EXTRA wegwerp- mst van tt affiche niet waar dat het affiche ontdekt is door verza- A1 in de laatste Jaren vorige eeuw behoedden isrs tal van posters voor Lnisbak. Desondanks moe tenden affiches, na ge- hebben op de reclame- aoniem, verkreukeld en nd voorgoed in de verge- zijn gedompeld, even als het purgeermiddel, :rk absynbhe of de show Moulin Rouge die ze had- Ipen propageren. Daarom et affiche het wegwerp bij van de kijkende en r lezende massa heten, nog wat. Inderdaad heb- renommeerde kunstenaars ilouse-Lautrec, Piccasso of lang voordat er een con- imaatschappij bestond, de segglngskraaht van het af fiche ontdekt. Of het altijd het grafisch genie van deze kunste naars was dat het beste een re clame-boodschap overbracht, is natuurlijk een andere zaak. Van dat nuttigheidsprincipe gaat de zeer fraaie selectie „100 jaar pos ters" niet uit; samensteller Bevis Hillier hanteert voornamelijk ar tistieke overwegingen. De 96 blad zijden posters, waarvan 64 in kleur, zijn in merendeel een lek kernij voor het oog. Vooral de platen uit de vroegere jeugd van de posters, de kleurenlitho's van Chéret of Toulouse-Lautrec zijn het waard om zo uitgescheurd te worden en aan de kamerwand te komen bij een kunstzinnige meisjes-studente (wat trouwens nogal eens gebeurt met posters, zo is de ervaring). Artistiek gesproken zijn er twee bloeiperiodes voor de poster. De eerste is die van de „art nouveau" aan het einde van de vorige eeuw, waarbij het samenspel van liaan- achtigvlechtwerkfabelach- tige techniek en kleur van bij voorbeeld een Sarah Bernhardt de verpersoonlijking van de bij na onaardse muze kon maken. Maar de poster als massa-artikel kwam pas door de politieke sfeer (de oorlogsaffiches van „14-18 en „de visuele pamfletten pro en contra de Russische revolutie) en daarna in de „art deco" tot de agressieve vorm van de vroege consumptiemaatschappijDie ..art deco" (de strakke, soms monumentale vereenvoudiging) leidt in de twintiger jaren bot een tweede hoogtij voor het affi che. Hillier geeft er een paar goede voorbeelden van o.a. in advertenties van spoorwegen. Wat de hedendaagse affiche- kunst betreft blijft „100 jaar posters" wat aan de magere kant en dat komt waarschijnlijk voort uit Hilliers uitgesproken voorkeur voor het grafische affl- ohe. Toepassing van de foto komt men weinig in de bundel tegen. Jammer is dat het boek (oorspronkelijk in Engeland uit gegeven) nogal angelsaksisch chauvinistisch is. Er ontbreken nogal wat „klassieken", zoals bij voorbeeld die befaamde voor Delftse sla-olie van Toorop. Omdat Hillier voornamelijk es thetisch kiest is de wervende poster matig in kwaliteit en bo vendien matig in aantal in de collectie vertegenwoordigt. „100 Jaar posters" kan niet als ge schiedenis van het affiche de boekenkast in. Als kijkboek is het, mede door de uiterst ver zorgde druk een geweldig ca deau als straks de feestmaand losbarst. HAN MULDER mnon zeer ioeilijk t aar "dijk Lennon. de interviews uit Stone, door Jann Wen- t?ave Bruna, Utrecht. Dg niet gelooft dat hij zich .ng heeft laten bedotten op-tijdschriften, damesbla- andere voorlichtingsme- 3l na het lezen van het "John Lennon, de inter- sit Rolling Stone", het ge- i?bben alsof hij in de Sa- plotsklaps onder een koude is geduwd. Van heel het van de keurige, aardige en tel beschaafde Jongens dat fertal uit Liverpool altijd heeft vertoond, blijft weinig over. Lennon geeft als voorbeeld van hoe het echt toeging tijdens toernees dat de foto waarop hij stomdronken kruipend uit een Amsterdams bordeel komt geen truc-opname is. Hij vertelt openhartig over de ervaringen met drugs, over zijn sexuele es capades, over zijn verhouding met Yoko Ono. Hij neemt geen blad voor de mond over de per soonlijke veihoudingen tussen de Beatles, niet alleen tussen hem en Paul McCartney, maar ook tussen George Harrison en hem, tussen Ringo en de rest. Als de koningin van Engeland het allemaal had geweten had- 'pn de Beatles waarschijnlijk nooit hun ridderordes gekregen. Lennon ranselt vrijwel alles wat tot de legende-vorming rond de Beatles heeft bijgedragen mee dogenloos uit de wereld. Geen brave Beatle Lennon dus. Wel en