het autorijden op aardgas voor IVW IN DE AANVAL Peugeot 104 SATERDAG 16 JUNI 1973 De cilinders, zoals ze waren bevestigd bij de aardgasbussen in München. Een groot aantal gashouders in rij. )e Limburgse ingenieur H. W. J. Kempen, directeur van het Gasbedrijf in Groningen, zweert nog steeds bij als brandstof voor motorvoertuigen. Grondig gebruik gas dn zo'n "Wijfsauto's heeft hem mening gesterkt dat er nog blicaties over het stopzetten van de proeven met stadsbussen- op-a ar dgas in München heeft geassocieerd met is bijna achter de rug. Het het experiment dn Groningen. Waar We zijn erg tevreden", trouwens óók „ineens"bekend al lang wist, dat werd gemaakt, dat het Gemeente- inlijk lijk Vervoerbedrijf „voorlopig geen /an ge- Voor velen misschien toch wel een vijftien verrassende mededeling. Omdat in het algemeen, recente pu- veel schoner schadelijk is dan andere heil ziet in stadsbussen met VEsfcdstoffen, gaat rijdend Neder- aardgasmotor". binnenkort wellicht de lucht- „Dank je de koekoek", mopperde de dere zaak. Zeker wat München be treft. Daar zijn Mercedes en MAN begonnen met bussen op vloeibaar aardgas. Dat was een waagstuk. Ui teraard kregen ze met kinderziekten te kampen. Die stellen op zichzelf weliswaar niets voor, maar Je moet je de «tijd gunnen om ze leren op te lossen. Dan ontdek Je, dat je bij voorbeeld een week nodig hebt om een tank te ontdooien," In München heeft men zich die tijd kennelijk niet gegund. Tijdens de Olympische Spelen, vorige zomer, zette men al aardgasbussen in als pendeldienst voor de atleten. Een prestige zaak waarschijnlijk. Zo moet Stadtdirektor Köhl het ook hebben aangevoeld. Begin mei van dit jaar gaf hij namelijk toe, dat hij zich argeloos voor het publici- teitskarretje van de industrie heeft laten spannen. De heer Köhl ver klaarde verder een pijnlijke erva ring te hebben opgedaan en dat „het experiment op een échec was uitgedraaid." Wat volgens ir .Kempen mede ver oorzaakt werd door een fiscale geste van de overheid, waardoor de Duit se vervoersbedrijven accijns op de olie terugkregen. ,,Er was dus geen economische noodzaak meer". Ook al uit financiële overwegingen meldde de heer J. P. Bamberg, di recteur van het Gemeentelijk Ver voerbedrijf in Groningen, kortge leden dat men voorlopig alles bij het oude laat. „Omdat in ons land de motorrijtuigenbelasting voor voertuigen met een dieselmotor la ger is dan bij gebruik van een an der type". Een tweede verklaring: „Het ombouwen van een dieselmo tor op aardgas is wel mogelijk, maar in de praktijk voldoet dat toch niet". Ingenieur Kempen toont zich ver baasd over zulke uitspraken. Want de proef met een aardgasbus staak te hij al geruime tijd geleden. „Het is technisch nog niet haalbaar. Voor een bus moet Je met vloeibaar gas werken in plaats van met ge comprimeerd. Maar dat is momen teel nog een te ingewikkelde zaak. Met dat experiment zijn we dus al vrij gauw gestopt. Pas in een later stadium zullen we bekijken of het nut heeft er weer mee te beginnen", redeneert de directeur van het gas bedrijf. Daarom kan hij zich volledig con centreren op de mogelijkheden voor een gewone automobiel, die uitge probeerd worden bij vijftien be drijfsauto's uit zijn „eigen winkel tje". Volgens een strak programma, al vanaf het eerste begin. De heer Kempen: „Groningen had de primeur: het hele probleem is in Europa nog steeds vrij nieuw. We hebben het meteen zeer systema tisch opgezet, met slechts een paar auto's. Als overheidsbedrijf kun je je namelijk geen al te grote risico's veroorloven. Je moet het geleidelijk doen, zodat Je successievelijk alles goed leert kennen. En uiteraard zonder anderen erin te betrekken. Dat komt later. Wat ze in München tijdens de Olympische spelen heb ben gedaan, is waanzin - die aard gasbussen in een pendeldienst. Zelfs nu nog, in deze fase, weiger ik. er .derden" bij te halen. We doen het alleen met onze eigen bedrijfsauto's, zonder passagiers. Pas als we alles absoluut goed voor eikaar hebben. een oplossing voor elk probleem we ten, de Juiste motor hebben gevon den, precies weten hoe lang een ci linder het uithoudt, enzovoort, pas dèn bieden we het object de Rijks dienst voor het wegverkeer aan. Dan wordt het gekeurd en dan ko men de officiële instanties erbij." Dat moment zal niet lang meer op zich laten wachten. Hoe ver zijn we dan? Als het Groningse