HET LOOPT DE
De mens
moet
leren
leven
met de
vrijheid
in de
winkels
C en A In Amsterdam wil niet pra
ten over het succes van haar be
drijfsrecherche. Zeker is echter dat
het gemiddeld aantal arrestaties
daar lager ligt. Logisch, want C en
A verkoopt maar één artikel: kle
ding. De keuze uit de duizenden ar
tikelen bij Vroom en Dreesmann of
De Bijenkorf is wel wat groter.
Vaak is de waar ook kleiner en
kostbaarder en dus gemakkelijker te
stelen.
Je vraagt Je af wat er dan wel niet
allemaal in die decembermaand met
haar sinterklaas- en kerstdrukte
moet zijn ontvreemd. Cijfers, die
een groter aantal diefstallen moeten
bewijzen, ontbreken echter.
,.Het is drukker, we hebben meer
mensen in huis", zeggen ze bij de
Haagse Bijenkorf voorzichtig, „het
ligt dus in de lijn der verwachtin
gen dat er meer wordt gestolen.
Maar aan de andere kant maakt
die drukte het voor de mensen ook
moeilijker om te stelen. We kunnen
dan ook niet zeggen dat we in de
cember meer dieven oppakken dan
in andere maanden".
Vroom en Dreesmann in Rotterdam
spreekt ook niet van een glorie-
maand over haar opsporingsdienst.
„Maar we zijn er wel van overtuigd
dat er in december ondanks of
dankzij de drukte meer wordt ge
stolen. Hoe kan het ook anders? Je
hebt eenzelfde aantal mensen, dat
toezicht houdt, maar het aantal be
zoekers is veel groter. Dan moeten
er toch wel meer mensen ongestraft
buiten komen".
Toe maar, het kan niet op .Het
grootwinkelbedrijf doet zijn best,
maar tegen zoveel minne mensen
kan men eenvoudig niet op. Orde
diensten en beveiligingssystemen re
gistreren veel, maar nog lang niet
alle kwaad. Misschien dat drs. L. de
Vries, psycholoog en directeur van
het Instituut voor Sociale Kommu-
nikatie (ISK) in Amsterdam, de
detailhandel kan helpen. Op deze
pagina analyseert hij het hoe, het
wie, het wat en het waarom van de
winkeldiefstallen.
Mocht deze handleiding voor al of
niet geuinformeerde bedrijfsrecher-
cheurs ook niet baten, dan zouden
wij, klanten, verkopers en afdeling-
chefs ons voor het nieuwe Jaar
eens kunnen voorpemen wat eerlij
ker te zijn. We varen er wed bij.
want de detailhandel is ook niet
gek en verhaalt de schade door
diefstal op de prijzen van de arti
kelen. Hoe minder we dus gappen,
hoe lager de prijs. Waarom houden
wij onze handen dan niet thuis?
•V.J Geüniformeerde bewakers
bij C en A.
Door
Daan O verhof f
AMSTERDAM Het loopt de spuigaten uit. Als je zo de cijfers hoort
begin je bijna te geloven dat elke Nederlander een dief is. Of is het
soms normaal dat er in supermarkten warenhuizen en winkels jaar
lijks voor tweehonderdvijftig miljoen gulden wordt gejat. Alleen in
warenhuizen al wordt door personeel en bezoekers in één jaar vijfen
zeventig miljoen gulden aan geld en goederen achterover gedrukt.
Dat is twee procent van de omzet.
In Amerika heeft eens iemand gezegd: één op de tien klanten is
oneerlijk. De Nederlandse detailhandel stemt daar zonder enige aar
zeling mee in. Bij Vroom en Dreesmann in Rotterdam worden da
gelijks gemiddeld vijf winkeldieven opgespoord. De Bijenkorf in Den
Haag pakt er dagelijks wel tien op.
Amsterdam Drs. Bert de Vries
(42) spreekt duidelijke taal. Dat
mag hij ook wel als directeur van
bet. ISK, een Instituut dat zich
beijvert communcatieproblemen op
te lossen.
