'ortugees Carvalho houdt
de spiegel voor
Irazilie's problemen zijn geen
xcuus voor de wantoestanden
Campagne tegen Zuid-Afrika
Door C. J. Rotteveel
EZERS SCHRIJVEN
DERDAG 9 NOVEMBER 1972
Sen groot moeras en een god-
B vólk": dat was het boosaar-
je oordeel van de Engelsman Ed
ward in 1698 over Nederland
jn bewoners. „Zij zijn zich zo
st van de schurkerijen in hun
aldus Ward's verslag van
drieweekse reis door ver-
dene provincies, „idat elk raam
in tralies heeft, net als bij
ie gevangenissen, om de eige-
buiten bereik van de boos-
ten te houden". De onnozele
Dard schijnt de glas-in-lood-ra-
te hebben aangezien voor ge
ide vensters. Maar misschien
hij wel beter. Waait toen hij
l in „The London Spy"
waren er vier oorlogen
Engelsen enHollanders
vochten, waarin eerstgenoem
de Ruyter voor Ohatham!)
eens in de hoek waren ge
en. Dat zal dan ook wel de re-
zijn, dat Ward's pamflet zo
nig uitviel en binnen twee
zeven herdrukken beleefde. De
Isen vonden het niet onpret-
llerlei lelijks over Holland te
nog meer uitspraken van
idelingen over Holland, zijn
lers en him leefwijze eai ge-
ten wil lezen, neme het kleine
e van F. Kerdjjk, „Zo meen-
rreemden" ter hand (Wereld-
jtheek Amsterdam, 1969):
ïoofdstukjes met gunstige en
ïstige uitspraken van buiten-
irs van de 16de tot de 19de
Wie echter een oordeel uit
eigen tijd wil lezen, schaffe
mei het boek van de Portugees
Rentes de Carvalho aan:
r die andere God woont" (uit-
ij Meulenhoff, f 12,50).
valho is een kleurige figuur,
ar oud, vader van drie doch-
(allen in Amsterdam geboren),
al zestien jaar in Nederland
aohtig, sinds zijn negentiende
journalist, later diplomaat in
van de Braziliaanse ambassa-
Nederland. Hij mislukte ver-
ns als groothandelaar in koffie
reiziger voor een Amerikaan-
ma in vloeibare dakbedekking
?erd tenslotte wetenschappe-
nedewerker aan het Portugees
narium van de Amsterdamse
srsiteit. Een merkwaardige
taan van een man, die romans
orte verhalen schreef, maar
Nederlanders, een belang
ende figuur is door zijn jong-
oek.
In „Waar die andere God woont"
naar mijn indruk voortreffelijk
vertaald door A. Willemsen ver
zamelde hy veel van de aantekenin
gen, die hij, in geheugen en op
schrift, bijeenbracht als indrukken
van de aard van de Nederlanders.
Carvalho had 150 bladzijden no
dig om een verrassend scherp, ge
peperd en lang niet altijd vleiend
beeld te schetsen van ons volk.
waarvoor hij grote genegenheid
koestert. Maar juist die genegen
heid lijkt een prikkel te zijn ge
weest voor het neerschrijven van
een reeks ongezouten karakteristie
ken.
Carvalho is de eerste om toe te
geven, dat hij lang niet alles ge
zegd heeft wat er over ons land en
volk te zeggen valt. De tulpen, de
dijken, de kaas, het Friese stam
boekvee, de Oude Meesters en nog
zoveel meer laat hij buiten be
schouwing. Hij heeft grote waarde-
rnig „voor de wijze waarop de men
sen van dit kleine land erin slagen,
door hun werk, door hun schran
derheid en doorzettingsvermogen,
'n vooraanstaande plaats temidden
der naties in te nemen". Over ons
onderwijs schrijft hij een paar
bladzijden vol lyrische bewonde
ring. Voor de wijze waarop de Ne
derlanders, na het loslaten van In
donesië, zonder hun tijd te verdoen
met jeremiades, lucht- en scheep
vaartlijnen uitbreidden, Rotterdam
tot de grootste haven ter wereld
maakten en het netwerk van com
municatiewegen zodanig vergroot
ten, dat ze vandaag de dag 70 pet.
van de internationale transporten
binnen de EEG in beheer hebben,
voor dit alles en nog veel meer
heeft hij het grootste respect.
