Terreur en wraak: een voortdurende kringloop Kamer lan delijke maximum- en minimum snelheden Anti semie ten schud ik hand niet ge- Dagje vrij? Maak 'n NS-Snippertrip kvp NS-Minitrips naar het buitenland ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1972 PAGINA 7 Deze week vervolgen wij op deze Meningenpagina de discussie over de achtergrond van het Palestijnse verzet met een interview met de Consul van Koeweit, die aanvankelijk beschuldigd werd de drijvende kracht te zijn achter de "briefbommen" die vanuit Amsterdam ver stuurd werden. Daarnaast vindt u een bijdrage van onze correspon dent in Jeruzalem Jaap van Weesel met zijn visie over de vicieuze cirkel van geweld in het Midden-Oosten. DEN HAAG ,Al8 gast zou ik Ne derland nooit terreur aandoen. Dat is niet Palestijns." Dat is een van de reacties van Koeweits consul in Den Haag, Mach- moed S. Rabbani, op een bericht uit Israël dat hij verantwoordelijk zou zijn voor de in Amsterdam geposte bombrieven. Ook de Amsterdamse politie is van zijn onschuld over tuigd. Inspecteur Toorenaar ver klaarde: „Het zijn allemaal geruch ten. De consul heeft niets met de bombrieven te maken." „Smerige Journalistiek" noemt Rab ba ni bet bericht, dat naar zijn me ning vanuit Nederland is gelan ceerd. Een vorm van Jaloezie zou er aan ten grondslag liggen, Jaloezie wegens Rabbani's goede relaties met politici, zakenlieden en Journalisten in Nederland. „Kijk, van mijn ideeën heb ik nooit een geheim gemaakt. Wat ik doe is uit spontaniteit, omdat ik Palestijn ben. Ik ben tegen de Israëlische be zetting van Palestina. Het Pales tijnse volk heeft er eeuwenlang ge woond en het is een vreedzaam volk. Wat ik voorsta in een land waar Joden, Arabieren, christenen en noem maar op naast elkaar le ven, ongeacht ras, politieke overtui ging en geloof." Ter verduidelijking voegt de Jeugdige consul (36) er aan toe: „Met anti semieten, fascisten en diergelijken wil ik niets te maken hebben. Die schud ik zelfs de hand niet." Rabbani komt overigens niet tot een veroordeling van Palestijnse terreur: „Dat doet niet ter zake. Ik vraag me af wat de oorzaken zijn. We moeten de zaken op de Juiste volgorde zetten en analyseren. Maar als men mij vraagt of de Pales tij- geweld mogen gebruiken, is mijn antwoord: Israël schijnt geen andere keus te laten." Vrij fel praat hij dan over de hou ding van de Nederlanders in het conflict in het Midden-Oosten. ,Jk respecteer de Nederlandse sympa thie voor de Joden, die voortvloeit uit de gebeurtenissen in de tweede wereldoorlog. En ik respecteer de vastbeslotenheid van het Nederland- volk om iets dergelijks nooit r te laten gebeuren. Maar de sympathie van de Nederlanders voor Israël na 25 Jaar onderdruk king van de vreedzame Palestijnen door dit land, dat de mensenrech ten niet respecteert en de resoluties van de Veiligheidsraad naast zich neerlegt, stelt me teleur." De beschuldiging van vorige week neeft Machmoed Rabbani niet erg geschikt: het was dan ook niet de eerste keer dat zijn naam in ver band werd gebracht met acties te gen Israël. Zo werd hij twee Jaar geleden ge noemd als de man die acht Neder landers bij de Palestijnse verzetsor ganisatie El Fatah zou hebben ge bracht. Alle acht zouden dood zijn. Maar ook voor die beschuldiging werd nooit enig bewijs aangevoerd, en er is zelfs geen naam bekend van een Nederlander die bij El Fa tah terecht zou zijn gekomen. Bedreigd voelt hij zich nu al even min. En van schaduwende agenten heeft hij geen last: „Ach. het zou me niet verbazen als m'n telefoon wordt afgeluisterd. Maar als alle