jiderzeeboot Zwaardvis:
n druppel in de oceaan
ïa-
boji DVEMBEB 1972
Aan boord van een onder
zeeboot wordt niet gefloten!
Stilte is het hoogste goed in
de stalen tube die nooit
gehoord wil worden....
Voor het eerst gaf de Koninklijke Marine toestemming mee te
varen met één van de twee nieuwe onderzeeboten; de Hr. Ms.
Zwaardvis. De reis, gedeeltelijk onder de zeespiegel ging van Den
Helder naar het Franse Lorient. Verslaggever Thom Olink (op foto
links) ademde vier dagen en nachten zeewind en perslucht tussen
de zeventig koppen van de "comfortabele" onderzeeër. Comfortabel
volgens de bemanning, die vroeger onder heel wat mindere om
standigheden de diepten van Noorwegen, Frankrijk en Schotland
verkenden.
CHE OCEAAN Vroeg in de grijze don-
is het zo ver, onderzeeboot Hr. Ms. Zwaard-
,iej, n een druppel in de oceaan zoekt het duister
'71
ip. Het is vier minuten over vijf als drie
i;
la stoten de nauwe ruimte vullen.
onder water". Er slaan geen golven emotie
onkerrood licht gedrenkte operatiecentrum.
et onrustigste. De bemanning heeft het al zo
I, aakt. Trouwens, het grootste deel slaapt de
t
5J vaardigen.
evai
i weinig geluiden, die de stilte aanvallen, als
o
van de Atlantische Oceaan opzoeken. Adem-
fan
elektromotoren, maken nauwelijks la-
tt Ie schimmen achter de knoppen, rood en hier
i beschenen, komt niet meer dan fluister.
prijgeeft na de ogen-
mijn ademhaling
rigvindt, aan dat
zout en koud wa-
hoofd hangt. Het
L krassend minder
onder ons. Dat
Door
Thom Olink
S zal de komende
boven de bodem
ik sluipen. Onder
gel van de zee is
g. De wereld zou
slechts wat uit-
Men er Tritons
- ml om de slaap te
j 'tevreden; bij de
tiliflruppel binnen,
.hijg ik op mijn
ri van een onder-
g gefloten. Stilte
ai leed m de stalen
01 shoord wil worden.
Wvis, een sluip-
•w beste ogenblik
met de verwach-
een uur of acht
ia ?er dan de diepste
le?rst er toch vrede
1 Mo.
het voor het mo-
water" niet aldoor
mag je, als ie-
meer van de zee
n vaak keihard te-
f! to buiten de haven
iemand ver
is
Ie tonnen, dat in het
1 kapitein Nemo de
Van de Koninklijke
onder de water-
Van een bijzonder
even uitge
ef zelf, wanneer
gekozen. Voor hen
611 spanning meer
als er afscheid wordt genomen van
het daglicht.
Ze hebben trouwens gevraagd om
dit leven.
Het zijn liefhebbers. Zo worden ze
ook genoemd. Ze lopen met een
contract op zak, dat hen tenminste
zes jaar aan de Koninklijke Marine
bindt.
„Als je een keer bij de onderzee-
dienst zit, kom Je niet meer weg".
Voor de 69 koppen van de Zwaard
vis is dat niet zo. erg. Deze onder
zeeboot is een bezienswaardigheid in
elke Europese haven. Met zuster
schip Hr. Ms. Tijgerhaad het laatste
nieuws van het conventionele
(niet-nucleaire) front. Overigens,
onder water en aan de wal blijven
ze dromen van een atoomonder
zeeër.
Voor de bemanning binnen de sta
len wanden van de Zwaardvis is
het geluk al eens voorbijgekomen.
„Als Je de drie-cylinders bent ge
wend is dit pure luxe. De Hr. Ms.
Zwaardvis en de Tijgerhaad kim Je
niet vergelijken met de oudere bo
ten. We hebben hier comfort. Ze
krijgen mij van m'n leven niet
meer in een driecylinder!"
De driecylinders zijn de Hr. Ms.
Dolfijn, Zeehond, Potvis en Tonijn.
Met de matrozen voor- en achterin.
Kruip-door-sluip-door-werk.
,,'s Avonds moest Je je bedje opzet
ten tussen de torpedo's, eerst ruim
te maken. En lekken!"
Klasse
In de longroom van de acht officie
ren, die evenwel de Zwaardvis met
kalme bevelen vullen: „Ik heb altijd
met plezier op de driecylinders ge
varen, schepen met klasse!"
Hoe het ook zij, de betrekkelijke
luxe van de twee nieuwste onder
zeeboten wordt door niemand be-
Wie het kleine niet eert, die is deze
boot van honderd miljoen gulden
niet weert. Als ik voor mijn „bedje"
sta iedereen praat over bedje en
niet over zijn kooitje vraag ik
me af hoe het in godsnaam op de
driecylinders toegaat.
