Directeur moet terug naar loon van een arbeider En de vuilnisman, hij ploegde voort... veroveraar nieuwe PELATTI-L.V.TONGEREN C.V vïBij fSDAG 14 NOVEMBER 1972 Opstand pe haver- en gortbuurt te in op- ynd. De bewoners weigeren langer ian plastic vuilniszakken op de idd boeken van de stra^ te zetten om- Jouj bt dat een smerig gezicht is en n)dat het ratten trekt. De vuilnis sen moet ze maar komen halen, 1 ze. Maar de smalle straten staan vol geparkeerd luxe-blik en de rammelende vuilnisauto kan er óf niet in en als hij er toch in gaat, kan hij er niet meer uit. Lokkertje Verschillende supermarkts hebben, als lokkertje voor milieu bewuste klanten, „flesseneters" neergezet waar de klant zijn staat- siegeldloze flessen kan deponeren, Proef Damesblad Libelle wil in Lei den een proef gaan houden met „gesepareerd vuil ophalen". Dat be tekent, dat de huisvrouw de kran ten in een doosje stopt, de flessen in het keukenkastje en het eerlijke oprechte huisvuil (dat toch nie mand wil hebben) in de vuilniszak. Worden doos of keukenkastje te vol dan wordt het zaakje naar een kontaktadres gebracht. Vaak een goedwillende damesbladlezende da me of heer, die nog een schuurtje heeft leegstaan. Daar komt de ge meentereiniging het dan weer op halen. Zo zijn de plannen van Li- belle tenminste. Rotding In leder geval krijgt de vuilnis man mooi de zenuwen van het vuilophalen. De plastic vuilniszak is een rotding, hij scheurt, de muizen vreten eraan, hij verteert niet (van stof tot stof) en d'r gaat niet genoeg in. Of valt dat allemaal wel mee? Troebelen Dit zijn de huisvuiltroebelen waar Leiden op het ogenblik mee te maken heeft. /Er zijn er uiter aard nog veel meer maar we moe ten ergens beginnen. In een ge sprek met de heer Van Overmeire, directeur van de gemeentelijke rei nigingsdienst, kwamen deze onder werpen ter sprake. Tijdens een tochtje met een gemeentelijke vuilniswagen konden we zelf zien. hoe zorgeloos de burger met z'n huisvuil en vooral met z'n onmis bare vuilnisman omgaat. geloof er niet zo in. Ik ge- óf niet, dat het weer opnieuw pruiken van glas de redding zal ogen. Zand en soda, de grond- ffen voor de glasproductie, zijn overvloed aanwezig. Het ge- ;e glas wordt in de verbran- itallatie tot heel fijne kor safes' bijna eender alls de grondstof, 6 ermaakt. Volgens mij liggen de roblemen ergens anders: ons I oedsel, de luchtverontreiniging en ócht wral ook: de mentaliteit van de jens. Dat zijn de dingen waarover re ons zorgen moeten maken. Kijk, het NW wil het inkomen mnipn de arbeider omhoog hebben, de richting van het directeurs- jlaris. Maar we moeten het om- raaien. De directeur moet terug iiiéJ^ar het arbeidsloon. ^Een hoog inkomen betekent dat veel gaat kopen. Een nog grote auto met een nog grotere kara- an. Alles wat we kopen moeten Fe ook weer weggooien. Maar Iief6t am eventig procent van de wereldpro- uctie wordt opgesoupeerd door de festerse wereld: Amerika en Eu- Is het dan vreemd dat we an vervuiling gaan lijden?" F. van Overmeire is directeur gemeentelijke reinigings- Een dienst die dagelijks i^ordt geconfronteerd met de gren- iloze onverschilligheid die de bur- er voor zijn milieu over heeft. Van Overmeire: „Hoe reageren mensen op de vervuiling? „We -fcillen een schone stad," zeggen ze. laar ze hebben er geen bliksem 65) wr over. De overheid moet dat laar regelen, vinden ze. En daar „ik dan, met m'n achttien man ellende vuilophaaldienst. Ik denk liet meer aan medewerking van de li) «rger als ik vrouwen uit V en D le komen met een keurig verpakt II [aaltje. Hup, papiertje eraf om kleur nog even in het daglicht bekijken. Gooi maar neer. In lite zijn ze strafbaar, maar ik zou lere burger door drie man moe- laten schaduwen om dat te be- ijzen. Het gaat zo gedachteloos. 