ondsrepubliek ijkt wat mnigjes naar oning Voetbal avorieten Philip Morris: cowboy en coureur AG 3 FEBRUARI 1973 Eerzucht van FRANKFURT „Leve Koning Voetbal maar zouden wij als republikeinen in onze bejegening van deze heer niet iets minder gul moeten zijn?" zo vroeg zich laatst een Westduitse radio-com mentator af. Hij gaf daarmee lucht aan de gevoelens van onbe hagen, die in de publieke opinie van dit land rondwaren. De lang eerzucht van de Duitse voetbalbond om volgend jaar de wereldkampioenschappen te organiseren is weliswaar be grijpelijk, maar ook begrotelijk. Van de 9 arena's waar de natio nale halfgoden uit zestien landen zullen aantreden, is alleen die van Olympisch München gereed. Voor de bouw of vernieuwing van de acht andere stadions moet 250 miljoen mark worden opgebracht. Door de overheden van steden en deelstaten, en door een subsidie van de bondsregering (voorlopig vijftig miljoen mark). Dat wil zeggen: door de belas tingbetaler. Sinds Denver (en nu ook Montreal) weten wij, dat het berekend verstand zeer wel in staat is nationale sportvervoering te dempen. Zo kom je in de West duitse kranten beschouwingen te gen in de trant van: voor die 250 miljoen zouden in plaats van acht stadions ook 250 sporthallen ge bouwd kunnen worden en dan had iedere sportbeoefenaar er wat aan. begrijpelijk naaar óók begrotelijk Een herinnering aan de fi nale 1966: Engeland-West- Duitsland. Door de Britten na verlenging met 4-2 gewonnen. Op de toto het tweede Engelse doel punt, gescoord door Martin Peters (16). V.l.n.r. Weber (6) Jackie Charlton (5) Hunt (21). SchneUinger (zittend), Peters 16 en de verslagen keeper Tilkow- De Duitse voetbalbond, die in een splinternieuw gebouw in de bossen van zuidelijk Frankfurt zijn plannen voor de kam pioenschappen uitbroedt, voelt zich ietwat in een benauwde veste. De bezoeker, die om inlichtingen komt, treft een sfeer van agressieve verdediging. Woordvoerder-perschef dr. Wilfried Gerhardt van het organisatie-comité ziet de vragen al in hin derlaag liggen en komt met antwoorden, voordat die vragen gosd en wel zijn gesteld. Dat zwaar gekritiseerde kwart mil jard voor de stadions: „U moet goed begrijpen, die zijn niet be stemd voor uitbreiding, maar voor modernisering, een gerieflijker in richting. Zo gezien is dat geld een diepte-investering, nog vele Jaren zal het publiek ermee gebaat zijn. Bovendien wij doen het eenvou dig. Van dat Olympische dak in München 180 miljoen hadden volgens onze bescheiden eisen al drie stadions gebouwd kunnen wor den." Is dat niet een hachelijke redene ring gezien de ook in Duitsland sterk afkalvende belangstelling voor voetbal? Dr. Gerhardt heeft ook die bui na tuurlijk allang zien hangen en trekt vergenoegd een bundel documenta tie tevoorschijn. „Horen Sie mal een van de wezenlijke oorzaken van de teruggang in de belangstelling is het geringe comfort in de Duitse stadions..." Hij bladert wat, „in 1970 hebben wij een representatief me- ningsonderzoek gehouden om na te gaan hoe het betalend publiek over de Bundesliga denkt. Belangrijke vraag: waarom die daling in de be zoekcijfers? Welnu, op de eerste plaats was de ontevredenheid gevolg van de tekortschietende accommo datie, vooral bij Jongerengroepen. Wat goed was voor opa en vader is niet goed meer voor de zoon en kleinzoon". Door Ewout Janse De Duitse voetbalbond acht daar mee zijn dure activiteiten voor de wereldkampioenschappen gesteund door ervaringsfeiten. „Het klinkt misschien banaal, maar wist u, dat veel mensen zich hebben beklaagd over het gebrek aan behoorlijke toi letten in de stadions, voor mannen en voor vrouwen? Daarom stellen wij de aanleg daarvan als eis. Een politicus vroeg zich zelf af, waar wij als voetbalbond ons wel mee bemoeiden. Stadions voor