De SOS I*w r dienst 1ATSTE TOUWTJE MET MAATSCHAPPIJ Nummer in Leiden EXTRA vreest BmaJlenbüTfr,. CeWerdorp en apótheck Oega«*,. Wilhelminapsrt 8 Oegatgneat. SOS-dienet aos-T«icfoni«ctift HuipdJernt nr «01710)2/Ï202 Vaat «die die to roool- lykhedeo verkeren berelkbwu «Ure «erkdut tan «ebt our am tot eebt uur im dooriopeofl in r d.WJi van «rilde# Dhx maande# ecm uur vjeel Wets winkeltje Jurldlach «tdvieabureau voor gr. reobtakundlw bijstand. Adrea Lelde Vol kah uin Apotbe" S3 Openlnntljden: dar»'" ?r s r 'D zie t imeer ten... gelse dorrnee plaatste eenregelige adver- m de Times: "Als u rd wilt plegen, bel me jst op". Eén zinnetje n telefoonnummer De pt kwam op het idee, lij in de krant had ge- rer het stijgende aantal rden. loetje werd gelezen. En inee kreeg wallen onder Steeds als hij in z'n de stappen ging de tele- ir: "Dominee, ik zie meer zitten". leen zelfmoord-kandida- Iden. De dominee werd mum van tijd de 1" voor mensen in nood. Mensen met pro- op elk denkbaar ge- i deze dominee die to i basis legde voor een van hulpverlening, dat i vele landen, waaron- j derland, zo'n onschatba- hepf+ b^wpzen Het sy- at wordt toegepast door ^onisch€ Hulpdiensten nensen lu geestelijke ^ciale nood. rland opereren zo'n ze- van deze diensten. Ze nacht bereikbaar "fcet nummer dat op de van de gids staat, draaien tienduizenden iders dat nummer. In ste gevallen is ook hun zinnetje: "Ik zie het klitten", in SOS-vrijwilliger: „Het is een fabeltje, dat mensen die zeggen dat ze zelfmoord plegen het niest zullen doen. Wij weten wel anders". Op deze schokkende foto, twee weken geleden gemaakt in New York, springt vanaf de 27ste etage Sam Burns (56) naar de dood. Met hem viel niet meer te praten toefe richt ntjen telefonische hulpdiensten S.O.S. in Nederland Vn!w oren tekort. Oren om te luisteren naar mensen in ui, o Qte nood. Mensen die in de narigheid zitten. Die en hebben waar ze in hun "eentje niet uitkomen, s laten doorschemeren of ronduit vertellen dat ze willen plegen. Een SOS-vrijwilliger„Het is een mai dat mensen die zeggen dat ze zelfmoord plegen het indoen. Wij weten wel anders", eenzame mensen ook. Mensen voor wie het SOS- op de achterkant van de telefoongids juist dat t0^ n aan menselijk contact uitmaakt dat hen mentaal een houdt. Er zijn er die regelmatig opbellen, elke „Onze vaste klanten", aldus een SOS-mede- in de hulpverlening (en ook in dit verhaal) net iem blijft als de mensen die per telefoon om hulp teit het is een van de ken- id de SOS-arbeid. Nie- verplicht zich bekend te de praktijk Is gebleken liet hoeven noemen van adres vele hulpvragers npel helpt. Men kan al zijn goede en minder P3 ischappen bloot geven en het contact verbreken tn dat zelf wenst, iensten draaien voor het deel op vrijwilligers. VriJ- te proberen de mens in door naar hem te i met hem mee te denken J m samen naar een oplos- de moeilijkheden te zoe- ii] zonodig de deskundige «en aan de dienst verbon- chappelijk werker) wordt 1 en eventueel naar an- Jties wordt verwezen. leert geenszins, dat zij "len een oplossing kan bestaat de hulpverle- luisteren naar de cliënt waardoor deze zich voelt en de moed heeft oblemen op tafel te leg- oplossingen wil de Hulpdienst ook n. „Hoe goed een ad- mag, het wordt zelden als het wordt .1 Ure oi fonisch* SOS-diensten gaan van i uit dat het slechts hun alleen In die noodsitua- waar de daarvoor to komende Instanties nog het geheel niet kunnen taak om In acute nood hulp te verlenen heeft ^dracht om de cliënten, zij dit wensen en dit blijkt naar een tostel- ti 'lijzen die hen verder jlp tü Zo worden hulpvragers n a uaar bijvoorbeeld: maat- D* k wer tostellingen, bu- boe c°hsultatiebureaus versla- 0 en G.D., onderdak ver hullingen, huwelljksbu- frkerkelijke woningbemid- hsten. Leger des Heils. bu- tevens- en geztosmoei- sociale