GEDACHTEN WARTE AN EEN GOEIE IEL „De atleet, die harder liep dan een renpaard..." Jesse Owens: 55 Leidse familie Peet in Ierland 21 DECEMBER 1972 EXTRA PAGINA 17 DAG BLOU PERS do: en gi anda :owi MOV, met HOS •ine istes ten der I host j AN1 P| id een paar sterke benen en buitengewoon goed func- 32fkjende longen". Met die woorden, kenmerkend voor r uchterheid en bescheidenheid, verklaart Jesse Owens een der grootste (neger) atleten die de wereld ooit rintelbaan aan het werk zag, zijn reeks briljante pres- blverwege de jaren dertig. UI dat n zijn onlangs ver- üng van hoon en verbijstering. Die zendt biografie ,31ackthink" successen van Owens, gekoppeld dat in Europa tot dusver aan die geweigerde hand van Hitier West-Duitsland onder de gaven de Amerikaan die nimmer iwarze Gedanken" op de verblekende glorie. verschenen (Schropp's Kt. Dortmund). INiet juist Het mooie van deze vertelling ls Jn leven ls James Cleveland dat het gedeelte dat op Hitier be- een legende geworden. Hij trekking heeftniet Juist ls. Alleen t grotendeels aan het win- op de eerste dag van de Spelen, vier gouden medailles tij- toen Owens zijn medaillejacht nog Olympische Spelen van niet was begonnen, ontving de Füh- Berlijn. Grotendeels, niet rer de winnaars van enkele num- Want die prestatie, hoe mers in zijn loge. Daarna kreeg hij 1 ook, zou niet toereikend van de voorzitter van het interna- reest om tot op de dag van tionaal Olympisch Comité, de Belgi- I in het schijnwerperlicht SChe graaf Baillet-Latour, het drin- Ibelangstelling te blijven. Er gende verzoek (of liever: het bevel) een handvol sportlieden op dit soort ontvangsten te staken, en, die hetzelfde hebben ge- omdat zij in strijd waren met het als Owens, of nog meer Olympisch protocol. Baillet-Latour ir wier naam al lang met was een krasse oude heer en de laag stof is bedekt. Führer gehoorzaamde voor het eerst waarschijnlijk en zeker voor usterde er dan aan Owens het laatst. Die onthulling kwam dat hem boven de anderen echter pas na de oorlog, bij het rrtBt^gen? Het antwoord 131 uitvlooien van archieven, aan het klEF komstigheid die niets met i1Cht. En in het al bestaande IIDF:ltstaande kad' maar tüe de beeld rond Owens werd het niet "sterk beroerde. Owens, de meer opgenomen. Oakville Jesse Owens aanschouwde het le venslicht op 12 september 1913 'n Oakville, een uit Gods hand geval len gehucht, in het van racisme vergeven Alabama. Hij was het zie kelijke zevende kind in een dood arm arbeidersgezin. Vergeleken bij Oakville anno 1913 moet de hel wel een allergenoegelijkst recreatieplekje zijn. Het gehucht bestond uit een stel uitgestrekte katoenvelden met een aantal schamele hutten er op Alles was in handen van een groot grondbezitter John Clannon gehe ten, een Amerikaan van Ierse af komst. De negergezinnen sloofden van 's ochtends vroeg tot de duis ternis viel voor een schamele bete broods. Geen man werd er oud, de kindersterfte was hoog. Oakville had maar één winkel, ■Dl oor uucl Paauw ijnstr 18—11 fertoonde zijn grootste spek- uitgerekend in het bol sentheorieën staande Nazi- Bd. En het verhaal deed de Hitier op zeker moment Sen stadion was uitgevlucht bij Owens niet in het open- filde gelukwensen, iets wat andere Olympische kampioe- had gedaan. Die pikante u ïid kreeg breeduit een vrijwel alle kranten en n ter wereld. De wereld kennis van met een menge- eveneens in handen van Clannon, waar Je zowel levensmiddelen als gereedschap kon krijgen. Alle ne- gergezinnen waren op die winkel aangewezen, er was geen andere mogelijkheid. Vader Henry Owens had, evenals de andere negers, een stuk grond in pacht. De helft van de opbrengst van de grond kreeg Owens, de