verhalen over geheime diensten Juist zouden zijn, zou ik een James Bondachtige figuur zijn. Het wach ten is dan alleen nog op de direc teur uit Hollywood die me een con tract biedt." Consul Koeweit: (Door onze correspondent) JERUZALEM De moord op de Israëlische sportlieden in het Mün- chener Olympische dorp en het ver sturen van .bombrieven" vanuit Am sterdam naar Israëliërs over de hele wereld, hebben Europa met de neus op de Palestijnen gedrukt. Voor Is raël is dat verschijnsel allerminst nieuw. Vanaf het moment dat de zio nisten voet zetten op Palestijnse bo- dom, kregen ze te maken met verzet van de Arabische bevolking, die ter reur als een van haar wapens in de strijd tegen de immigranten han teerde. Door Jaap van Weesel In 1929 werd de Joodse bevolking van Hebron door Arabieren uitge moord. In de jaren 1936 tot 1939 ging er een golf van terrein: door het toenmalige Palestina als protest van de Arabieren tegen de toenemende Joodse immigratie. Het Joodse ondergrondse leger, de Haganah, wees tegenterreur toenter tijd af. Slechts een kleine groep van ADVERTENTIE 12 Fijne Snippertrips staan er voor u op 't programma. Niets vooraf te boeken! Gewoon naar 't station gaan en zo'n voordelig trein-toegangbiljet nemen. B.v. naar Amsterdam, Den Haag of Rotterdam. Naar Gouda, Leiden of Hoorn en Enkhuizen. Naar 't Evoluon in Eindhoven of naar 't Spoorwegmuseum in Utrecht. En wie 't allemaal al kent, kan nu ook naar het Lips Autotron in Drunen. Alle informatie in de brochure „Toeren met NS". voordelig uit met NS de Joodse bevolking greep naar dit middel. Dat was de Irgoen Zwai Le- umi, eerst onder leiding van de na tionalistische Zeev Jabotinsky en na diens dood in 1940 onder leiding van de huidige rechtse oppositieleider Menachem Begin. Tot de beruchtste dagen van de Irgoen kunnen worden berekend de uitmoording van het Arabische dorp Deir Jassin in maart 1948 en in 1946 het opblazen van he»t King David-hotel in Jeruzalem, waar het Engelse hoofdkwartier was Na de terreurgolf van de laatste weken zijn het dezelfde Irgoen-krin- gen die nu weer hun stem laten ho ren en roepen om tegenterreur. Zij hebben een belangrijke bondgenoot gekregen in de persoon van rabbijn Meir Kahane, de leider van de Joodse defensie Liga. Vorige week werd een lid van de JDL op het vliegveld van Tel Aviv gearresteerd toen hij op het punt stond wapens het land uit te smokkelen. Een oud-commandant van de Irgoen, Paglin, werd opge pakt, verdacht van wapensmokkel om terreur tegen de Arabieren te bedrij- Kahane maakte zijn plannen be kend op persconferenties en voor de televisie: de JDL zal Arabische am bassades in Europa en Amerika aan vallen, diplomaten kidnappen en gij zelen totdat Israëlische krijgsgevan genen in de Arabische landen en Jo den die nog in de Arabische landen leven, zijn vrijgelaten. Kahane be vestigde dat hij samenwerkte met oud-leden van de Irgoen en dat hij er al in geslaagd was wapens het land uit te smokkelen. Kahane kan zijn. op zijn minst, illegale plannen openbaar maken zonder dat hij gearresteerd wordt en ook Paglin geniet een voorkeursbe handeling, getuige het feit dat hij hangende het onderzoek niet in de gevangenis, maar in een hotel wordt vastgehouden. Niet dulden i Weliswaar hebben vice-premier i Jigal Allon en minister van Politie Shjlomo Hillel dadelijk verklaard dat de regering niet zal dulden dat bur gers het recht in eigen hand nemen en een privé-oorlog gaan voeren, maar de regering wil een confronta tie met de rechtse oppositie voorko men. Een botsing zou tot een ern stige controverse