raadsman, Nacht- en dagtelefoon N'tie, priesters en predi on en specialisten, Raad ^bescherming, SOS-dien- üekenhuizen etc. «n SOS-telefoons In Ne- Door Kees Haak zegd: ze komen oren tekort. „Het lijkt wel of de vooral geestelijke nood in Nederland steeds groter wordt", aldus een SOS-medewerker Het aantal gesprekken dat door SOS wordt gevoerd, neemt nog jaarlijks toe. Toch. zo wordt bij veel mensen verondersteld, ls er nog een groot aantal mensen dat er niet toe kan komen om ret SOS nummer te draaien. „Het gebeurt vaak", aldus een vrij williger, „dat de telefoon rinkelt maar de opbeller zwijgt. Alleen bij onze diensten gebeurt dat al enkele honderden keren per jaar. Vaak vertelt een opbeller, dat hij al een paar maal had opgebeld, maar geen gesprek durfde te voeren. Dikwijls is het ook plagerij". Bij alle diensten is het aantal hulp- aanvragen in de maand Juli (va kanties) het laagst. In december is het hetdrukst Dat zal 'm wel in de feestdagen zitten. Alcoholisme, acute eenzaamheid, informaties, on derdak, psychische problemen en ziektegevallen komen dan meer dan in andere maanden voor. Het succes van de SOS-diensten wordt hoogstwaarschijnlijk mede be paald door het feit dat er vrijwilli gers aan de telefoon zitten. Vrijwil ligers die op de achtergrond gecoa- ched worden door vakkrachten. „Ga Je zo'n telefonische hulpdienst vol ledig met beroepskrachten beman nen dan bestaat het gevaar dat de dienst een te strakke lijn krijgt, dat het een instantie wordt die ver dacht veel lijkt op reeds bestaande instanties. Juist als vrijwilliger sta Je volledig onbevangen tegenover de hulpaanvrager en zijn probleem. Je behandelt hem als mens en dat is vaak al genoeg om z'n acute nood situatie weer (even) draaglijk te maken". Mensen Een maatschappelijk werkster (be roepskracht) van dezelfde SOS- dienst beaamt dit. „Waar deze tijd een verschrikkelijke behoefte aan heeft dat zijn echte mensen. Men sen die mens durven en kunnen zijn. Mensen, die mensen in nood willen helpen, door hen menselijk te bejegenen, door naar hen te luis teren". 's Nachts bellen de mensen met de grootste problemen. Wie heeft er vandaag de dag nog de tijd om naar iemand te luiste ren? Vakkrachten dit de tijd zou den moeten hebben heel vaak niet. Huisartsen en zelfs psychiaters, van wie men toch zou kunnen mogen verwachten, dat ze luisteren naar wat hun patiënten kwijt willen, zit ten met het probleem van overvolle wachtkamers. Het luisteren wordt maar al te v&.ak vervangen door het te snel voorschrijven van een kal merend pftletje, mooi roze. gifgroen of azuurblauw. De kleur ls, ÜJkt het soms, nog belangrijker dan de sa menstelling. Een S©S-medewerkster-: „We mer ken het dagelijks aan de telefoon, dat wil zeggen, vooral 's nachts. Dan bellen de mensen met de grootste problemen. De klacht die we het meest horen is dat men nie mand heeft om mee te praten, dat men z'n probleem zo dolgraag eens met iemand zou willen doorpraten, al was het maar om eens z'n hart te kunnen uitstorten". „Mag ik even met u praten, 't geeft niet waarover" het is geen uit zondering wanneer een opbeller al dus z'n hulpvraag begint. Soms geeft het toderdaad niet waarover het gesprek gaat, als er maar wordt gepraat. „Wij krijgen telefoontjes van mensen die al een week of langer niemand meer heb ben gesproken. Laatst nog had ik een bejaarde vrouw, aan de tele foon, alhoewel ze niet Invalide was was ze al in drie weken niet de deur uitgeweest. Ja, naar de kruide nier op de hoek, om blikjes te ko pen, maar gepraat had ze met nie mand. Voor zulke eenzame mensen zijn wij vaak het laatste redmiddel om nog contact met de buitenwereld te krijgen. Nou, dan ga Je daar als SOS-vrijwilliger maar eens goed voor zitten, Je steekt een sigaret op en je begint te praten. Dan hoor Je vaak dat zo'n vrouw