an dere helft hield Clannon. Eens per Jaar werd er afgerekend. Dat wil zeggen van de helft van de op brengst die aan Henry Owens kwam, trok Clannon af de door het gezin in de winkel gekochte goede ren. En het was elk Jaar weer het zelfde liedje: er bleef nooit iets over. Andere negers moesten zelfs nog bijbetalen, maar het gezin Owens was zuinig, dat speelde quit te. Henry Owens voelde dat hij werd bedonderd, maar hoe moest hij dat bewijzen. Hij kon niet lezen, schrijven of rekenen. O, hij wilde het dolgraag leren, maar wie was daartoe bereid en in staat in Oak ville, Alabama? Maar er kwam een Jaar dat zelfs Clannon met al zijn oplichtersprak tijken moest erkennen dat de jaar lijkse afrekening een voordelig saldo voor de familie Owens te zien gaf Hij diende dus met geld op tafel te komen. Vergeet het maar. Clannon stuurde zijn rentmeester naar Hen ry Owens en zei hem dat de pacht met terugwerkende kracht, van 50 op 60 pet. was gebracht en dat er dus geen geld kon worden uitge keerd.... De sfeer van het gehucht waarin Jesse Owens opgroeide, is hier zo uitvoerig weergegeven, omdat de er varingen en vernederingen in zijn Jeugdjaren bepalend waren voor zijn houding later tegenover extre misme van zowel blank als zwart wordt dat door hem bestreden. Maar daarover straks meer. Het gezin Owens verhuisde naar Cleveland, Ohio. Met hen mee trok de armoe, maar in elk geval was Jesse nu in staat een goede school opleiding te krijgen. Talent Op een dag deed hij mee aan sehoolatletiekwedstrijden. Jesse won zijn nummers met spelend gemak en hij had het geluk dat aan de kant Charles Riley toekeek, de ta lenten jager van de universiteit van Ohio. Riley („een goede, humane man," zegt Owens van hem) had onmiddellijk door dat hij met een uitzonderlijk talent te doen had Hij hielp Owens aan een beurs en bezorgde vader Henry Owens een betere baan. Jesse loste alle beloften in. Op 25 mei 1935 in Ann Arbor gunde hij de wereld een blik in de schatka mer van zijn talent. In nog geen uur tijd verbeterde hij vijf wereld records en evenaarde er een...Een jaar later legde hij zijn naam voor altijd vast in de Olympische historie, met zijn gouden medailles op de 100, 200, 4 x 100 m en verspringen Over die prestaties zal hier niet ver der worden uitgeweid. Ze zijn ge noegzaam bekend. Niet wat daarna kwam. In New York werd Owens groots gehuldigd voor zijn zegepralen in Berlijn. Hij kreeg een groot aantal uitnodigingen van rijke en vooraan staande Amerikanen om te komen logeren, party's bij te wonen enz. Een zorgeloze tijd brak aan, maar Owens begreep dat daar eens een eind aan zou komen en wat dan? Hij was getrouwd, had twee kinde ren, zijn eerste zorg gold zijn toe komst. Hij vroeg de rijken en machtigen „met wier kinderen hij zo aardig converseerde" of zij hem niet aan een redelijke baan konden helpen. Maar als hij daarover sprak, bleken zijn gastheren ineens oostindisch doof te zijn. En zo zag hij zich tenslotte gedwongen een baantje aan te nemen als toezicht houder bij een kinderspeelplaats Voor dertig dollar per week, een hongerloon. Hij werd na enige tijd benaderd door een paar blanke zakenlieden die met twee neger honkbalteams op tournee wilden gaan. Owens dacht dat ze hem als manager wil den vragen, maar ze hadden hee) andere ideeën. Hij zou, als extra- attractie, in het voorprogramma moeten lopen tegen een renpaard over een afstand van 100 m. Van elke dollar entree werd hem 5 pet. in het vooruitzicht gesteld Aanva- kelijk weigerde hij woedend, maar bij haatte zijn baantje bij de speel plaats en de daaraan vastzittende armoe dusdanig, dat hij later toch toestemde. „En zo verkocht ik mij aan een nieuwe