Solzjenitsyn slachtoffer van politieke manipulaties l andenberg: toekomstbeeld anuit ongeremde fantasie Waarom slaap je liefje?: leesbaar toneel DE DUIZEND SLECHTSTE GRAPPEN VAN' DE WERELD 3 - RDAG 24 FEBRUARI 1973 EXTRA Het boek "Alexander Sol zjenitsyn, de mens" van de Zweedse journalist Hans Björkegren (uitgave Hollan- dia B.V., prijs f 17.90) bevat meer nog dan een biografie een loutere beschrijving van de cultuurpolitieke ontwik keling in de Sowj et-Unie. Met overige schrijvers en kunstenaars vormt Solzjenit syn in die ontwikkeling een belangrijk element. HAMS BJDBKESRfN JULI SOLZJENITSYN DE MENS M3&iüUSWH»IIWA5 I 1 in ie strij i teg«n de leugen zal de kunst zegevieren.., baar maar verbitterd schreef initsyn in zijn nobelvoordracht 970. "Men zegt ons: wat kan teratuur beginnen tegen het aanstormen van het Maar: laten wij vergeten dat geweld alleen niet en alleen ook niet kèn be- het geweld is altijd vervloch- aet de leugen. Tussen die twee at het intiemste en natuurlijk- erband: het geweld heeft niets s dan de leugen om zijn naakt- mee te bedekken, en de leugen anders om op te steunen dan eweld. Ieder die eenmaal het d als zijn methode heeft gepro- ierd, moet onvermijdelijk de kiezen als zijn principe". Wanneer het geweld geboren wil het openlijk een rol gaan n, het praalt zelfs met zichzelf, ar het is nog maar nauwe- gestabiliseerd en geconsoli- of daar merkt het al hoe de rondom ijler wordt, het kan verder leven dan in een sluier leugen, gecamoufleerd door de frasen van de leugen. Niet en ook niet noodzakelijkerwijs pt het de onderdanen de keel af, vaker eist het alleen een eed trouw aan de leugen en maakt deelgenoot van die leugen". de eenvoudige maatregel van eenvoudige, moedige mens is niet mee te doen aan de leugen valse handelingen niet te steu- Moge dit over de hele wereld d worden en tot een alom send beginsel worden - maar door mijn hulp. Schrijvers en stenaars hebben de mogelijkheid tot iets veel groters: zij kunnen de l.ugen overwinnen. In de strijd te gen de leugen heeft de kunst altijd gezegevierd en zal zij ook altijd ze gevieren - in het openbaar, onweer legbaar voor allen. Er is veel in de wereld dat door de leugen kan wor den getrotseerd - alleen niet de kunst...." Solzjenitsyn is, opmerkelijk ge noeg, nooit in de gelegenheid ge weest deze alinea's voor het gehoor van de wereld uit te spreken. Het warrige, politieke spel dat Zweden in 1970 aanlegde rond de vraag waar de Russische schrijver zijn Nobel prijs (Zweedse Academie) in ont vangst moest nemen, hield dat tegen. En zo ervaarde de schrijver weder om hoezeer zijn bestaan door een politiek web was omringd en inge perkt. Destalinisatie Een aanzet daartoe werd een Jaar na het 22ste partijcongres in 1961 gegeven, toen Nikita Chroesjtsjow zijn mildheidspolibiek en de destali nisatie andermaal bekrachtigde door het debuut van Solzjenitsyn - "Eén dag van Ivan Denisowitsj" - over de hoofden van de censuur (Glavlit) heen in het licht van de be langstelling te plaatsen. Op die ma nier kreeg het partijcongres, niet alleen bekend door de officiële ont maskering van het Stalin-regime, maar ook door de vaststelling van de Ïijn-Chroesjtsjow en het felle of fensief via Albanië op China (zie: "Rusland-China, een wereldcon flict" - Edward Crankishaw), in het werk van In de cultuurpolitieke van de Sowjet-Unie vormde Chroesjt- sjows hoederhouding Jegens schrij vers als Solzjenitsyn en Jewtoesjenko ("Stalins erfgenamen") een unicum. Nooit eerder