Toch zit het boekje boordevol kri
tiek, naar mijn smaak vaak heel
rake kritiek, op onze vreemdelingen-
angst, het bezeten zijn van winst,
de uitbuiting van gastarbeiders, de
religieuze en seksuele revoluties, de
„ak'tie-comité's", de eindeloze ver
gaderingen en nog heel veel meer.
Maar een van Carvalho's ver
diensten is, dat hij die kritiek wel
scherp, maar toch op aanvaardbare
wijze presenteert, op een wat be
droefde wijze, alsof hij het jam
mer vindt zijn Nederlandse vrien
den naast hun kwaliteiten ook hun
gebreken te moeten voorhouden.
Zo voorzichtig is hij, ondanks
zijn vlijmscherpe analyse, dat hij
zich zelfs verontschuldigt, en om
begrip vraagt. „Voor mij, komend
van een andere horizon, een an
dere cultuur, een andere gevoelswe
reld, was het conflict onvermijde
lijk. Wat ik alleen niet ver
wachtte was dat het van dien aard
zou zijn, dat na zoveel jaren mijn
verzet tegen een bepaalde Holland
se manier van leven nog steeds zó
diep geworteld zou zijn. Toch is dit
boek geen klacht, noch een aan
klacht. Eerder een poging om te be
grijpen".
Wat Carvalho als het grote ge
brek van de Nederlanders ziet. is
het gebrek aan levensvreug
de. „Niet alle landen", zegt hij op
zeker ogenblik, „kunnen zich ver
heugen in omstandigheden als die
van Nederland: een lang verleden
gekenmerkt door vrede, een hoge
mate van beschaving, het diepge
wortelde besef bij de mensen dat
een ieder dient bij te dragen tot de
van sociale problemen,
clale voorzieningen waar een leder
trots op mag zijn. En daar ben ik
het mee eens. Dat hij zich dus
onbewust verdedigt tegen de „be
dreiging" die wij buitenlanders voor
hem vormen, is al evenzeer aan
vaardbaar".
Nog een eigenschap, die Carval
ho sterk opviel: de meedogenloze
manie om te willen zijn als
de anderen, niet uit de toon te
vallen. Wanneer de maatschappij
een mode introduceert, een gewoon
te aanbeveelt of (al dan niet oog
luikend) een ondeugd tolereert, is
iedereen er als de kippen bij om
mee te doen, in-gelukikig dat de an
deren ook meedoen, dezelfde mode
volgen, dezelfde v erboden vrucht
smaken. Middelmaat op z'n Hol
lands is niet het wijze evenwicht
van de gulden middenweg, maar
een klein, overzichtelijk geografisch
oppervlak, doeltreffende en goed
georganiseerde instanties waar al
le bewoners van kunnen profite
ren, 100 alfabetisering, eveneens
100 pet. spreiding van de infor
matiemedia, schitterende sociale
voorzieningen, regeringen die nu
eens een tikkeltje naar links hel
len. dan weer een tikkeltje naar
rechts, maar die niemand serieus
zal willen beschuldigen van cor
ruptie. boze opzet of imcompeten-
tie. Deze opsomming zou bladzij
den lang kunnen worden voortge
zet", aldus Carvalho, „maar de
leng.be ervan zou niets veranderen
aan de conclusie; de Nederlanders,
die reeds vele dingen bezitten en
verwoed proberen het weinige te
verwerven, dat ze nog niet hebben,
lijkt het maar aan één ding te ont
breken, een subtiel en niet fabri
ceerbaar „quid": levensvreugde"
Er is nog een ander kenmerk
van ons volkskarakter, dat hem
trof: ons gevoel van meerder
waardigheid, dat naar zijn
mening zelfs aan de reislust van
de Nederlander ten grondslag ligt.
„Zijn buitensporige reikiust wordt
voor mij dan ook evenzeer ver
klaard door het verlangen te zien
en te leren kennen als door de be
hoefte om, bij vergelijking, te kun
nen constateren dat zijn eigen land,
als puntje bij paaltje komt, beter
is, een fatsoenlijker regering heeft,
een rechtvaardiger wetgeving, een
efficiënter ambtenarencorps, en so-
veeleer de obsessie om alles te
vernietigen wat buiten de gangba
re normen valt, de afwijzing van
elke vorm van avontuur, ook vaD
de geest, de ontkenning bij voorbaat
van de verdiensten van hen, die zich,
door op te vallen, boven de massa
plaatsen. Wee hen! Nagewezen door
een leger van vingers houden velen
niet vol, plooien zich, niet in staat
tot een kreet van waarachtige re
volte".
