!1Popeye"
roenevelt
Miriift
escnie-
in
riebersen
JG 17 MAART 1973
spet
diret
de
gehot)
Ti af.
n
■zienu
te rol
;nst e
ip dal
ik-urei
rdt, al
omda
rgie-i
tekem
kt bli
ng be
verwar
:n. In
•en ia
'ertol
mate
lebben,
elektr.
"opslai
tn, om
s de pit
Groenevelt, de „Popeye" van de Nederlandse vakbewe-
ïter wo jeft het best naar z'n zin in Driebergen, waar de indu-
eens »den NVV, NKV en CNV zich ingroeven in een landelijk
uien n ltrum- Sfeer en omgeving hier zijn koren op de molen
tempen je's jeugdsentiment. Het in veel dennegroen schuil
e om barakkencomplex, dat in vrediger dagen onderdak biedt
Door
Kees Haak
voor enken aan „de Paasheuvel", eens het AJC-mekka. Hij
d iet eens z'n ogen dicht te doen om zich, op geitewollen
>rium-ii weer te zien dansen om de meiboom. Tijdens de lange
tijd i iie hij hier maakt (half acht elf uur) meent hij zelfs
00 de stem van Koos Vorrink te horen. Maar dat kan
bijzow
rocede i lijk ook z'n eigen „doceertoon" zijn.
r geen!
dt t0n« ^na vergeten dat de bon-
alés no dit centrum hun guerril-
uitstippelen voor hun
de werkgevers. Niet-ro-
1-onthouder Groenevelt
FC-tiJd heeft me natuur-
:end") heeft op het af-
uur geen tijd voor ons.
t uur willen wachten, dan
[«maximaal tien minuten"
anders op. gaat om wezenlijke vraagstukken,
kloppen, de tien minu- Terwille van, ik zou haast zeggen
er ten slotte vijfender- een stuk maatschappij-visie van
jarige voorzit/ter van de hun kant gezien, accepteren ze in-
NW (183.000 leden), derdaad langdurige stakingen en
in het conflict over ernstige verstoringen van de sociale
ering, laat er zijn vrede."
(veel spinazie, karbonade, Volgens ir. Prins wordt het een
geen toetje) voor „uitputtingsslag".
„Ach, dat is een illusie die ze na-
ir mijn privé-Ieven, over tuurlijk koesteren, dat zullen we
>n en m'n gezin en zo zelf wel bepalen of we uitgeput ra
ken of niet."
De bonden zijn al 2,5 miljoen gul
den kwijt aan stakingsuitkeringen.
De vraag „hoe lang de bonden het
kunnen volhouden?" is voornamelijk
een „kapitalistische" vraag?
„Het heeft enerzijds te maken met
geldmiddelen, die zijn niet onJbe-
perkt. Maar al zouden er over een
bepaalde tijd financiële moeilijkhe
den komen, dan doen we een be
roep op de solidariteit van de leden.
En dan geef ik u op een briefje dat
binnen de kortste keren onze fond
sen weer zijn aangevuld. En inter
nationaal gezien hebben we natuur
lijk ook het een en ander achter
ons staan. Zweden en Duitsland
hebben een schatrijke vakbeweging
1 en we hebben niet het idee dat zij
1 slaS in staat zouden moeten worden
■oorlog" is gevallen. Is geacht om de Nederlandse vakbewe
ging te laten afslachten. Dat zou
den ze nooit toelaten. We maken
ons dan ook niet teveel zorgen."
Gcén oorlog. Géén uitputtingsslag.
Wat is het dan wèl?
I ik niet, omdat dat al-
s uitlokt van mensen die
lellen en schrijven. Ik wil
I in de zakelijke sfeer hou-
i al gewaarschuwd: „Arie
los". De in Vleuten
te. in een rode Ford Tau-
jj rijdende „zoon van een
op 14-Jarige leef-
[hij de fabriek in, als in
ter zou, zeker wan-
laar tien minuten heeft,
mofoonplaat" opzetten.
