn grote succes werd Pottier opge- in een zenuwinrichting en hij in de war geraakt, dat hij daar zelfmoord pleegde. Petiti Breton Inmiddels had Frankrijk kunnen juichen om de triomfen van aJlweer landgenoot. Want Lucien Ma- beter bekend als Petit Breton (in Argentinië geboren, naar zijn moederland gekomen om soldaat te worden, maar daar snel op de fiets gestapt), was de eerste die de Ronde twee keer achter elkaar won. In 1907 en 1908. Vijf keer reed Petit Bre ton de Tour, maar hij beëindigde zijn om zijn geliefde Frankrijk als soldaat te dienen in de eerste we reldoorlog. Hij zou nooit meer op de De Brit Tommy Simpson bezig aan de laatste, tragische meters van zijn leven fiets stappen: op 34-jarige leeftijd kwam hij als militair om het leven als gevolg van een auto-ongeluk. Een vroege dood dus voor twee Franse Tour-cracks in de nog zo jonge geschiedenis van de toch al veelbesproken Ronde. Faber De internationale wielerwereld was overigens, vóór het overlijden van Petit Breton, al eerder in rouw ge dompeld. In 1915 namelijk, toen de Luxemburger Frans Faber door ko gels werd geveld. Faber, die negen keer deelnam aan de monsterrace, was (in 1909) de eer ste buitenlander, die hem won. Na dat hij in zes ritten had gezegevierd. Hij toonde zich in totaal in acht tien étappes de sterkste. Franz Faber (de grote voorganger van Nicolas Franz en Charly Gauli was een elegante krachtpatser. Hij zat prachtig op zijn fiets. De luxem- burger was bovendien erg gezien bij zijn collega's, omdat hij zich als een gentleman gedroeg. Zijn liefde voor Frankrijk, dat hij als zijn tweede vaderland beschouwde, èn zijn avon tuurlijke geest werden hem tenslotte noodlottig. Want toen de eerste we reldoorlog uitbrak, meldde hij zich prompt bij het vreemdelingenlegioen. En als legionnair sneuvelde hij, in 1915. Lapize Het oorlogsgeweld, dat Europa teis terde, zou trouwens nog een slachtof fers eisen. Wéér een Tour-winnaar. En wel de zeer avontuurlijke Octave Een soort Wout Wagmans, deze Oc tave, wat een klasse en karakter be treft. Erg all-round, erg onrustig, een sterk moreel, altijd op zoek naar nieuwe avonturen. Octave Lapize fietste een glanzen de ere-lijst bijeen. Hij won de Tour in 1910, in de kontogsklassieker Pa- rijs-Roubaix finishte hij drieaal ach ter elkaar als eerste, hij was sterk achter de grote motoren en het zich ook als winnaar van de Zesdaagse in Brussel huldigen. Avonturier als hij was, koos hij in de oorlog van '14-'18 voor de zeker boen nog spectaculaire vliegerij. La pize werd piloot. Hij overleefde tal van riskante vluchten, maar in 1917, kort voor de vrede, werd hij toch neergeschoten. Pelissier We slaan nu een stuk over en be landen bij de overwinnaar van 1923, bij een van de meest verguisde ren ners die Frankrijk heeft gekend. Bij Henri Pelissier, beruchte telg uit een beroemd wielergeslacht, dat verder Een van de mooiste verhalen uit de Tour-historie is ongetwijfeld de „story" over Ab-del-Kader Zaaf. Een al vele malen verteld en geschreven verhaal. Maar het is waarschijnlijk nog nooit Juist weergegeven. De feiten worden op een verschrikkelijke manier ver draaid. kennelijk om het toch maar zo mooi mogelijk te maken. Zelfs die Nederlandse verslagge ver, die nu Jaren achter elkaar telkens weer een stuk over Zaaf uit zijn schrijfmachine laat rol len dan wel er reeksen causeriën mee opluistert, heeft nog nooit de moeite genomene om naar de Juis te toedracht te informeren. Hij blijft bijvoorbeeld hardnekkig be weren, dat de Noordafrikaanse coureur tijdens z'n lange solo af- afstapte, gretig een fleswijn naar binnen goot en daarna de ver keerde kant op fietste, het pelo ton tegemoet dus. Dat is absoluut onjuist. Zaaf, een originele Arabier, was Mo hammedaan dat is hij nog altijd. Overtreden deed hij zijn geloofsregels nooit. Dus dronk hij geen druppel alcohol. De donkere Ab-del-Kader hield daar streng de hand aan, zelfs tijdens de rumoerige rondrit door Frank rijk. Zoals hij er ook voor waakte om ook maar één kruimeltje var kensvlees binnen te krijgen. Toen hij dan ook een keer merkte, dat een kok in een of ander hotel toch ondanks de uitdrukkelij ke opdracht varkensvlees in de soep