Reële fantasieën tl Metalliek waterstof Warmte iiip fluorzout ei RINGEN SATURNUS BESTAAN UIT STENEN Nieuwe wegen voor transport en opslag van energit EXTRA ZATERDAG 17 MA Transport en opslag zijn twee elementen, die het probleem van de energievoorziening extra bemoei lijken naast dat van de schaarste aan grondstoffen. Het is namelijk niet altijd mogelijk om energie uit sluitend te produceren wanneer het nodig is en voorts niet altijd op of dicht bij de plaats waar de energie wordt verbruikt. Al gedurende meer dan vijftig jaar zoekt men in al lerlei laboratoria over de gehele wereld naar de lichte accu dwz een eenvoudige wijze om zonder veel rompslomp een heleboel elektriciteit te bewa ren en transportabel te maken anders dan via lei dingen. Herhaaldelijk leek de oplossing ,,just around the corner" te zijn, maar telkens liep het weer op een teleurstelling uit. Deze lichte accu is eigenlijk een uitvinding, waar de hele wereld op zit te wachten, zeker nu milieumotieven een grote rol zijn gaan spelen in het energievraagstuk. De man die hier het verlossende woord spreekt, bewijst niet alleen de gehele wereld een onschatbare dienst, maar kan bovendien zijn hele leven verder slapende steenrijk worden. Uitvinders, grijpt Uw kans. Niettemin worden er wel bepaalde vorderingen ge maakt in de oplossing van opslag- en transportpro blemen, waarbij zich enkele veelbelovende perspec tieven openen. Op deze pagina willen wij daarvan enkele noemen. Lang niet een uitputtende opsom ming, maar slechts hier en daar een stapje. Stapjes die echter geen van alle diret tot een grote doorbraak". Met deze beschouwingen sluiten wij de re algemene en betrekkelijk eenvoudig gehou, schouwingen over het energieprobleem af dere beschouwingen kon U op deze pagina op 1 7 februari en 3 maart j.l. Trans-port van energiegrondstoffen op één foto. Voor fossiele brandstoffen zijn de problemen van transport en opslag betrekkelijk gering in verge lijking met de geproduceerde energie zelf. Het lichtste element, waterstof, kan een belangrijke rol gaan ver vullen bij zowel opslag als transport van energie, geheel afgezien van de mogelijkheden die door metalliek waterstof (zie nevenstaand artikel) zouden kunnen worden geopend. Wanneer waterstof zich met zuur stof verbindt, komt bij deze chemi sche reactie veel energie vrij. Daar van wordt al gebruik gemaakt bv in raketmotoren. Wanneer bijvoorbeeld in de Saha ra (waar geen grote energiebehoef te bestaat) het daar overvloedige en regelmatig aanwezige zonlicht wordt omgezet in energie, kan daar mee op vrij eenvoudige wijze water stof worden geproduceerd. Dit wa terstof kan. in vloeibare of zelfs vas te vorm worden getransporteerd naar gebieden waar energie ge vraagd wordt. Daar kan men de wa terstof weer met zuurstof laten rea geren om energie te verkrijgen. Dat zal dan wel in grote goed beveiligde complexen moeten gebeuren, omdat het proces grote explosiegevaren met zich mee brengt. Het is al thans voorlopig ondenkbaar dat wa terstof per woning of per industriet- Je gebruikt wordt. De risico's zijn daarvoor veel te groot. Waterstof kan voorts een rol spe len bij het opbouwen van buffervoor raden aan energie voor verbruik in de piekuren, vooral wanneer het ge produceerd wordt in de uren met weinig energieverbruik door de overtollige produktie van energie centrales die op een bepaald niveau moeten blijven werken, ongeacht een daling in de vraag naar energie. Dat geldt in hoge mate voor kern centrales. Ook bij futurische projecten als het winnen van energie uit de warm- tegradient in de wereldzeeën zou waterstof als goed vervoerbaar tus- senprodukt tussen centrale en ver bruiker goede diensten kunnen be wijzen zolang de lachte accu nog niet is uitgevonden. Elektriciteitstrans port door middel van kabels over de zeebodem lijkt met het oog op tech nische problemen en enorme onont koombare energieverliezen