kuunen leiden, om dat Kahane en Paglin steun genieten bij de rechtse Herut-partiJ, die uit de Irgoen is voortgekomen. Kahane en zijn aanhangers hande len allerminst in het luchtledige. De algemene opinie is dat de Israëlische geheime dienst heeft gefaald. Het „beeld" van onfeilbaarheid en alwe tendheid vooral opgebouwd door de kidnapping van Eichmann in 1960 en nog meer door de fameuze spion Eli Cohen in Damascus, die het daar bijna tot eerste minister bracht, is de laatste weken wreed verstoord. Nog geen week na de tragedie in Mün- opende de landbouwattaché op de Is- sel neergeschoten. Enkele dagen later opende de landbouwattaché op de Is raëlische ambassade in Londen een fatale bommenbrief allemaal te kenen die erop wijzen dat de Israë lische geheime dienst geen vat heeft op Zwarte September. Het Israëlische publiek vraagt om schuldigen. De regering kan natuur lijk geen opening van zaken geven. Zij moet volstaan met vage formules „dat zij niet stil zit" en „dat zij ef fectieve maatregelen zal nemen". Maar het publiek laat zich alleen overtuigen door resultaten. De kreet: „als niemand, ook onze regering, niets doet, dan hebben we nog liever dat Kahane iets doet, dan dat er helemaal niets gebeurt", vindt ge hoor. München, het idyllische sprookje van de verbroedering van de sport, heeft de illusies wreed verstoord. Men was vertrouwd met het gevoel in Israël onveilig te zijn. Dat was iets wat je zelf in de hand had en dat praktisch was opgelost door de uit schakeling van het Palestijnse ver zet in Israël en de bezette gebieden. Maar in het buitenland onveilig te veilig te zijn, is eigenlijk psycholo gisch veel ernstiger: De Israëliër krijgt het gevoel in een kooi gevan gen te zitten, waar hij niet uit kan. Een noodlotsgedachte maakt zich van de Israëliërs meester: „Wij zijn het slachtoffer van terreur maar je zal zien, wij krijgen het uiteindelijk ADVERTENTIE wordt nu lid van de postbus222 Leiden allemaal op ons hoofd. De mensen zullen niet zeggen: schande dat de Arabieren onze sportmensen hebben vermoord, maar: de Joden hebben onze Olympische Spelen verpest. Zij zullen geen effectieve maatregelen nemen tegen de Palestijnse terreur, aar Israëliërs weren". De toekomst belooft intussen wei nig goeds. Te vrezen valt dat de Is raëlische represailles in Libanon tot meer terreurdaden in Europa zullen leiden. In militaire kringen is men zich daar zeer goed van bewust. De strijd tegen de terreur wordt dan ook als van een zeer langdurige en ge compliceerde aard beschreven. Het is duidelijk dat hoe kleiner de bewe gingsvrijheid van de Palestijnen wordt, des te meer zij zullen grijpen naar het enige en praktisch ongrijp bare middel dat hun overblijft: ter reur tegen Israëliërs in het buiten land. Terreur en represailles volgen el kaar op in een vicieuze cirkel. Bij de Israëlische represailles vallen veel slachtoffers onder de burgerbevol king. Dit menselijke aspect dringt nauwelijks tot de Israëliërs door. Het wordt als onvermijdelijk beschouwd. Aan Arabische kant lokt het uiter aard nieuwe reacties op. Zo is de ac- de ene kant tegelijk een im puls en rechtvaardiging van een wraakactie van de andere partij. Mislukken De Palestijnse terreur heeft iets aangetoond wat noch tot de leiders, noch tot het grootste deel van de publieke opinie is doorgedrongen: dat de huidige Israëlische politiek tot mislukken is gedoemd. Zij heeft tot doel uit een positie van macht zonder formele annexatie de Arabische lan den Israëls wil op te leggen. De Ara bische landen zijn niet bij machte dat militair te verhinderen, of