Over de pers zegt Carvalho een
paar vinnige dingen. In zaken
van landelijk of locaal belang vol
doet de Nederlandse pers aan
de eisen die gesteld mogen worden
en geeft ze over het algemeen blijk
van een gezonde, evenwichtig in
zicht. „Helaas, hetzelfde kan niet
gezegd worden van de berichtgeving
omtrent zaken over de grenzen.
Daar lijkt het soms wel of de maat
staven van objectiviteit die worden
aangelegd bij de interne aangele
genheden opzettelijk overboord
worden gegooid, en de aperte on
juistheden die geen zeldzaamheid
zijn, zouden zelfs het vermoeden
kunnen wekken van boze opzet, ani
mositeit of kwade trouw. Ik houd
het op argeloosheid, onwetenheid
van andere realiteiten dan de Ne
derlandse, en een neiging om de
mode van het ogenblik te volgen".
Carvalho's boek is zó rijk aan
belangwekkende opmerkingen al
is zijn oordeel niet overal gelijk
en ziin er ook wel tegenspraken
aanwijsbaar dat ik mij bij het
citeren sterk moet beperken. Een
paar zinnen dus uit z'n tirade over
Jeugd en ouderen. De Neder
lander, opgegroeid in het besef, dat
't regeringsapparaat voorziet in de
oplossing van alle, maar werkelijk
ètlle problemen en als het niet
de staat is, zijn er wel religieuze
en andere organisaties die hun best
doen hem het leven te veraange
namen laat de school voor zijn
kinderen zorgen, omdat hij het al
druk genoeg heeft met zijn eigen
leven. „Geen wonder dat de kinde
ren 'n agressiviteit vertonen, "n ge
brek aan opvoeding, aan normen en
waarden, dat verbijsterend is. Dat
de jeugd op hol slaat en soms de
perken te buiten gaat in haar wan
hopige zoeken naar oplossingen (al
le ludieke tam-tam kan de wezen
lijke behoefte aan contact, steun
en genegenheid niet verhullen), dat
zijn problemen, die de Nederlander
bezighouden als burger, en waar
over men als zodanig geacht wordt
te kunnen meepraten, maar die
hem als mens volstrekt koud la
ten".
Omgekeerd zijn de Jongeren ook
onverschillig voor de ouderen. „Zijn
de ouders eenmaal ouden van da
gen geworden, dan stoppen de kin
deren ze in gebouwen, voorzien van
bloemen en comfort niet meer
„asiel" geheten maar „rusthuis" of
welk ander eufemisme ook, waar
hun activiteit bestaat uit spelletjes
doen en wachten op de dood".
Mooie bladzijden schrijft Carval
ho over de „hobby" van de ..a c -
ties. Aanvankelijk daoht hij aan
iets onheilspellends: bommen, plas
sen bloed, ambulances en geweer
schoten. Tenslotte slonk het tot zijn
ware proportie: de behoefte van elk
individu om mee te tellen, een stem
in het kapittel te hebben, zich te
doen gelden, te ontsnappen aan
de knellende omarming van de
massa. Even karakteristiek als de
actie is de vergadering, een toe
vlucht voor degenen die begrepen
hebben dat de beste manier om je
middelmatigheid te verbergen Is
„wij" te zeggen in plaats van „ik".
Over de sexuele revolutie
zegt hij o.m.: „In plaats van de
vrouw op voet van gelijkheid te
plaatsen met de man, heeft het er
meer van dat deze haar wil verla
gen, haar wil houden in de rol van
wijfjesdier en verkoopstimulans
Wat geheim gehouden, be
schermd, gekoesterd zou moeten
worden omdat het breekbaar ls
wordt vertrapt en verscheurd.
Dat taboes doorbroken worden.
José Rentes de Carvalho.
uitstekend, want ze kunnen een
bron van ongeluk zijn of
schoon niets bewijst dat dat ook al
tijd het geval is maar de fanati
ci van de sexuele revolutie vernie
tigen zonder er iets voor in de
plaats te geven, laten niets dan
ruïnes achter, en dat doet twijfe
len aan hun lichamelijke zowel als
geestelijke potentie".