bijzon der inefficient. Een groot voordeel van waterstof als energie-opslag en -transporteur is, dat er geen enkele aantasting van het milieu plaats vindt terwijl de grondstoffen voor het gehele procé dé van producent tot verbruiker on uitputtelijk zijn. Elders wezen wij op veel conven tioneler middelen, om energie plaat selijk op te slaan tijdens de slappe uren voor verbruik in de piek-perio- den. Het meest voor de hand ligt water, dat in stuwmeren wordt op geborgen. Helaas zijn daarvoor betrekkelijk forse niveau-verschillen tussen spaarbekken en uitstroombekken no dig, hetgeen in ons land bepaald ont sierend voor het landschap zou zijn. Maar met een beetje fantasie heb ben wij ook in ons land nog wel mogelijkheden op dit gebied, al lij ken zij op het eerste gezicht te fan tastisch. Wij weten niet goed wat we met de Markerwaard aan moeten. Wel nu, polder die in, besteedt een deel aan een tweede Schiphol en graaf de rest verder uit tot ver beneden het ni veau van het IJsselmeer. Een elek trische centrale kan dan des nachts, wanneer er overtollige energie wordt geproduceerd, deze kom in de Markerwaard leegpompen, en in de spitsuren kan men deze weer uit het IJsselmeer laten vollopen en daarmee een waterkrachtcentrale laten werken. Enige (lichte) ni veauwijzigingen in het IJsselmeer zijn daarvan wel het gevolg, maar deze kunnen waarschijnlijk binnen acceptabele grenzen worden gehou den. Wetenschap en technologie door P. Bok Eenzelfde oplossing zou men kun nen overwegen door in de diepe en geologisch zeer constante en hechte zoutlagen in het noordoosten van het land op een paar honderd meter diepte grote holtes uit te logen en die te bekleden met een water-ondoor- laatbaar materiaal. Op het opper vlak graaft men een meer uit. Dan heeft men andermaal de vereiste ni veau-verschillen voor een water krachtcentrale, die de overtollige energie-produktie rendabel kan ma ken in de piekuren. De technische problemen van de Markerwaard-oplossing zijn veel groter dan die van een holte in de zoutlagen. Het niveauverschil tussen Markerwaard-put en IJsselmeer-op pervlak moet betrekkelijk gering blijven, waardoor de energieproduk- tie van de waterkrachtcentrale be trekkelijk klein zal zijn, wanneer niet geheel nieuwe technieken worden ontwikkeld. Het gaat bij deze laatse "water projecten" uitsluitend om energiebe sparing, dwz het nuttig maken van anders verloren gaande overschot ten. Dat is dus heel wat anders dan het Sahara-waterstof-project, en het oceaan - warmtegradient - project, waar het gaat om aanboren van al ternatieve energiebronnen. Maar al deze projecten zouden, na verdere studie en technologische ontwikkelin gen, een bijdrage kunnen leveren tot oplossing van de problemen. Bij al deze zaken gaat het niet om plaatselijke lapmiddelen, maar om gedegen, wereldwijde speurtocht naar mogelijkheden om meer ener gie te produceren, daarbij schaarse grondstoffen te sparen, overschake ling op overvloedig voorhanden grondstoffen en beperking van de aantasting van het milieu. Uit een dergelijk wereldwijde studie kunnen oplossingen tevoorschijn komen die van mondiale betekenis zijn, maar ook oplossingen, die slechts bij be paalde plaatselijke omstandighe den bruikbaar zijn. Maar ook plaatselijke oplossingen hebben een wereldwijde betekenis, want ie dere besparing, waar dan ook, ver groot de totale reserves. Russische fysici schijnen erin geslaagd te zijn bij zeer lage temperatuur en onder extreem hoge druk metalliek waterstof te produceren. De berichten over dit succes in het Russische Insti tuut voor Hoge-Druk-Fysica zijn officieel nog niet bevestigd, maar een publicatie in het Russische tijdschrift voor experimen tele en theoretische natuurkunde wijst wel in die richting. Voorts zijn er aanwijzingen dat men in Amerika, en met name ln de Cornell University, soortgelijke experimenten met succes heeft bekroond. Deze