AcMu;)
vader
niet
meer!
EHEELONTHOUDERS75 JAAR
DECEMBER 1972
«hebben de illusie, dat je de alcohol uit de maatschappij kan
!n, langzamerhand laten varen. Dat lukt niet meer in een land,
zo'n enorme reclame voor de drank wordt gemaakt en waar
«nk zo is ingeburgerd. Er wordt vandaag de dag driemaal zo-
jedronken als voor de oorlog. Maar als je helemaal niets meer
's het afgelopen met de beweging. Je moet doorgaan". De heer
Weverling, bijna 75, redacteur van „De Geheelonthouder",
saagde doorzetters als hij zijn de steunpilaren, waarop een
_jsatie als de Algemene Nederlandse Geheel Onthouders Bond
j5-jarig bestaan kan vieren. Dat gebeurt deze maand, op 28
ober.
rerling redigeert niet alleen het bondsorgaan maar is ook
1 jbestuurslid van de ANGOB, de bond, die hij met zijn idealisme
d zijn zeventiende jaar trouw is. Een idealisme, dat in de tijd
de oprichting en zo de eerste veertig jaar daarna velen be-
j en dat zijn wortel vond in de schrijnende ellende, waarin de
Jftjvan het volk moest leven.
arbeidersklasse, die niets bezat, alles ontbeerde, werd uitgebuit
schijnloontjes van een paar gulden per week, geen rechten
e, alleen hard werken. Dit ondraagbare pakket van verdriet
i lichter gemaakt met de vergetelheid, die de drank bood. Het
^-alcoholisme, dat de arbeider nog verder deklasseerde, leidde
et midden van de negentiende eeuw tot bewegingen, die de
van alcohol trachtten in te dammen.
iiiiiiiigigiiiiiiwuiBiwwHiwininwniiiiniiiiiiiiwwiiiiiin
Door
Anton Pfeiffer
PAS-OP
VOOR
ALKOHOL
EN DRUGS I
BLIJF
BAAS
OVER
EIGEN
LICHAAM
as de tijd van de verdrietige plaat, waarop een klein
haar dronken vader uit de kroeg trekt, snikkend: „Ach,
liet meer!" De cynische Amsterdammer zette op deze
eerde noodkreet al gauw een „t" achter het „ach",
an de strijdorganisaties was de Nederlandse Vereniging
chaffing van Sterke Dranken, opgericht in 1842. Een
ersvereniging met leden, die geen sterke drank gebruik-
chonken. Let op: geen sterke drank. Wèl bier, een minder
ijk schijnende bliksemafleider, die de arbeider van de
fles zou kunnen afhouden. Later, in 1899, nam de ver-
het geheelonthoudersstandpunt in en werd de naam ge
in Ned. Vereniging tot Afschaffing van Alcoholische
eerste Bondsvoorzitter
dr. J. van Rees.
naar buiten wankelen. Door vier
agenten werd-ie dan op een hand
kar gegooid en meegenomen. Ik be
loof Je dat zoiets indruk maakte".
Vader Weverling zei dan: .Jongen,
zorg ervoor dat dit Jou nooit over
komt. Loop Jij maar al die huisjes
vooibij, waar ze dat vocht verko
pen".,Ik ben het in een hoop din
gen met mijn vader niet eens ge
weest, maar voor die goede raad
ben ik hem altijd dankbaar geble
ven", zegt de redacteur van „De Ge
heelonthouder".
Frits Weverling weet ook nog dit:
„Ik werd lid van de bond toen tk
zeventien was. Zaterdagmiddag was
k vrij, iets heel zeldzaams in die
tijd. Ik ging dan met het blad col
porteren. Vaak in de hofjeshuizen
in de Haagse Schildersbuurt. Je
verkocht er eenmaal zo'n blad, een
tweede, een derde maal en dan
vroeg Je of Je het elke keer mocht
brengen. Dat blaadje kostte één
cent. Ik had een wijkje opgebouwd
van honderd kranten. Daar waren
er aan het einde van de week zeker
veertig bij, die niet werden betaald.
Eén cent, de stumperds konden
hem niet missen. Dan zag Je de el
lende van de drank in die huizen.
Dan werd Je ondanks Je Jeugd de
vertrouwensman van die mensen".
Hij heeft nooit last gehad, hij is
nooit gemolesteerd en ze hebben
hem nooit bespot.
Dat komt waarschijnlijk, omdat
Weverling nooit fanatiek is geweest.