F maar op een knop te
[1 het spuit eruit?
vreemde din-
zal ik waarschijnlijk
ten met het antwoord."
Misselijk
e heer Prins (lr. A. Prins
alwerkgevers) mee be-
Se week. Prins heeft
l honden willen kennelijk
die kunnen ze krijgen.
F woord tot nu toe niet
vind het een hoogst „Oorlog suggereert dat alle midde-
woordgebruik, het duidt len zijn geoorloofd en wij hebben
lattek de werkgevers op een aantal middelen duidelijk uitge-
Je zou ook kunnen sloten. Daarom is het woord oorlog
f weinig verantwoordelijk- zo misselijk en beneden de maat.
r te eigenlijk tonen als het We hebben tot nog toe onze akties
„Ik ga niet
dat zijn
die de
in de
gebracht"
zeer gedisciplineerd gevoerd. Wij
hebben niemand een haar ge
krenkt. Iedereen die wil werken, kan
werken. We hebben geen poort ge
barricadeerd. we hebben geen
schroefje vernield van welke onder
neming dan ook. Oorlog suggereert
dat je over lijken zou gaan. Dat
woord geeft dus aan hoe diep de
werkgevers eigenlijk gezonken zijn
in hun benadering van de pro
bleemstelling. Het is volstrekt emo
tioneel en duidt ook op een strijd-
methode die bedenkelijk moet wor
den geacht."
Ir. Prins heeft ook het woord
„machtstrijd" gebruikt.
„Wij hebben geen macht, de macht
ligt op het ogenblik in de onderne
mingen bij de werkgevers. Kenne
lijk vrezen ze aantasting van die
macht, maar daar gaat het bij ons
niet om. Wij strijden voor een
rechtvaardige verdeling van datgene
dat we in de ondernemingen met
elkaar verdienen, waarvan tot nog
toe door ons wordt gezegd dat de
verhoudingen daarbij nogal scheef
liggen."
Begrijpen de werknemers dat het
daarom gaat?
„Ik ben er heilig van overtuigd dat
ze dat heel goed snappen. Als ze
dat niet zouden snappen, dan zou
den ze ook niet bereid zijn om op
deze wijze te strijden. Ze begrijpen
wel degelijk dat het niet gaat om
grote bedragen méér in het loon
zakje. 't Gaat om de vraag of we
met elkaar kunnen komen tot een
rechtvaardige verdeling van het in
komen."
Om hervorming van de maatschap
pij?
„Waarschijnlijk wel om een om
schakeling naar iets wat we tot nog
toe niet hebben gehad, maar of dat
nu een hervorming van de maat
schappij, is. lijkt me nu iets te ver
gegaan. Ik steek ook niet onder
stoelen of banken ons congres heeft
dat ook al enige malen uitgespro
ken, al in 1954, en het staat al Ja
ren in het beginselprogramma van
de vakcentrales dat we die
maatschappij een andere indeling
zouden willen geven, maar dat dat
al de strijd is die we op het ogen
blik voeren lijkt mij lichtelijk over
dreven."
Verhalen
Arie Groenevelt ziet er uit als een
man die in reklame-spotjes zegt dal
wasmiddel A het beste is voor onze
wasautomaten. Is deze onopval
lend keurig geklede man nu de
„agressieveling" en „agitator" voor
wie ze in het werkgeverskamp zo'n
angst hebben?
„Nogmaals, ik ga niet over lijken.