„Een van de grootste kwalen van
onze samenleving is dat mensen
met een IQ van 130 voortdurend te
gen mensen met een IQ van 100
zitten aan te praten", zegt hij, „en
daardoor komt er maar een gedeel
te over bij de ander. Als we ons
voortdurend zouden afvragen hoe
zeg ik het zö dat de ander het be
grijpt, dan zouden we heel wat
minder moeilijkheden in dit leven
hebben".
De Amsterdamse psycholoog wil dan
ook dat we bij zijn analyse van
winkeldiefstallen één ding niet ver
geten. „Mijn conclusies kunnen
nooit helemaal zuiver zijn", waar
schuwt hij, „omdat de gegevens zijn
ontleend aan winkeldieven, die zijn
gesnapt.
Maar dat is maar het topje van de
Ijsberg, die zich verder onder water
verschuilt. Ik heb onderzoekingen in
Frankrijk, Duitsland en Amerika
bestudeerd, maar omdat de bevin
dingen daar niet compleet zijn is
mijn analyse niet compleet".
Desondanks geeft Bert de Vries
heel wat om over na te denken. Hij
onderscheidt acht groepen winkel
dieven:
0 Het personeel zelf. „Want van het
totaal gestolen bedrag verdwijnt één
derde tot tweederde in de zakken
van het personeel" weet De Vries,
warenhuizen worden maar al te
vaak gedwongen mensen aan te ne
men waarvan zij helemaal niet we
ten of ze wel geschikt zijn Er be-
t Staat namelijk geen psychologische
test waar uit te halen is of iemand
efrlijk of oneerlijk is. Maar als een
bedrijf die mensen niet aanneemt-
zit het zonder personeel en dat kan
niet.
Bendevorming
Als er wordt gejat werkt dat perso
neel vaak samen. Zoals er onder de
klanten bendevorming bestaat zo Is
dat er onder het personeel. Bij een
grote groep draagt ook iedereeD
verantwoordelijkheid en dat werkt
geruststellend Een Amerikaanse
deskundige vroeg in een Nederlands
bedrijf alleen maar waar het vuiJ
werd gestort. Achter alkaar kwamen
de televisietoestellen en de stereore
corders tevoorschijn".
Beroepsste'ers. „Die groep vormt
op het geheel geen groot percenta
ge", vult Bert de Vries aan, „ze
kunnen net zo goed ergens anders
stelen, maar in een winkel is het
nu eenmaal gemakkelijker".
Armoedieven. „Ook dat zijn er
weinig meer", ervaart De Vries,
„naast mijn deur heb ik een gewes
telijk arbeidsbureau. Daar parkeren
de aardigste wagens en de ene
bontjas na de andere stapt eruit".
Zwangere vrouwen. „Ze gappen
kleertjes voor de baby en zo", con
cludeert de psycholoog, „ze zijn be
zig met de nestbouw. Je kunt het
ze niet aanrekenen. Wetenschappe
lijk is komen vast te staan dat bij
zwangerschap kleptomanie, de zie
kelijke neiging tot stelen, of andere
afwijkingen kunnen optreden. Het
gevaar is wel, dat zwangere vrou
wen hun dikke buik als excuus voor
bet stelen gaan gebruiken".
Zwakzinnigen. Geen commentaar
Pathologische ;evallen. „De
moeilijkst te herkennen flessentrek
kers van de maatschappij", vindt
Bert de Vries, „het zijn geesteszie
ken, die in tegenstelling tot zwak
zinnigen nog better kunnen worden
Ze zijn vaak erg intelligent, maar
het gevoel is misvormd. Spijt of be
rouw kennen ze niet. Diefstal ls
overigens maar één van hun afwij
kingen".
Kleptomanen. „Ze stelen, stelen
weer en zijn er verantwoordelijk
voor", verduidelijkt De Vries, „maar
ik vraag me af waarom ze niet al-
een bloemkool stelen als het toch
om niet meer dan het wegpakken
gaat.
Een kleptomaan Jat geen stukjes
zeep. Dat zijn mensen met een
waanzinnige verzameldrifi. Ze zijn
in hun prépuberteit blijven steken.