Het zou niet moeilijk zijn Car
valho uitvoerig te citeren als hij
het heeft over de huichelachtige
ouderen, die luider stemme verkon
digen, dat alleen de Jeugd gelijk
heeft, maar die tezelfdertijd de teu
gels van de macht stevig in han
den houden; of over de angst van
de Nederlander om niet te doen wat
anderen doen, doodsbenauwd als
hij is om niet als modern te wor
den beschouwd; over de onbedui
dendheid van onze letterkunde met
haar thematische armoede; over de
gierigheid van sommigen, zoals van
die mevrouw, die een verloren ge
waande tas met boodschappen van
haar buurvrouw zolang onder haar
hoede had genomen en daarvoor 10
pet. vindersloon wenste te ontvan
gen.
Ik eindig met een originele uit
val tegen de „shabby look", de nei
ging van een groot deel van de
Jeugd in armeluis-kleren te
lopen: „Waarom verscheuren ze
opzettelijk hun kleren en lopen ze
in lompen? Waarom die hypocri
sie van een armoe die ze nooit ge
kend hebben? Beseffen ze wel wat
'n klap in 't gezicht het is voor de
werkelijk arme mensen of althans
voor degenen die het nu niet meer
zijn maar zich nog heel goed de
tijd herinneren dat ze het waren,
die neparmoede van hen, die ze in
staat stelt op vaste tijden te eten,
van het geld van de werkloos
heidsverzekering? Carvalho ergert
zich aan de aanstellerij van de on
echte stoplappen, van zorgvuldig
verwaarloosd schoeisel, aan bijeen
komsten waarop „acties" uit de
grond worden gestampt ter leniging
van de ellende in de Derde Wereld
die om 8 uur beginnen omdat om 7
uur gegeten wordt, en aan week
eind-revolutionairen. dat misschien
volgend Jaar al tot In hun nek zul
len blozen bij het zien van een en
kel, in staat om het menuet op
nieuw uit te vinden, net zoals ze
denken Bach en Mozart opnieuw
te hebben uitgevonden.
Zeg nu niet: wat een zure vent,
die Carvalho. Er zfjn tal van
dingen in onze samenleving waar
voor hij grote waardering heeft.
Maar andere zaken, die hem als
Zuideuropeaan opvielen, houdt hij
ons in een kritische spiegel voor.
En al is men het soms niet met
hem eens, in elk geval is er veel om
over na te denken. Wie in twijfel
staat over het aanschaffen van een
boeiend geschenk ter gelegenheid
van St. Nicolaas, kope dit boek. Als
tegenwicht voor de Spaanse zoetig
heid, waarmee we begin december
verwend worden, zal deze Portuge
se peperkoek bijzonder in de smaak
vallen!
erbjj willen wij reageren op het
zonden stuk van de heer A. van
'ol, in het nummer van 26 ok-
De heer Van de Pol heeft 20
in Brazilië gewoond en ge-
:t. Nu hij in Nederland terug
nerkt hij, dat hier zeer eenzij-
informatie over Brazilië wordt
iven. Zijn bedoeling is, enige
n-informatie te verstrekken,
at het in het belang van onze
vrije levenssfeer is, dat een
ontwikkelend land als Brazilië
ctief wordt beoordeeld.
zijn nooit ln Brazilië geweest,
n vinden het misschien over-
dig om iemand, die er toch 20
gewoond heeft, tegen te spre-
Wij zijn ervan overtuigd, dat
leer Van de Pol veel meer van
zlllë weet dan wij. Toch menen
enkele dingen van dat land te
en, die de heer Van de Pol ken-
|k niet weet. En daarom veroor-
h wij ons enkele opmerkingen
naken.
P 7 september j.l. was het 150
geleden, dat Brazilië een on-
ankeiijke staat werd. Dit feit is
Braziliaanse autoriteiten
nurlijk luisterrijk herdacht. Hier
Nederland hebben organisaties
■AT, KWJ, Werkgroep Indianen
Zuid-Amerika en Amnesty In-
fatlonal) gezamenlijk een „Bra-
iweek" gehouden met de be-
dng erop te wijzen, dat er in
silië niet zoveel reden is om te
fon. in de pers, voor radio en
°P bijeenkomsten, in stands
straat, is geprobeerd de aan-
ht te vestigen op de sociale on
waardigheid, de rechteloosheid
de arbeiders, de onvoorstelbare
Poede in de krottenwijken bij de
feu en op het platteland, de
fcer, de kindersterfte, de bedrei-
I van de Indianen, de onder-
dtog van de vrije menings-
Pg. het grote aantal politieke
togenen, de martelingen.