Dat zijn verhalen die de werkgevers
zelf in de wereld hebben gebracht
en die door hen worden opgepoetst
op ieder moment dat het ze uit
komt. Ik ben vakbondsbestuurder,
ik heb een opdracht. Die opdracht
heb ik gekregen op een congres dat
heeft gezegd: wij vinden dat er nu
alle aanleiding is om een aantal
dingen die al jaren sluimeren nu
eens duidelijk uit hun sluimer te
halen en tot het beleid van de bond
te maken. Daarbij ben ik bepaald
geen willoos werkUrg, maar ik vind
ook dat ik niet het recht heb om af
te wijken van opvattingen die de
bond heeft geformuleerd. Misschien
had men liever gehad dat ik op het
moment dat de werkgevers nee zeg
gen onmiddellijk door de wind ga,
maar ja, ik zie niet in waarom :k
altijd het nee van de werkgevers
zou moeten accepteren. Met welk
recht zou dat van mij mogen wor
den verwacht, daar waar zij voor
zichzelf het recht claimen om nee
te kunnen zeggen. Ik weet niet
waarom ze bang zijn. Als recht
vaardigheid iets is om bang voor te
zijn, als diat het is, dian zeg ik dat
ze niet bij mii te rade moeten gaan
over wat ik dan voor slechte dingen
wil. Dam moeten ze zelf eens na
gaan denken over dingen die ze.
hetzij als liberaal, hetzij als protes
tant-christenen, hetzij als katholiek,
als werkgever in hun levensfilosofie
altijd als recht en rechtvaardigheid
hebben aanvaard."
Paplepel
Arie Groenevelt heeft zijn levensfi
losofie thuis met de paplepel inge
goten gekregen?
„Ja, daar heeft het natuurlijk mee
te maken. Ik kom uit een sociaal
zeer bewust gezin. Het milieu waar
Je uitkomt vormt je voor de rest-
van je leven, daar ben ik heilig van
overtuigd, maar het heeft natuurlijk
ook iets met je karakter te maken.
Maar hoe dan ook, Juist door mijn
afkomst kan ik waarschijnlijk ook
beter oordelen over wat er onder de
mensen leeft, wat er onder de men
sen die dan nog worden aangeduid
met „Jan met de pet" wordt ge
dacht. Daar kan ik beter over oor
delen dan juist mensen als Bakke
nist (drs. S. Bakkenist, voorzitter
Verbond van Nederlandse Onderne
mingen) die eigenlijk nooit tussen
de mensen hebben gestaan, die al
tijd maar vanuit een heel verre posi
tie kijken naar dat gewriemel onder
zich en daar misschien zelfs in een
aantal gevallen nogal wat minach
ting voor hebben .Ik heb er mijn
hele leven tussen gezeten, ik ken de
noden, ik ken de omstandigheden
e n beperkingen en ik weet hoe
mensen soms gekleineerd worden in
de onderneming, hoe ze getreiterd
worden, hoe ze als oud vuil aan de
kant worden geschoven. Dat zijn
ervaringen die mij in mijn leven
hebben getekend, daar ben ik van
overtuigd, natuurlijk."
Hij wil naar een maatschappij zon
der werkgevers?
„Nee, dat heb ik nooit gezegd. Ik
heb gezegd dat ik naar een maat
schappij wil die rechtvaardig is en
ik kan me best voorstellen dat in
zo'n maatschappij werkgevers voor
komen. Nou, rechtvaardige werkge
vers dat is toch geen Illusie?"
Hij wil meer wetenschap in de vak
beweging stoppen?
„Ja, graag zelfs. Het grote gebrek
waar de vakbeweging altijd mee
worstelt is dat ze qua academische
kennis tekort komt. Wij hebben een
paar mensen met academische op
leiding in onze rijen, waarmee ik
geen enkel tekort wil doen aan die
genen die dat zoals ik zelf niet
hebben. Het is natuurlijk wel een
tekort aan parate kennis en ik vind
dat de vakbeweging dat heel hard
nodig heeft. Het meest sprekend is
dat bijvoorbeeld op een gebied dat
de laatste jaren ontsloten wordt, op
milieugebied. Wij missen gewoon de
parate kennis om tegen onderne
mers te zeggen: datgene wat je aan
het doen bent is schadelijk voor
mensen, schadelijk voor het milieu.