5 zie je ze met het papier in de and staan, zo ligt het op de grond. Als mijn mannen de straten heb- En schoongeveegd om de stad een leetje schoon te hebben voor het Van Overmeire: Ik kan toch geen W0.000 mensen onder de duim houden? weekeinde, verlies je Je vertrouwen echt wél als je de winkeliers zater dagavond het vuil van de winkel keurig in de goot van de Haarlem merstraat ziet schuiven. De mensen gaan aan de werke lijke problemen voorbij. Ze worden 'boos, omdat er zo'n zwarte rook uit de vuilverbranding komt. Ik vraag twee filters aan de gemeente. Kos ten: één komma acht miljoen gul den. Die krijg ik grif en de filters worden op het ogenblik gebouwd. Prachtig, maar wat de mensen niet beseffen is, dat een brommer die een kwartiertje stationair staat te draaien hen meer vervuiling be zorgt dan die hele installatie zon der de dure filters in maalnden kan produceren. Enkele weken gelden heeft het damesblad Libelle contact met mij opgenomen over gesepareerd vuil ophalen. Ze wilden via hun blad een proef in Leiden nemen. Abon- nee's die een schuurtje over heb ben zouden depöt-houder moeten worden voor papierafval (kran ten) en glas. Wij zouden dan eens in de week het op die adressen verzamelde afval gaan ophalen. De kranten en het papier moesten worden doorgestuurd naar de pa pierindustrie, die er opnieuw pa pier van kan maken, de flessen gaan door naar de glasfabrieken. Ik ben altijd bereid aan een derge lijk initiatief mee te werken, maar ik wil wel weten wat ik doe. Ik moet extra materiaal gaan aan schaffen en dat kan een arme stad als Leiden niet voor de grap doen. Ik moet dus in de eerste plaats weten of de fabrieken werkelijk iets doen met papierafval en oude flessen. Ik moet weten of de men sen niet in een emotionele bui op een commerciële stunt van Libelle reageren. Zulke dingen zijn tijdelijk en dan zit ik daar met m'n dure materiaal. Ik zie de huisvrouw nog niet regelmatig met een tas vol flessen en kranten naar een huis in de stad fietsen. Misschien een of twee keer, maar niet voortdurend. Je moet zulke dingen degelijk be kijken, dan pas heeft het zin. Ik ben ook altijd bang dat zulke acties in kretologie zullen ontaar den. "Weg met de plastic zak", hoor ik dan. Er worden in Leiden vier miljoen zakken per jaar ge bruikt. Een plastic zak kost een fractie van een druppel stookolie en verbrand in de oven voor vrijwel honderd procent. Een papieren zak weegt 300 gram. Dat is vier mil joen keer 300 gram. Hoeveel bo men zijn daarmee gemoeid? Wat heeft het voor zin als het toch naar de vuilverbranding gaat? In ge meenten waar het vuil tot compost wordt verwerkt is het logisch dat papieren zakken worden gebruikt, maar in Leiden heeft dat geen en kele zin. Wat ik met mentaliteit bedoel is: de bereidheid om samen aan een beter milieu te werken. Daar onder versta ik zowel het vuile wa ter in de Kaag als de patatpapier tjes in oe Haarlemmerstraat. De mensen moeten niet steeds zeg gen: dat moet de overheid maar opknappen. Voor het milieu zijn we opgehouden DTT te gebrui ken tegen het onkruid op straat Het gevolg is dat iedereen moppert over onkruid en zegt: waarom rui men die vuilnismannen dat niet op. Er was zelfs iemand die zei: laat de mensen uit de gevangenis het maar doen. Maar Leiden heeft alleen aan straatputjes al vier ki lometer onkruid. Als iedereen het stukkie straat voor z'n deur zou schoonhouden zou er geen pro bleem zijn. Moeten die paar man nen van mijn dienst op him knieën de hele stad gaan doen? Voor ze een kilom eter verder zijn kunnen ze weer op nieuw beginnen. Ik wind het redelijk, dat een buurt als de Haver- en Gortbuurt protesteert tegen de omstandighe den waarin ze moeten leven: sme rige auto's voor de deur, levensge vaarlijke pakhuisjes, slecht onder houden huizen, de ratten. Dat is ook geen leven. Maar laten ze rechtstreeks tegen de gemeente protesteren. Wat kan die arbeider achter de wagen er aan doen? Die is best bereid te helpen. Die gaat bij arme mensjes, naar wie nie mand meer wil omkiiken. ook die opstandige buren niet, de vuilnis zak van boven halen. Hij brengt er pakjes nieuwe vuilniszakken. En als de geparkeerde auto's niet in die straten zouden staan zou hij er ook inrijden met zijn wagen. Maar als 't niet gaat, gaat 't niet. Kijk, ik kan geen honderddui zend mensen onder de duim hou den. Als iemand zegt, ik gooi van avond lekker