bewogen, nerveus, intelli gent en vriendelijk, maar uiterst egocentrisch mens. Dat is het aardige van het lange interview dat het Engelse pop-blad Rolling Stone met hem had: in plaats van de superster, het grote idool Lennon komt de mens. Hij komt over als een zoekende, een jongen die eigenlijk niet op gewassen is geweest tegen de enorme verering die hij als Beatle kreeg. Een moeilijke Jon gen, maar wel een eerlijke. Die niet omderwille van de lieve vre de zegt dat hij Rolling Sbone Mick Jagger zo'n geweldig goede muzikant vindt, en zo'n aardige jongen. Die toegeeft dat hij geen enkele techniek op de gitaar en op de piano bezit, maar die zichzelf desondanks een briljant rock-vertolker noemt. Een opmerkelijk boekwerkje, ad met ad. Af en toe moet Je wel over wat erg warrige passages heenlezen, maar je krijgt wel een aardig beeld van hoe het le ven van pop-sterren er achter de schermen uitziet. BERT VAN DOMMELEN klassieke lisdaad- mannetjes lom Je heen zie Je de gro- "loed van het Jeugdsenti- Dat kan zijn bedoeld voor - betrekkelijk Jonge re platen met de toppers »'n Jaar of tien geleden voorgeschoteld, voor de «deren zijn er weer her van 78-toeren-platen. 'er Bruna is ook in de gedoken en heeft de eer- b delen van de Bruna Cri- 5asslcs het licht doen zien. !tot hier om "crimes" (da 's, thrillers en spionageboe- "e of nog nooit in Neder- vertaling verschenen of sis Zwart Beertje werden Seven en reeds lang zijn uitverkocht. De Utrechtse uitge ver belooft alvast een tweede se rie van vier die één dezer dagen moet verschijnen. Als eerste kwam uit "De Vrouw in het meer" van Raymond Chandler. Een verhaal rond de tective Marlowe, die na een op dracht om een vrouw op te spo ren in tal van mysterieuze ver wikkelingen terecht komt. Die verwikkelingen zijn echter zo opgebouwd, dat het een logisch geheel wordt en daarom ook "oor de kritische lezer aanvaard baar. "Het zaad des verderfs" van William March is opgebouwd rond een meisje, een soort dicta- ^rtje, maar dan wel een lieve als het haar uitkomt. Maar net als haar grootmoeder deugt ze niet en omdat een schoolka meraadje een medaille wint die zij wil hebben volgt er een moord. Op vaardige wijze wordt geschetst wat dat zoal ln een aantal levens vooral van de moeder teweeg brengt. Van de hand van Edgar Lust- garten is "Moord in Soho". Voor <t grootste deel wordt in dit boek de rechtzaak tegen Arthur Groome beschreven. Een keurige kantoorbediende, die echter in een moordzaak wordt betrokken omdat hij een hoertje uit de goot probeerde te halen. Of Groome schuldig is of niet blijft steeds aan het oordel van de le- zer voorbehouden totdat op de laatste bladzijde met enkele simpele zinnen de toedracht dui delijk wordt. Tenslotte dan nog het overbeken de „Psycho" van Robert Bloch gegeven voor een van de vele spannende films van Hitchcock. Lang geleden een veelgevraagd Zwart Beertje, nu al lang niet meer verkrijgbaar. Het is het verhaal van de geestelijk ge stoorde man, die een vreemde verhouding opbouwt met de al leen in zijn verbeelding nog le vende moeder. PTETER TAFFIJN topschaatsen l972 toch üet alles Koomen, de radio- en tele- ■erslaggever, die de meeste totteven in zijn reportages k de schrijver van het -Topschaatsen 1972" dat -Mj de uitgeverij Luitlngh ^enen. J* ta feite het vervolg van wek "Tien Jaar topschaat- dat vorig Jaar bij dezelfde verscheen en waarin de van 1969 tot 1970 werden beschreven. Ditmaal komen in Koomens boek de suc cessen van het Olympische Jaar '72 aan bod. Wat die schaatssuc- cessen betreft had de schrijver in elk geval geen gebrek aan materiaal. Ard Schenk werd Eu ropees- en Wereldkampioen en verzamelde drie gouden medail les in Sapporo op de 1500, 5000 en 10.000 meter, en Atje Keu len-Deelstra bezette zowel bij de Europese- als de wereldkampioen schappen de eerste plaats. Alle kampioenschappen worden in het boek opnieuw in geuren en kleuren verteld door Theo Koomen en daarnaast bevat het boek een schat aan cijfermate riaal over de schaatssport. Toch zijn we niet helemaal te vreden met "Topschaatsen 1972". We hadden namelijk verwacht dat de schrijver Theo Koomen. die bijna alle wedstrijden per soonlijk heeft