blaaspa- tiënten, spotte hij. Maar wij weten beter". Blijft het bezwaar, dat met dit geld heel wat sporthallen en kleuter scholen kunnen worden gebouwd... „Jawohl", zegt Gerhardt, „en heeft de brede groep van vijftien- tot 65-Jarige voetballiefhebbers dan geen recht op vrijetijdsbesteding? Er zijn tenslotte slechtere manieren om Je met helden te vereenzelvigen of om Je agressies af te reageren". Dreigt niet het gevaar van overver zadiging na de kampioenschappen, die immers grotendeels ook door de tv worden uitgezonden? En zou dat niet een nog sterkere daling van de bezoekcijfers op langere termijn be tekenen? „Dat hebben wij inderdaad gemerkt na de Olympische Spelen, waarbij drie weken onafgebroken tv-delica- tessen werden opgediend. Toen kort daarop de Bundesliga begon- bleek het bezoek sterk afgenomen. Maar aan de andere kant: toen in 1966 Engeland de wereldkampioen schappen organiseerde, waren de aantallen toeschouwers daar al meer dan tien Jaar aan het dalen. Maar juist dankzij die kampioen schappen kwam er een sprongsge wijze opleving. Je moet er alleen voor zorgen, dat de gewone compe titie niet dadelijk erna, maar een week of zes later begint". Dat hoeft voor Duitsland niet persé op te gaan... „Wij hopen hier eenzelfde ver schijnsel te beleven. Ons nationale elftal zal, bescheiden gezegd, zeker een grote rol spelen. En daarbij komt dan het aanbod van technisch beter uitgeruste stadions. Onze hoop heeft een stevige grondslag". Dr. Gerhardt, kortom, toont zich in dit vraag- en antwoordspel thuis als een dominee in zijn Katechismis (en ook die staat vol van waarhe den, die zich niet bewijzen laten). Voor zover nodig zet hij uiteen, dat het zeker geen stoffelijk gewin is, dat de voetbalbond nastreeft, „mis schien blijft er wat over, maar dat kun je alleen maar hopen. Wij heb ben veel grote steden en een altijd nog omvangrijk voetbalpubliek". De inkomsten: dit Jaar al deelt de Duitse voetbalbond mee in de op brengst van de loterij geluksspiraal, die indertijd voor de Olympische Spelen is opgezet. Daaruit kan een deel van de organisatiekosten i achttien miljoen) worden gedekt, de rest moet uit eigen middelen worden geleverd of uit de opbrengst van de massale handel in mascot tes. Voor deze kampioenschappen heeft de DFB twee olijke mannekes ten doop gehouden die officieel Tip und Tap heten en officieus Helmut en Hermann (voornamen van bond- strainer Schön en Bayern-voorzitter Neudecker) Een behoedzaam televislebeleid moet er voor zorgdragen, dat niet iedere voetbalenthousiast maar met een besluit aan zijn huisfauteuil te blijven kleven. Niet alles zal worden uitgezonden en het andere waar schijnlijk niet allemaal „live". Niet temin zal de FIFA voor de werplu- tv-rechten twintig miljoen mark in casseren die over de zestien betrok ken nationale voetbalbonden zullen worden verdeeld. Hetzelfde gebeurt met de opbrengst van de toegangsbewijzen, in prijs variërend van tien mark voor een staanplaats bij een gewone wed strijd tot tachtig mark voor een overdekte zitplaats bij de finale op 7 Juli 1974 in het stadion van Mün chen. Twintig procent der kaarten is voor het buitenland beschikbaar, de verdeling daarvan wordt afge stemd op de betekenis van voetbal in het desbetreffende land en op zijn nabijheid. „Het is dus zeer wel mo gelijk, dat Nederland een groot contingent ontvangt. Zeker als het Nederlands elftal van de partil is. En die kans lijkt mij niet gering", zegt Gerhardt bemoedigend. De prijzen zijn dus nogal pittig van de vraag zal het afhangen of het tot nu toe onvermijdelijk bij verschijnsel van de zwarte handela ren geen kans meer krijgt. Een de finitieve oplossing voor het pro bleem bestaat niet, aldus Gerhardt, „al proberen wij het vraagstuk door beperkte uitgave aan een D*rsoon zoveel