was het voorgekomen dat een beschrijving van het leven in de strafkampen van Stalin offici eel werd getolereerd, terwijl het ook vreemd mocht heten dat een gere habiliteerd schrijver in de gelegen heid werd gesteld zijn grieven over Stalin te uiten. De intentie van Chroesjtsjow was evenwel duidelijk genoeg toen hij "Eén dag van Ivan Denisowitsj" de volgende kwalificatie toebedacht: waarheidsgetrouw en geschreven vanuit partijposities. Chroesjtsjow presenteerde daarmee een soort boertigheid ten opzichte van de kunst en verscherpte de sud derende polarisatie tussen hem en de zg. neo-staldnisten, die mét de Chinezen gretig toehapten om de Ïijn-Chroesjtsjow andermaal als re visionistisch te betitelen, (revisio nisme was het geesteskind van de n.srxist Bernstein, die rond de eeuwwisseling de stelling opwierp dat de sociale revolutie heel goed be werkstelligd zou kunnen worden met evolutionaire (parlementaire?) mid delen - dit in tegenstelling dus tot de revolutie). een waardig weg plaveide. Zijn litterair niveau, scheppend vermogen en zijn strijd baarheid stonden daar borg voor, al staat vast dat hij met diezelfde ei genschappen een ferme déuk heeft geslagen in de pogingen van de Rus- Deuk In het boek "Alexander Solzjenit syn, de mens" van Hans Björkegren ligt de conclusie voor handen dat de schrijver met zijn werk zijn lijdens- nen naar halve waarheden om te buigen. In vele opzichten kon hij evenwel weinig doen om zijn positie te stabiliseren. De KGB (veilig heidsdienst) speelde bijvoorbeeld zijn manuscripten op een uiterst slinkse manier in handen van de westerse landen om ze kort daarop ingebouwd te zien in antd-Sowjetpro- paganda en daarvan de schrijver te kunnen betichten. Armoede Alexander IsajewitsJ Solzjenitsyn - op 11 december 1918 in de bad plaats Kislwodsk ('t noorden van de Kaukasus) geboren - groeide op in een gecompliceerde wereld. De maastchappelijke afkomst van zijn ouders - vader was artillerie-officier in de oorlog van 1914, moeder was de dochter van een rijk grondbezit ter - leidde na de revolutie tot grote armoede. Na de dood van zijn vader verhuisden Alexander en zijn moe der naar Rostov aan de Don om ook daar te ervaren dat hun afkomst een menswaardig bestaan onmogelijk maakte. Zijn moeder werd genood zaakt in de avonduren te werken en 's nachts het huishouden te doen. Ze stierf, 49 Jaar oud, in 1944. In 1936 deed Solzjenitsyn eindexa men aan de zg. tussensohool in Ros tov en behaalde een uitstekende lijst, vooral voor Russisch en na tuurwetenschappelijke vakken. In die tijd deed hij vergeefse pogingen sober litterair werk in verschillende tijdschriften geplaatst te krijgen. Hij ging studeren aan het mathema tisch instituut van de universiteit van Rostow en hoewel hij toen al t( sefte dat hij niet met de mathema tiek zou doorgaan, zou hij zich zijn studie in dankbaarheid herinneren. In een korte autobiografie schrijft hij later: "Ik zou namelijk de acht Jaren in de kampen niet overleefd hebben als ik niet in de hoedanig heid van wiskundige naar een zg. sarasjka (wetenschappelijk insti tuut) was overgebracht. En in de verbanning stonden ze me toe wis- en natuurkunde te onderwijzen, wat mijn bestaan verlichtte en me de mogelijkheid verschafte te gaan schrijven. Had ik een litteraire op leiding gehad, dan zou ik deze be zoekingen nauwelijks hebben over leefd, maar zou ik blootgesteld zijn geweest aan een veel grotere dwang". Naast zijn natuurwetenschappelij ke studie, die hij in 1944 