successen kunnen wellicht, afgezien van hun zuiver we tenschappelijke betekenis, op den duur veel bijdragen tot een ge heel nieuwe en efficiëntere methode van energie-transport eri -bezuiniging, terwijl er ook op andere terreinen revolutionaire technische ontwikkelingen uit kunnen voortvloeien. Waterstof is onder normale atmos ferische omstandigheden een ele mentair gas. Bij hoge druk en lage temperatuur kan het in vloeibare toestand overgaan, bij nog hogere druk en nog lagere temperatuur in vaste toestand. Dergelijke manipu laties met waterstof - zo goed als met andere gassen - zijn sinds vele tientallen Jaren gemeengoed. Vloei bare waterstof wordt voor vele doel einden gebruikt, o.m. voor raketaan drijving in de ruimtevaart. Al voor de tweede wereldoorlog, sinds het begin van de jaren dertig, veronderstelde men, dat vast water stof onder bepaalde omstandigheden (o.m. hoge druk) in een metallieke vorm kan overgaan, op een metaal gaat lijken, en geheel andere fysi sche eigenschappen kan krijgen. De technische middelen ontbraken tot voor kort om die hoge druk te be werkstelligen. Nu schijnt het de Russen gelukt te zijn. In het genoemde Russische in stituut blijkt een bepaalde hoeveel heid vast waterstof bij een tempera tuur van bijna 20 graden boven het absolute nulpunt (dat gelegen is op 273,16 graad celsius onder het smelt punt van ijs onder atmosferische omstandigheden) onder een druk van 2,8 miljoen atmosfeer te zijn ge zet. Dat geschiedde langs explosieve weg, dat wil zeggen dat in een frac tie van een seconde (vermoedelijk door middel van een kernexplosie) deze on-aardse druk optrad. Dat is inderdaad een on-aardse druk. Uit een ruwe berekening volgt, dat die druk gelijk is aan het gewicht van een stapel van bijna anderhalf duizend Volkswagen-kevers op het oppervlak van....een cent! Of het ge wicht van 18.000 mensen op die ene cent. Daarbij deed zich in de vaste wa terstof een merkwaardig verschijn sel voor: de dichtheid van het ma teriaal veranderde sprongsgewijs. Dat werd waarschijnlijk (definitieve gegevens ontbreken) gemeten door middel van de invloed van het ma teriaal op gammastraling. Het effect was gelijk aan de verwachte dictit- heidssprong, wanneer het vaste wa terstof in metallieke vorm zou over gaan. Het is allemaal nog erg hypothe tisch, maar het experiment opent mogelijk grote perspectieven. De voornaamste vragen, die tot dusver niet zijn beantwoord, zijn de volgen de. Heeft metalliek waterstof de eigenschap van super-geleiding? Dat is de eigenschap bv van he lium bij extreem lage tempera tuur. om elektrische stroom te ge leiden zonder enig energieverlies door wannte of welke oorzaak dan ook? Men verwacht deze eigen schap wel. Blijft metalliek vast waterstof supergeleidend ook na het wegval len van de extreem hoge druk die (tot dusver) nodig was voor het ontstaan? Blijft metalliek waterstof ook na opheffing van de hoge druk én na opwarming tot normale atmos ferische temperatuur in deze su pergeleidende staat? De experimenten in Rusland (heb ber» hierover volgens de eerste be richten nog geen uitsluitsel gegeven. Vooral het antwoord op de derde vraag (op theoretische gronden al lang geleden met "waarschijnlijk wel" beantwoord) is van het groot ste belang. In dat geval namelijk, zou het mo gelijk zijn een materiaal te vervaar digen, waardoor extreem hoge elek trische energien getransporteerd kunnen worden zonder enig energie verlies. Dat zou het mogelijk maken, slechts enkele zeer grote elektrische centrales over de gehele wereld te bouwen (enkele per werelddeel) die energie produceren waarvan tijdens het transport over zeer grote afstan den niets verloren gaat. Dat zou een zeker tienvoudige verhoging van het rendement van de verbruikte grond stoffen betekenen. Voor een en ander zou wel nodig zijn, dat de produktie van metalliek vast waterstof op zeer grote schaal mogelijk