mogelijk te beperken". Sir Stanley Rous van de FIFA ziet ook al geen wachterdicht middel te gen de prijsopdrijving door zwart- verkopers. „Wie er wel een weet, krijgt van mij een gratis toegangs bewijs voor alle wedstrijden", heeft Koning Voetbals keizer al laten we ten. le controverse over sigarettenroken zal wel nooit een omen. Het "genot en de bevrediging" uit tabaksgebruik en de schadelijke effecten daarvan anderzijds houden ns in evenwicht. Maar het' is nu eenmaal een feit dat sigarettenverkopen weinig is te merken van dit geschil. ;ende lijn wordt in onverminderde mate doorgetrokken s het verbieden van televisie- en radioreclame voor en in sommige landen, de waarschuwing op het pakje iel Amerika en Groot-Brittannië met name) en de toene- [jdruk van de accijnsen. lorris bijvoorbeeld, één der heeft Philips Morris gedaan in de sigarettenfabrlkanten ter autosport. Miljoenen guldens hebben hrijft niet voor niets in de renstallen van Marlboro al opge diste Jaarverslag: „De voort- slorpt. Met als resultaat, dat zij we- troei van de tabaksindustrie liswaar in de racerij zelden een geheel is buitengewoon be- eerste plaats behaalden, maar wel ld. We beschouwen de toe- dat Marlboro kort geledeD het merk optimisme". Winston als meest gerookte Ameri- •ttenindustrie heeft dan kaanse sigaret in de wereld voorbij ilgezeten. De krachtige schoot. in de eerste plaats te philip Morris is van oordeel dat er vJLê geweldige mogelijkheden zitten in de automobielsport. Na baseball *s ^ten, die worden besteed uker aan zich te binde" het de sport die het meest in de sigarettenreclame van de hplane,ste]llne staat van het Ameri- en de radio werden jen de overheidsvoorwaarden nhoud van de advertenties ka steeds stringenter wer- belangstelling staat van het Ameri kaanse publiek. In Europa bestaat hetzelfde interessepotentiëei voor deze „fascinerende passionante en TTTn, "T dynamische dicipline", meent de tabaksindustrie nieuwe £hmp Morrls Het oproepen van de associatie tus sen sportiviteit en de merknaam is het uiteindelijke doel. De consu- ment moet het element van de lp Morris tournooien en schadelijke effecten van het roken chappen van zeventien maar vergeten. Met de naam van !in een vijftiental landen; het sigarettenmerk in grote letters :ey in Tsjechoslowakije op zijn borstzak komt de sportve- is in Nigeria tot golf in dette hijgend tot topprestaties. (lorris deed dat door de gla- :ld van de sport op te zoe- het merk Marlboro spon. als het erom gaat een reputatie op Grand Prix een kasteel af te huren te bouwen. Om de plannen voor het of één der betere hotels om daar sportjaar 1973 bekend te maken no- voor honderden genodigden aan de digt het concern zo'n 250 journalis- vooravond van de autorace forse ten uit naar Genève. Op de kosten, festiviteiten aan te richten. geschat op ongeveer drie ton, wordt niet gekeken. Plaats van handeling Opwarmertje is het luxueuze Intercontinental De eerste dag in Genève is bedoeld als een opwarmertje. Coctails en Hotel in Geneve, een onpersoonlijke een ]opend buf£et waama beddenkolos, waarin je je in elk enorme internationale gezelschap deel van de wereld kunt wanen, gewoontegetrouw afzakt naar de Maar Philip Morris schroomt ook grootste investeringen Philip Morris is niet kinderachtig niet om ter opluistering van een reur uit de dertiger Jaren, de Zwit serse baron Greiffenried. een gedis tingeerde verschijning, die nu een vage public-relations functie bij PM vervult. „Autosport is nu pure busi ness, heeft eigenlijk geen enkele overeenkomst meer met de sport, die het vroeger was", luidt zijn me ning. De ongeveer vijftig Philip Morris functionarissen onderhouden zich geroutineerd met het persgezel schap. De volgende dag is de eigenlijke presentatie van het zogenaamde ..Marlboro World Championship Team". In de enorme balzaal van het hotel zitten achter de groene tafel op het podium de „grote Jon gens" van Philip Morris Europa en de gesponsorde renstallen. Centraal de omvangrijke gestalte van Louis T. Stanley, die samen met zijn vrouw Jean, zuster van de machtige Britse industriëel Sir Alfred Owen de oudste Britse onderneming van raceauto's, BRM British Racing Motors bestuurt. Stanley voelt zich zo zeker van zijn positie, dat hij een relevante vraag van een Britse Journalist hooghartig afwim pelt met: „Er zijn hier zoveel goede kranten vertegenwoordigd, dat Je daarin het antwoord wel kunt le zen". Naast Stanley zit op het podium Ronald H. Thomson, de 35-Jarige president van Philip Morris Europa en voormalig international van het Schotse rugbyteam. Opzij, iets naar achteren en voortdurend beschoten door tientallen film- en fotocame ra's zitten als paladijnen de leden van het World Championship Team, die met uitzondering van de motor coureurs, merkwaardig genoeg nog geen van allen een wereldtitel heb ben behaald. De show is aardig, maar de inhoud van de toespraken ls over het alge meen van weinig verrassende aard. De sponsoring van het BRM-team, het Italiaanse Lancia Raley-team en enige auto- en motorcoureurs wordt, zoals te verwachten viel, voortgezet. Voor Nederland is vooral de steun van belang, die Marlboro aan het circuit van Zandvoort gaat geven. Stimuleren Zandvoort is na de Franse renbaan Paul Richard en het Belgische Ni- velle het derde circuit in Europa dat een belangrijke financiële „op pepper" krijgt van Philip Mor- Ris. De filosofie hierachter is dat door de autosport in het algemeen te stimuleren, de belangstelling toe neemt, waardoor de daaraan vast gekoppelde merknaam van het pro- dukt in bredere kring doordringt. Een andere investering op de toe komst is de persoonlijke sponsoring van bepaalde coureurs, zoals bij voorbeeld van de Nederlandse troef Gijs van Lennep. Voor een Jaarsa laris, waarvan de grootte moeilijk te gissen valt, moeten deze coureurs vooralsnog alleen hun gezicht op races en andere bijeenkomsten la ten zien, voorzien van de nodige Marlborobadges. Werken aan een image, dus. De image is in de sigarettenindu strie een belangrijk facet „Marlboro verwierf een internationale reputa tie door zijn produkt te associëren met een zeker soort verlliteit, waar van de eenzame cowboy een type voorbeeld is", zo legt Philip Morris president Thomson uit In adver tenties zien we dan ook bijvoorbeeld een cowboy, die zijn sigaret aan steekt met een brandend takje uit het kampvuur. De glamourwereld van de reclame. Op de circuits rij den tijdens de door Marlboro ge sponsorde races fraaie, door een zestal paarden getrokken, postkoetsen met lassowerpende cowboys. De on versaagde harde mannenwereld van prairies en racebanen is de am biance van waaruit de onderneming zijn produkten lanceert. De formule van Philip Morris is succesvol gebleken. Internationaal zag het concern de verkopen In 1971 van zijn meer dan 140 sigaret tenmerken met tien procent stijgen. Dat ls meer dan de groei van de totale sigarettenmarkt. die vier pro cent bedroeg. Voor de achttiende achtereenvolgerde keer kwamen zo wel omzet als winst op eeD hoger niveau. De totale verkopen stegen met bijna 23 procent tot 1,85 mil jard dollar en de nettowinst met 31 procent tot 10,5 miljoen dollar. Overigens ziet niet alleen Philip Morris in de autosport een goede springplank voor zijn produkt. In Groot-Brittannië is bijvoorbeeld Players erg actief en moet daar vooral opboksen tegen dothans. In België tracht Kent naam te maken. In Zuid-Afrika houdt Lucky Strike zich bezig met de racerijen en in Frankrijk Gitanes.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1973 | | pagina 15