vorm van slaver nij". Owens versloeg de renpaarden gedicideerd, want de dieren schrok ken zó van het startschot dat het een hele tijd duurde voor ze de goede cadans te pakken hadden. Wasserij Toen hij aan het eind van de tour nee een aardige som gelds vergaard had en overwoog zijn studie aan de universiteit af te maken, werd hij Jesse Owens verslaat met groot verschil een renpaard tijdens een „wedstrijd" in Havanna. opnieuw door een tweetal blanke zakenlieden bezocht. Zij waren van plan in Cleveland en omgeving een aantal wasserijen te beginnen die de naam zouden dragen van Jesse Owens. Of Jesse zelf ook zakelijke interesse had. Dat had Owens. De wasserijen liepen geruime tijd zeer goed, maar op een kwade dag wa ren zijn partners er vandoor, een schuld achterlatend van 55.000 dol lar. Het heeft Jaren geduurd voor hij die had afbetaald. In de oor logsjaren kreeg zijn carrière einde lijk wat degelijker gestalte. Hij ging personeel werven voor Ford. Na de bevrijding trad hij in dienst van de staat Illinois en gaf leiding aan het Jeugdwerk. In de Jaren zestig ont popte hij zich tot een zeer succes volle public relations figuur <o.a. voor Ford). Hij vervult voorts veel spreekbeurten in de V.S. Owens kan nu als welgesteld man worden be schouwd. „Blackthink" is eigenlijk veel meer dan een biografie. Jesse Owens heeft in eerste instantie een boek willen schrijven om zich af te zetten tegen geweld en extremisme in de strijd van de neger voor gelijkheid en rechtvaardigheid. Dat polariseren, dat zich blindelings bikkelhard verzetten tegen de blan ke (Black Power) is Owens' grote nachtmerrie. Hij wijst de argumen tatie van een Rap Brown, een Sto- keley Carmichael af en kritiseert scherp hun werkmethode. Ze doen hem te veel denken aan een omge keerde John Clannon, zijn Jeugd trauma. Owens bepleit een strategie van koelbloedige hardnekkigheid; alleen stap voor stap zal de neger de plaats en aanvaarding in de Ameri kaanse maatschappij kunnen ver werven die hem toekomt. Tussen gelijkheid op papier en gelijkheid in de geest ligt nog een onmeetbare afstand. Je kunt nu eenmaal niet in een handomdraai rechtzetten, wat zo lang hoe misdadig ook ge meengoed is geweest. Owens is van mening dat er sinds de dagen van Oakville geweldig veel ten goede is veranderd. En hij geeft daarvoor een serie feiten en cij fers. De moord op zijn grote held Martin Luther King, in april 1968, heeft hem wel doen suizebollen en twijfe len aan de juistheid van het keurig wachten op gelijkheid en rechtvaar digheid. Maar toen hij zichzelf weei in de hand had, bleef hij het pad bewandelen waarop hij in zijn Jeugd al zijn eerste schrede zet te. Ieder mens, welke huidskleur ook, moet op zijn persoonlijke integriteit worden beoordeeld, vindt Owens en dan merk Je dat er goede en slech te blanken zijn, zoals er ook goede en slechte negers zijn. Die genuan- cerde manier van denken, wekte de woede op van Harry Edwards, de man achter de mislukte neger-boy cot van de Olympische Spelen 1968 In Mexico. Edward noemde Owens ..een hielen likkende Oom Tom". Een opmerking die hem tot in zijn ziel bezeerde, zoals nu nog in zijn boek te merken is. T ussenpositie Zijn hele leven heeft Owens een tussenpositie ingenomen: de blanke zijn kritiek niet sparend, zijn rasge noten behoedend voor daden die hen, althans naar zijn mening, in (nog grotere) moeilijkheden zoo/ien kunnen brengen. Van die tussenrol van Owens een paar typerende schetsen. In de Jaren dertig maakte Owens met de negers Ralph Metcalfe (sil ver op de 100 m op de Spelen van 1932 en 1936) en Dave Albritton (zilver hoogspringen 1936) deel uit van het atletiekteam van de univer siteit van