b Europese autobandenmarkt Concurrentiestrijd on leven en dood AUDI 80 L SPORTIEVE VARIANTEN VAN FIA T BESCHERMING TEGEN ROESTENDE UITLAAT Plat heeft de bijzonderheden vrijge geven van twee ontwikkelde va rianten op bestaande modellen. Nieu we typen, die vooral zijn bestemd om er in de sport slag mee te le veren. Het is niet bekend of de ex port ooit op gang zal komen en over een eventuele prijs dan valt natuurlijk helemaal niets te zeggen. Links de wagen die Fiat de X 1/9 heeft genoemd. Gebaseerd op de 123 Sport met 1290 cc motor van 75 DIN-pk. Nuccio Bertone heeft er een nieuwe carrosserie op gezet met rolbeugel en afneembaar dak. Vol gens de gegevens kan men er 170 km per uur mee halen. De wagen rechts (Fiat Abarth 124 Rally) is met zijn 1800 cc motor veel sneller: zo'n 190 km per uur. Het is een va riant op de 124 Sport Spider maar wel met een volledig nieuw instru mentarium gedeeltelijk uitgevoerd in aluminium). Om het gewicht te verlagen zijn delen van polyester hars gebruikt. De wagen zal aan diverse rally's meedoen. GROEI NETTO- 1970/1971 WINST f min. lyear (VS) stone (VS) ilop-Pirelli (G.-B./It.) lelin (Fr.) Jroyal (VS) "jdrich (VS) leral Tire (VS) Igestone (Japan) SU3 tinental (W.-Duitsl.) u di 'j' Oil bandenmarkt is op ïblik een harde concurren- de gang. De drie be- e autobandenfabrieken in - het Brits-Italiaanse Dun- i, het Franse Michelin en tse Continental concern in hardnekkig gevecht met de vier grootste Ameri- landenondernetningen. Bo- s er nog een flinke groep ;ere bandenbedrijven, zoals Frankrijk, Phoenix in Semperit in Oostenrijk toorg in Zweden. Deze zijh relatief sterk op de i ook lortbeleid. grote aantal bandencon- in Europa opereert, ver autofabrikanten de ^afnemers van banden in ihtige situatie. De autofa- sijn nu in staat de ver- bandenondernemingen te- ar uit te spelen om het contract binnen te halen, ie, waarin één bandencon- iotale behoefte aan banden automerk mochrt dekken, is ponder druk van de concur - de automarkt, al lang Zo was vroeger Dunlop bandenleverancier van Pirelli van Fiat. Slechts n geslaagd zijn ex- bij Citroën te be- deee laatste is dan ochter van Michelin. van deze situatie ver dient bijna geen bandenfabriek nog geld aan het leveren van autoban den voor nieuwe auto's. Maar ook met de prijzen en de omzetten op de vervangingsbandenmarkt is het bergafwaarts gegaan. Automobilisten zijn meer op koopjes uit, terwijl de detaillisten bij fabrikanten en im porteurs scherpere voorwaarden be dingen. De overgang op de radiaalband, die voor het eerst in Frankrijk op de markt verscheen en daarna in Ita lië,** Duitsland, Groot Bribtannië en Nederland, betekent dat veel ban den nu langer meegaan. Radiaal- banden zijn ongeveer de helft duur der dan het conventionele type. Dat komt door een ingewikkelder fabri cageproces. Maar de levensduur op de weg kan meer dan tweemaal zo lang zijn. Hoewel de Europese ban denfabrieken dus technologisch vooruitstrevend zijn, verminderden zij daardoor wel hun potentiëele verkopen. Een blik op de tabel laat zien dat geen enkele Europese bandenfabriek een nettowinst behaalt, die te ver gelijken is met de kleinere Ameri kaanse bandenconcerns met uitzon dering van Goodrich. Ironisch ge noeg zijn de Europese bandenonder nemingen wél de voorlopers geweest van de technische ontwikkelingen in het ontwerpen van banden. De Amerikanen waren, zij het met enige tegenzin, gedwongen de ont wikkelingen hier te volgen. De fa brieken van de Amerikanen in Eu ropa maken al sinds geruime tijd