Kijk maar eens naar postzegelver
zamelaars, die hebben altijd nog
iets kinderlijks. Een kleptomaan
gaat echter altijd feilloos op de
dure spullen af.
Suggereren
Stempel
Het is ook gevaarlijk om, zoals zo
veel mensen doen, te roepen: ach,
een kleptomaan, daar is toch niets
aan te doen. Ze buiten het stempel
dat ze hebben gekregen op een ge
weldige manier uit. Dat is precies
als het jongetje dat naar de psy
chiater gaat en zegt: morgen dok
ter, ik ben dat jongetje dart, zoveel
tekort komt".
Amateurs. ,Die vormen naast
het personeel de grootste groep", al
dus de doctorandus, „Je vindt ze
niet terug in een bepaalde laag van
de bevolking. Ze hoeven er ook niet
aan te verdienen, het is het hebben.
Je vindt er miljonairsdochters on
der, slim en rap van de tong. Zij
hebben bovendien het voordeel dat
van hen geen diefstal wordt ver
wacht. Een dief is een man in een
sjofele Jas. Maar de vrouw met een
tandpastalach en veel goud om gapt
een lipstick".
Onschuldig
Bert de Vries maakt ook een onder
scheid in leeftijd en geslacht, ge
neden de 20 Jaar zijn het meer Jon
gens dan meisjes, die stelen", ver
klaart hij, „al moet Je er onmiddel
lijk bij denken dat een meisje nog
steeds makkelijker de onschuldige
uithangt en dus eerder ontsnapt.
Aan de andere kant werken Jongens
vaak in een groep. Als Je niet durft
hoor Je er niet meer bij. Het pol-
stokspringen heeft plaats gemaakt
voor stelen.
Boven de 20 Jaar krijgen de vrou
wen de overhand. De man trouwt
en hij wordt trots op het door hem
verdiende geld. Bovendien werkt hij
in de uren dat de winkels open
zijn. Een man presteert dingen en
daar put hij waardering uit.
De waarering voor een vrouw is mi
nimaal en bij gebrek aan aandacht
en waardering gaat iemand zichzelf
verwennen. De aandacht krijgt ze
op het moment dat ze iets gapt, ze
trekt zichzelf uit de anonimiteit. De
verwenning ligt in het gestolene".
Op die gedachte baseert Bert de
Vries ook zijn oordeel over het ge
stolene. „Personeel steelt hoofdzake
lijk geld, de bezoeker goederen"
zegt hij, „het personeel staat nu
eenmaal op een andere plaats in
de winkel dan de klant.
Oudere bezoekers verwennen zich
uit dat gebrek aan aandacht en
waarering met luxe-artikelen. Wat
dacht Je van een bontjas, warmte
en liefde voor mevrouw?
Prestige
Jongeren zijn uit op prestige-arti
kelen, grammofoonplaten en tech
nisch spul. Voor de Jeugd maakt
het trouwens niet zoveel uit. De
spanning van het stelen geeft ze al
een kick".
Geldt voor ouderen het gebrek aan
aandacht en waarering vaak als
motief voor het stelen, het gemis
aan spanning zet vooral de jeugd
tot het misdrijf aan. „De jeugd
mist de uitdaging van vroegere ge
neraties", vindt Bert de Vries, „de
oorlog was een uitdaging net zoals
de schaarste erna en het handen
uit de mouwen steken.
De uitdagingen van vandaag, Viet
nam en de armoe in de derde we
reld, liggen wel erg ver van huis
Dat is wel heel iets anders dan elke
dag Duitsers tegen komen waarvan
je elk moment een schop verwacht.
De Jeugd van nu kent geen span
ning meer".
Een voedingsbodem voor de in de
laatste Jaren ontrustbarend toege
nomen winkelterreur. „Die Jongens
krijgen een kans, omdat deze maat
schappij aarzelt ten opzichte van
allerlei delicten", legt De Vries uit,
,.men zegt steeds: hij steelt wel,
maar Je mag niet vergeten dat
Bij aarzeling valt een agressieve fi-
Drs. Bert de Vries
,Om de moraal van vroe
ger wordt hartelijk ge
lachen.
guur aan en de maatschappij laat
zich intimideren.