„Je moet appeleren aan het verant
woordelijkheidsgevoel van de men
sen. Hoed Je voor fanatisme, anders
„Cftizin", zegt De Geheelonthouder",
„de heer Aantjes he»ft o.i. een
kronkel ergens. Na de fikse borrel
is niemand meer vrij om te staan
of ipian. Men wankelt, veroorzaakt
broliken en auto-ongelukken!"
Rea<nties van de boosdoeners? „De
meei&en doen of hun neus bloedt.
Nee, dan Smallenbroek. Daar had
ik respect voor. Die ging tenminste
weg toen hij fout was geweest",
zegt Viever ling.
„Vanrrtprgen nog op de radio: een
dronketji vent rijdt mensen dood.
Als Je «op zo'n dag ergens in gezel
schap Jcomt kan Je het gesprek
daar op brengen. Misschien helpt
het iets".
Hij heeft tot zijn verbijstering wel
eens bij een gezin, waar hij in het
weekeinde op bezoek moest, twee
kratjes biter in de gang zien staan.
Twéé kratjes!
In dienst
„Dan denk Je: waar moet dat in
hemelsnaam blijven op die ene zon
dag. Zo leren de kinderen het drin
ken. Drinken leren ze thuis en in
dienst. In m"ti eigen diensttijd heb
ik het meegemaakt, dat we op het
perron zaten be wachten en dat er
dan een kruik Jenever te voorschijn
kwam. Als het glaasje dan bij mij
was zei ik „Nee, Jongen, ik niet".
Op zo'n moment moet Je niet meer
zeggen. Dat is verkeerd, dat komt
later wel".
De strijd van de Jubilerende bond
moet nu volgens Weverling vooral
gaan tegen de drasnkxeclames op de
televisie, die hij in strijd vindt met
de reclamecode. „Want", zegt hij,
.televisiereclame mag alleen dingen
aanprijzen die goed zijn en van
drank kan niemand dot bewijzen.
Wel het tegendeel". Reclame in de
kranten zou hij liefst ook uitban
nen. „Maar ik heb oog voor de rea
liteit: die kranten moeten van de
advertenties draaien!"
Verder zou- nu de alcoholische
versnaperingen toch niet meer uit
de maatschappij zijn weg te denken
- het verkopen van drank alleen bij
de slijter moeten berusten dus geen
sherry, wijn en bier bij kruidenier
en groenteman.
O, Ja, en laten ze toch vooral de
nieuwe wegmotels voor chauffeurs
alcoholvrij houden!
Tenslotteduidelijke antd-alcohol-
propaganda op de scholen.
„Een onderwijzer die zelf een bor
reltje drinkt zal het wel niet vol
energie doen, maar als het op het
lesrooster staat komt hij er niet
onderuit".
Gewoonte
„Pas op voor alcohol en
drugs!" Fragmenten van de
moderne affiche van de 75-
jarige Algemene Nederland
se Geheel Onthouders Bond.
was er echter al een split-
gelederen ontstaan.
■lijk Jongere drankbestrij-
en reeds van den beginne
wrteerd geweest voor alge-
ioucling en zagen die bij de
zoals de afschaffersvereni-
d genoemd - voorlopig niet
en voor velen nog sterker
was dat het afschaffers-
t via een wettelijk verbod
en worden verwezenlijkt,
ren van strijd tussen vrij-
□d-antiparlementair socia-
tomela Nieuwenhuis) en de
fcmocratie (Troelstra) was
van „wettelijk verbod" voor
a niet te pruimen. Eigen
thouding en het niet
i van alcoholische drank
nigeiis deze mensen de eni-
van waaruit het drankmis-
lectief kon worden bestre-
Het zou te ver voeren om de inter
ne strijd in de drankbestrijders -
kring hier op de voet te volgen.
Feit was, dat Lodewijk van Mderop
en Menne Huizinga, leden van de
Haagse afdeling van de N.V., het
initiatief namen tot de stichting
van de Algemene Nederlandse Ge
heel Onthoudersbond, die de stelling
van actieve en passieve onthouding
in het vaandel voerden. Eerste
voorzitter werd de Utrechtse hoog
leraar in de weefselleer prof. dr. J.
van Rees.
Zwaartepunt
De ANGOB legde dus in de strijd
tegen de drank het zwaartepunt op
de persoonlijke overtuiging en dé
bereidheid om door de persoonlijke
daad der onthouding die overtuiging
uit te dragen.