bijgewoond hij miste er een door een auto-on geluk de lezer wat meer in formatie zou versohaffen over de achtergronden van de sohaats- successen. Bijvoorbeeld iets meer uit de kleedkamer, wat voor de man die zeer dicht bij het vuur heeft gezeten toch mogelijk moet zijn. Nu is het gebleven bij een complicatie van krantenversla gen, waarin op Juichende toon de Nederlandse prestaties worden beschreven. Wat meer feiten over de randverschijnselen, en de sfeer hadden de waarde van het boek nog kunnen vergroten. BRAM VAN LEEUWEN Drie kunstenaars op een omgewaaide Hollandse boom v.l.n.r. Eelke de Jong, Peter Vos en Hans Sleutelaar. Sprookjes van de Lage Landen. Bijeengebracht en bewerkt door Eelke de Jong en Hans Sleute laar. Met tekeningen van Peter Vos. De Bezige Bij. Amsterdam. Wanneer je in deze tijd van pockets (reuze of niet) een prachtwerk onder de neus krijgt, formaat 26 x 55, in linnen gebon den, met een zilverpapieren om slag, op goed papier gedrukt in een fraaie letter dan slaak Je een zucht van verlichting. Er schijnen dus nog echte boeken gemaakt te worden voor een be taalbare prijs. Gewoonlijk ver meld ik geen prijzen aangezien ik geen reclameschrijver ben, maar nu moet het toch maar even. Tot 5 december a.s. kan Je dit heerlijke stuk uitgeverswerk Hugo Claus. Het jaar van de Kreeft. De Bezige Bij. Amster dam. Voor wie het nog niet gehoord mocht hebben om deze nieu we roman van Hugo Claus heeft zich eenzelfde spektakeitje voor gedaan als bij het verschijnen •an „Turks Fruit" van Jan Wol kers. Weer is er een Jonge vrouw komen opduiken, ditmaal een to neelspeelster, die met de eer wil gaan strijken model te hebben gestaan voor de hoofdfiguur uit de roman van haar al of niet gewezen minnaar. Beide keren heeft de verontwaardiging van de vrouwen zich geuit door brieven van advocaten en publikaties in de pers. Ik denk daar natuurlijk kopen voor het simpele bedrag van f 18.75. Op dat uiterlijk raak je al niet uitgekeken, daar de il lustrator Peter Vos de omslag heeft versierd met ontelbare groeisels en wezens en hoe lan ger Je kijkt hoe meer Je er ont dekt. De inhoud is al even verrassend. Twee jonge en bekende schrij vers. Hans Sleutelaar en Eelke de Jong, hebben zich bezigge houden met een terrein dat Je althans bij Hans Sleutelaar niet zo gauw verwachten zou, te weten het sprookje. En zegt u nu niet, wat moet ik daarnou mee, want een terugkeer tot een van de bronnen van menselijke wijsheid, het volksverhaal, de overlevering, werkt heel ontspannend en als het goed is, geeft zo'n duik in oude fantasieën iemand een kijk op de betrekkelijkheid van aller lei zaken waar we ons nu zo over opwinden. Want het is wel dui delijk dat deze sprookjes heus niet speciaal voor kinderen be doeld zijn. Dat waren sprookjes nooit al denkt bijna iedereen dat. De beide samenstellers hebben zich best van hun taak gekwe ten, vind ik. Hun keuze uit de verschillende verzamelingen van volksverhalen die eenmaal tussen Doll ard en Duinkerken doorver teld moeten zijn, is plezierig. Dat zij de sprookjes hebben na verteld in hedendaags Neder- Literaire kroniek door Clara Eggink het mijne van want als Je zölfs maar meent een eiselijk portret van Jezelf aan te treffen in een boek, houd dan stijf Je mond zou ik zeggen. Dan komt er heus niemand op het idee. Enfin, rel letjes zijn nog altijd een vorm van reclame maar er dient wel gezegd dat deze roman dat soort belangstelling werkelijk niet no dig heeft. Ik heb tegen sommige van Hugo Claus' romans weieens het be zwaar geopperd dat die wat van Gordiaanse knopen weg hebben, alleen te ontwarren door er het mes in te zetten, ln casu het laatste hoofdstuk eerst te lezen. Wat dit boek betreft is daar geen sprake van. Deze vrij forse roman romance zegt de au teur zelf, als om nadruk te leg gen op het sentiment is van een bijna bezeten rechtlijnigheid, recht op het doel af. Het is een liefdesgeschiedenis, het verhaal van een fatale liefde. Een man die werkt in het verzekeringsbe drijf, Pierre, ontmoet in de om geving van zijn vriend Daan, een revuester, de kapster Tony en weet bijna onmiddellijk „zij is het". De vrouw dde dit gevoel bij Pierre oproept, is