had gedaan, greep Zaaf 'n mes en vloog naar de keuken. Om de kok te lijf te gaan. Wat slechts veel handen met veel moei te konden voorkomen. Geen varkensvlees en geen alco hol dus voor de overigens goed lachse Arabier. En dan nu het ware verhaal over de bizarre gebeurtenissen in een van de warmste étappes, die de Tour ooit heeft gekend, in het be gin van de Jaren vijftig. Opge tekend uit de mond van Gerrit Visser, de Rotterdamse soigneur die bij de Franse Terrot-ploeg Ja renlang Zaaf en andere Noord- afrikanen onder handen heeft ge had en zeer bevriend met hem raakte. „Allereerst wil ik even de in druk wegnemen, dat Zaaf tot de figuranten in het milieu van de beroepsrenners behoorde. Ik heb in de loop der Jaren namelijk nogal eens de vraag horen stel len wat een Afrikaan bij de profs had te zoeken. Laat ik dan met een zeggen, dat Zaaf een oersterk mens was en erg hard kon fiet sen. In 1950 bijvoorbeeld won hij in de verschillende étappe-wed strijden niet minder dan dertien ritten. Natuurlijk, hü reed voor al sterk als het gloeiend heet was. En dat gold ook voor Dos Reis en Kebaili. Maar zo heeft elke cou reur zijn favoriete omstandighe den. Als Je onder de zon bent op gegroeid. is het logisch dat Je Je steeds lekkerder gaat voelen naar mate het warmer wordt. Op die bewuste dag in de Ron de van Frankrijk was het snikheet. De warmte hing als lood op de renners. Maar terwijl vrijwel ie dereen moeite had om de peda len rond te krijgen, voelden Zaaf en Dos Reis zich als een vis in het water. En zij maakten zich, door gewoon iets harder te trap pen, gemakkelijk los uit het ver lamde peloton. Dat geen enkele poging ondernam om de vluch ters terug te hallen. Zodoende kon den beide Afrikanen ongestoord aan een voorsprong bouwen, die tot zelfs meer dan twintig minu ten opliep Wat tijdens een zoge naamde wandelétappe wel vaker voor kwam. Maar, ineens was het met Zaaf gebeurd. Niet nadat hij afgestapt was en een fles wijn had gedron ken, zoals vaak is gesuggereerd. Dat vindt hij een grove beschul diging. Wat waarschijnlijk bij de meesten vreemd klinkt als men weet, dat hij zoals Zaaf aan mij heeft bekend door gebruik van doping in elkaar klapte. Ik had, zei hij, in het begin al een paar pillen genomen en daar reed ik zo lekker op, dat ik er regel matig een stuk of wat nam. Uit eindelijk had hij er zo'n achttien geslikt. Nou, daar krijgt zelfs een paard de hik van zeggen ze bij ons in Rotterdam". „Het gevolg was, dat Zaaf ver suft raakte, slingerend over de weg reed en min of meer bewus teloos tegen de grond smakte. Het publiek schoot haastig toe en zet te hem tegen een boom. Inmid dels werd ook de ambulance ge waarschuwd, maar toen die arri veerde was Zaaf al weer een beetje bij kennis gekomen. Hij strompelde naar zijn fiets en wilde inderdaad de „andere" kant, het peloton tegemoet dus, oprijden. Maar zover is het nooit gekomen, want de ambulance-wagen bracht hem regelrecht naar het zieken huis. Daar knapte hij weliswaar op en werd de volgende ochtend ontslagen, maar toch bleek, dat hij het van de doping en de ste kende zon flink te pakken had gekregen. Want hij herinnerde zich niets meer van hetgeen de vorige dag was gebeurd en ging uit het ziekenhuis regelrecht naar de start om aan de nieuwe étap pe te beginnen. Maar „dat ging uiteraard niet door". Ab-del-Kader Zaaf heeft ove rigens geen nadelige gevolgen ondervonden van het overmatige doping-gebruik, althans niet merk baar. Hij heeft zelfs nog vrij lang het contact met de wielersport on derhouden: via zijn zoon, die ook coureur werd en door regelmatig deel te nemen aan de Gentleman- wedstrijden in Helmond, die door Gerrit Schulte werden georgani seerd. Hiermee wil uiteraard niet ge zegd zijn, dat het nemen van sti mulantia niet schadelijk zou zijn of dat we zouden pleiten voor het gebruik ervan. Het is gewoon be doeld als mededeling aan diegenen die nooit meer iets over de schil derachtige Arabier hebben ge hoord. Ja, iedereen was het er over eens: Henri Pelissier was een geweldig cou reur. Maai- een onmogelijk mens. Zijn handel en wandel werden scherp bekritiseerd. Hij werd ten slotte in 1935 in zijn Parijse villa ver moord, doodgeschoten