radiaalbanden. Maar de moeder maatschappijen in de Verenigde Staten houden nog steeds vast aan de conventionele diagonaalband. Om de concurrentie vóór te blijven, zijn de bandenfabrieken gedwongen tot hoge researchkosten. Want ook in de bandenindustrie gaat pro- duktverbetering snel en een uitste kend produkt weerspiegelt zich met een in de verkoopstatistieken. De kosten van de proef terreinen en de computers om banden en rubbersa menstellingen te meten, lopen in de honderden miljoenen guldens. De moeilijkheden, waarin de Ita liaanse bandenfabriek van het Dun- lop-Pirelli concern is gekomen, door een verlies van ruim 218 miljoen gulden in de afgelopen 18 maanden, is overigens niet alleen kenmerkenc) voor de Europese banden industrié in het algemeen, maar bovendien voor de Italiaanse economie. De gang van zaken bij Pirelli, die 22 maanden geleden een fusie aanging met het Britse Dunlop, is een voor beeld van de malaise, waarin de Italiaanse industrie de laatste twee jaar verkeert. Het toont ook de fi nanciële zwakheid aan van de Eu ropese bandenindustrie. Pirelli's huidige problemen worden veroorzaakt door de enorme stijging van de Italiaanse lonen, op een moment dat de verkoopprijzen sta biel zijn. In het afgelopen jaar zijn de personeelskosten bij Pirelli met 24 pet. gestegen. En de banden- fabricage is nog altijd uiterst arbeidsintensief. Michelin, de onbetwiste voorloper in het ontwerpen van banden, doet het beter. De uitbreidingen in Ca nada en Italië en het succes van de radiaalband, hebben een groeiper centage mogelijk gemaakt, dat gro ter is dan dat van enige ander bandenfabriek ter wereld. Alleen het Japanse Bridgestone concern komt daarbij in de buurt. Maar dat is meer een gevolg van het succes van de Japanse auto-industrie, dan van technische verdiensten. Doch zelfs de Franse onderneming is er niet in geslaagd het verkoop succes te vertalen in winsten ter grootte van de van Goodyear of Fi restone. Voor enige van de kleinere en minder succesvolle Europese bandenfabrieken zijn deze proble men nog ernstiger. Het Michelin-concern is echter be zig met een financiële operatie, waardoor het bijna de grootste ter wereld zou kunnen worden. Via drie Europese banken, de Deutsche Bank, de Oostenrijkse Creditanstalt en Credit Suisse, wil Michelin een holding vormen, die toenadering mogelijk maakt van drie andere Europese bandenfabrieken: de Duit se Continental Gummi, de Oosten rijkse Semperit en de Franse Kle- ber-Colombes. Dat is waarschijnlijk ook het enig mogelijke antwoord van de Europe se industrie op de nog steeds groeiende invloed van de Ameri kaanse bandenconcerns in Europa. Zolang er nog een tiental onafhan kelijke bandenfabrieken is, zal de macht van de autoconcerns de prij zen tot een economisch niet haal baar niveau neerhalen, terwijl de vervangingsbandenmarkt vrij voor ieder zal blijven met sterk concur rerende prijzen. Vanuit de consu ment bezien is dat natuurlijk wel een prettige situatie. In Nederland is de vervangings bandenmarkt voor ruim 70 procent in handen van Vredestein-Goodrich. Goodyear en Michelin. In vergelij king tot vorig jaar zijn de verkopen van importeurs en fabrikanten aan de handel vrij stabiel gebleven; zo'n drie miljoen stuks voor personenau to's. In 1970 waren dat er 2,9 mil joen. Voor volgend jaar wordt een groei verwacht van ongeveer 15 procent. Nederland is voor de bandenindu strie een lastige markt. Omdat hier alle mogelijke automerken voorko men, moeten ook alle bandentypen in voorraad worden