gasbedrijf het werk ter inspectie overdraagt, moet na goedkeuring allereerst be rekend worden wat 't de particulier gaat kosten. Ingenieur Kempen, heeft zich daar al min of meer mee beziggehouden. Omdat hij tijdens het experiment geregeld gecon fronteerd werd met financiële pro blemen. „We streven ernaar de ombouwkos ten beneden de duizend gulden te houden. Dat is nog vrij duur, maar het is moeilijk te bekijken of het goedkoper kan. De prijs is van veel factoren afhankelijk. Wat gaat. bij voorbeeld. in de toekomst het gas kosten? Wat doet de regering met de accijnzen? Dat is moeilijk te beoordelen. Momenteel liggen we ver boven die duizend gulden. Dat is logisch. Want we kopen in dit stadium alle benodigdheden nog per stuk of in beperkte hoeveelheden in. Om maar iets te noemen: we heb ben zeer geschikte drukvaten, die we in aantallen van tien ui>t Frank rijk laten komen. Dat is nogal kostbaar. Maar, zoals gezegd, we nemen geen grote risico's. Zodra we echter weten, dat het object in pro- duktie komt en er een markt voor is, dan slaan we op grote schaal in. En dan krijgen we het voor onge veer de helft goedkoper." Dan ook, als blijkt dat de automo bilist op schoon aardgas wil rijden, heeft Groningen meteen een pomp station klaar, waar per dag enkele honderden auto's per dag kunnen tanken. Het rijden op gecomprimeerd gas houdt in, dat men in de auto cilin ders moet meevoeren. Niet echter de oorspronkelijk zware ijzeren, maar nieuwe ontworpen lichte alu minium cilinders. Die door het Stoomwezen inmiddels zijn goedge keurd. der riGi lil de heerlijke Zwitserse bergen het Vierwoudstedenmeer hebben kennis kunnen maken met de we Passar van Volkswagen, we VW eigenlijk wat geven, want het leeu- de ontwikkeling van deze de falheeft Plaats gehad in Ingolstadt. daar is toevallig Audi gevestigd, s dat weer niet zo verschrikke- toevallig, Audi behoort tegen- dig helemaal tot de VW-familie, is was die kennismaking met de ïge, royale en rustige wagen ook zo bijster verrassend, want de at staat tot de Audi 80 als broer ais, maar dan wel van een twee- Met slechts minieme verschillen, natuurlijk ook verbeteringen Misschien kunnen we die schui- tchterkant niet als zodanig be- en, dat is gewoon een kwestie DSV^a>, maar de betere stoelen en de jzigde ophanging zijn beslistgun- verschillen. Waarmee we niets ten nadele van de laatste „auto van het jaar" willen zeggen, maar Volkswagen wil zo snel mogelijk van de verdediging in de aanval en daarbij zullen alle mogelij ke middelen te baat worden geno men. Ook het feit, dat dochter Audi in Ingolstadt duidelijker inventiever is geweest dan moeder VW in Wolfs burg. Want het staat wel vast, da', het niet bij deze Passat zal blijven. Integendeel. „Het eerste model van 'n nieuwe VW-generatie", werd er ge zegd bij de introduktie. En importeur Meindert Pon verzekerde ons. dat er geen automerk is. dat in de ko mende Jaren meer nieuwe modellen op de markt zal brengen dan Volks wagen. Hij wreef zich in de handen bij de gedachte, dat hy eindelijk eens de passieve houding van de laat ste jaren kon laten varen, toen het er alleen maar om ging het teruglopen van de populariteit van de kever tot het uiterste te beperken. Er zal ook geen nieuwe kever komen. Een andere kleine Volkswagen, een soort mini, maar beslist geen opvol ger van de kever, die voorlopig nog in produktie zal blijven. „Voor velen was de kever de eerste vervulling van de droom van een eigen auto", zo werd bij de introduktie gefilosofeerd. „Maar de tijden en gewoonten zijn veranderd. De kever kan niet meer. Er moet iets nieuws komen. Maar wel betaalbaar, eenvoudig te onder houden en weer van goede kwaliteit. Met veel losse elementen. Bouwpak ketten als het ware. De Passat is de eerste uit de rij. Het resultaat van een interne wedstrijd. Dit project werd in Ingolstadt geboren". Het staat wel vast, dat meer pro jecten voor andere modellen in In golstadt zullen worden geboren. Dat houdt echter niet in, dat geheel af scheid wordt genomen van het prin cipe, waarmee VW groot is geworden: motor achtrin en luchtkoeling. n de Peugeot 104 rondre- Doesten wy denken aan het ver van de schilder, die het vol te vrouwengezicht op een doek zetten. Hij zocht naarstig naar 'ooiste onderdelen. De neus van ie vrouw. De ogen van een an- De mond van weer een ander en door. Met veel overgave en tisle