°s in Leiden is het een en ander
fcurd: de actiegroep van Amnes-
toternational heeft met een
stand op de markt gestaan; de
KWJ heeft in verschillende club
huizen over Brazilië gesproken; er
is in het Volkshuis een Brazilië-
avond gehouden, georganiseerd
door KWJ en AI samen. Op deze
avond sprak Jan Glissenaar, die de
heer Van de Pol waarschijnlijk be
doelt, als hij het heeft over „een
zogenaamde Brazilië-kenner". Jan
Glissenaar mag gerust als kenner
van Zuid-Amerika gelden. Hij heeft
er veel gereisd en samen met Peter
Pennarts gefilmd en gefotografeerd.
Er is onlangs een heel mooi foto
boek van hen verschenen, dat een
duidelijk beeld geeft van het leven
van de arme mensen in Zuid-Ame
rika. Omdat er geen geschikte film
speciaal over Brazilië voorhanden
was, werd een film vertoond over
het verzet tegen de misstanden in
Zuid-Amerika in het algemeen. Veel
problemen zijn in de verschillende
landen pngeveer gelijk.
Er was trouwens wel iets uit Bra
zilië te zien: o.a. de pedagoog Paolo
Freyre, die een methode heeft ont
wikkeld, waarmee men mensen in
zes weken kan leren lezen en schrij
ven. Een prachtige uitvinding, om
dat op het platteland nog meer
dan de helft van de bevolking an
alfabeet is. De methode is echter
door de regering verboden, omdat
de mensen hierdoor ook bewust ge
maakt worden van hun situatie.
Paolo Freyre woont nu in Argen
tinië.
wy zijn het met de heer Van de
Pol eens, dat een land als Brazilië
voor onvoorstelbare grote proble
men staat. Ook hebben wfj van ver
schillende kanten gehoord, dat er
hard gewerkt wordt aan de econo
mische vooruitgang en dat het na
tionale inkomen de laatste Jaren
enorm gestegen is. Er zijn echter
mensen in Brazilië, die vinden, dat
aan de economische ontwikkeling
teveel prioriteit gegeven wordt en
dat de sociale rechtvaardigheid
wordt opgeofferd aan de vooruit
gang.
Dit zijn geen „in het buitenland
opgeleide krachten", maar gewone
Braziliaanse arbeiders, priesters,
onderwijzers, studenten, Journalis
ten en vele anderen. Maar het is
voor hen buitengewoon gevaarlijk,
kritiek te uiten op het beleid van
de regering. Zij kunnen dan n.l.
worden opgepakt, omdat ze ingaan
tegen de „nationale veiligheid".
Sinds de machtsoverneming van
1964 zijn er op dat gebied steeds
strengere bepalingen ingevoerd. Zo
worden bijv. ook stakingen als poli-
tieken misdrijven beschouwd (van
daar de arbeidsrust in Brazilië).
De angst van de autoriteiten in
Brazilië voor communistische agi
tatie en guerrilla-activiteiten is be
grijpelijk, maar kan toch géén
rechtvaardiging zijn voor het zon
der meer oppakken en vastzetten
van leder, die ook maar enige kri
tiek heeft. En evenmin kan deze
angst goedmaken, dat men organi
saties als het „Esquadron des
Doods" stilzwijgend haar gang laat
gaan. Het „Esquadron des Doods"
is een club van politiemannen, die
in hun vrije tijd personen, die zij
verdacht vinden, martelen en ver
moorden.
Amnesty International heeft aan
de ,3raziliëweek" meegedaan om
te protesteren tegen de wijze waar
op in dat land de Rechten van de
Mens worden geschonden. Er zijn
naar schatting 14.000 politieke ge
vangenen in Brazilië, van wie velen
Jaren vastzitten zonder dat er een
proces tegen hen plaatsvindt. Een
aantal van hen Is door A.I. ge
adopteerd. Om bekentenissen van
hen los te krijgen worden de ge
vangenen vaak op afschuwelijke
wijze gemarteld. Er zijn door Am
nesty International twee rapporten
uitgebracht, waarin beschrijvingen
staan van martelingen, opgetekend
door mensen, die ze hebben onder
gaan of zien ondergaan.