Ohio. Het drietal reis ie in een aparte auto, een rot Fordje, naar de wedstrijden toe Owenv „We waren goed genoeg om vaor Ohio uit te komen, maar niet goed genoeg om samen met de blanke atJeten te reizen". Hij vond het geen onaardige mensen, maar ze gingen er van uit dat negers nu eenmaal negers waren. Na een lange reis komt de ploeg van Ohio 's ochtends in een dorpje in de staat Indiana aan. In een restaurant zal het ontbijt worden genuttigd. Tenminste: de blanke at leten gaan naar binnen, de niet toegelaten negers wachter in de auto tot hun blanke collega's zijn uitgegeten en met wat voedsel zul len terugkeren. Zo gebeurt het ook. Maar als de drie negers de tanden willen zetten in boterhammen met ei. komt de eigenaar van het res taurant vloekend en tierend aange sneld. „Zo zijn daar die extra por ties voor die Jullie vroegen". De man raast dat hij nikkers niet te eten geeft; het doet er niet toe of er voor betaald is. De man steekt zijn bovenlijf door het portier van de auto en ramt net zo lang met zijn armen in het rond tot boterhammen en eieren overal tegen de wanden kleven. Al britton vliegt woedend overeind. Fonkelende ogen. Klaar om de man in elkaar te slaan. Op dat moment springt Owens tussenbeide. ..Dave, Dave, niet doen". Albritton. moede loos, tranen in de ogen: „Zullen we dan nooit leren tegen dat tuig te vechten?". Joe Louis Tweede voorbeeld. Owens was goed bevriend met Joe Louis, de wereld kampioen zwaargewicht boksen van 1937—1949. Mensen die Louis in die tijd ontmoetten en herkenden na men vaak de bokshouding aan en probeerden hem te raken Louis, een goedaardig man buiten de ring, weerde zo'n klap dan af. Het was niet kwaad bedoeld. Een soort ri tueel. Niemand waagde het echt met Louis te vechten. Op een avond zitten Louis en Owens samen IQ een café te praten. Er stapt een blanke op Louis af en vraagt of hij hem eens mag proberen te raken. Louis denkend met het gewone ri tueel te maken te hebben, staat op, ontwijkt de klap en gaat weer zit ten. Maar Juist op dat ogenblik haalt de blanke ten tweede male uit en treft Louis midden in het gezicht. De wereldkampioen maakt dan aanstalten de scheldende blan ken te versplinteren. Owens schuift tussen beide mannen en zegt: ..Nee, Joe..." Het zal duidelijk zijn dat Owens de redelijkheid en de gematigdheid vertegenwoordigt. De vraag is alleen of de stem van de redelijkheid in de huidige, sissende Amerikaanse maatschappij nog wel ver reikt- Owen's pleidooi voor geduld en de stap-voor-stap tactiek ziet er op papier aardig en acceptabel uit. maar voor wie in wijken als Watts en Harlem het leven moet slijten, is het veel gevraagd. Voor veel van die mensen heeft geduld opgehouden een deugd te z|jn. Het aagt i g 7AST Spontaan biedt de "1 dse mevrouw Peet mij e maJcen d°°r het lieden krse land-in-herfsttooi. o.a. io*t ze wanneer ik verteld 'i mijn indrukken in ge- j- Belfast. Bang dat ik een en» wtief beeld van het leven ca,C vü. overhouden wil ze me ettl andere Ulster laten zien. fnilie Peet is van het land houden. De ex-Leidenaren or nu 20 jaar en zijn zo Noordieren met de bren. hs de Hollandse H heb ik geluisterd I op het land en zijn bevol- M| De heer L. M. Peet (58) ill Jeen spijt van zijn emigra- Ul li heeft een goede baan aan 'eens University in Belfast. tan hun drie kinderen zijn het huis uit. Zij trouw- een Engelse en Ierse en dit feit ook maakte het dat de Peets helemaal zijn ver- ierst". Naar Nederland willen ze niet meer terug. Wel bezoeken ze in de vakanties graag familieleden in de Randstad, maar dan hebben ze het wel weer gezien. ,iHet is mij te vol geworden in Neder land", zegt de heer Peet Twintig jaar geleden