zelfs i de rust te verstoren. Maar hoe machtig Israël ook is, terreur van j kleine groepen fanatici is niet af- hankelijk van macht. In het politieke denken van de Is raëlische leiders is de politiek een aanvulling op militaire resultaten, terwijl eerder politieke doeleinden zouden moeten prevaleren over mili taire overwegingen. Minister van Buitenlandse Zaken Abba Eban heeft in zyn gesprek met z'n Amerikaanse collega Rogers de Israëlische eisen toegelicht: voor de Palestijnse terreur is uitgeschakeld, kunnen we over geen enkele politieke regeling met de Arabische landen praten. Om de Is raëlische doeleinden te bereiken, te weten de facto vrede zonder vredes verdrag en de facto annexatie zon- Stabilisering Maar aangezien de Arabische lan den deze situatie niet accepteren en geen politieke en militaire machts middelen hebben om zich ertegen te verzetten, is hun enig troef om sta bilisering van de status quo tegen te gaan gelegen in steun aan het Pa lestijnse verzet, dat ongrijpbaar is Israëls macht. Daarom lijkt de conclusie gewettigd dat niet het uit roeien van het Palestijnse verzet een oplossing kan brengen, maar inte- leel het creëren van zodanige condities, dat de Arabische Staten geen belang meer zullen hebben bij het Palestijnse verzet. Alleen Israë lische concessies als resultaat van een politiek- en niet militair-denken kan daartoe leiden. Te meer daar zowel Jordanië als Egypte het laatste Jaar bl\jk hebben gegeven bereid te zijn een modus vivendi met Israël al is dat niet geheel volgens de eisen die Israël redelijkerwijs kan stellen. Gevreesd moet worden dat de situa tie nu al te veel is verslechterd, de haat aan beide kanten te veel is aan gewakkerd, dan dat het proces van terrein- en vergelding nog te stoppen valt. ADVERTENTIE 2 dgn. Brussel v.a. f 57.- 3 dgn. Hamburg v.a. f 99.- 4 dgn. Gotenburg v.a. f 110.- 4 dgn. Londen v.a. f 135.- 5 dgn. Parijs v.a. f 139.- Alle informatie in de brochureToeren met NS" op het station. voordelig uit met NS S) DEN HAAG Het tweede-kamer lid ir. P. A. M. Cornelissen wil dat minister Udink (Verkeer en Water staat ad interim) nog vóór het einde deze ambtsperiode een alge- geldende minimumsnelheid van 70 km/uur op onze autosnelwegen ■en maximumsnelheid van 100 km/uur instelt. Door Rien van den Anker ..Elke dag langer wachten betekent ook tien doden meer", zegt het ka merlid dat al jaren in de volksverte genwoordiging erop hamert dat er nu eindelijk iets moet worden gedaan aan de verkeersveiligheid. In de toelichting van zijn vragen zegt Cornelissen dat er nu Jaarlijks in Nederland meer dan 3000 keersdoden vallen. Per etmaal ken er in het verkeer ongeveer 200 mensen licht- of zwaargewond. Jaarlijks zo'n 70.000. „Het is een uiterst onrustbaren de zaak. Die doden- en gewonden- cijfers stijgen nog steeds", meent hij. Dit Jaar verwacht men dat het ver- keersdodencijfer ver boven de 3300 zal liggen. I Tijdens de begrotingsbehandeling 'vorig Jaar legde Cornelissen de toen malige minister Drees tien punten voor over deze zaak. De bewindsman zei toen echter dat hij eerst advie zen aan de Raad van de waterstaat wilde vragen over de instelling van maximum- en minimumsnelheden. Ook vond Drees dat er een inventari satie van alle Nederlandse niet-auto- snelwegen moest komen. „Dat laatste rapport is enkele maanden geleden al klaargekomen en die adviezen van de Raad van de waterstaat moeten volgens mij al lang bij het ministerie binnen zijn. Niets belet de minister dan ook om nu maatregelen te nemen. Als we wachten tot zijn opvolger er is kan dat wel tot