UtócAyhwtdeiici
wmtr
J he
a) De korte kieltopper met
een wijde rugplooi en
ingezette mouwen.
Van zuiver wollen
jersey in o.a. rood
en marine."|
36-42 JZU."
b) Een vierkleurig geruite
salopette met een korte
blouson. De salopette
heeft wijd uitlopende
pijpen met omslag.
Dralon. "I^fl
36-42 IaU."
c) Een schouderstuk zoals bij
een shirt en scheef opge -
stikte zakken, alles met
dubbel sierstiksel,
Zuiver scheerwollen
jersey. Raf en -|
geel. 36-44 1JU«"
Het manteltje, dat de
couturiers ontwierpen
voor 1973: met sportieve stiksels
en een duidelijk aangegeven taille 1 j
Zuiver wollen jersey. 36-44
e) Een ruig wollen
kieltoppertje met nikkelen
knopen en overhemd
manchetten. De rug heeft een
diepe plooi. 36-44
jjjWli I
Y-'i