voltooide, volgde Solzjenitsyn een opleiding tot schrijver aan het Instituut voor Ge schiedenis, Filosofie en Litteratuur te Moskou. In die periode koesterde hij een bovenmatige belangstelling voor het toneel, dat hem inspireerde tot werken als "Gastmaal der over winnaars" (dat hij tijdens zijn ver blijf in een concentratiekamp "in zijn hoofd had opgetekend" en dat later tegen hem gebruikt zou wor den), "De kamphoer en de simpele ziel" en "Het licht in Jou". Kort na de inval van de Duitsers in 1944 kwam hij onder de wapenen, (hoewel hij toen al aan kanker leed) Zoals zijn vader in de oorlog van 1914 werd hij artillerie-officier en verwierf wegens "grote dapperheid" ten tijde van het Königsberg-offen- sief de orde van de Vaderlandse Oorlog en de orde van de Rode Ster. volgens Hans Björkegren geen on derscheidingen waarvan er dertien in een dozijn gaan. Arrestatie Begin 1945, midden in de slag bij Königsberg, werd Solzjenitsyn gear resteerd. In een interview later ver klaarde hij: "Ik werd gearresteerd op grond van naïeve voorstellingen, Ik wist wel dat het verboden was in brieven van het front over militaire aangelegenheden te schrijven, maar ik dacht dat het wel toegestaan was te denken en te overpeinzen". In 1956 werd zijn verbanning op geheven en een Jaar later werd hij, met een omlijsting overigens van uiterst zwakke motieven, gerehabi liteerd. Na zijn rehabilitatie vestig de Solzjenitsyn zich als leraar, maar ontplooide ook grote activiteit als schrijver. Tot zijn 42ste Jaar wist hij dit geheim te houden. In 1961 stuur de hij de eerste manuscripten naar het tijdschrift Nowi Mix, waarvan de befaamde poëet Tvardowski als hoofdredacteur fungeerde. En in 1962 werd "Eén dag van Ivan Deni sowitsj" in dit tijdschrift gepubli ceerd. De daarop volgende recensies van critici, schrijvers en dichters va rieerden van "mijlpaal in de ont wikkeling van onze litteratuur" tot "...dat het niet meer mogelijk is te schrijven zoals we dat tot voor koft hebben gedaan". Maar begin 19S3 begon het onder vooraanstaande cultuurdragers te rommelen En '^ort nadat Chroesjtsjow in niet mis te verstane tv»*—-- "-«gen Zijn cult'mr- politieke eisen had kenbaar ge maakt, kwamen de negatieve Kri tieken los. Tiiss<m Nowi Mir en Lite- ratoernaja Gazeta - orgaan van de schrijversbond - ontspon zich een polemische strijd, die erin resulteer de dat Nowi Mir zich de boosheid van de partijleiding op de hals haal de en geliquideerd werd. Isolement Heftige meningsverschillen - aan de oprechtheid waarvan in verband met de (gemanipuleerde?) schrij versbond getwijfeld mag worden - brachten Solz; 'tsyn in een vol* strekt isolement. Uit de verslagen in het boek van Hans Björkegren wordt de lezer duidelijk dat de schrijvers bond weinig meer deed dan de lei draad van de partij hanteren om Sol zjenitsyn uit de hond te stoten en zo aan de verwachtingen van (de in middels partijchef geworden) Brez- Jnef te beantwoorden. In 1970 kreeg Alexander IsaJevitsJ Solzjenitsyn de Nobelprijs ve—ege "de ethische kracht waarmee hij de onvervangbare tradities van de Rus sische litteratuur heeft voortgezet" (Zweedse Aca.demie). HIJ verwierf daarmee erkenning. Maar bleef het slachtoffer van een politiek blok, aan de machtspijlers waarvan hij zozeer had getornd. WIM WIRTZ 'Vandenberg" door Oliver Lange, vertaald door R. A. D \nemaet en uitgegeven door Ad. M. C. Stok Zuid-Hollandsche Uit leversmaatschappij N.V. in Den ïaag. De „Journalistieke" schrijver Oliver Lange kocht 'n