het voorjaar duren," meent Cornelissen. Zijn theorie voor al deze maatre gelen is dat hoe kleiner de snel- heidsverschillen tussen auto's zijn hoe veiliger de verkeerssituatie wordt. .Als bijvoorbeeld iedereen tachtig kilometer rijdt, is er niets aan de hand," legt hij uit. Hij kan zich daarentegen voor stellen dat men nogal wat bezwaren heeft tegen deze rigoreuze maatre gelen en dat men graag de zaak van alle kanten wil bekijken. „Maar over de kern is iedereen het toch wel eens. De details zijn dan van minder belang. Daarom moet dit zo snel mogelijk gebeuren". Uit de Ka mer iv 111111 Met bijdragen van Peter Riemersma, Rien van den Anker, Ewout Jansen, Flip Frenkel Fries Den Haag In de oeverloze poel van de belastingdebatten blijkt zich deze dagen een zeer vreemde eend op te houden. Temidden van alle palavers over schrijverssystemen, progressie en inkomensverhoudingen is, ondanks de bittere tijdnood van het Binnenhof, plaats gemaakt voor een debat over de Friese taalpoli tiek. Tw-rv* jaar geleden al schreef de tolige minister van CRM een brie! aan de Kamer bij een uitvoe rig rapport, dat een bijzondere commissie Friese-Taalpolitiek aan de regering had uitgebracht. De mi nister stelde zich achter de bevin ding van het rapport, dat het „be leid erop gericht moet zijn, in sa menwerking met de provinciale overheid en de gemeentelijke over heden in Friesland, de eigenheid van de Friese taal en taalcultuur te waarborgen". Het aanvankelijk plan om het rap port voor de eerste week van sep tember op de agenda te plaatsen ging wel door: het werd nu eind- september, op het ogenblik dat de Kamer adem tekort komt. De Friese zaak, die zo grondig en langdurig is voorgekookt heeft inmiddels bij de zwaar belaagde volksvertegenwoor digers geen lange discussie ontke tend. Zo komt Friesland in tijden vol nationale bewogenheid en ver kiezingskoorts dan toch (even) aan zijn trekken. Een spel met volledige bezetting werd het wèl. Aanvankelijk zou al leen CRM-minister Engels de zaak behandelen. Maar daar nam die bijzondere commissie geen genoegen mee. Het merendeel van de voorge stelde uitgaven voor het Fries cul tuurbeleid zal aan het onderwijs in het Fries ten goede komen. En dus wilde de commissie, ook een be windsman van onderwijs bij de be handeling. Dat gebeurde vrij onverwacht en zo kwam die dolkomische anekdote in omloop van staatssecretaris voor onderwijs, mr. C. E. Schelfhout, die niets vermoedend vakantie hield in Frankrijk en daar bij een toevallige ontmoeting met oud-commissaris der Koningin voor Friesland, mr. H. P. Linthorst Homan, te horen kreeg: „Kees, Je moet naar Holland, ze hebben Je nodig voor het Friese debat" (of woorden van die strek king). Kees vervangt dan zijn mi nister. Die is ook met vakantie - en blijkbaar zeer onvindbaar. Sinterklaas Oud-minister Drees thans weer kamerlid voor DS'70 voor de Haagse Kring van economen „De linkse drie hebben het idee dat Sinterklaas het gehele Jaar Jarig Traditie Oud-minister dr. W. Drees Jr. breekt de ene traöitii na de andere Nu hij weer als gewoon kamerlid voor DS'70 optreedt, houdt nij be paald niet zijn mond. Sterker Drees die als minister altijd al be zig was (tot nauwelijks verhulde er gernis van zijn collega's) kan ook als kamerlid het werken niet laten Hij stoort zich in het geheel niet aan de traditie, dat afgetreden mi nisters di^ weer als kamerlid terug komen zich wat terughoudend op stellen. Zo kon het gebeuren, dat hij deze week een andere cud minister, de anti-revolutionair Boi'ke Roolvink tegenover zich vond. Dree, was ue- zig