door een van zijn minnaressen. Bottecchia Een compleet mysterie «dat twintig Jaar later pas werd opgelost» was de dood van Ottavio Bottecchia. Een een voudige Italiaan, oorspronkelijk met selaar, die pas na vier jaar front dienst in de eei'ste wereldoorlog wiel renner werd. Bottechia genoot alleen bekendheid door zijn prestaties in de Tour de France tweede in 1923, winnaar in '24 en '25 want de overige wedstrijden beschouwde hij meer als training voor de grote Ron de. Zijn carrière werd abrupt afge broken door een uiterst merkwaar dig ongeval, dat de pennen heel lang in beweging hield. Ottavio Bottecchia werd in 1927 namelijk met een schedelbasisfrac- tuur aan de kant van een weg ge vonden en vier dagen later overleed hij zonder bij kennis te zijn geweest. Een raadselachtige dood. Men speur de tevergeefs naar de mogelijke oor zaak. Pas twintig Jaar later vernam men de ware toedracht: uit de mond van een stervende boer, die bekende dat hij Bottecchia met een fles het hoofd had ingeslagen toen deze zich op zijn land bevond, omdat hij meende een inbreker voor zich te hebben. Uit angst voor represailles van fanatieke wielersupporters had de boer al die Jaren zijn mond ge houden. Coppi de fietsende broers Charles, Jean en Francis opleverde. Hoewel Henri Pelissier roekeloos leefde en zich door zijn gedrag en mentaliteit onmogelijk maakte bij werkelijk iedereen die ook maar enigszins betrokken was bij de wie lersport, kon hij verschrikkelijk hard fietsen. In 1923 kwam hij dus met de gele trui in Parijs, maar twaalf Jaar eerder zegevierde hij al in de Ronde van Lombardije) die hij drie keer zou winnen) en in 1922 reed hij Milaan- San Remo ook al het snelst. En dan was hij ook de sterkste in Parijs-Roubaix (tweemaal) Bor deaux-Parijs, Parijs- Brussel en Pa rijs- Tours. Ja, en dan was er, vele Jaren la ter, die andere Italiaan, de grootste aller tijden wellicht: Fausto Cop pi. Die ook nogal op mysterieuze wijze aan zijn einde kwam. Zo dacht men althans aanvankelijk. Fausto Coppi was de man, die alles kon op de fiets. Wereldkampioen op baan en weg. Houder van het we reld-uurrecord. Winnaar van vele klassiekers. Een buitengewoon be gaafd tljdrijder. Winnaar van Tour de France in 1949 en '52. Zijn privé- leven was echter nogal dramatisch. Hij zat tijdens de tweede wereldoor log geruime tijd in een krijgsgevan genkamp. Hij botste tussen twee vrouwen: zijn echtgenote en de be roemde 'witte dame'. Hij kreeg een enorme klap toen zijn broer Serge tij dens de Ronde van Italië dodelijk verongelukte. Om het drama compleet te maken: Fausto Coppi keerde met e§n ge heimzinnige ziekte terug van een jachtpartij in Afrika, waaraan ook Geminiani had deelgenomen. Maar in tegenstelling tot de Fransman overleed de Italiaan, onder de ogen van maohteloze artsen, aan wat la ter is uitgelegd als een soort voedsel vergiftiging. Koblet En dan zijn we bij de laatste uit de rij van vroegtijdig en op nogal merk waardige wijze om het leven geko men Tour-winnaars. Hugo Ko blet, de mooie Zwitser, die ook tij dens de grootste inspanningen stil en stijlvol op zijn fiets bleef zitten. Ko blet had het uiterlijk van een film ster, maar hij schuwde het harde en ruwe wielerwerk niet. In 1951, op 26-Jarige leeftijd, won hij de Ronde van Frankrijk. Na zijn carrière verliep het echter minder vlot met 'mooie Hugo'. Hij vertrok eerst naar Venezuela, waar hij zich in 1958 vestigde. Enkele Ja ren later keerde hij naar Europa te rug, maar kon zijn draai kennelijk niet vinden. Uiteraard kruisten tal van vrouwen zijn pad en het verhaal wil, dat hij gekweld door een liefdes affaire in *64 zelfmoord pleegde door met zijn auto in een ravijn te rijden. Een dramatisch einde dus voor acht van de tot nu toe 39 Tour-win naars, voor in him tijd erkende ve detten. Niettemin was het een ver haal waard. Zoals er ook heel wat geschreven zou kunnen worden over een aantal andere winnaars, die dan nog wel in leven zijn, maar zich in allerlei bochten moeten wringen om het hoofd boven water te houden. Er zijn er heel wat, die niet meer de vruchten plukken van hun vroegere successen...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 25