afgaand op het beeld dat de auteur van haar tekent, allesbehalve de tra ditionele fatale vrouw. Haar fi guur is uitgezakt, haar benen zijn te dun, haar haar hangt al tijd in klitten en pieken, haar maskara is altijd doorgelopen, haar laarzen uitgetrapt, haar voe ten lelijk, haar teint slecht. Ei genlijk laat hij aan haar uiter lijk geen stuk heel en toch vindt Pierre haar de mooiste vrouw Haar wezen is niet veel beter. Sexueel is ze aardig verknipt met alle gevolgen van dien. Zij is aan de drank en aan de drugs, lijdt aan aambeien en hoofdpijn. Zij is ln hoge mate egocentrisch en heeft een geva- riëerd maar onbevredigend lief deleven achter de rug. Haar verknoopt zitten aan het verle den, de onmogelijkheid zich aan ^et nieuwe over te geven, haar drang tot zelfvernietiging die daar het gevolg van is, verklaart zij uit het feit dat zij onder het teken van de Kreeft geboren is. Om Pierre verbreekt zij wel haar toch waarachtig met roos kleurige huwelijk met Karei de Windt. Maar volgens haar eigen overtuiging komt zij nooit los van die man omdat hij haar mtmaagd heeft en omdat ze een kind van hem heeft. °ierre is eigenlijk een doodgewo ne, maatschappelijke, welgestelde vent die volgens het patroon met zijn secretaresse naar bed gaat. Het raadselachtige is dat hij van Tony alles aanvaardt, de rotzooi, het altijd moeten wach ten, haar grillen, haar rauwe •buding in café's en winkels. En dat niet alleen, hij is om haar tot alles bereid. Hij leest b.v. handleidingen over sex am haar vla deze studie tot bevrediging te brengen en dat lukt hem nog ook. In haar ongedurigheid stoot ze hem telkens af, zoekt hem met enig vertoon van berouw weer op. Jaagt hem weer weg. Pierre verdraagt het allemaal want deze vrouw zit hem, wat Je noemt, ln de huid. Zijn verstand zegt hem dat dit geen leven is en op den duur raakt hij wel verloofd met een meisje uit zijn eigen omgeving waar hij later ook mee trouwt. Maar tegen Tony zegt hij: Ik zou haar met een laten vallen voor tien minu ten ellende met Jou". Het drama eindigt met de dood van Tony die kanker blijkt te hebben. Vraagt Je Je af of de schrijver deze absurde fataliteit gereali seerd heeft in zijn roman dan lands is Juist en dat zij dat ge daan hebben in een taal die toch bij de verhalen past. dus in een woordkeus die toch des sprookjes gebleven is, is knap. Gelukkig zijn ze niet op school meesterachtige wijze aan de ver halen gaan frunniken in de be krompen overweging dat „die kindertjes" de betekenis van sommige woorden niet meer zou den kennen. Een kind vraagt heus wel als het iets weten wil en bovendien; Waar zijn anders ouwelui en woordenboeken voor? Dat Peter Vos met het illustreren van deze op het oog zo simpele maar in wezen zo geheimzinnige en bizarre verhalen in zdjn ede- ment is, spreekt vanzelf. moet daar voluit Ja op geant woord worden waarmee het boek "iln meestermerk ontvangt. Dit aanvaarden door de lezer treft temeer omdat de auteur nergens een poging doet tot verklaring. Hij vertelt alleen. Hij bereikt dit waar maken met zijn kort gebonden stijl die iets van inge houden woede in zich heeft en met de natuurlijkheid van de geserreerde dialogen. Daar mee heeft hij weer waar het om begonnen is: twee gerin- re mensen die geconfronteerd worden met een ervaring die bo ven hun kracht en bevattings vermogen uitgaat. Wil men ken' naar de bodem van overweldiging dan zou Je bij Pierre kunnen komen tot het onverklaarbare feit dat sex de neiging heeft de vreemdste ob jecten te kiezen maar dat is het lang niet alleen. In wezen is er in Pierre een zo grote mate van medelijden en vertedering aan wezig dat hij ook daar geen raad mee weet. De vrouw Tony heeft op het moment van de ontmoeting met Pierre nauwe lijks meer een vaste vorm. Op- ""llend zijn de keren waarop de auteur woorden als klam, voch tig, nat, damp, gebruikt in ver band met haar. Behalve die vreemde opgerichte eigenzinnig heid heeft zij niets reëels meer. Zij is bezig te verteren. Hoe wonderlijk het ook moge klin ken. dit even fölle als trieste drama brengt een intense ont roering te weeg, een vertedering bijna.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 23