zich te verweren tegen minister Langman met behulp van informa ties ontleend aan het geheime be raad in de ministerraad. Roolvink sprong voor Langman in de ring, beseffend, dat deze bewindsman zich wilde houden aan de code: uit de ministerraad wordt niet geklapt „Mijn vingers Jeuken," zei Lang man, „maar mijn ambtsgeheim ge biedt mij de neiging te weerstaan om de ware toedracht te vertellen" Drees vond het Jammer voor Rool vink, voor Langman en voor de tra ditie, maar hij dacht geheel in de lijn van het rapport over openheid en openbaarheid te handelen.... En, zei de oud-minister, er is toch al zo weinig bekend geworden over de werkelijke oorza<ccn van de breuk tussen DS'70 en de andere regeringspartners. Zo zijn er nu ho gere bedragen voor het openbaar vervoer in de begroting opgenomen dan hem als minister waren toege staan, zette hij zijn onthullingen voort .En informateur mr Y. Schcl- ten kreeg in één moeite door een veeg uit de pan. De informateur die de breuk moest lijmen, had m-i hem Drees helemaal niet gesproken „Een merkwaardige manier van discussiëren", zei Drees. En dat was het. Eten De klachten van de Tweede Kamer leden gaan ook over de manier waarop de „inwendige mens" wordt verzorgd. Flink gemopperd wordt er op de stichting die het restaurant, de keuken, de koffiekamer en de buffetten beheert. Vooral omdat er nogal vaak tot diep in de nacht wordt vergaderd, zouden vele Kamerleden willen dat de service vooral in de avonduren verbeterd wordt. De uitslag van de enquête die onder het personeel werd gehouden doet echter vermoeden dat daar voorlo pig maar niet op gerekend moet worden. Zomaar even twee conclu sies: a) Iedereen houdt zich met uitvoerend werk bezig; van leiding geven is geen sprake, b) Er wordt onvoldoende gedelegeerd; dure krachten verrichten vaak bijzonder eenvoudig werk. De slotsom van de „doorlichting" van het Tweede Kamer-bedrijf is dan ook duidelijk. Beide bureaus vinden dat er een duidelijke be hoefte is bij de Kamerleden om meer steun te krijgen bij hun werk. En men vindt dat die behoefte ge rechtvaardigd is. Men vreest dat door de gebrekkige dienstverlening de parlementaire democratie wel eens gevaar kan lo pen, omdat de Kamerleden hun controlerende functie niet kunnen waarmaken. Met andere woorden de Kamerleden willen ruimte, rust en goed eten. Pas dan kunnen ze goed werken. Vraag: Kunnen we de Tweede Ka mer niet in plaats van het CBS naar Heerlen sturen? Doorlichting en daarbij zijn nogal wat proble men aan de dag gekomen. Niet al leen bij de 150 kamerleden heerst „onbehagen", maar ook bij het per soneel. De grieven van de Kamerleden slaan hoofdzakelijk op de gebrekki ge huisvesting; in de tweede plaats op de omvang van het dienstverle nende apparaat. „Er zijn onvoldoende werkkamertjes en ruimten om bezoekers te ontvan gen. Bovendien is het personeel bij zonder slecht geinstrucerd over de manier waarop zij gasten moeten ontvangen", mopperen de volksver tegenwoordigers. Er zijn nog meer grieven. Het ont breken van bijvoorbeeld douches en rustkamers blijken de Kamerleden als bijzonder erg te ervaren. Een van hen gaf zelfs middels d« enquête te kennen het toe te jui chen als er in de buurt van 's Lands Vergader-aal ook een gym nastiekzaal zou komen. „De persoonlijke uitrusting van een lid is bedroevend", schrijft een van hen op het formulier. Maar dat laatste bezwaar kan mis schien worden opgeheven als de wens van acht andere Kamerleden in vervulling zal gaan: „Elk Ka merlid zijn eigen secretaresse".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 7