Sommige documenten zijn uit ge
vangenissen heimelijk naar het
buitenland gebracht, andere ver
klaringen zijn door gevluchte of
verbannnen Brazilianen afgelegd.
De Braziliaanse regering heeft ge
weigerd, een onderzoekscommissie
van A.I. toe te laten. Misschien
heeft de heer Van de Pol over dit
alles niet meer gehoord dan dat
er „af en toe rake klappen werden
uitgedeeld". Je kunt niet alles ho
ren en zien wat er in een land ge
beurt, ook al woon Je er twintig
jaar of je hele leven.
Het doet toch, op z'n zachtst ge
zegd, vreemd aan, wanneer er van
zo'n land wordt gezegd, dat het tot
„de vrije wereld" behoort. En dat
het in het belang van „onze vrije
levenssfeer" is, dat wij loyaal staan
t.o.v. Brazilië. Het lijkt ons meer
in het belang van de vrije levens
sfeer ln Brazilië, dat wij de vrij
heid, die wij hier hebben, gebrui
ken om de aandacht te vestigen
op de onvrijheid daar. Misschien
kan dat er een beetje toe bijdragen,
dat er eens inderdaad vrijheid zal
zijn in Brazilië.
Namens de Aktiegroep Leiden
van Amnesty Internationaal,
LIENEKE MAATJE
Koekoekstraat 56,
Leiderdorp.
Zoals de heer A. van de Pol ln
zijn artikel over de toestand in
Brazilië schreef, gaat het met de
economie van dat land goed en
is er arbeidsrust. Dat deze econo
mische groei zo groot is, is wel te
begrijpen als je ziet wat de huidige
militaire regering allemaal doet om
buitenlandse investeerders aan te
trekken. Zij zorgt ervoor, dat er
in Brazilië geen vakbond kan ont
staan door iedereen die voor de
rechten van het volk opkomt op te
pakken en gevangen te zetten,
meestal met vooraf gegane folte
ringen. Hierdoor ontstaat er inder
daad arbeidsrust, die voor het be
drijfsleven zo belangrijk is.
Verder houdt de regering de enor
me werkeloosheid mede in stand
door allerlei grote geautomatiseer
de bedrijven het land in te halen,
waar de eigen bedrijven niet meer
tegenop kunnen en zodoende af
vallen. Dat de huidige militaire
regering en het Nederlandse be
drijfsleven hier niets om geven
blijkt wel uit het volgende voor
beeld.
Rond Recife, een plaats in het
noordoosten van Brazilië, verrezen
tientallen nieuwe fabrieken door de
gunstige regelingen van de rege
ring. Kwalijk is echter dat ze vrij
wel geen arbeidsplaatsen scheppen.
Een voorbeeld is wel toen de Akzo
in het noordoosten het zout kwam
verwerken. Voor die tijd gebeurde
dit door de inwerking van het zon
licht. Toen de Akzo echter met mo
derne machines kwam aanzetten,
kwamen er duizenden mensen zon
der werk op straat te staan. Door
zodoende een groot aanbod van
arbeiders te houden worden de
lonen laag gehouden waardoor het
interessant wordt voor ondernemers
om daar van de goedkope arbeids
markt te profiteren.
Met dit schrijven hoop Ik, dat de
heer Van de Pol ook eens de be
langen van de arbeiders bekijkt en
ik hoop ook dat er hierdoor weer
eens duidelijk wordt wat er in Bra
zilië gaande ls.
JOOST ZWETSLOOT
Boekhorstlaan 15,
Voorhout.
Een van de opvallendste verschijn
selen die ik in Nederland onder
vind, is een merkwaardig onge
nuanceerd denken over Zuid-AfriKu.
Dat wordt andermaal gemanifes
teerd in het antwoord van prof
dr. J. Voorhoeve (2 november) op
mijn brief (27 oktober), waarin ik
protesteerde tegen het „leugen
achtig haatcampagne" van de
schrijver van het boek Outspan.