We kunnen het nu alleen maar met
de natte vinger doen, ook op het
gebied van economische en sociaal-
psychologische problematieken, op
élk gebied. Ik ben dan ook blij dat
we tenminste een paar goeie advi
seurs in ons midden, hebben die mij
op bepaalde gebieden iedere keer
weer wegwijs kunnen maken."
Kentering
Er is volgens Arie Groenevelt een
„kentering in het denken bij de
werknemers" aan de gang?
„Niet alleen bij de werknemers, ik
dacht ook bij de werkgevers, bij po
litici, kerkelijke autoriteiten, bij
mensen die in het maatschappelijk
werk opereren Wij hebben iets dat
latent aanwezig is. een stuk onvrede
over wat in 25 jaar gegroeid is, nu
pas een beetje naar boven gebracht
en tal van mensen hebben zich
thans uitgesproken in de zin van:
ja, misschien is dat een van onze
grote tekortkomingen, in ons na
oorlogse beleid, misschien is het nu
tijd om daar de nodige aandacht
aan te geven
Hij heeft zich kritisch uitgelaten
over de rol van de kranten in het
conflict over inkomensnivellering.
„Ik moet inderdaad vaststellen, he
laas, dat een groot deel van onze
Nederlandse pers afhankelijk is van
een beleid dat niet zo welwillend
staat tegenover datgene wat de
vakbeweging nastreeft. Dat is nou
niet alleen in deze strijd, ook bij
andere gevallen. In de TV ben ik
ook teleurgesteld. Neem nou Jan
Scholtens van de AVRO. Die heeft
hier een paar uur opnamen lopen
maken en met mensen gesproken.
Zijn interview op de TV begon
met: „in Driebergen zijn de vak
bondsbonzen bijeen."
„Ik denk mijn god, waarom doet
die vent dat nou, ik scheld hem
toch ook niet uit voor persmuskiet
of halfbakken journalist. Vakbonds
bons, waarom is dat nou nodig?
Dat is een uitdrukking die uit de
fascistische tijd stamt. Daar wind
ik me bijzonder over op. En dat
voor het front van miljoenen kij-
Inflatie
Hij moet onlangs gezegd hebben:
„Inflatie kan me geen moer sche
len".
„Dat heb ik nooit gezegd. Wat ik
wel heb gezegd: inflatie interesseert
ons als maatschappelijk verschijnsel
en we hebben voorstellen gedaan om
die inflatie te bestrijden. Maar ter
wijl we nog bezig waren die voor
stellen te bespreken, kregen we aan
het eind van het jaar de prijsexplo-
sie waarbü de ondernemers een
stuk extra winstneming hebben ge
pakt. Dat noem ik diefstal. En dan
wordt het voor de vakbeweging wel
erg moeilijk om zich echt druk te
maken over inflatie als degenen die
de inflatie in feite in de vingers
hebben zich zo gedragen. Dèt heb
ik gezegd. Inflatie interesseert me
wel degelijk, want Juist de laagst
betaalden worden er het grootste
slachtoffer van, maar het moet wel
structureel worden aangepakt. Dat
is mijn uitgangspunt, nu, gisteren
en eergisteren".
Schrijft Driebergen op dit ogenblik
geschiedenis?
„Ja, in een aantal opzichten. Wij
zijn hier met de drie bonden, in
een zeer enthousiaste samenwerking,
de eerste stap aan het zetten naar
een rechtvaardiger maatschappij
waarbij mijn katholieke en protes
tant-christelijke collega's wat min
der makkelijk over „socialistische
maatschappij" spreken. Het interes
seert me eigenlijk niet zoveel hoe je
het noemt, als er maar meer recht
vaardigheid is, als het maar een
maatschappij is waarin de mensen
elkaar beter verdragen en waarin
de arbeid van de één net zo positief
wordt gewaardeerd als de arbeid
van de ander. Want d&t wordt op
het ogenblik niet gedaan".