De Jeugd is bovendien agressief,
omdat ze haar agressie niet kwijt
kan. Vroeger kon je in Atjeh gaan
vechten, Je kon Je aanmelden bij de
SS en in die groepen gold Je nog
als een held ook. Die mogelijkheden
zijn er niet meer en wat moeten
die kleine winkelmeisjes dan tegen
een groep, die een grote scheur op
zet? Ik vind die meisjes zielig".
Het veranderd normbesef comple
teert 't gedragspatroon van de win
keldief. "Stelen in een winkel is
geen duidelijke schande meer" con
cludeert B. de Vries, „en zeker niet
van de rijken, zoals een warenhuis
altijd wordt gekwalificeerd. Vroeger
was je een held als je de verleiding
weerstond. Nu ben je een anti-held
als je niet durft. Om de moraal
van vroeger wordt hartelijk gela-
Wie nog wel een beetje schj
heeft, raakt het in het wi,
wel kwijt. „Winkels suggerf
hun leuzen al dat je eigei
de spullen bent", weet
„pak mee, haal het nu
noem ze maar op.
De temperatuur in de winkel"
haaglijk, Je valt niet op tui
massa en alles ligt voor het |"i
Een winkel is eigenlijk
baarmoeder: vochtige
een anonieme ruimte, die v£
en geborgenheid suggereert, l
ölame, de verkooptechniek, I
den in luxe doen de grenzen1"
de klant en zijn omgeving
gen".
Zo is het eigenlijk ook eecTj
de schuld van het grootwi
drijf zélf, dat er wordt gejal
raven. „Winkeliers mogen
waardigd zijn, maar niet
derd", vindt Bert de Vries,
cuatie is echter niet
Dan zouden we een van de
verworvenheden, onze vrijhelj i
rooien. Wie voelt zich niet
als hij merkt dat de bontmant
hij wil bekijken, aan de c
ligt? Bovendien is het voor li
renhuis onmogelijk elke kla
een personeelslid op de vin
laten kijken. De kosten gi
waanzinnig stijgen".
Het warenhuis zou die koste:
prijzen verdisconteren en d
kelen zouden onbetaalbaar
De prijzen stijgen toch al of
„Door de diefstal", waarsch t
Vries, „de schade aan diefstaK
door bedrijven verhaald op r
zen net zoals de kosten voor1
ligheidsmaatregelen. Zou 11
worden gestolen, dan kunia
prijzen ndet onbelangrijk zakk 1
Psycholoog Bert de Vries
zich dan ook mateloos aan
gebezigde theorie, dat win
stal een sociaal corrigerend
zou zijn, een verzet tegen In j
talisme.
Oneerlijk
„Flauwe kul", roep hij, wid
stal is Juist een negatieve dl
opzichte van de maatschapi
vendien gaat geen dief met
stolen goed langs de deur
arme buurten. Iemand, die
lijk sociaal bewogen is blaai j
mijn part het Catshuis op
hij moet niet proberen oneer
met oneerlijke argumenten I
ken".
Het moet dus maar af galop
met dat gappen. Hoe? J
voor C A, maar geunifoi
bewakers of welk beveiligt
teem dan ook, het is en bi
paard achter de wagen spi
redeneert De Vries, „het
aak
de mens in de samenlevlr
vandaag, die niet weet hoé
moet gaan met de dingen,
heeft gemaakt.
De mens moet opnieuw word
gevoed. Hij moet leren omga
zijn milieu, met zijn verfe
met zijn vrijheid in de winke
hem voorlichting. Begin op scb
Leer hem dat stelen een mis
met nare consequenties voor
zelf en voor pa en ma. Hij n
bak in en zijn ouders moetei
betalen voor hun inkopen. W<
nu eenmaal in een maatsf
die een aanpassing van mer
vraagt". Of is iedereen werki
beroerd?