Prof. Voorhoeve toont zich geen
expert inzake Zuidafrikaanse toe
standen wanneer hij schrijft dat er
„in Zuid-Afrika twee groepen wo
nen met tegengestelde belangen:
een kleine (blanke) minderheid die
een grote (gekleurde) meerderheid
behandelt als buitenlanders, als
mensen die er niet thuis horen en
die niet mee mogen beslissen over
het lot van eigen land". Zijn ver
dere betoog komt erop neer dat wij.
Zuidafrikanen, actie zoals van de
heer Du Plessis alleen maar aan
onszelf te wijten hebben.
Welnu, er zijn veel meer dan twee
groepen in Zuid-Afrika. Er zijn
veel oprechte blanken die apartheid
opponeren zonder overigens te ver
vallen in een leugenachtig haat
campagne. Er zijn mensen zoals ik,
die het principe van afzonderlijke
ontwikkeling (met de nadruk op
ontwikkeling) ondersteunen, zon
der elke daad van de regering klak
keloos na te praten en te verdedi
gen. Wi) zijn ons inderdaad diep
bewust van het feit dat het apart-
heidbeleid geen perfect beleid is en
wij trachten, met veel meer succes
dan bekend is, onrechtvaardigheden
daaruit te verwijderen. Wij ver
werpen in theorie én praktijk het
op lange duur overheersen van één
groep (hetzij blank of zwart) door
een andere. Tenslotte zijn er na
tuurlijk degenen die, ronduit ge
zegd, racisten zijn. Dezulken komen
over de gehele wereld voor en be
slist niet het minst in Nederland
Onder de gekleurden ls een flink
percentage tegenstanders van apart
heid. Doch een feit, dat voorZuid-
Afrika-haters moeilijk valt te slik
ken. is dat de meerderheid van de
negers het beleid in grote lijnen
steunt. In 1968 behaalde de pre
mier van de Transkei. Kaiser Ma-
tanzima (pro-afzonderlijke ontwik
keling), een forse overwinning aan
de stembus in zijn gebied. Een paar
weken geleden kreeg een tweede
Bantoe-thuisland, Boputhatswana,
zelfregering. Bij deze gelegenheid
behaalde de pro-apartheidsleider
Lucas Mangope 20 van de 24 ver
kozen zetels van het nieuwe Bo-
puthatswana-parlement Waarom
werd dit feit niet in de Neder
landse kranten gerapporteerd.?
Vergeet daarbij niet dat de zwarte
bevolking uit acht verschillende
ethnische groeperingen bestaat.
Prof. Voorhoeve's voorstelling
van de toestanden in Zuid-Afrika
ls een grote overdrijving. Kennelijk
is hy niet in staat te begrypen dat
het de meerderheid der blanken
ernst is om een rechtvaardig be
leid te voeren. WU zyn echter geen
supermensen zonder tekortkomin
gen. Natuuriyk is de Zuidafrikaan
se situatie niet ideaal. Natuuriyk ls
het regeringsbeleid niet 100% recht
vaardig. Kan prof. Voorhoeve my
echter één land noemen waar per
fecte toestanden heersen en waar
het regeringsbeleid er voor 100%
op mikt alle sociale onrechtvaar
digheden uit te wissen? Er zyn al-
tyd zaken waarop kritiek gewet
tigd is. Prof. Voorhoeve moet myn
land eens proberen te beoordelen
aan de hand van persooniyke erva
ring, of door Zuidafrikaanstalige
kranten te lezen. Hy komt dan vast
tot de overtuiging dat het Zuidafri
kaanse rassenprobleem niet zo een
voudig is als hy denkt. Hy dient
zyn oordeel niet uitsluitend te
baseren op de tendentieuze bericht
geving in de Nederlandse kranten.
Prof. Voorhoeve's brief heeft my
niet bevredigd. Be begrijp nog
steeds niet waarom mensen zoals
Du Plessis en anderen zo'n leugen
achtige haatcampagne tegen ons
voeren.
W. L. SCHOLTZ.
Dorpsstraat 53,
Oegstgeest.
P.S. Om misverstand te voorko
men: de verkiezingen In de Trans
kei en Boputhatswana waren vol
komen democratisch met geheime
stemming. Laat prof. dr. J. Voor
hoeve me nu niet komen vertellen
dat ze gemanipuleerd zyn.