Reinigingsdienst
„Ik worstel nog steeds met de vraag
waarom de arbeid van bijvoorbeeld
een man die bij de gemeentereind-
ging werkt maatschappelijk zo laag
wordt gewaardeerd, terwijl de direc
teur van diezelfde reinigingsdienst
plotseling zoveel waardering onder
vindt. Maatschappelijk gezien is die
vuilnisman waarschijnlijk belangrij
ker dan de directeur, want als die
vent niet bereid zou zijn om al die
vuilniszakken elke week op te ha
len, dan zaten we binnenkort in
een maatschappij waarin we stikten
in ons eigen vuil".
Grammofoonplaa/t-Arde komt op
dreef. Hij zift in de goeie „groef".
Hollen we niet juist naar een
maatschappij waarin we de gastar
beiders dat soort „vuile werk" laten
opknappen?
„Waarom hebben wij gastarbeiders
naar Nederland moeten halen? Om
dat de maatschappelijke waardering
voor die arbeid Juist zo verdomd
laag was en de mensen die maat
schappelijk lage waardering niet
langer konden verdragen. Hadden
we ons op dat punt normaler ge
dragen en vastgesteld dat die ar
beid net zo noodzakelijk is als de
arbeid van een ambtenaar of een
bankwerker of een arts, dan hadden
we waarschijnlijk die vlucht uit de
lager geklassifdceerde beroepen niet
gekregen, er een behoorlijke maat
schappelijke waardering voor over
gehouden en dat was dan ook in
geld tot uitdrukking gekomen, 't El
lendige is dat als er een lage maat
schappelijke waardering is er over
het algemeen ook een lage financië
le waardering is. Dus vlucht die
Nederlander uit die beroepen naar
beter gewaardeerde functies. Dat
hebben we dan wel aan ons zelf te
danken, 't had niet gehoeven".
Heeft de vakbeweging daar voldoen
de aan gedaan?
„Misschien wel te weinig, Ja. Maar
wat we nu aan het doen zijn, heeft
daar mee te maken. De aandacht
voor de positie van de laagst-be
taalden, ook maatschappelijk ge
zien".
Kabinetten
Wat verwacht Arie Groenvelt van
een eventueel kabinet-Den Uyl?
„We zullen ze als alle kabinetten
steeds aan hun uitspraken herinne
ren".
Boersma?
„Heb ik wel vertrouwen in".
Terug naar de werkgevers. Prins?
.Als vertegenwoordiger van de
werkgevers speelt hij z'n rol zoals
waarschUnlijk in die kringen ver
wacht wordt dat hij 'm spelen zal.
Als persoon heb ik 'm altijd een
moeilijk mens gevonden."
Bakkenist?
„Ik weet niet wat ik over Bakkenist
moet zeggen. Ik heb de indruk dat
Bakkenist de kwade genius is ln
het hele werkgeverskamp. Ik heb in
het algemeen ndet zo snel een oor
deel over mensen, omdat ik dat le
vensgevaarlijk vind, maar Ik ben
wel geschrokken over de wijze
waarop hij onlangs in een interview
sprak over de laagst-betaalden.
Daar ben ik nogal van onder de in
druk gekomen".
Politiek en vakbeweging?
„Horen nauw bij elkaar, moeten
niet op eikaars stoel gaan zitten".
Krijgt hij veel brieven?
„Ja van de meest uiteenlopende
groepen mensen .Van leden, van be
jaarden die schrijven dat ze veel
herkennen van de strijd die ze
vroeger zelf hebben gevoerd. Van
hulsvrouwen die zeggen: Arie, je
hebt gelijk, wij zitten wek el 11 ks met
de ellende. Van middengroepers die
vinden dat we gelijk hebben, maar
desondanks vragen: verwaarloos ons
niet.