wilde het echtpaar Peet weg uit Nederland. Evenals duizenden andere fami lies in die dagen had het graag naar Australië of Nieuw-Zeeland gewild. Dat lukte echter niet en toen werd het Noord-Ierland waar de heer Peet na een enkele sollicitatie een baan kon krijgen aan de universiteit in Belfast. ,JHet Noord-Ierland van nu en dat van toen was een groot ver schil", herinnert de heer Peet zich. „Weliswaar was het hier geen achtergebleven gebied, maar erg hoog was de levensstandaard hier niet. In de loop_ van de jaren hebben we. alles hier zien verbe teren en u begrijpt dat het ons aan het hart gaat dat met die toestand hier feitelijk weer een hele hoop wordt afgebroken". Daarmee is het gesprek meteen gekomen op de moeilijkheden in Ulster. Veel merkt het gezin Peet er thuis niet van. Maar zij wonen dan ook in Leadhïll, een rustige buitenwijk in Belfast met mooie huizen. Het enige nadeel van deze straat is dat het vlakbij een elek triciteitscentrale ligt en die is wel enige malen doelwit geweest van bomaanslagen. „Ik heb daarom plakband op de ramen gedaan. Dat voorkomt dat de scherven door de kamer vliegen en er iemand gewond wordt als de rui ten bij een nieuwe aanslag zou den springen", aldus mevrouw Peet. Voor het overige niets dan lof voor de Ieren, die ook op hun beurt zo blijkt wed uit de ver- halen de Nederlanders als graag geziene gasten beschouwen. „De Noordieren zijn erg vriende lijk en behulpzaam. Dat was al zo toen we hier twintig jaar gele den kwamen en als een kat in een vreemd pakhuis stonden. En nu nog hebben we dezelfde erva ringen met de mensen: iedereen is erg geschikt. Men wil je overal mee helpen. Daarom misschien ook begrijpen we de Ieren niet goed. De mensen staan als een van de vriendelijkste volken in de wereld bekend. Kunt u zich voor stellen dat wij daarom niets van dit in wezen lieve volk snappen". De moeilijkheden die er regel matig in Belfast zijn, gaan eigen lijk aan het gezin Peet voorbij. Er is weliswaar af en toe wel een dreun hoorbaar van een ontplof fende bom ergens in de stad, maar dat is ook het enige. Onrus tige gebieden worden gemeden en iedereen zorgt niet langer uit huis te zijn dan strikt noorzake- lijk. De enige zoon die nog thuis is, heeft al eens een bomaanslag meegemaakt op het kantoor van een luchtvaartmaatschappij waar hij werkt, maar de bom was aan gekondigd en de jongeman kon tijdig zorgen dat hij in veiligheid kwam. Door Henk Wubs De zoon heeft wellicht nog het meest te lijden onder de strijd in Belfast die het leven er in ver scheidene opzichten ontwricht. Mevrouw Peet wijst er op dat hij zich niet kan uitleven zoals leef tijdgenoten in Nederland. „Uit gaan is er hier 's avonds niet meer bij. Dat is te gevaarlijk en bijna niemand doet het dan trou wens ook nog. Ondanks alle moeilijkheden, die het leven in Belfast de laatste tijd met zich meebrengt, hebben de Peets hun draai in Noord-Ier land gevonden. Dat geldt ook voor mevrouw, die niet alléén voor huisvrouw teil spelen, maar in verschillende organisaties ac tief is. In Nederland was ze des tijds semi-beroeps balletdanseres en via lessen tracht ze deze kunst op belangtellende inwoners van Belfast over te brengen. Dan geelt ze nog trimlessen op een school. Verder leert ze geïnteres seerden Nederlands en ook doet ze vertaalwerk voor een industrie in Belfast. „We hebben dit land in de na oorlogse jaren economisch op zien komen. Als je ziet hoe iedereen zich daarvoor inzet, krijg je veel waardering voor de mensen en die hou je in de regel, ook al ge beuren er later dingen die hele maal niet zo plezierig zijn, aldus deze ex-Leidenaren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 17