wordt gemaakt terwijl het nu sledhts op zeer kleine schaal on der extreme omstandigheden in een laboratorium schijnt te zijn gelukt. Dat is echter een technologisch vraagstuk, waarvoor ongetwijfeld een oplossing zal worden gevonden, wanneer eenmaal het antwoord op de drie eerder genoemde vragen vaststaat. Wetenschappelijk is het Russische experiment ook van belang in verband met de vraagstukken om trent het inwendige van de reuze planeten, o.m. Jupiter en Saturnus. Hun "soortelijk gewicht" (dat van de aarde af te bepalen is) duidt op een kern van voornamelijk water stof. Bevindt zich dat daar onder een druk van miljoenen atmosferen in vaste en nu op aarde nagebootste metallieke vorm? Dat zou een groot deel van tot nu toe onbegrepen ver schijnselen verklaren. In de gehele problematiek van de energievoorzienir de opslag van buffervoorraden energie een grote rol mische en technische motieven maken het ongewenst e produceren precies in die hoeveelheid, waaraan op dat behoefte bestaat, en die behoefte varieert van piek-ure: rioden waarin vrijwel geen energie verbruikt wordt, een beperkte regio. Op zichzelf ligt dit probleem al voor de hand, omdal produktie-naar-behoefte de capaciteit van de energie-] ingesteld moet zijn op de piek-periode, hetgeen beteken! belangrijk deel van deze capaciteit dan ongebruikt biï perioden van geringe vraag. Philips heeft onlangs een belangrijke ontdekking maakt, die althans op een beperkt terrein een bijdrage ren tot oplossing van dit opslag-probleem. Afgezien van de zuiver zakelijke motieven met betrekking tot een onrendabele overcapaciteit van energiecentrales bij instelling op voorziening in de momentele behoef te zijn er ook andere factoren die pleiten voor een energievoorziening, die de totale dekt onafhankelijk in materialen in radiator kunnen staan wordt. Er bestonden reeds van die aard. Daarmee zeer geavanceerde venva temen voor woningen. In pe nachtelijke i de momentele behoefte. In het geval van kerncentrales citeitsproduktie, speelt bv een belangrijke rol, dat zij zij hun warmte af niet in korte tijd en niet zonder ernstige technische bezwaren hoge naar lage produktie kunnen worden omgeschakeld. Zij moeten een be paald produktieniveau handhaven, ook al geen behoefte aan die produktie. Men heeft dit op verschillende plaatsen ter wereld op ingenieuze warming, maar ook in and wijze opgevangen, door de overtollig schijnen deze nieuwe mat« geproduceerde energie in de "slap pe" uren om te zetten in een reser ve aan waterkracht. Voor zover wij erwarming. In Zweden er ders worden gehele woonbi deze manier verwarmd. Maar de thans door Phi wikkelde materialen 1 gegeven moment minstens driemaal zo g tecapaciteit als de tot bruikte. Niet alleen voor grote toekomst te hebben, hiermee ook in de elektri trales zelf warmte "opslai weten is dit voor het eerst toegepast slappe verbruiksuren, af te tappen tijdens de pit J Groen i zodoende efficiënter weri itrum de gevonden "op te laden" tot tempen fie's j ruim 800 graden celsius. ratuur is voldoende om door warmte gevoede te drijven, zowel motoren chanische arbeid als 1 king van elektriciteit. istelij enken centrale bij Ffestiniogg Wales. Daar wordt sinds ongeveer centrale* zelf kan dan 15 jaar geleden een spaarbekken in produktie-niveau worden het bergland volgepompt uit een la ger gelegen meer met de overtollige o energie gedurende de nachtelijke Het lijkt volgens de eersten Is uren. In de piek-uren stroomt dit menten mogelijk, een water via een waterkrachtcentrale weer naar het lager gelegen meer en draagt daarmee bij aan de energie voorziening. Heb mes snijdt aan twee kanten. In de eerste plaats wordt de overtollige energie benut ln plaats van doelloos afgevoerd, en in de tweede plaats hoeft de kern centrale niet de capaciteit te heb ben, die voor de piekuren benodigd Is. want dan draagt de opgespaarde waterenergie bij. Een