„Zeventig Jaar terug ging ik zondag
altijd wandelen met mijn vader",
weet de als een flinke zestiger
ogende Frits Weverling, „Alle kroe
gen waren open. En dan zag Je als
kind van vijf zo'n dronken knaap
FRÏTS WEVERLI-NG: ....„nee, jongen, ik niet"(foto Karei Vereecken
Enthousiaste beiangetening op de aUseren jubileumsvergadering in 1922 in de Haagse Dierentuin.
ben je «ergens. Ik voel me volko
men op mU gemak in gezelschap
waar wordt gedronken".
Veteraan
Bet is dan ook verse van deze vete
raan uit de daakbesferijding om «riet
te erkennen, dat na de moeizame
strijd van het begin vaa deze eeuw
en de daarop volgende crisisjaren
de na-oork3©te (pestend een heel
ander beeld heelt gegeven. Het so-
ciaad-aUahöiisme is misschien uitge
bannen, er is een welvaates-ateoho-
lisme voor in de plaats gekomen.
En dat maakt, dat voor de ANGOB
de strijd nog steads niet is gestre
den.
Ach ja, het legioen gaat meer en
meer uit veteranen bestaan, het le
denbestand is tot dertienhonderd
mam teruggelopen.
„De tijd van de grote meetings is
voorbij', zegt Weverling, daar krijg
Je geen mensen meer voor. Maar
wij gaan daar echt niet onder ge
bukt".
Hij vertelt, dat de sterke gebonden
heid is gebleven, dat op de Jaarver
gadering altijd een stampvol huis
met wel driehonderd man is te vin
den. „Daar zijn ear dan bij, die uit
eigen zak twintig, dertig gulden
reisgeld hebben neergeteld".
Dat zijn ook de enthousiaste vol
houders, die colporterend met het
bondsorgaan „De Geheelonthouder"
op stap gaan. Niet voor één, maar
voor twintig cent.
Een blad, waarin mensen als We
verling waar ze maar kunnen de
zwakke plekken aanwijzen waar het
drankgebruik wordt aangemoedigd.
In het Jubileumnummer, dat met
75.000 exemplaren ten strijde trekt,
wordt zo terloops even kamerlid
Aantjes gepakt. Hij had aan een
krant verteld dat een werkbezoek -
na gedane zaken - werd besloten
met „een geanimeerde borrel, want
toen was een ieder vrij om te staan
of te gaan".
Het belangrijkste is om het .ge
woon van het drinken tegen te
gaan. De gewoonte. Kinderen zien
het thuis gebeuren en dan zal het
wel goed zitten want vader en moe
der doen toch geen slechte dingen?
Weverling is blij, dat zijn ouders
niet dronken en dat zijn kinderen
de fles niet kennen.
Hij was heel gelukkig met wat er
ruim tien Jaar geleden gebeurde.
,,Ik was veertig Jaar als voorman-
zetter bij Drukkerij Lakerveld. Met
het hele personeel gingen we op Ju
bileumreis naar Brugge en Gent.
Met hier een stop en daar een stop
en een lunch en een diner. Geen
druppel drank. Terwijl ik wist dat
erbij waren, die een stevig glaasje
bier lustten. Toen we terug waren
vroeg er één „Heb JU iets tegen de
baas gezegd?" Ik heb geantwoord
,3en Je bedonderd, man!" Want
Lakerveld had er uitzichzelf reke
ning meegehouden en hij respec
teerde mijn principe. Terwijl hijzelf
wel iets lust - hoewel ik hem nooit
heb zien drinken - en hij gerefor
meerd is en ik een rooie ben".
Weverling ziet er geen been in om
met en gezelschap een café binnen
te gaan. „Als iedereen een rondje
geeft doe ik dat natuurlijk ook. Ik
zegt dan „Je kan bestellen wat je
wil. Maar drank betaal ik niet". Je
moet iedereen z'n vrijheid laten".
Zo blijft Frits Weverling met zijn
75 jaar oude Algemene Nederlandse
Geheel Onthouders Bond de achter
hoede - gevechten van munitie
voorzien. Zonder fanatisme, nog
steeds vol idealen.
„Weet je wat je nooit moet doen?"
luidt zijn laatste advies, „Over
dr^n'-bestrijding gaan debatteren
met een stelletje lui, die in de lorem
zijn. Dan ben Je bij voorbaat verlo
ren".