schilderde hij toen naar dacht de mooiste van de mooi- k verhaal wil, dat de man is ge- van teleurstelling, toen hij nut! het resultaat van zijn werk °ftnschouw nam. Zó nietszeg- d was het gezicht, dat hem van 't ^keek. Schoonheid wordt ge beerd door onvolmaaktheden. - oneffenheden zorgen voor char- geritff - hat nu te maken heeft met die CHOJj rot 104? Het kwam onwillekeurig 518 °P. toen wij moeiteloos in dat rondreden. Zó gladjes, zó *feüjk, zó vlot, dat we na enige tijd een gevoel van verveling niet konden onderdrukken. Zo hebben wij het ondergaan, maar dat is natuurlijk een persoonlijke er varing. Anderen kunnen er gemakke lijk anders over denken. En de eerlijkheid gebiedt ons er onmiddel lijk aan toe te voegn, dat er in feite bijzonder weinig op dit produkt van Frans .technisch vernuft ia aan te merken. Integendeel eigenlijk, want als men de onderdelen net als in het ver haaltje stuk voor stuk op de keper beschouwt zit het allemaal erg ver nuftig in elkaar. De dwars voorin geplaatste motor neemt zo weinig ruimte in beslag, dat het autootje on danks de geringe buitenafmeüingen (.3.58 m lang en 1,52 breed) de inzit tenden een vrij royale zit heeft te bieden. Dankzij de voorwielaandrijving worden die inzittenden ook niet ge plaagd door een cardanastunnel, zo dat men redelijk met de benen uit de voeten kan. Het is overigens wel wat kaaltjes binnenin. Een wel heel erg sober dashboardje heeft bijvoor beeld geen handschoenenkastje. Wel een bolle bovenkant, waar men iets op kan leggen, en een vrij miezerig DEZE PAGINA IS SAMENGESTELD DOOR KOOS POST plankje, maar een kastje kon er niet af. De rugleuning van de stoelen zijn ook niet veretelbaar. Wij hebben daar geen last van gehad. Voor ons was het een zeer aanvaardbare zit, maar wij kunnen ons voorstellen, dat ande ren dat als een gemis voelen. Er zit standaard wel een achterruit- verwarming in (mag het voor ruim 8500 gulden!), maar het knopje met het rode waarschuwingslaóhtje zit vlak naast het (handige» pookje op de vloer en is maar moeilijk te zien. Zelfs als het brandt. Trouwens, ook het knopje van de zeer Jachtige rui tenwissers zit niet zo logisch. Uiterst links oo het dashboard, wat vooral met bevestigde -veiligheidsriemen een hele ruk is. Het pookje ligt wel lekker in de hand, maar wat min der gelukkig waren we met de plaat sing van de versnellingen. De één zit zo ver aan de linkerkant, dat men vlak langs de stoel moet schakelen en het kan bij wat minder zorgvuldig werken gemakkelijk gebeuren, dat men in de drie terecht komt. Maar dat went natuurlijk wel. Zoals men aan al die kleine onvolmaaktheden zai wennen. De vier deuren en de royale ruimte vergoeden veel, zo niet alles. Helaas vindt men die royaliteit niet terug in de bagageruimte, die aan de krappe kant is. Wel heeft men gemakkelijk toegang tot die koffer bak. want de hele achterkant klapt op. Het rijden met deze Peugeot 104 is schier probleemloos. Het 954 cc motor levert een vermogen van 46 DIN-pk, waarmee natuurlijk niet zo fel kan worden geaccellereerd. maar met wat Dat vonden wij een van de opvallende eigenschappen van deze Peugeot: op zo'n 100 kilometer gromt de motor wat, maar voor het overige produceert de ze krachtbron verrassend weinig geluid. Een heerlijke rust. Daar ook het sturen geen moeilijkheden ople vert heel licht en prettig kort draaiend zal men met ons moeten concluderen, dat de rijeigenschappen van de kleinste Peugeot het gemid delde ver te boven gaan. Het is inderdaad een zeer knap ge construeerd wagentje, waarmee het goed en vooral gemakkelijk rijden is. In het bijzonder in het drukke stads verkeer. Het is echter niet goedkoop. Bijna 8600 gulden voor een auto van dit postuur liegt er niet om. Ook het verbruik viel ons wat tegen. De fa- moeite kan men de naald van de briek geeft zo'n 1 op 12 op, maar dat snelheidsmeter toch in de buurt van hebben wij lang niet kunnen halen, de 150 kilometer krijgen. Zijwind der. Goed, wij hebben er wat meer deert 't wagentje niet. 'n Slecht weg- dan normaal aan getrokken. Mis- dek evenmin de vering is ronduit schien halen anderen meer kilome- voortreffelijk te noemen. Moeiteloos ters uit 'n liter benzine, die vandaag draalt men de kilometers over de we- de dag erg duur moet worden be- gen, terwijl 't motortje zacht zoemt, taald.'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 19