Het voorstellingsvermogen wordt het
meest gediend met de opmerking
dat de ruimte onder uw normale
bed aan boord van de onderzeeërs
wordt benut om een man te bergen.
Ik moet (omdat ik toevallig het
onderste bedje van de hoogopgetas-
te series had) eerst op de grond
gaan liggen en vervolgens in het
gat rollen. De ruimte boven mijn
neus: een decimeter. Net genoeg om
de schouders rond te kunnen
draaien. Een chroomstaAen stang
kon je na het positie kiezen in de
slaapzak aanbrengen aan de instap-
kant. Om te voorkomen dat Je bij
ruw weer uit dat gat zou rollen.
De eerste avond, het lampje had ik
uitgedaan en bij mijn linkeroor
floot zachtjes de air-conditioning,
kon ik de rust niet vinden. Volledig
ingesloten. Met .tientallen matrozen
op een paar vierkante meters. Geen
ruimte om je eens breed te maken.
Geen plaats om Je hoofd op te til
len. En dat alles in een stalen schip
met één gat om eruit te klimmen.
Dat onderwater voer. Ik kon het
water horen!
Ik begon wel iets te begrijpen van
de noodzaak om stabiele figuren bij
elkaar te zetten op deze boot.
„Acht of negen van de tien vallen
af. Er zijn geen liefhebbers genoeg
meer. De marine heeft grote perso
neelsproblemen. We hebben vier
dienstplichtigen aan boord. Dat zou
vroeger niet voorkomen".
Hij en alle andere „sprekers" blij
ven anoniem in dit verhaal. De
eenheid, de ploeg, eikaars vertrou
wen, waarover elders in onze legers
zo eindeloos en niet terecht wordt
gezwamd, bestaat hier wel.
„Je moet elkaar helpen. Als er één
fout wordt gemaakt kan dat tot
verschrikkelijke dingen leiden. Het
spelen met apparatuur wat zoveel
gebeurt, kan hier niet bestaan. Een
gek, die een handle overhaalt kan
de boot naar de bodem jagen."
Daarom zijn de onderzeeboten ook
drooggelegd als ze varen. Terwijl op
de bovenwaterschepen de hand
ferm aan het glas wordt geslagen,
drinkt „de liefhebber" koffie en
poerem (chocolademelk)„Een
dronken man in een onder
zeeër
Er zijn acht officieren, vijftien on
derofficieren en 45 korporaals en
matrozen. Allemaal Jong. Zelfs de
commandant van de 100.000.000-boot
is nog geen 35.
„Onderzeedienst-mensen zijn anders
dan anderen bij de marine. Het
zijn in elk geval ras-individualisten.
Ook de commandantenZe hebben
alle functies aan boord vroeger
doorlopen, weten wat elk van de
ploeg doet en kunnen dat zelf ook.
Onderzeeboten zijn erg op zichzelf
aangewezen, Jagen alleen als het
ernst wordt".
Veel van de matrozen blijft na de
Uitstappen
Een matroos: „Ik stap over zes
maanden uit. Na zes .Jaar heb je
het wel gezien. Het is leuk verdie
nen en met de opleiding, die ik bij
de marine heb gehad kan ik op de
wal ook goed terecht. Bij de onder
zeedienst ben je meestal weg, ik
heb nu verkering en dan verandert
er veel. Het hangt me de keel uit.
Overplaatsing dus minder weg
naar een boven waterschip? Dat lukt
nooit! Ze hebben toch al niet ge
noeg mensen voor deze boten".
De Hr. Ms. Zwaardvis is inderdaad
veel weg. De Noorse, Schotse en At
lantische wateren bieden genoeg
diepte voor de onderzeeboot die van
kiel tot bovenste punt altijd nog
vijftien meter meet.
Als we dinsdagmiddag op weg naar
het Franse Lorient stilletjes de ha
ven van Den Helder uitsluipen denk
ik nog dat we buitengaats zullen
duiken.
De waarheid is dat we tot voorbij
Het Kanaal „boven blijven", d.w.z.
de toren steekt dan boven water, de
rest van de boot wordt omspoeld.
Ik sta vele uren op de brug en
merk in het Kanaal dat het on
voorstelbaar druk is. Voor en achter
langs, aan beide zijkanten, overal
schepen.
Vaak monsterachtige tankers en wij
niet meer dan een vlek tussen de
golven. Beneden werken radar- en
sonar-mensen hard. Op de piotbor
den krijgt dit drukke verkeer zijn
beslag.