getrouwde kin deren heeft die geemigreerd zijn of ver weg wonen en nooit komen. De vrouw van zoëven had nota bene een zoon drie straten verderop wo nen, maar daar had ze ruzie mee. De schuld kan natuurlijk best bij haar liggen, maar toch vraag Je Je dan af of zo'n zoon weet wat hij haar aandoet". Huwelijken Waar de SOS-diensten eveneens vaak mee geconfronteerd worden: huwelijksmoeilijkheden. „Dit is bij na de grootste groep. Het is on voorstelbaar hoeveel huwelijken op sterven na dood zijn. Wat ons zo opvalt ls de enorme liefdeloosheid Jegens elkaar to veel huwelijken. Men begrijpt elkaar niet meer. men staat niet meer voor elkaar open. Het verbaast mij telkens weer hoe weinig huwelijkspartners voor el kaar over hebben, hoe groot het egoïsme van de partners is. Bijna altijd betreft het huwelijken die zo'n vijftien twintig Jaar geduurd hebben. Mannen en vrouwen die op elkaar zijn uitgekeken". Uit een Jaarverslag van een SOS- dienst: „Men mag denken zoals men wil over de sexuele voorlich ting van de Jeugd, en de verschil lende manieren waarop die voor lichting wordt gegeven, het valt niet te ontkennen dat daarnaast een zeer groot terrein nog nagenoeg braak ligt, namelijk dat van het ruimere begrip huwelijksvoorlichting van volwassenen. Wat de meesten onder „een goed huwelijk" verstaan blijkt in door snee zo pover dat het die kwalifica- tief nauwelijks verdient. Wij hebben de indruk dat de meeste gehuwden behoefte hebben aan voorlichting, maar dan voorlichting in de zin van scholing en begeleiding vanuit andere gezichtspunten dan die van waaruit voorlichting aan Jongeren wordt gegeven. In alle huwelijk- en gezinsproble men uitgezonderd die waarin van ziekte sprake is. ontmoet men in velerlei nuancering de zelfde tekor ten: het niet voorbereid zijn op en het niet rijp zijn voor het dagelijks samenzijn met een partner, het sexuele samen-leven, het vader of moeder zijn, het opvoeder-zijn, het solidair zijn in en met het gezin, of dit nu een gezin van twee mensen is of een gezin met kinderen". Signaleren Ook dat is een taak van de SOS: het signaleren van wenselijkheden en misstanden in de maatschappij. „Steeds duidelijker blijkt het dat de SOS in bepaalde gevallen een zeke re bufferfunctie gaat vervullen tus sen de mens en de maatschappij". Een maatschappelijk werkster van de SOS ziet de telefonische hulp diensten als een „pressiegroep" die door het „rapporteren van bepaalde misstanden aan bepaalde Instanties meehelpt aan het leefbaar maken van de maatschappij". De maatschappij waarmee zoveel mensen overhoop liggen, waarin een, zo lijkt het soms, een stijgend aantal mensen aanpassingsmoeilijk heden ondervinden. „We hebben ze dagelijks aan de telefoon, mensen met frustaties, trauma's en com plexen, mensen die ruzie hebben met hun chef op kantoor, mensen die zich achteruitgesteld voelen, mensen die de indruk hebben dat de maatschappij tegen hen is". Mensen die hulp nodig hebben. De aard van de moeilijkheden die de SOS bereiken zijn talloze. Nog niet genoemd zijn: drugs, criminali teit, Juridische kwesties, financiële zaken, huisvestingproblemen, huis houdelijke hulp. homofilie, abortus, ongehuwde moeders, geloofsmoellijk- heden. Het aantal mensen dat opbelt met de mededeling „Ik maak er een eind aan" (suicide-neiging) neemt jaar lijks met sprongen toe. Dat wil nog niet zeggen dat het aantal mensen dat zelfmoord wil plegen of pleegt, groter wordt. Van invloed op de stijging van het aantal opbellers is in de eerste plaats de toegenomen „populariteit" van de SOS-diensten. In de grote steden krijgen de SOS-diensten jaarlijks enkele hon derden .zelfmoord-telefoontjes" voor een aantal mensen is het telefoon nummer van de SOS het „laatste touwtje met de maatschappij". Met het leven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 15