m'n vullis op straat als niemand kijkt, dan doet hij dat. En dan ligt 't daar. De men sen accepteren de manie van de industrie om alles te verpakken. Iedere komkommer, ieder pud dinkje, moet in een apart zakje of doosje. En de mens koopt 't gooit 't weg. Moét ik zo'n wereld veran deren? Dat kan ik toch niet' „Oh jaaa hoordaar zullen we het hebben". Driftig trapt hij op de rem, bekijkt de situatie even en probeert de vuilniswa gen, met alle elegantie die zo'n gevaarte eigen is, tussen de onwrikbare muur en de handig midden op straat geparkeerde Ami door te laveren. Z'n maat kijkt bezorgd naar de ruim ze ven milimeter die aan beide zij den overblijven, wijst nog ver geefs naar rechts maar 't zaa- kie zit muurvast. ..Zo'n ruimte om te parkeren en 'm toch mid den op straat zetten", bijt de chauffeur voor zich uit. Hij wringt zich uit de cabine en pakt samen met de twee vuil nismannen de sta-in-de-weg bij de bumpers. „Eén twee hup. één twee hup" en hij staat een me ter meer naar de kant. We kun nen weer verder. Nou ja, wat heet verder. Een meter of tien door de nauwe straat, dan moe ten er wat fietsen worden ver sjouwd. Er kan weer een lading vuilniszakken in de molen. Maar in deze lading heeft ivaarschijnlijk een propere huis vrouw een gietijzeren pan ge stopt ivant de wagen begint ver vaarlijk te trillen en te schud den. De chauffeur verbijt zich ADVERTENTIE trekt opnieuw aan de handle „Ja jongens, ik denk dat we vol zitten", roept hij door het raam. Het is twee uur 's middags, voor de zesde keer die dag moet de wagen gaan lossen bij de vuil verbranding. We zijn niet de enige, want behalve de zes Leidse wagens lossen hier de vuilniswagens van vele dorpen in de omtrek. Bovendien lijkt de man die het gestorte vuil moet verspreiden over de vuilhoop in slaap ge vallen te zijn ivant de stalen hopper hangt roefloos boven de veel te hoge berg plastic zak ken. blikjes, papieren luiers, on gebruikte broden en ander vuil nis. De lichtjes staan op rood er mag niet worden gestort. Dat wordt wachten Er komt een baas binnen die snelt naar bo ven en even later begint de havper kieskeurig in het vuil te bijten. Eerst zijn de wagens die eerder waren aan de beurt, dan mag ook onze wagen zijn klep open zetten. Dat is gemakkelij ker gezegd dan gedaan, want hij weigert eenvoudig. Waarschijn lijk weer die gietijzeren pan. No enig wrikken schiet de klep toch open en het vuil stort eruit. Als een razende terug naar de stad, waar één van de twee vuil nismannen het ergste werk al heeft gedaan door de zakken in de kleine straatjes en steegjes vast op te halen en op de hoe ken neer te zetten. Nog twee maal blijft de schroef steken op een brok grofvuil dat lekker toch in een plastic zak is ge stopt, nog één keer staat een auto in de de weg. Er scheurt maar één zak open. En dat in het ene uurtje dat ik meeging met de vuilniswagen. Het ziekteprocent bij de vuil nismannen ligt zeer hoog. Op het ogenblik is het 27 procent Van Overmeire begrijpt zijn mannen wel: zij werken altijd voor niks. Als ze een straat keu rig opgeruimd hebben en ze ko men er een uur terug zien ze zelf niet meer dat ze er zijn ge weest. Neem nou uzelf, schrijft een verhaal en als het klaar is gooit iemand er een pot inkt over en mag u weer op nieuw beginnen. Dag-in-dag- uit". Het is ook geen wonder dat de vuilnisman de zenuwen krijgt ADVERTENTIE de panty voor de maten 46-48-50 (in de gouden verpakking) Leiden Breestraat 32 tel. 01710-25212 Waarom nog langer kaal blijven terwijl er een geweldig goede en eerlijke oplossing is voor Uw haarproblemen? Pelatti brengt nu heren toupets, die volgens een geheel nieuw principe en met nieuwe materialen zijn vervaardigd. Deze nieuwe toupets zijn zó natuurgetrouw én zó kleurecht, dat niemand ziet, dat U 'n toupet draagt. Het enige dat opvalt is een jonger, sympathiek uiterlijk. Veroveraar of niet... Iaat U eens vrijblijvend en des kundig voorlichten door een Pclatti-specialist Vraag naar model SAFARI van Carl Brehmer. mode en kwaliteit I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 3