gehouden, in totaal zo'n 300. De enige Nederlandse bandenfa briek, Vredestein, viel twee jaar ge leden in Amerikaanse handen. Na juridische verwikkelingen met Goodyear, mocht B. F. Goodrich de onderneming tenslotte kopen. Be halve de personenautobandenfra- briek van Vredestein in Enschede, staat de tweede bandenfabriek in Nederland in Den Bosch, waar Mi chelin vrachtwagenbanden maakt. Als de autobanden uit de pers zijn gekomen krijgen ze eerst een half uurtje om af te koelen voor zij voor een laatste con trole verderop gaan. De Europese bandenfabrikanten krijgen in deze tijd geen moment om op adem te komen. De concur rentie staat geen rustpauze toe. Als er een onderdeel van een auto is dat snel roest, dan is dat ongetwijfeld de uitlaat. Geen wonder, hij hangt vrijwel onbe schermd aan de onderkant. Aller lei schadelijke stoffen hebben zo wel van binnen (koolmonoxide, waterdamp, loodverbindingen) als van buitenaf (vuil, zand, zout) vrij spel. Koud of zout water te gen een hete uitlaat, het kan bij na niet idealer voor roestvorming. Men heeft het wel eens gepro beerd met roestvrij stalen en ge- emailleerde uitlaten. Zij zijn nooit populair geworden. Te zwaar voor gemakkelijke ophanging en vaak ook te duur. Wolf International Products B.V. in Ermelo heeft nu een spuitbus op de markt gebracht, waarmee men de uitlaat zelf zou kunnen „moffelen". Het is eigen lijk een vervolg op de onlangs ge- introduceerde 'spuitbus met roest vrij staal. Minuscuul kleine staaldeeltjes worden daarbij als een soort harnas om het te be schermen project gespoten. Maar dit roestwerende laagje kon niet draaien aan één knop en dan doet alles het nog goed ook. Tot zover gaat alles uitstekend Met starten ook geen moeilijkhe den. Met de motor al evenmin. In "deze" 80 L een machtig soepel draaiende en opvallend rustige 1296 cc motor met bovenliggende nokken- as, die goed was voor een vermo gen van 55 DIN-pk. Die paarde- krachten brachten weer meer dan 160 km op de teller. Daar de fabriek opgeeft, dat deze 80 L niet harder kan dan 148 km ivorden toegepast op metalen de len, die aan hoge temperaturen onderhevig waren. Ongeschikt dus voor uitlaten. De bindmidde len echter, die in de Metlon-uit- laatspray zitten, zijn daar wel tegen bestand. Ze kunnen volgens de fabrikant een temperatuur van 700 graden weerstaan. Zo heet kan een uitlaat worden. Door die hitte worden de met een spuitbus tot in alle hoekjes en gaatjes gespoten metaaldeeltjes als het ware gebakken. In feite een moffelprocedé, dat optreedt zodra men na het spuiten gaat rijden. Natuurlijk moet de uit laat geheel schoon zijn voor de behandeling, wil men het grootst mogelijke effect bereiken. De fabrikant geeft toe, dat de- ze behandeling geen bescherming biedt tegen kwalijke invloeden van binnenuit, maar zij biedt volgens hem een volledige be scherming naar buiten en hij schat, dat daarmee de levensduur met de helft wordt verlengd. Zo'n spuitbus kost f 12,50. KNAC-slipschool op Ypenburg kun nen ervaren welke voordelen dat biedt. Als het remvermogen op één voorwiel geheel uitvalt is dat nage noeg niet te merken. De wagen kan toch gemakkelijk in de hand wor den gehouden. Een duidelijk voor deel bij een klapband. Wat de wielophanging betreft: de wagen heeft MacPherson veerpoten en dwarsstabilisator vóór en veer poten en dwarsstabilisator achter op een zeer lichte torsie-achteras. Dat geeft de wagen een inderdaad nen goed zitten en kunnen de benen ook nog kwijt. Zelfs met vijf gaat het voor kortere tijd nog