andere plaats, waar dit principe in de nabije toe komst wordt toegepast, is de Edel- talsperre in West Duitsland, waar over wij op deze plaats schreven op 15 april 1972. Opslag van energie is vanzelfspre- ontreiniging optreedt, naë kend uitermate belangrijk bij het toepassing in centrales, uflf a\ gebruik van zonne-energie: de "oogst" van zonne-energie is afhan kelijk van het wisselvallige weer en beperkt tot de daglicht-uren. Nu is warmte (de meest voor de hand liggende vorm van bruikbare a-energie) bijzonder moeilijk op Vooralsnog blijft het nil eei cede een laboratorium-8i heid maar het ziet er naai er binnen afzienbare tijd i die hij tische toepassingsn voortkomen. Een voordeel van dit procédé i ijk 00 gie-opslag is, dat er geen! bleem met betrekking tot: L decentraliseerde toepassin? te Het Philips-laboratorium in Aken heeft onlangs een bijzonder simpele maar waardevolle vondst gedaan, die hierin verandering schijnt te zul len brengen. In dit laboratorium werden be paalde mengsels van fluor-zouten ontwikkeld, die een uitzonderlijk ho ge warmtecapaciteit hebben. Dat wil zeggen, dat zij een grote hoeveelheid warmte kunnen opnemen, voor een gewenste tijd bewaren en weer af Het eerste - door Amerikanen uit gevoerde - radaronderzoek van de planeet Saturnus met zijn bekende ringen heeft een geheel nieuw beeld van dit hemellichaam gegeven. De voornaamste conclusies van dit onderzoek zijn, dat de ringen niet bestaan uit ijskristallen, stof of gas zoals tot dusver over het algemeen werd aangenomen, maar utt miria den brokken steen, en voorts dat de planeet zelf geen hard oppervlakte heeft maar in ieder geval in de buit- tenste lagen van duizenden kilome ters dikte uit gas bestaat. Twee sterrekundigen van de NASA zonden met de parabolische antenne van Golds tone (diameter 64 Een van de fraaiste opna men, die ooit van Saturnus gemaakt zijn. De foto werd genomen met behulp van de grote kijker van de Hale sterrenwacht. Duidelijk zijn de banden in de atmosfeer te zien en de verdeling van de ring in aparte zones. meter) in Californie radar-impulsen naar de 1,1 miljard km van ons ver wijderde planeet om daarna de echo's van die signalen te ontvangen. De signalen die van de ringen weerkaatsten bleken verrassend sterk. Uit die eóho's kon worden op gemaakt, dat de ringen uit talloze brokken steen bestaan. Van de planeet zelf werden geen echo's ontvangen, waaruit na inten sieve berekeningen bleek, dat de planeet in ieder geval uit een dui zenden kilometers dikke gasmaterie bestaat. Over wat zich daarbinnen bevindt hebben de onderzoekingen geen uitsluitsel kunnen geven. Het onderzoek werd verricht door dr. Richard Goldstein en George Mor ris, verbonden aan het Instituut voor Straalaandrijving van de NASA in Pasadena, Californie. Vermoedelijk zal binnen enkele Ja ren meer over Saturnus onthuld worden door de onbemande Pionier, die thans onderweg is naar de omge ving van Jupiter, daar metingen verricht begin december as. en dan doorgestuurd wordt naar de omge ving van Saturnus. Metingen en fo to's bij de passage van de ringen- planeet kunnen zeer onthullend zijn. Voorjaar 1979 wordt in Amerika een Mariner gelanceerd die eerst Ju piter op 405.000 km afstand zal pas seren en twee jaar later Saturnus op een afstand van 270.000 km. Ook bij die missie hoopt men belangrijke ge gevens over de beide reuzenplaneten te verkrijgen. Jupiter is in diameter ongeveer elf keer zo groot als de aarde, Saturnus ongeveer negen maal zo groot. In de periode van 1933 tot 1940 werd deze serie opnamen van Saturnus gemaakt door Earl C. Slipher van de Lo- weU-sterrenwacht. Op ver schillende tijdstippen kijken we vanaf de aarde onder een andere hoek tegen de ringen aan. Ligt de aarde juist in het vlak van de ringen, dan kunnen wij zien hoe betrek kelijk dun dit aureool van Saturnus is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 14