huis in een wibewoonde streek van Nieuw \fexico. De dichtstbijzijnde tele foon was op tien kilometer af- ?tand. Een telegram werd pas na twee of vier dagen besteld. Er was ?as noch elektriciteit. Maar hij had er een grandioos uitzicht en vooralde vrijheid. Want vrij heid is ook voor Oliver Lange een •net geen schatten te betalen goed Dat blijkt wel uit zijn fascinerend x>ek „Vandenberg" gebouwd rond mogelijke verschrikking van norgen: een door de Russen bezet Imerika. In de bergen woont Vandenberg een evenals Lange vrijheid bezeten man. Hij voert vanuit zijn eenzame post een iven fantastische als wanhopige vrijheidsstrijd. Lange sclhetst een toekomstbeeld vanuit een onge remde fantasie. Maar de gedach- tenwereld, waarin Lange bij het schrijven van zijn verhaal ope reerde, openbaart zich al in de eerste woorden uit het dagboek van Vandenberg: de grootste schok was niet het feit, dat we Hadden verloren, maar dat we zo gemakkelijk hadden verloren en wel met een afwezigheid aan in spanning, die aan goddelijke on verstoorbaarheid grensde. En wat de beeldspraak betreft, de wereld werd het vrijheidsbeeld gegeven niet als een onschendbaar sym bool, maar als een onbenullige grinnikende oude slet, die reeds aa een denkbeeldige aanval op haar eerbaarheid wordt verleid en zich gewillig in het hooi achter over laat vallen". Vandenberg hekelt de gemak zucht, de apathie, de met smoesjes overladen totale afwezigheid van wezenlijke belangstelling, die vol keren tot gemakkelijke prooien maakt van werkelijk gedreven aanvallers. Of men het met die theorieën eehs is of niet doet wei nig terzake. Oliver Lange zet zijn lezers met zijn niet altijd even gemakkelijk leesbare historie da nig aan het denken. Alleen in sommige passages komt de Jour nalistieke achtergrond duidelijk bovendrijven. Bijvoorbeeld bij de vernietiging van de aanvallers op het gevangenenkamp. Een uiter mate. levendig stuk reportage. Het lijkt zo uit een verschrikkelijke werkelijkheid geplukt. Een werke lijkheid, waaraan we in relatie bot Langes boek overigens liever maar niet aan willen denken. En dat is het nu Juist, wat Vanden berg zo verfoeitK.P. Jos Vandeloo Waarom slaap je liefje? Moussaults uitgeverij. Am sterdam- Jos Vandeloo, een Vlaams schrij ver o.a. van "Het Gevaar" (roman prijs van de provincie Antwerpen), "Een Mannetje uit Polen" (verha len), "De Vijand" (novelle), "Zeng" (gedichten), heeft duidelijk veel pijlen op zijn boog. "Waarom slaap Je liefje?" is een toneelstuk in twee bedrijven. Het is met veel succes gespeeld door hét Brussels Kamer toneel in Luxemburg, Duitsland en Noorwegen. Waarom niet in Neder land? Omdat we hier in principe liever geen stukken die in de Ne derlandse taal geschreven zijn, zien als de schrijver niet tenminste Hu- go Claus heet. Dit stuk is wat het onderwerp aangaat, actueel genoeg. "Een weekend in het najaar ergens in een grote stad. Twee mensen samen in een flat: een man en een vrouw. Al lebei vijf dagen gewerkt. Gezond, welvarend, geen kinderen, geen speciale problemen. Nu twep lange dagen samen thuis. Verveling, vriendschap, plagerijen, hatelijkhe den, droom, liefde, realiteit. Een man en een vrouw in een flat. met hun televisie en transistor, ijskast, douche, bankrekening, auto voor de deur. Twee mensen zoals er hon derdduizenden zijn. Geïsoleerd van de anderen, vervreemd van elkaar en toch vol behoefte aan genegen heid en liefde.