wel. Jammer, dat de toegang tot de tweedeurs 80 L die Hart, Nibbrig en Greeve ons een weekje had af gestaan niet wat royaler is. De passagiers achterin moeten noga: wat wringen om in en uit te stap pen. Maar dat is dan ook het enige dat afbreuk doet aan him comfort. En ook hun bagage kan men goed kwijt in de vrij royale achterbak. Voor de bestuurder is het goed toe ven in zijn gemakkelijke zetel met alle kanten voldoende steun in de rug. Hij heeft een goed over zicht over de informatie verstrek kende panelen en kan zonder moei te alle benodigde knoppen bereiken. Oók het 'versnellingspookje, dat heel handig vlak naast zijn stoel zit. De schakeling van onze wagen was wat aan de stugge kant en we hadden soms nogal wat moeite de achteruit te vinden, maar we ne men onmiddellijk aan. dat dat een kwestie van wennen is. Een extra vermelding vinden wij de eenvoudige bediening van de goed werkende verwarming en ven tilatie waard. Vaak zitten wij ia een wagen hevig te stoeien met al lerlei knopjes en handeltjes voor we eindelijk de verlangde frisse lucht of verwarmde stroom kunnen ontdekken. In talrijke auto's wordt dat vrij ingewikkeld geconstrueerd. Gelukkig niet in deze Audi. Simpel per uur. nemen wij grif aan, dat de teller te kampen had met een fiks ingebouwd optimisme. Maar dat neemt niet weg, dat we met de pit tige en ook wel vinnige wagen best uit de voeten konden. Natuurlijk zijn er ook de 80 LS en GL met resp. 75 en 85 DIN-pk meer, maar alle waar is naar zijn geld. En dan moet men dus meer neertellen dan de f 10.379,70, die de 80 L kost. Er Is ook nog een uitvoering, die bene den de tien mille blijft. De wagen is uitgerust met een dia gonaal gescheiden remsysteem Enige tijd geleden hebben wij bij een korte demonstratie op de zeer vaste wegllgging. Ook in de bochten wijkt hij geen duimbreed. Toch zijn er Jammer genoeg twee factoren, die de totale indruk van zijn weggedrag vertroebelen. In de eerste plaats is de wagen zeker niet vrij van zijwindgevoeligheid. In de tweede plaats registreert deze Audi 80 L vrij nauwgezet onef fenheden in het wegdek. Veel té nauwgezet. Als men op een klinker- straatweg komt heeft men het ge voel elke kuil en bobbel doorge seind te krijgen. En dan hoeven het echt geen notoire "kinderhoofdjes" te zijn. Met een beetje slecht weg dek moet men al snelheid terugne men, anders wordt deze Audi te speels. De dwarsnaden, die men op sommi ge gedeelten van autosnelwegen te genkomt (zoals bij Arnhem) zijn voor de meeste auto's moeilijk te nemen hindernissen. Desondanks schrokken wij wel even. toen wij het geluid hoorden, dat zij in de 80 L teweeg brachten. "Hoort wie klopt daar kinderen.grapte een meerijdende collega. Het leek wel of een hardhandige Sint bleef pogen binnen te komen. Terwijl we toch de snelheid al fiks hadden te- ruggéschroefd. Gelukkig beschikt Nederland over een over het algemeen redelijk wegdek, zodat we voor het overgro te deel van de week met bijzonder genoegen hebben kunnen rijden in deze voor het overige zeer prettige gezinswagen. Als benzineverbruik werd door ons ongeveer 1 op 10,5 gemeten. Zodat we alles bij elkaar tot de vol gende samenvatting kunnen ko men: de Audi 80 ls een sierlijke, handig hanteerbare en prettig com fortabele auto met veel binnenruimt te bij kleine buitenaf metingen Rela tief niet te duur, noch ln aanschaf fing noch ln gebruik (normale ben zine». Met soepele motor. Rijdt neel plezierig als het wegdek maar niet al t« slecht is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 15