De kost is prima
Later, als we op enige diepte varen
verbaas ik me nog vele keren over
het unieke beeld van een voorbij-
klievende reuzentankereen verlicht
flatgebouw lijkt het wel door de pe
riscoop.
Éénmaal op periscoopdiepte ver
dwijnt ook de misselijkheid van het
dwarse gerol. Onderzeeboten stam
pen niet van voor naar achter,
maar wiebelen. Bij het snuiver en
krijg ik een nieuwe ervaring te ver
werken; om de paar minuten slaan
de oren dicht.
Slaat er echter water in de ope
ning, dan sluit deze zich automa
tisch af, waarna de diesels de lucht
in het schip verbruiken. Dus on
middellijke onderdruk en „vliegtuig
oortjes".
De mensen van de Zwaardvis mer
ken daar niet veel meer van. Ze
werken in drie ploegen, vier uur op
acht uur af. De vrije tijd en dat is
heel wat minder dan die acht uur,
is voor de kaartspelen.
Ingrid Bergman
Iets groter dan de Joker tn het
kaartspel is het filmdoek, pletepeu-
terig geeft Ingrid Bergman op vele
vamen diepte gestalte aan Cactus-
flower.
Dat is zo'n moment dat ik er niet
veel meer van begrijp. Emoties van
het witte doel beleven, terwijl Je
zelf van god en iedereen verlaten
boven de oceaanbodem hangt.
Roken mag overal, behalve in een
zekere alarmfase. Roken kost niet
veel, want alles is belastingvrij.
Slapen: vijftig man op en
kele vierkante meters.
Flessen drank kunnen niet meer
worden gekocht, ook niet in de ha
vens: Jammer voor de smokkelgra-
gen.
Het geld is er wel voor. Leve de
onderboottoelage. „We verdienen
ruim zeventien gulden per dag ex
tra. Als we varen, en dat gebeurt
veel".
Die zeventien gulden is de voor de
derde en tweede-klassers, de eerste
klassers tot en met de onderofficie
ren vangen ruim 21 en de officieren
ruim 25 gulden.
Gevarengeld? Vroeger misschien, nu
niet meer. Aan boord van dit schip
is alles immers prima geregeld. Bij
de oude boten zat Je over het schip
verdeeld, hier leeft alles tn een
klont. Door de druppelvorm van de
boot. De machinisten hebben het
zwaar: soms is het 50 graden!
Het hoofd van de technische dienst
heeft het door deze bouw iets mak
kelijker gekregen bij een van die
typische onderzeeboot- procedures:
het trimmen.
Om de onderzeeboot in perfecte ba
lans te houden moet hij ook onder
water voortdurend het gewicht bij
regelen. Water in de voorste tanken
pompen, dan weer naar achteren.
Zeer ingewikkeld door het verplaat
sen van de mannen en de uiteen lo
pende gesteldheden van het water
door het zoutgehalte bijvoorbeeld.
„Op de driecilinders had Je een ver
blijf voor in het sohip. Als Je wilde
trimmen moest Je wel rekening
houden met film of eten want dan
kwam het zwik Je naar achteren.
Twee man, die door de boot liepen
kon Je al voelen".
Bij deze onderzeeërs zit alles gecon
centreerd op drie dekken. De be
manning eet op het tweede; de kost
is prima. Uitgebreid. De ruimte valt
mee, t is alsof Je in een treinres-
tauratie aanschuift, De longroom is
afgeladen als de acht officieren
binnen zijn.
Honderden ogen
Wie Amerikaanse televisiebeelden
als inspiratie gebruikt bdj het den
ken aan een ond er boot - interieur
komt bedrogen uit. Er is niets van
al die ruimte, er is geen panorami
sche voorruit, zelf geen kijkglaasje.
Als de periscoop is ingetrokken zijn
er honderden ogen: de instrumen
ten.
Op de laatste dag laat de comman
dant de boot zwoegen. Onder een hoek
van twintig graden van vijftien
naar negentig-honderd meter.
Het schot in de diepte moei op tijd
worden bijgebogen; de bodem na
dert angstwekkend snel. Dan wordt
een bocht gedraaid. De Hr. Ms.
Zwaardvis hangt schuin als een
vliegtuig. In het rode licht zijn de
meters de enige bakens. Wie lief
hebber is vertrouwt de techniek. En
niets of iemand anders.
Vrijdagmorgen om zes uur *s mor
gens lopen we de haven van Lo
rient binnen. De Duitse onderzee
bootbunkers staan er nog.
De bemanning van de Hr. Ms.
Zwaardvis is weer opgetuigd. Weg de
jasjes met hele rug schilderingen, de
gele mutsen, oranje petten en bad
ges. Weg de individualisten. Boven
water zijn de liefhebbers net als de
rest Van de marina