- Dit is de mise en scène. Een goed reeël gegeven dus. Het geeft een dia loog althans voor het grootste deel tussen twee mensen zoals men zich die kan voorstellen in el ke flat, in elke straat, en in elke stad. Nu kan men een dergelijk reeël gegeven op twee manieren aanpak- ken. Men kan het zo doen dat het publiek in de zaal niet anders be hoeft te doen dan zichzelf herken nen, of eerder mg zijn buurman, en tevreden Ja en amen knikken. Zo is dat, denkt men het is droef (of niet) maar er is niks aan te doen. Deze vorm van realisme is de gangbare en zal, naarmate het stuk kwalitatief beter is, de toe schouwer meer boeien en wat ge roerd naar huis doen gaan. Er is nog een andere methode en het lijkt mij dat Vandeloo deze ge bruikt heeft. Deze methode is in wez«~ donzeer reeël, maar het ver schil zit hem daarin dat er nu een realiteit zo wordt aangeboden dat het vanzelfsprekende eraan ontno men wordt. De toeschouwer ziet en hoort nog wel een realiteit, maar deze realiteit wordt zo voorgedra gen dat er een elemr-1 van onrust meekomt, een element waarbij de toeschouwer zich, als het goed is, gaat afvragen wat hier eigenlijk ge beurt, waarom het vertrouwde op eens niet vertrouwd meer is. Waarom hem niet meer de vertrouwde weg gewezen wordt, naar een oplossing, een verklaring, een afgesloten ein de. Om die verwondering te bewerk stelligen gebruikt Vandeloo ver schillende middelen. Eén van de treffendste is het tussenspel met de praathoutjes, waarbij de partners telkens een ander masker van hun eigen gezicht maar dan op oudere leeftijd opzetten en voorlezen wat er op de blokjes staat. Nog een mid del is het optreden van de bezoekers I en II als de man naar de kazer ne is gegaan: beelden van de onbe vredigdheid. de onlust van de vrouw. Zo zijn er nog meer tafere len en het zijn alle negatieve con tactpogingen van de partners met elkaar en met de buitenwereld Een vondst lijkt mij tegen het slot een wat 'VAfe contactvorm in een gesprek waarbij de spelers elkaar niet zien met daarna het open ein de, dat wordt gekregen door het spe len van de herkenningsmelodie van een populair TV-ver ilgv^rhaal. Zo worden de twee mensen, die net be gonnen zijn hun ware wezen wak ker te roepen, weer in slaap gesust door de verdovende schijn. Goed gespeeld moet dit toneelstuk een aangrijpende voorstelling ople veren, zou ik zeggen, mewe! d<> goed geschreven, indringende tekst ook uitstekend te lezen is, als Je de moei te doet Je verbeelding een beetje te laten werken. CLARA EGGINK. Archaïvarius. De duizend slecht ste grappen van de wereld De Ar beiderspers Amsterdam. Dat het predikaat „slecht" twee betekenissen kan worden toebe dacht, en dat bovendien de over wegingen die tot een dergelij ke kwalificatie leiden erg subjec tief zijn. eigenljik het enige dat Ie over „De duizend slechtste frappen van de wereld" kunt schrijven. Weliswaar kun Je uit voerig ingaan op de lijdende voor werpen 11* in sommige grappen *en wat twllfelachtigp plaats krij gen. maar zelfs dan stuit Je op lie gewraakte subjectiviteit Want misschien is het zelf? we zo dat negers. Joden, stotteraars, impo- •■-ente mannen ->ud<= vrijsters en schoonmoeders niet zonder gllm- tach van de mopper kennisne men waarlr zij zo'r centrale rol vervullen. „De duizend slechtst* grappan van de wereld' is tr elk geval aiet verstoken "an -trotomanp n- vallen en osychlscl gestoorde U- dngen. En daarom erg aardig >1 enaardig slecht ol voot wip 1e schoen past of weet Je dat nooit evoren? Gewoon lezer dan WIM WIRTZ.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 15